Subsidie voor wetenschappelijke bureaus

DINSDAG 28 AUGUSTUS 2018 De krant van vandaag bericht dat politieke partij 50PLUS de samenwerking met haar eigen wetenschappelijk bureau heeft opgezegd, omdat het partijbestuur de overheidssubsidie voor het bureau anders wil besteden dan het bureau zelf wil en bovendien geen inzage krijgt in de financiën van het bureau, aldus het partijbestuur. Veel politieke partijen hebben zo’n wetenschappelijk bureau. De VVD heeft bijvoorbeeld de Teldersstichting en de PvdA heeft de Wiarda Beckman Stichting.

Wet In de Wet financiering politieke partijen is ook de subsidie aan wetenschappelijke bureaus geregeld. Zo’n bureau wordt daarin politiek-wetenschappelijk instituut genoemd.

Overheidssubsidie De jaarlijkse subsidie voor politiek-wetenschappelijke activiteiten bedraagt € 125.314 plus een bedrag van € 12.881 per Tweede Kamer zetel. 50PLUS heeft met vier Kamerzetels dus een subsidie van ongeveer € 175.000.

Stichting Die overheidssubsidie krijgt een partij niet zomaar. Ik noem hier drie van de voorwaarden. In de eerste plaats moet het wetenschappelijk bureau een rechtspersoon zijn. Vaak en misschien zelfs wel altijd is dat de stichting, zoals hierboven al bleek uit de twee voorbeelden. Dat is ook het geval bij 50PLUS. Die heet namelijk voluit: Stichting Wetenschappelijk Bureau 50PLUS.

Overeenkomst In de tweede plaats mag een politieke partij maar één wetenschappelijk bureau hebben en mag dat bureau slechts voor één politiek partij werkzaam zijn.

Subsidieontvanger In de derde plaats moet de subsidie terecht komen bij het wetenschappelijk instituut. Weliswaar krijgt (het bestuur van) de politieke partij de subsidie uit handen van de overheid, maar die subsidie moet vervolgens aan het wetenschappelijk bureau worden overgedragen.

BRONNEN

Artikel 7 lid 2 onder d van de Wet financiering politieke partijen luidt (gedeeltelijk): De subsidie wordt verstrekt voor uitgaven die direct samenhangen met politiek-wetenschappelijke activiteiten.

Artikel 8 lid 1 onder b luidt: De subsidie bedraagt ten hoogste de som van de volgende bedragen: indien de politieke partij op de peildatum een politiek-wetenschappelijk instituut heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 2, een basisbedrag van € 125.314 en een bedrag van € 12.881 per kamerzetel van de politieke partij.

Artikel 2 luidt: Lid 1. Een politieke partij kan één politiek-wetenschappelijk instituut aanwijzen als neveninstelling. Een politiek-wetenschappelijk instituut kan slechts door één politieke partij zijn aangewezen en het instituut dient schriftelijk met de aanwijzing in te stemmen. De partij stelt Onze Minister schriftelijk in kennis van de aanwijzing en van de instemming van het instituut. Lid 2. Om een politiek-wetenschappelijk instituut als neveninstelling aan te wijzen is vereist dat het instituut een rechtspersoon is die uitsluitend of in hoofdzaak politiek-wetenschappelijke activiteiten ten behoeve van de politieke partij verricht.

Artikel 9 luidt (gedeeltelijk): De subsidie, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder b, wordt slechts verstrekt voor die uitgaven van het aangewezen politiek-wetenschappelijk instituut, die zijn gericht op politiek-wetenschappelijke activiteiten met als voorwaarde dat de politieke partij ten minste het ten behoeve van het politiek-wetenschappelijk instituut verstrekte bedrag betaalt aan het politiek-wetenschappelijk instituut.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *