Blijft Climate Engineering en Geo-engineering wetteloos?

DINSDAG 28 MEI 2019 Eind februari/begin maart stond in de Volkskrant een ingezonden brief van professor Frank Biermann van de Universiteit Utrecht. Biermann schrijft dat er sinds enige tijd serieus onderzoek wordt gedaan naar technieken waarmee kan worden ingegrepen in het klimaatsysteem, Climate Engineering of Geo-engineering, zodat de afgesproken klimaatdoelen tóch nog gehaald kunnen worden. Daarbij gaat het om technieken zoals het op grote schaal uit de lucht halen van kooldioxide met enorme machines of met grote arealen snelgroeiende planten, carbon dioxide removal technologies. Of om technieken waarmee speciale vliegtuigen een grote hoeveelheid fijnstof in de dampkring brengen, waardoor de aarde enkele graden afkoelt, solar radiation management. Biermann is kritisch over deze technieken. Ten eerste omdat ze de oorzaak van de opwarming niet wegnemen. Ten tweede omdat ze ten koste gaan van heel veel landbouwareaal. Ten derde omdat het moeilijk is in te schatten wat in een regio de risicovolle effecten zijn op het weer, zoals in de regio Nederland. Hij is daarom van mening dat er internationale regels moeten komen, bijvoorbeeld over welke technieken aanvaardbaar zijn en wie ze mag gebruiken. Medio maart heeft Zwitserland een resolutie ingediend bij de United Nations Environment Assembly, een VN-Vergadering die om de twee jaar wordt gehouden. In deze Zwitserse resolutie wordt onder andere aangedrongen op meer onderzoek naar de schadelijke effecten van Climate Engineering en Geo-engineering. Wat is dit voor vergadering en hoe is het met de Zwitserse resolutie afgelopen?

UNEP De United Nations Environment Assembly is het algemeen bestuur van de UNEP en bestaat uit lidstaten van de Verenigde Naties (VN). UNEP is het United Nations Environment Programme, dat is het milieuprogramma van de VN dat officieel bestaat sinds 1997 maar roots heeft die teruggaan tot in de jaren zeventig. Het Assembly/algemeen bestuur bestaat pas sinds 2012; het is opgericht tijdens de VN-conferentie over Duurzame Ontwikkeling, in Rio de Janeiro (Rio+20). Het vergadert om de twee jaar, en wel in Nairobi (Kenia). Daar is het hoofdkantoor gevestigd.

Assembly De laatste Assembly/algemeen bestuur vergadering is afgelopen maart gehouden, en duurde een kleine week. Er waren iets meer dan 170 lidstaten vertegenwoordigd. Besluiten zoals over het al dan niet aannemen van een resolutie worden genomen op de laatste vergaderdag; dan zijn de aanwezige lidstaten door hun ministers vertegenwoordigd. Ook Nederland is lidstaat; onze vertegenwoordiger is minister Wiebes. De andere vergaderdagen worden gebruikt voor vooroverleg, bijvoorbeeld om voldoende steun te krijgen voor een resolutie. De meeste lidstaten doen aan dit vooroverleg mee – ook ons land en Zwitserland – en ze hebben daarin dan een vaste vertegenwoordiger (permanent representatives), meestal een hoge ambtenaar (diplomaat).

Zwitserse Resolutie De Zwitserse resolutie is mede ondertekend door tien andere landen. Ze zijn afkomstig uit alle werelddelen: Mali, Niger, Senegal en Burkina Faso (Afrika), Montenegro, Georgië en Liechtenstein (Europa), Mexico (Amerika), Zuid-Korea (Azië) en Micronesië (Oceanië). De resolutie stelt voorop dat ”climate change is one of the greatest challenges of our time, which undermines the ability of all countries, especially those developing countries that are particularly vulnerable to the adverse effects of climate change, to achieve sustainable development and poverty eradication.” En vervolgt: ”Further recognizing the urgent and prior need for further reduction of global greenhouse gas emissions and noting that geoengineering should not be seen as an alternative to mitigation efforts. Deeply concerned about the potential global risks and adverse impacts of geoengineering on environment and sustainable development, and noting the lack of multilateral control and oversight. Mindful of the varying definitions of geoengineering and the general distinction of technologies in solar radiation management and carbon dioxide removal, and taking into account their varying state of development with respect to science, their application, and potential risks.” De resolutie draagt daarom op aan de ”Executive Director of the United Nations Environment Programme to Prepare an assessment of the status of geoengineering technologies, in particular carbon dioxide removal technologies and solar radiation management, to include, inter alia: a. criteria which define these technologies; b. the current state of the science, including research gaps; c. the actors and activities with regard to research and deployment; d. current knowledge of potential impacts, including risks, benefits, and uncertainties with regard to each geoengineering technology; e. current state, including challenges, of governance frameworks for research, potential deployment and control for each geoengineering technology.” De Executive Director is de directeur van UNEP, dat is sinds begin dit jaar de Deense Inger Andersen.

Aannemen of verwerpen Het Assembly kan een resolutie aannemen of verwerpen. Een geldig besluit is pas mogelijk als meer dan de helft van de lidstaten aanwezig is. Er waren afgelopen maart iets meer dan 170 lidstaten present, en dat is genoeg, want er zijn iets meer dan 190 staten lid. Ook Nederland was aanwezig. De Zwitserse resolutie was niet de enige ingediende resolutie. In totaal zijn er 29 resoluties ingediend, waarvan er 23 zijn aangenomen. Een resolutie is aangenomen als de meerderheid van de aanwezige lidstaten vóór stemt; elke lidstaat – groot of klein – kan daarbij één stem uitbrengen. Voor 80% van de resoluties was er dus een meerderheid te vinden, waaronder die voor Marine plastic litter and microplastics, Sustainable coral reefs management en Promote gender equality and the human rights and empowerment of women and girls in environmental governance.

Aangenomen? De Zwitserse resolutie hoort tot de 20% die is verworpen. Many representatives expressed regret that, due to the opposition of some member States, no agreement had been reached at the current session on the draft resolution on geoengineering and its governance, aldus het officiële verslag van de vergadering. Dit is geen woordelijk verslag en er staat evenmin in welke lidstaten ”opposition” voerden en hoeveel of welke lidstaten uiteindelijk tegen of voor de resolutie hebben gestemd. In de ingezonden brief van Frank Biermann staat dat onder andere de VS en veel olieproducerende landen het voorstel zouden willen blokkeren. Hoorde Nederland daar ook bij? Of heeft het alleen maar tegen de resolutie gestemd? Of heeft het juist voor gestemd? En misschien zelfs achteraf ”expressed regret”? Het is mij niet bekend.

BRONNEN:

”UNEP”

Rule 1 van de Rules of Procedure van de United Nations Enviroment Assembly of the United Nations Environment Programme luidt: The United Nations Environment Assembly shall normally hold one regular session every two years.

Rule 4 luidt: Regular sessions shall be held at the headquarters of the United Nations Environment Programme, unless otherwise decided by the United Nations Environment Assembly at a previous session.

”Aannemen of verwerpen”

Rule 16 van de Rules of Procedure van de United Nations Enviroment Assembly of the United Nations Environment Programme luidt: Each member of the United Nations Environment Assembly shall be represented by an accredited representative, who may be accompanied by such alternate representatives and advisers as may be required.

Rule 32 luidt: The President may declare a meeting open and permit the debate to proceed when at least one third of the members of the United Nations Environment Assembly are present. The presence of a majority of the members of the United Nations Environment Assembly shall be required for any decision to be taken.

Rule 48 luidt: Each member of the United Nations Environment Assembly shall have one vote.

Rule 49 luidt: 1. Except where the present rules of procedure expressly provide otherwise, decisions of the United Nations Environment Assembly shall be made by a majority of the members present and voting. 2. For the purpose of these rules, the phrase “members present and voting” means members present and casting an affirmative or negative vote. Members which abstain from voting are considered as not voting.

Voor wie zijn de geborgde zetels in de waterschapsbesturen?

DINSDAG 21 MEI 2019 Er zijn in Nederland 21 waterschappen, sommige worden ook wel hoogheemraadschappen genoemd. Om de vier jaar worden voor hun algemene besturen – zeg maar hun parlementen – verkiezingen gehouden. Twee maanden geleden zijn de laatste keer verkiezingen geweest. Daarna is onderhandeld over de vorming van nieuwe dagelijkse besturen – zeg maar hun regeringen. Bij de meeste waterschappen is er inmiddels een nieuw dagelijks bestuur gevormd; bij de andere is het nog niet zover. Wat zijn de geborgde zetels in het waterschapsbestuur?

AB, DB en Graaf Elk waterschap heeft een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. En bovendien een dijkgraaf of watergraaf, die voorzitter is van deze besturen.

Geborgde zetels in het Algemeen Bestuur Het algemeen bestuur bestaat altijd uit 18 tot 30 leden. De provincie waarin het waterschap is gelegen regelt hoeveel het er precies zijn. De meeste leden van het algemeen bestuur worden door middel van verkiezingen gekozen; de meerderjarige burgers die in het waterschap wonen, mogen dan hun stem uitbrengen. Op 20 maart zijn verkiezingen geweest. De overige leden van het algemeen bestuur zijn in diezelfde periode door organisaties gekozen en benoemd. Die organisaties hebben zogenaamde geborgde zetels. In elk waterschap zijn zeven, acht of negen geborgde zetels. De provincie regelt hoeveel het er precies zijn, wijst de organisaties aan en regelt hoeveel geborgde zetels elk van hen heeft.

Kamer van Koophandel De provincie mag daarvoor niet zomaar een organisatie aanwijzen; bovendien moet ze minstens drie organisaties aanwijzen. Om wat voor organisaties gaat het? De Kamer van Koophandel. Deze organisatie moet worden aangewezen. Ze heeft meestal drie tot vier geborgde zetels in een waterschap. Ook moeten een of meer organisaties worden aangewezen die de bezitters van natuurterreinen vertegenwoordigt. In elke provincie wordt daarvoor de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) aangewezen; dat hoeft trouwens niet, want het mogen ook een of meer andere organisaties zijn. VBNE heeft steeds één geborgde zetel per waterschap.

LTO Ten slotte moeten een of meer organisaties worden aangewezen die de bezitters van ongebouwde onroerende zaken vertegenwoordigen. In elke provincie worden daarvoor organisaties aangewezen die landbouworganisatie, tuinbouworganisatie of allebei zijn. Dat is meestal de Land- en tuinbouworganisatie Noord (LTO-Noord). Deze organisatie benoemt ongeveer drie keer zoveel leden in het algemeen bestuur dan de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO). In een enkel waterschap doen beide organisaties benoemingen, zoals in Rivierenland. In Limburg doet alleen de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) benoemingen. In sommige waterschappen waar LTO-Noord meerdere benoemingen doet, moet ze dat voor één daarvan samen met BoerenNatuur doen, zoals in Hunze en Aa’s. In Friesland benoemt LTO-Noord drie leden en benoemen de Nederlandse Melkveehoudersvakbond en de Nederlandse Akkerbouwvakbond regio Noord er gezamenlijk één. Meestal zijn er drie of vier geborgde zetels voor de landbouw/tuinbouworganisaties.

Zonder last Ook de personen die door organisaties op geborgde zetels zijn benoemd zijn niet gebonden aan instructies van deze organisaties, want alle leden van het algemeen bestuur moeten zonder last stemmen.

Dagelijks Bestuur Het is het algemeen bestuur dat het dagelijks bestuur kiest. De dijkgraaf of watergraaf is de voorzitter van beide besturen; hij of zij wordt door de regering benoemd. De dagelijkse bestuurders ontvangen loon. De provincie kan een minimum- en een maximumaantal dagelijkse bestuurders vaststellen. In de meeste waterschappen worden er vier of vijf dagelijkse bestuurders gekozen, dat is exclusief de voorzitter. Alleen een lid van het algemeen bestuur kan tot dagelijkse bestuurder worden gekozen, uitzonderingen daargelaten. En hij of zij blijft daar ook lid van. Het algemeen bestuur kan de dagelijkse bestuurders die ze heeft benoemd tussentijds ontslaan.

Geborgde zetels in het Dagelijks Bestuur Ook moet altijd (minstens) één van de leden die in het algemeen bestuur op een geborgde zetel werd benoemd, gekozen worden in het dagelijks bestuur. Wie dat is, beslist het voltallig algemeen bestuur. In enkele waterschappen zijn er zelfs twee leden op geborgde zetels in het dagelijks bestuur gekozen, zoals in Brabantse Delta. Dat blijken dan steeds te zijn een lid dat werd benoemd door een land- en tuinbouworganisatie en een lid benoemd door de Kamer van Koophandel. In de meeste waterschappen is er slechts één geborgde in het dagelijks bestuur gekozen. Een voorbeeld is Drents Overijsselse Delta. Dat is meestal een lid dat in het algemeen bestuur werd benoemd door een land- en tuinbouworganisatie, maar er zijn enkele waterschappen waarin dat een lid is dat door de Kamer van Koophandel werd benoemd in het algemeen bestuur, zoals Schieland en Krimpenerwaard. Van de leden die door de VBNE zijn benoemd, is niemand dagelijks bestuurder geworden. De dagelijkse bestuurder die in het algemeen bestuur benoemd werd door een land- en tuinbouworganisatie, is meestal door LTO-Noord in dat algemeen bestuur benoemd. Een voorbeeld is Hollands Noorderkwartier. Aa en Maas is daarentegen een waterschap waarin de dagelijkse bestuurder door ZLTO werd benoemd in het algemeen bestuur.

Wat opvalt is dat op de website van een waterschap niet (eenvoudig) is te vinden welke organisatie wie in het algemeen bestuur heeft benoemd.

BRONNEN:

AB, DB en Graaf

Artikel 10 Waterschapswet luidt: Het bestuur van een waterschap bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter, onverminderd hetgeen het reglement bepaalt over de benaming van die onderscheidene bestuursorganen. De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

Geborgde zetels in het Algemeen Bestuur; Kamer van Koophandel; LTO

Artikel 13 luidt (gedeeltelijk): Het algemeen bestuur bestaat uit een bij reglement vastgesteld aantal leden van ten minste achttien en ten hoogste dertig leden. Het totaal aantal vertegenwoordigers van de in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c en d bedoelde categorieën bedraagt ten minste zeven en ten hoogste negen, met dien verstande dat het totaal aantal ten hoogste acht is, indien het algemeen bestuur uit achttien leden bestaat.

Artikel 12 luidt: Lid 1. Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap. Lid 2. In het algemeen bestuur zijn de volgende categorieën van belanghebbenden vertegenwoordigd: a. de ingezetenen; b. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; c. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; d. degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

Artikel 14 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. De vertegenwoordigers van de categorieën van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b en c, worden benoemd door de daartoe bij reglement aangewezen organisaties. Indien voor een categorie meer dan één organisatie wordt aangewezen wordt bij reglement bepaald op welke wijze de aangewezen organisaties tot een benoeming komen. Lid 2. De vertegenwoordigers van de categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, worden benoemd door de Kamer van Koophandel op voordracht van de regionale raad van de regio van de Kamer van Koophandel (..), die gelegen is in het gebied van het desbetreffende waterschap. Indien binnen het gebied van een waterschap meer dan één regio gelegen is, wordt bij reglement bepaald op welke wijze de betrokken regionale raden tot een voordracht komen. (…)

Artikel 116 luidt (gedeeltelijk): Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: c. natuurterreinen: ongebouwde onroerende zaken waarvan de inrichting en het beheer geheel of nagenoeg geheel en duurzaam zijn afgestemd op het behoud of de ontwikkeling van natuur. Onder natuurterreinen worden mede verstaan bossen en open wateren met een oppervlakte van ten minste één hectare.

