Hongkong en de Britse nationaliteit

VRIJDAG 10 JULI 2020 China heeft onlangs een nieuwe veiligheidswet aangenomen voor Hongkong. Tot zo’n twintig jaar geleden viel het eiland onder het Verenigd Koninkrijk. De Britse regering is erg kritisch over de nieuwe wet. Daarom wil ze emigratie naar het Verenigd Koninkrijk voor de inwoners van Hongkong die een Britse nationaliteit bezitten makkelijker maken. Miljoenen inwoners van Hongkong hebben een Britse nationaliteit. Wat is de betekenis van deze nationaliteit?

ONDERDAAN Iemand die de nationaliteit van land X heeft, is staatsburger van dat land. Een ander woord voor staatsburger is onderdaan. Wie de Duitse nationaliteit heeft, is onderdaan van Duitsland. Dezelfde nationaliteit kan aan verschillende landen zijn verbonden. Een voorbeeld is de Nederlandse nationaliteit. Wie onderdaan is van Aruba, Curaçao, Nederland of Sint Maarten heeft de Nederlandse nationaliteit.

NEDERLANDERSCHAP Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten vormen samen het Koninkrijk der Nederlanden: Koning Willem-Alexander is het staatshoofd van alle vier. De nationaliteit is hier een aangelegenheid van het koninkrijk: het Nederlanderschap is voor het hele koninkrijk geregeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap.

BRITS Wie onderdaan is van een land van het Verenigd Koninkrijk heeft een Britse nationaliteit. Schotten, Engelsen, Welshmen en Noord-Ieren hebben een Britse nationaliteit. Hun staatshoofd is Koningin Elizabeth II. Ze zijn niet de enige Britse onderdanen. Want over de hele wereld zijn er plaatsen (meestal eilanden) waarvan Elizabeth II staatshoofd is en de onderdanen een Britse nationaliteit hebben, zoals Gibraltar en de Kaaimaneilanden.

CANADEES Het is niet zo dat de onderdanen van elk land met Elizabeth II als staatshoofd de Britse nationaliteit hebben. Zo hebben Canadezen en Australiërs geen Britse nationaliteit. Tenminste: niet meer. Canadezen en Australiërs hadden tot midden jaren zeventig respectievelijk tachtig (ook) een Britse nationaliteit. Voor Hongkong gaat het omgekeerde op: Hongkong heeft Elizabeth II niet als staatshoofd, terwijl veel inwoners wél een Britse nationaliteit bezitten.  

BRITISH CITIZEN Voor de onderdanen van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland is er één en dezelfde nationaliteit: het Nederlanderschap. Voor Britse onderdanen is er niet één Britse nationaliteit, maar zes! Hier wordt in wetgeving een onderdaan citizen genoemd en nationaliteit heet citizenship. De meest gewenste nationaliteit is British citizenship, omdat je daarmee vrij mag wonen en werken in Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland. British citizen is bijvoorbeeld wie in Engeland is geboren uit een Engelse moeder of vader.

BRITISH SUBJECTS Canadezen en Australiërs waren allemaal (ook) British subjects. Nu komt deze nationaliteit nog maar weinig voor.

BRITISH OVERSEAS TERRITORIES CITIZEN Wie onderdaan is van bijvoorbeeld de Kaaimaneilanden, Maagdeneilanden of Bermuda is een British overseas territories citizen. Het is wél zo dat sinds begin deze eeuw de meesten van hen automatisch (ook) British citizen zijn.

BRITISH NATIONAL OVERSEAS De Britse inwoners van Hongkong zijn geen British overseas territories citizen en evenmin zijn ze British citizen. Zij zijn British overseas citizen of British national overseas; dit zijn twee verschillende Britse nationaliteiten. Men heeft een van beide Britse nationaliteiten. Welke dat is, is afhankelijk van de persoonlijke keuze die bij de overdracht aan China is gemaakt.   

IMMIGRATIEBELEID Wie een van bovenstaande Britse nationaliteiten bezit mag bij verblijf in het buitenland een beroep doen op hulp en bijstand van de ambassade van het Verenigd Koninkrijk. Maar alleen British citizens mogen vrij wonen en werken in Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland. Voor de andere is wonen en werken niet uitgesloten, maar aan voorwaarden verbonden. Voor hen geldt dus een immigratiebeleid. Voordeel van hun Britse nationaliteit is dat dit beleid (veel) soepeler is dan het beleid dat voor niet-Britten geldt. Ook soepeler dan voor de burgers van de Europese Unie: aan het soepele immigratiebeleid voor de burgers van de Europese Unie is immers door de Brexit een eind gekomen.

(Mr. Leon)

Gemeenteraadsverkiezingen in Frankrijk

DONDERDAG 2 JULI 2020Afgelopen weekend waren er in Frankrijk gemeenteraadsverkiezingen. Het lijkt erop dat regerings- en presidentspartij La République En Marche (LREM) het er niet zo goed van af heeft gebracht. De belangrijkste oppositiepartij Les Républicains heeft in elk geval enkele grote steden verloren, zoals Marseille en Bordeaux waar de Groenen (EELV) hebben gewonnen. De verkiezingsuitslagen zijn niet alleen belangrijk voor de gemeentepolitiek, maar ook voor de Franse senaat. Hoe beïnvloeden gemeenteraadsverkiezingen de samenstelling van de senaat in Frankrijk?Het wordt een cijferrijk stukje.

KIESMANNEN In Nederland zijn het de leden van alle provinciale staten die de Eerste Kamer (senaat) kiezen. In Frankrijk zijn dat hoofdzakelijk de leden van alle gemeenteraden, de conseillers municipaux. Alle raadsleden zijn zelf kiesmannen en/of de gemeenteraad kiest bij meerderheid kiesmannen die op hun beurt de senatoren kiezen. In gemeenten met minder dan 9000 inwoners zijn niet alle raadsleden kiesmannen, maar kiest de gemeenteraad uit zijn midden één tot vijftien kiesmannen (délégués). In gemeenten met meer dan 9000 inwoners is elk raadslid kiesman. In gemeenten met meer dan 30.000 inwoners komen daar nog extra kiesmannen bovenop, de délégués supplémentaires. Het is dan weer de raadsmeerderheid die die extra kiesmannen kiest. Meestal zijn het medewerkers, vrienden of familieleden van die meerderheid. Voor elke 800 extra inwoners is er één kiesman.

BORDEAUX Bordeaux is een gemeente met iets meer dan 250.000 inwoners. De 65 gemeenteraadsleden zijn dus allemaal kiesmannen. Bovendien worden hier nog ongeveer 275 extra kiesmannen gekozen door de gemeenteraad.

KLEINE GEMEENTEN In kleine gemeenten behalen oppositiepartij Les Républicains of politici die haar gedachtegoed delen traditiegetrouw goede verkiezingsresultaten. In Frankrijk zijn er nog heel veel kleine gemeenten. Slechts 0,1% van de gemeenten heeft volgens Wikipedia meer dan honderdduizend inwoners, terwijl 90% minder dan drieduizend inwoners heeft (en 70% minder dan duizend).

KLEINE GEMEENTEN MEER KIESMANNEN Elke gemeente heeft een gemeenteraad en heeft dus een of meer kiesmannen. Elke kiesman heeft bij de senaatsverkiezingen één stem, ongeacht het inwonertal van de gemeente. Kleine gemeenten hebben relatief gezien veel kiesmannen. Zo heeft een gemeente met minder dan honderd inwoners – 10% van alle gemeenten – één kiesman, terwijl een gemeente van 28.000 inwoners met vijfendertig raadsleden slechts vijfendertig kiesmannen heeft. Gemeenten met meer dan 30.000 inwoners worden tot op zekere hoogte gecompenseerd dankzij de extra kiesmannen.

BONUS Het is in Frankrijk niet zo dat raadszetels op basis van de uitgebrachte stemmen over de lijsten worden verdeeld. Ter illustratie het volgende voorbeeld. In Bordeaux zijn er vijfenzestig raadszetels. De kiezer kon zijn stem uitbrengen op drie lijsten. 46% stemde op de lijst met Groenen (EELV) en 44% op de lijst met Les Républicains. In Nederland zou het zo zijn dat dan ongeveer 46% van de raadszetels naar de lijst EELV gaat en 44% naar de lijst Les Républicains; dat zou erop neerkomen dat beide lijsten ongeveer evenveel zetels krijgen. In Frankrijk gaat het anders. Hier krijgt de lijst met de meeste stemmen een bonus: die lijst krijgt sowieso de helft van alle zetels. De andere helft van de zetels wordt verdeeld op basis van de uitgebrachte stemmen. De bonushouder doet daar ook aan mee. Lijst EELV krijgt daarom in Bordeaux 48 zetels, dat is 75% van de hele gemeenteraad en heeft daarmee een zeer riante absolute meerderheid. Terwijl lijst Les Républicains slechts 14 zetels krijgt, dat is 20% van de hele gemeenteraad en dus een kleine minderheid! Overigens stonden op beide lijsten kandidaten van meerdere politieke partijen, maar die waren dan wel weer politiek aan elkaar verwant.

BORDEAUX Bordeaux heeft straks 65 kiesmannen die raadslid zijn, plus 277 extra kiesmannen. Dat zijn er in totaal 342. Daarvan zullen er 325 op de hand van lijst EELV hun stem uitbrengen.

SENAAT Er zijn 348 senatoren in Frankrijk en dus is 175 hier de absolute meerderheid. Momenteel vormt oppositiepartij Les Républicains met 142 senatoren de grootste fractie. De fractie heeft dus geen absolute meerderheid, maar komt met 40% wel in de buurt. De grootste regeringspartij La République En Marche (LREM) heeft slechts 23 senatoren.

ASSEMBLÉE In de andere Kamer van het parlement – de Assemblée nationale, de Franse Tweede Kamer – begon LREM in 2017 met een riante absolute meerderheid, namelijk met 308 van de 577 zetels. Inmiddels telt de fractie 281 leden, waardoor ze de absolute meerderheid heeft verloren. Overigens is de Franse regering een coalitieregering, en dankzij de coalitiegenoot heeft ze haar absolute meerderheid in de Assemblée nationale behouden. Oppositiefractie Les Républicains heeft in deze Kamer 104 leden; relatief gezien is ze hier dus veel minder groot dan in de senaat. 

VERKIEZING HALVE SENAAT Senatoren worden net als gemeenteraadsleden voor zes jaar gekozen. Anders is dat per senaatsverkiezing niet alle senatoren worden gekozen maar ongeveer de helft. Daarom zijn er om de drie jaar senaatsverkiezingen. Over drie maanden zijn de eerstvolgende senaatsverkiezingen.

(Mr. Leon)

Coronavirus in Frankrijk

DONDERDAG 30 APRIL 2020 Burgers in Nederland moeten coronamaatregelen zoals het samenkomstverbod naleven, omdat ze in de noodverordening staan die de voorzitter van hun veiligheidsregio heeft uitgevaardigd. Heel ons land is verdeeld in vijfentwintig veiligheidsregio’s. De opdracht die enkele ministers – waaronder die voor Medische Zorg, van Volksgezondheid en Veiligheid – aan de regiovoorzitters hebben gegeven tot het nemen van maatregelen schiep nog geen verplichting voor de burgers. Zo’n verplichting ontstond pas door de noodverordeningen van die voorzitters. Die moesten zij naleven. De noodverordeningen zijn trouwens niet overal precies hetzelfde; de ministeriële opdracht laat ook ruimte voor verschillen. Tot zover Nederland, tenminste in deze bijdrage. Hoe is het in Frankrijk geregeld? Hoe zijn daar coronamaatregelen zoals het samenkomstverbod geregeld?

MINISTRE DE LA SANTÉ Bij een dreigende epidemie mag de Franse minister van Gezondheid elke maatregel uitvaardigen die nodig is ter bescherming van de volksgezondheid, zo nodig voor heel Frankrijk. Hij mag dat doen op grond van de Wet op de publieke gezondheid, Code de la santé publique. Uiteraard mag zo’n maatregel niet verder gaan dan noodzakelijk is en moet hij zijn afgestemd op omstandigheden van tijd en plaats. Afgelopen maand (maart) heeft de minister diverse malen een ministeriële regeling uitgevaardigd; ze hielden voor heel Frankrijk dezelfde maatregelen in. Daarin werd onder andere samenkomsten verboden. In de vroegste regeling ging het om een samenkomstverbod voor vijfduizend personen, vervolgens om duizend personen en half maart stond de teller op honderd. Burgers waren verplicht om de (meest recente) regeling na te leven.