Artikel 1 van het Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 februari 2015, nr. IENM/BSK-2015/31599, houdende aanwijzing van de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren als benoemende organisatie van waterschapsbestuurders luidt: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu wijst de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren aan als organisatie die de vertegenwoordigers van de categorieën van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel c, van de Waterschapswet, benoemt. Deze aanwijzing geldt ten aanzien van elk waterschap. Artikel 2 luidt: De aanwijzing vervalt ten aanzien van een waterschap indien bij reglement voor het betreffende waterschap een organisatie wordt aangewezen in de zin van artikel 14, eerste lid, eerste volzin, van de Waterschapswet. Artikel 3 luidt: Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2018.

Zonder last

Artikel 38 Waterschapswet luidt: De leden van het algemeen bestuur stemmen zonder last.

Dagelijks Bestuur

Artikel 40 Waterschapswet luidt: Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en een door het algemeen bestuur te bepalen aantal andere leden, waarvan ten minste één lid een vertegenwoordiger is van een van de categorieën van belanghebbenden bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c of d. Bij reglement kan worden bepaald welk aantal leden het dagelijks bestuur ten minste en ten hoogste telt.

Artikel 41 luidt (gedeeltelijk): De benoeming vindt plaats uit de leden van het algemeen bestuur. Gedeputeerde staten kunnen, indien het reglement dat bepaalt, ontheffing verlenen. Het algemeen bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur, met uitzondering van de voorzitter, ontslag verlenen, indien deze het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezitten.

Artikel 44 luidt (gedeeltelijk): De leden van het dagelijks bestuur genieten ten laste van het waterschap een bezoldiging en een tegemoetkoming in de kosten van de uitoefening van hun werkzaamheden (..).

Artikel 46 luidt (gedeeltelijk): De voorzitter van het waterschap wordt benoemd en herbenoemd bij koninklijk besluit. Hij kan bij koninklijk besluit worden geschorst en ontslagen.

Verkiezingen Europees Parlement: de kandidatenlijsten en de fracties

DINSDAG 14 MEI 2019 Volgende week donderdag 23 mei worden de verkiezingen voor het Europees Parlement gehouden. Onlangs hebben de kiezers de goedgekeurde kandidatenlijsten in hun brievenbus ontvangen. Aan welke eisen moeten de lijsten en kandidaten voldoen en van welke fracties gaan de gekozenen straks deel uitmaken in het Europees Parlement?

Europees Parlement Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden. Ze worden gekozen in 28 lidstaten, inclusief het Verenigd Koninkrijk. In Nederland worden 26 Europarlementariërs gekozen. Het Europees Parlement vergadert in Brussel en Straatsburg. Europarlementariërs doen – net als de parlementariërs in Den Haag – hun werk zonder dat zij gebonden zijn aan instructies van kiezers of politieke partij.

Kandidaten Niet iedereen mag zich kandidaat stellen. Dat mogen alleen degenen die 18 jaar of ouder zijn en die óf Nederlander zijn óf in Nederland wonen en de nationaliteit hebben van een lidstaat van de Europese Unie. Kandidaten met de Nederlandse nationaliteit hoeven hier dus niet te wonen. Ze mogen ook elders in Europa of zelfs daarbuiten wonen. Zo wonen de lijsttrekkers van D66, PVV en Partij voor de Dieren in België, terwijl de lijsttrekker van Forum voor Democratie in de VS woont.

Naam De folder met kandidatenlijsten die de kiezers onlangs hebben ontvangen, ziet er hetzelfde uit als het stembiljet dat men op het stembureau ontvangt. Er staan 16 kandidatenlijsten op. Boven elke kandidatenlijst staat de naam die een partij bij deze verkiezingen gebruikt. Dat kan de partijnaam zijn maar ook een andere naam. Tot op zekere hoogte is het aan de partij zelf welke naam wordt gebruikt. Wat bijvoorbeeld niet mag, is dat de naam voor kiezers misleidend is, omdat hij teveel lijkt op de naam van een andere partij. Ook mag hij uit niet meer dan 35 tekens bestaan. Sommige gebruikte namen zijn heel kort, zoals VVD. Andere zijn veel langer, zoals CDA – Europese Volkspartij (26 tekens) en PVV (Partij voor de Vrijheid) (29 tekens). Het langste is P.v.d.A./Europese Sociaaldemocraten (35 tekens).

1 of 2 namen Boven de meeste lijsten staat slechts één naam, al dan niet met afkorting, zoals Democraten 66 (D66), VVD, SP (Socialistische Partij) of GroenLinks. Sommige partijen hebben een gezamenlijke lijst met een andere partij, en dan staan hun beider namen erboven. Dat is het geval met ChristenUnie en SGP en met vandeRegio en de Piratenpartij.

EVP en PES Ook boven de lijsten van CDA en PvdA staan twee partijnamen. Boven die van het CDA zijn dat CDA en Europese Volkspartij. Boven die van de PvdA zijn dat P.v.d.A. en Europese Sociaaldemocraten. Hier is echter geen sprake van gezamenlijke lijsten. De Europese Volkspartij en de Europese Sociaaldemocraten zijn beide Europese partijen, waarvan CDA respectievelijk PvdA lid zijn. Er is bij beide sprake van de lijst van één partij. De Europese Volkspartij (EVP) heet in het Frans Parti populaire européen (PPE) en in Engels European People’s Party (EPP), opgericht in 1976. Alleen nationale partijen en organisaties kunnen er lid van worden, het lidmaatschap staat niet open voor individuen (enkele uitzonderingen daargelaten). Naast het CDA zijn daarvan bijvoorbeeld de Duitse CDU en CSU, de Franse Les Républicains en de meeste Europarlementariërs van het Italiaanse Forza Italia lid. Ook het Hongaarse Fidesz is lid, hoewel geschorst sedert enkele maanden. De Partij van de Europese Sociaaldemocraten heet in het Engels Party of European Social Democrats (PES), opgericht in 1992. Lidmaatschap staat niet alleen open voor nationale partijen en organisaties maar ook voor individuen: iedereen die lid is van een nationale partij – zoals de PvdA – kan ook lid worden van de PES. Wat dit individueel lidmaatschap inhoudt is niet helemaal duidelijk, in elk geval is er geen stemrecht aan verbonden. Naast de PvdA zijn bijvoorbeeld de Duitse SPD en de Britse Labour Party nationale partijen die lid zijn.

Group Alle fracties – groups – in het Europees Parlement hebben een Engelse naam. De fractie van de Europese Volkspartij heet Group of the European People’s Party (Christian Democrats). Dit is de grootste fractie. Slechts een enkel fractielid is van een nationale partij die geen lid is van de EVP. Een voorbeeld is de Britse The Independent Group. Deze TIG is enkele maanden geleden opgericht door parlementariërs in het Britse Lagerhuis die Labour Party of Conservative Party vanwege hun Brexit-plannen hebben verlaten. Ook de fractie van de PES bestaat bijna helemaal uit Europarlementariërs van nationale partijen die lid zijn van de PES. Toch treedt deze naam in de fractienaam veel minder op de voorgrond: Group of the Progressive Alliance of Socialists and Democrats in the European Parliament (S&D). Deze fractie is de op een na grootste fractie.

Group ALDE Hoe zit het met de andere Nederlandse Europarlementariërs, van welke groups maken zij deel uit? De Europarlementariërs van VVD en D66 maken deel uit van de Group of the Alliance of Liberals and Democrats for Europe (ALDE). Ook de Europarlementariërs van bijvoorbeeld de Duitse FDP, de Britse LibDems, de Open Vlaamse Liberalen en Democraten (Guy Verhofstadt) en de Franse La République en Marche zitten in deze fractie. Die laatste partij heeft nu slechts één Europarlementariër. Het is echter ook de partij die in de Franse Tweede Kamer de absolute meerderheid heeft. Het ziet er naar uit dat ze ook groot gaat worden onder de Franse Europarlementariërs, waarvan er in totaal 74 zijn. Wat gaat dit voor de fractie van ALDE en voor andere fracties betekenen? Blijven de Europarlementariërs van La République en Marche straks deel uit maken van ALDE? Of gaan ze het politieke landschap ingrijpend veranderen door een nieuwe fractie te vormen, samen met sommige ALDE-partijen en PES-partijen? Gisteren stond in de Süddeutsche Zeitung dat daarover in elk geval verkennende gesprekken zijn gevoerd met onder andere VVD, D66 en FDP, en dat enkele Italiaanse en Portugese PES-partijen ook wel interesse hebben. De naam van de eventuele fractie staat al vast: Renaissance.

Andere groups De Europarlementariërs van ChristenUnie en SGP maken deel uit van de European Conservatists and Reformists Group (ECR), net als bijvoorbeeld de (meeste) Europarlementariërs van de Britse Conservative Party, de Belgische NVA en de Poolse PiS. De Europarlementariërs van GroenLinks maken deel uit van de Group of the Greens/European Free Alliance (Greens/EFA), net als bijvoorbeeld de Duitse Bündnis 90/Die Grünen en Piratenpartei Deutschland. Die van SP én Partij voor de Dieren maken deel uit van de Confederal Group of the European United Left – Nordic Green Left (GUE/NGL), net als bijvoorbeeld de Duitse Die Linke en het Spaanse Podemos. De Europarlementariërs van PVV maken deel uit van Europe of Nations and Freedom Group (ENF), net als bijvoorbeeld de Franse Rassemblement national (Marine Le Pen), de Oostenrijkse FPÖ, het Vlaams Belang en de Italiaanse Lega Nord.

EFDD Geen enkele Europarlementariër uit Nederland maakt deel uit van de fractie Europa van Vrijheid en Directe Democratie (EFDD), waarin bijvoorbeeld de Italiaanse Movimento 5 Stelle (Vijfsterrenbeweging) en de Duitse Alternative für Deutschland (AfD).

Groups? De andere partijen op het stembiljet hebben nog geen Europarlementariërs. In de volgorde waarop ze op het stembiljet staan: 50PLUS, JEZUS LEEFT, DENK, De Groenen, Forum voor Democratie, Piratenpartij, Vanderegio en Volt Nederland. Het is onbekend van welke fractie in het Europees Parlement ze straks deel gaan uitmaken.

Volt Volt Nederland is een afdeling van Volt Europa. Volt Europa is een Europese partij, twee jaar geleden opgericht. Ook deze partij neemt dus (mede) onder de naam van een Europese partij deel aan de verkiezingen. In tegenstelling tot de EVP en de PES staat het lidmaatschap open voor individuen en hebben die leden ook stemrecht. Volt Europa wil dat er in elk land een afdeling komt. Zo is er inmiddels Volt België, Volt Luxemburg, Volt Duitsland en Volt Nederland dus. Al deze afdelingen zijn pas opgericht na Volt Europa. Wie lid wordt van een nationale afdeling, is automatisch lid van Volt Europa. Waar geen afdeling bestaat, kan men rechtstreeks lid worden van Volt Europa. Waar wel een afdeling bestaat, kan dat soms zonder afdelingslidmaatschap. Het zijn de afdelingen die deelnemen aan de Europese verkiezingen. In het AD van afgelopen vrijdag staat dat de Europarlementariërs van Volt straks een eigen fractie willen gaan vormen. Een nieuwe fractie (group) moet volgens het reglement van het Europees Parlement aan zekere eisen voldoen, zoals minstens 25 leden tellen. Gaat dit lukken?

Voorkeursstem In Nederland wordt bij de verkiezing voor het Europees Parlement een voorkeursstem uitgebracht, dat wil zeggen dat de kiezer niet stemt op een lijst maar op een kandidaat van een lijst. De politieke partij heeft de volgorde op de lijst bepaald. Voorkeurstemmen kunnen die volgorde doorbreken, als er genoeg stemmen op een kandidaat worden uitgebracht. Genoeg is hier ongeveer 18.000 stemmen. Het wettelijk criterium is namelijk 10% van de kiesdeler. In 2014, bij de vorige verkiezingen voor het Europees Parlement was de kiesdeler 183.000 stemmen. Dit is een relatief lage kiesdeler, en dat komt door de lage opkomst. In 2014 hebben 5 Nederlandse Europarlementariërs de lijstvolgorde doorbroken. Best veel eigenlijk, want dat zijn 5 van de in totaal 26 Nederlandse Europarlementariërs, en dat is dus bijna 20%.

BRONNEN:

”Europees Parlement”

Artikel 6 van de Europese Akte luidt (gedeeltelijk): De leden van het Europees Parlement brengen hun stem individueel en persoonlijk uit. Zij mogen niet gebonden zijn door instructies en geen bindend mandaat aanvaarden.

”Kandidaten”

Artikel Y 4 van de Kieswet luidt (gedeeltelijk): Lid van het Europees Parlement kunnen zijn: a. zij die voldoen aan de vereisten die in artikel 56 van de Grondwet voor het lidmaatschap van de Staten-Generaal worden gesteld; b. de niet-Nederlanders die onderdanen zijn van andere lidstaten van de Europese Unie, mits zij: 1°. hun werkelijke woonplaats hebben in het Europese deel van Nederland, 2°. de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, en 3°. niet zijn uitgesloten van het recht om gekozen te worden, hetzij in Nederland, hetzij in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn.

Artikel 56 van de Grondwet luidt: Om lid van de Staten-Generaal te kunnen zijn is vereist dat men Nederlander is, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht.

”Naam”

Artikel Y 10 van de Kieswet luidt (gedeeltelijk): Behalve op de in artikel G 1, vierde lid, genoemde gronden wordt op een verzoek om registratie van de aanduiding van een politieke groepering ten behoeve van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement afwijzend beschikt, indien de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een aanduiding van een andere politieke groepering die reeds ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistreerd, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder ten behoeve van die verkiezing een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is.

Artikel G1 luidt (gedeeltelijk): Een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Het centraal stembureau beschikt slechts afwijzend op het verzoek, indien: a. de aanduiding strijdig is met de openbare orde; b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is; c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers; d. de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat.

”Volt”

Artikel 32 van het Reglement van het Europees Parlement luidt (gedeeltelijk): De leden kunnen fracties oprichten naar politieke gezindheid. Een fractie bestaat uit leden uit ten minste een vierde van de lidstaten. Het voor de oprichting van een fractie vereiste aantal leden bedraagt ten minste vijfentwintig.

”Voorkeursstem”

Artikel 1 van de Europese Akte luidt (gedeeltelijk): De lidstaten kunnen het uitbrengen van voorkeurstemmen toestaan, overeenkomstig de bepalingen die zij vastleggen.

Artikel P 15 van de Kieswet luidt (gedeeltelijk): In de volgorde van de aantallen op hen uitgebrachte stemmen zijn gekozen die kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen, een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan 25% van de kiesdeler, voor zover aan de lijstengroep of de niet van een lijstengroep deel uitmakende lijst voldoende zetels zijn toegewezen.

Artikel Y 23a luidt (gedeeltelijk): Voor de toepassing van de artikelen P 15 en P 19, tweede lid, wordt voor «25% van de kiesdeler» gelezen: 10% van de kiesdeler.

Herenboeren Wilhelminapark: consument is de baas

DINSDAG 7 MEI 2019 Enkele weken geleden stond er in de Volkskrant een reportage over Herenboeren Wilhelminapark. Dit agrarisch bedrijf is ongeveer 20 ha groot en ligt in de buurt van de Brabantse gemeenten Boxtel en Vught. Wat deze boerderij zo bijzonder maakt, is dat ze niet levert aan de supermarkt maar rechtstreeks aan de consument én dat niet de boer maar deze consumenten de baas zijn. Hoe ziet die samenwerking er juridisch uit?

Coöperatie Herenboeren Wilhelminapark – hieronder: Wilhelminapark – is een coöperatie. Een coöperatie is een vereniging die bij de notaris is opgericht. Elke coöperatie heeft als doel te voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van de leden. Hiertoe wordt een bedrijf uitgeoefend en met elk lid een overeenkomst gesloten. Dit alles moet blijken uit de statuten. Een fanfare of voetbalclub is weliswaar een vereniging maar geen coöperatie, want voorziet in onstoffelijke behoeften van de leden, namelijk het plezier van musiceren of voetballen. Anders dan een gewone vereniging, mag een coöperatie eventueel gemaakte winst onder de leden verdelen. Wilhelminapark is volgens de statuten niet gericht op winst; dat sluit natuurlijk niet uit dat er toch winst wordt gemaakt. Dan mag die winst onder de leden worden verdeeld.

Behoefte In de statuten van Wilhelminapark staat onder andere dat wordt voorzien in de behoefte van de leden aan aardappelen, groenten, fruit, eieren en vlees van runderen, varkens en kippen. Daartoe wordt een eigen boerenbedrijf uitgeoefend dat lokaal, eerlijk en puur voedsel produceert.

Leden Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen lid worden. Natuurlijke personen zijn mensen van vlees en bloed. Met rechtspersonen worden hier bedrijven en hun kantines bedoeld. Nieuwe leden binden zich voor drie jaar, en daarna per jaar.

2000,- Nieuwe leden moeten zich inkopen door de aanschaf van een ledencertificaat. Hiervan wordt de nieuwe prijs elk jaar opnieuw vastgesteld. Momenteel is dat 2000 euro. Een alleenstaande die zich aanmeldt, mag soms volstaan met de aanschaf van een half certificaat. Een bedrijf dat zich aanmeldt, mag soms meer dan één certificaat kopen.

12,- Wilhelminapark sluit met elk lid een individuele overeenkomst over het aantal porties voedsel dat wekelijks wordt gekocht; deze overeenkomst wordt steeds voor een jaar aangegaan. Per certificaat geldt een minimum (2) en een maximum aantal (5) porties. Bij een half certificaat is het minimum één portie. Prijs per portie bedraagt nu 12 euro per week. Trouwens, de coöperatie spreekt in dit verband niet van porties maar van monden. Er moet dus 12 euro per mond per week betaald worden. Wie gedurende het jaar voor kortere of langere tijd minder wil afnemen, betaalt toch het volle pond. Volgens het Huishoudelijk Reglement moet zelfs voor het volle pond betaald worden als de coöperatie tijdelijk minder aanbod heeft dan overeengekomen, bijvoorbeeld door een slechte oogst. Volgens het Burgerlijk Wetboek mag een coöperatie overeenkomsten alleen wijzigen als dit duidelijk in die overeenkomst zelf staat; een bepaling in het reglement is daarvoor dus niet genoeg.

U.A. De coöperatie heet voluit Herenboeren Wilhelminapark Coöperatie U.A. Die laatste twee letters – U.A. – betekenen volgens het Burgerlijk Wetboek dat leden en oud-leden niet hoeven bij te dragen in een eventueel tekort, dat er na ontbinding van de coöperatie blijkt te zijn. U.A. is de wettelijke afkorting voor uitsluiting van aansprakelijkheid.

Monden Een lid dat opzegt, heeft niet zonder meer recht op teruggave van zijn inleg, de 2000 euro. Recht op teruggave is er pas bij een wachtlijst én iemand hierop daadwerkelijk lid. Zonder wachtlijst is er alleen recht op teruggave als de opzegger zelf een nieuw lid aanbrengt. De boerderij van de coöperatie kan volgens eigen zeggen maximaal 500 monden voeden. Wie zich hierna aanmeldt, komt op de wachtlijst.

ALV Elk jaar moet er minstens één algemene (leden) vergadering worden gehouden. Elk lid mag in deze ALV het woord voeren en een stem uitbrengen; de levenspartner mag ook aanwezig zijn. De meeste leden hebben één heel certificaat, en daarmee één stem. Wie een half certificaat heeft, heeft slechts een halve stem. Wie meer certificaten heeft, heeft evenzoveel meer stemmen: wie drie certificaten heeft, heeft dus drie stemmen. Juridisch is dat in orde.

1/10 Gezinnen zullen één stem of een halve stem hebben terwijl bedrijven meer stemmen kunnen hebben. De coöperatie wil voorkomen dat één of enkele leden te veel zeggenschap krijgen. Daarom mag hooguit 1/10 van alle uit te geven (hele) certificaten in handen zijn van leden met meer dan één heel certificaat, bedrijven dus. Als er slechts één bedrijf dat meer dan één certificaat heeft, dan mag dit bedrijf 10% van de certificaten bezitten. Als er meerdere bedrijven zijn met elk meer dan één certificaat, dan mogen zij samen 10% van de certificaten bezitten. Daarbij gaat het om 10% van het maximaal uit te geven (hele) certificaten: zolang nog niet alle uit te geven certificaten daadwerkelijk zijn uitgegeven, mogen deze bedrijven meer dan 10% van de certificaten bezitten!

Reglement Deze regeling waarbij hooguit 10% van alle stemmen in handen is van leden met meer stemmen, is niet opgenomen in de Statuten. Wel in het Huishoudelijk Reglement. Wijziging van de regeling is mogelijk, bijvoorbeeld door haar helemaal af te schaffen zodat leden met meer stemmen voortaan de meerderheid van alle stemmen mogen hebben. Voor wijziging is slechts een reglementswijziging nodig, geen statutenwijziging en dus evenmin medewerking van de notaris. Wat is wél nodig om de 10%-regeling te wijzigen/af te schaffen? Ten eerste medewerking van het bestuur: zonder hun medewerking is een voorstel voor reglementswijziging onmogelijk. Ten tweede moet uit de vooraf toegestuurde agenda voor de ALV duidelijk blijken dat wordt voorgesteld om het reglement te wijzigen en wat dit voorstel inhoudt.

Referendum Ten derde kan alleen tot reglementswijziging worden besloten met een versterkte meerderheid van 2/3 van de ALV. Er worden geen eisen gesteld aan het aantal leden dat op die vergadering aanwezig is. Dat is weliswaar heel praktisch, maar waarom is er niet voor gekomen om reglementswijzigingen die grote gevolgen kunnen hebben voor de interne machtsverhoudingen per referendum aan de leden voor te leggen? Dan zullen er veel meer leden zijn die daadwerkelijk hun stem uitbrengen dan de leden die aanwezig zijn op de ALV.

Statuten Ook na reglementswijziging heeft een lid/bedrijf geen recht op aanschaf van meer certificaten (en dus meer stemmen): het bestuur beslist volgens de Statuten namelijk óf zo’n verzoek al dan niet wordt gehonoreerd. Een reglementswijziging kan dit niet veranderen.

Teeltplan De ALV besluit niet alleen over eventuele reglementswijzigingen. Maar bijvoorbeeld ook over de prijs die nieuwe leden voor een certificaat moeten betalen. En over de wekelijkse bijdrage die in het nieuwe kalenderjaar per mond moet worden betaald. En over het jaarplan en bijbehorende begroting: wat de boer in het volgende jaar gaat telen. De ALV kiest bovendien het bestuur van de coöperatie. Men moet lid zijn om bestuurslid te kunnen worden. De voorzitter wordt in functie benoemd. Bestuursleden worden voor drie jaar benoemd, maar ze kunnen tussentijds worden ontslagen of geschorst door de ALV.

Bestuur Het bestuur gaat er bijvoorbeeld over wie de boer wordt. De boer hoeft geen lid te zijn. Hij doet zijn werk onder toezicht en verantwoordelijkheid van het bestuur. Daartoe geeft het hem een schriftelijke instructie die weer in lijn is met het jaarplan dat op de ALV is vastgesteld. Het bestuur neemt haar besluiten met meerderheid van stemmen; alleen als de meerderheid present is, kunnen geldige besluiten genomen worden. Bestuursleden zijn allemaal vrijwilligers.

De boer De boer is geen vrijwilliger: hij wordt beloond voor zijn werk. Op verzoek moet hij de bestuursvergaderingen en ALV’s bijwonen.

BRONNEN:

”Coöperatie”

Artikel 53 van het (Tweede Boek van het) Burgerlijk Wetboek luidt (gedeeltelijk): De coöperatie is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging. Zij moet zich blijkens de statuten ten doel stellen in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens overeenkomsten, anders dan van verzekering, met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen.

Artikel 26 lid 3 luidt: Een vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.

Artikel 53a luidt (gedeeltelijk): De bepalingen van de vorige titel zijn, met uitzondering van (artikel) 26 lid 3, op de coöperatie van toepassing, voor zover daarvan in deze titel niet wordt afgeweken

12,-”

Artikel 59 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt: Lid 1. Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen zijn niet bevoegd door een besluit wijzigingen in de met haar leden in de uitoefening van haar bedrijf aangegane overeenkomsten aan te brengen, tenzij zij zich deze bevoegdheid in de overeenkomst op duidelijke wijze hebben voorbehouden. Een verwijzing naar statuten, reglementen, algemene voorwaarden of dergelijke, is daartoe niet voldoende. Lid 2. Op een wijziging als in het vorige lid bedoeld kan de rechtspersoon zich tegenover een lid slechts beroepen indien de wijziging schriftelijk aan het lid was medegedeeld.

”U.A.”

Artikel 56 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt: Een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij kan in afwijking van het in het vorige artikel bepaalde in haar statuten iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een tekort bij te dragen, uitsluiten of tot een maximum beperken. De leden kunnen hierop slechts een beroep doen, indien de rechtspersoon aan het slot van zijn naam in het eerste geval de letters U.A. (uitsluiting van aansprakelijkheid), en in het tweede geval de letters B.A. (beperkte aansprakelijkheid) heeft geplaatst. Een rechtspersoon waarop de eerste zin niet is toegepast, plaatst de letters W.A. (wettelijke aansprakelijkheid) aan het slot van zijn naam. De genoemde rechtspersonen zijn, behoudens in telegrammen en reclames, verplicht haar naam volledig te voeren.

Artikel 55 luidt (gedeeltelijk): Zij die bij de ontbinding leden waren, of minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn, zijn tegenover de rechtspersoon naar de in de statuten aangegeven maatstaf voor een tekort aansprakelijk; wordt een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij ontbonden door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard, dan wordt de termijn van een jaar niet van de dag der ontbinding, maar van de dag der faillietverklaring gerekend. De statuten kunnen een langere termijn dan een jaar vaststellen.

”ALV”

Artikel 38 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt (gedeeltelijk): Behoudens het in het volgende artikel bepaalde, hebben alle leden die niet geschorst zijn, toegang tot de algemene vergadering en hebben daar ieder één stem; een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren. De statuten kunnen aan bepaalde leden meer dan één stem toekennen.

”Referendum”

Artikel 39 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt (gedeeltelijk): De statuten kunnen bepalen dat bepaalde besluiten van de algemene vergadering aan een referendum zullen worden onderworpen. De statuten regelen de gevallen waarin, de tijd waarbinnen, en de wijze waarop het referendum zal worden gehouden. Hangende de uitslag van het referendum wordt de uitvoering van het besluit geschorst.