PREMIER MINISTRE Half maart heeft ook de minister-president – Edouard Philippe – een regeling uitgevaardigd, samen met de ministers van Gezondheid en van Binnenlandse Zaken. In heel Frankrijk wordt daarin alle burgers verboden om zonder goede reden hun woning te verlaten. Men was verplicht om deze regeling na te leven. Goede redenen om je woning te verlaten waren bijvoorbeeld het doen van boodschappen en een bezoek aan de dokter. De bevoegdheid van de minister-president om deze maatregel te nemen stond niet in de Wet op de publieke gezondheid, maar ik neem aan dat hij deze regeling baseerde op de Franse grondwet. Daarin staat in heel algemene bewoordingen dat hij de bevoegdheid heeft om samen met betrokken ministers regelingen (decreten) uit te vaardigen. Men kan zich afvragen of zo’n ingrijpende maatregel op deze basis kan worden genomen.

PARLEMENT In de tweede helft van maart is in het Franse parlement een spoedwet aangenomen die onmiddellijk in werking trad, Loi du 23 mars 2020 d’urgence pour faire face à l’épidémie de covid-19. Deze wet regelt van alles en nog wat. Er wordt bijvoorbeeld een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan bovengenoemde Wet op de publieke gezondheid. Daardoor is het mogelijk geworden om een noodtoestand voor de volksgezondheid uit te roepen. Met zo’n état d’urgence sanitaire krijgen de minister-president en de minister van Gezondheid tal van bevoegdheden die ze hiervoor niet hadden, of in elk geval niet zo expliciet. Voordeel van een expliciete wettelijke bevoegdheid is dat geen misverstand kan bestaan over het bestaan van die bevoegdheid. De minister-president krijgt bijvoorbeeld de expliciete bevoegdheid om élke samenkomst te verbieden, ongeacht het aantal personen. En hij krijgt ook de expliciete bevoegdheid om burgers te verbieden om zonder goede reden hun woning te verlaten! Ook kunnen leveranciers worden gedwongen tot afgifte van al hun producten aan de overheid, zoals mondkapjes. Onmiddellijk is de état d’urgence sanitaire uitgeroepen, in eerste instantie voor een periode van twee maanden. Onmiddellijk ook heeft de minister-president een nieuw decreet uitgevaardigd. Niet naleven van de ge- en verboden kan worden bestraft met boetes van tienduizend euro of zes maanden gevangenisstraf.

PRÉSIDENT Tijdens de coronacrisis hebben de minister-president en de minister van Gezondheid dus allerlei bevoegdheden die zij in normale tijden niet hebben. Wat is de rol van de Franse president, Emmanuel Macron? Hij kan in elk geval de minister-president ontslaan, bijvoorbeeld als hij het niet eens is met zijn decreten. Op voordracht van de minister-president kan hij ook de minister van Gezondheid ontslaan.

PRÉFET Het eerste samenkomstverbod vanwege het coronavirus is noch door de minister van Gezondheid noch door de minister-president uitgevaardigd. Dat is uitgevaardigd door een prefect. Dat was de prefect van het departement Morbihan; hij heeft al op 1 maart zo’n verbod uitgevaardigd. Uiteraard gold dat verbod alleen in zijn departement. Morbihan ligt in Bretagne, aan de Atlantische Oceaan; er wonen ongeveer driekwart miljoen mensen. Heel Frankrijk is verdeeld in zo’n honderd departementen. Elk departement omvat verscheidene gemeenten. De prefect van Morbihan baseerde zijn maatregel op enkele artikelen in de Algemene wet voor de lagere overheden, Code général des collectivités territoriales. In die wetsartikelen staat dat hij ter voorkoming en beëindiging van epidemieën en besmettelijke ziekten hygiënische voorschriften kan uitvaardigen. Als motivering voor zijn samenkomstverbod schrijft hij dat er al negen coronapatiënten zijn, verdeeld over diverse gemeenten van zijn departement, dat de ziekte volgens de minister van Gezondheid ernstige gevolgen voor de gezondheid kan hebben en bovendien zeer besmettelijk is.

Wat is eigenlijk een prefect? Een prefect is de officiële vertegenwoordiger van de Staat in het departement. In elk departement is een prefect aangesteld. Hij heeft niet alleen bevoegdheden bij epidemieën of besmettelijke ziekten; hij heeft dat in allerhande situaties, vaak op het gebied van openbare orde en veiligheid. Hij is niet democratisch gekozen, maar benoemd door de president. Elk departement heeft ook een democratisch gekozen volksvertegenwoordiging en dagelijks bestuur, maar de prefect kan zijn bevoegdheden uitoefenen zonder hun instemming of medewerking.

(Mr. Leon)

Kabinetsformatie in België

DONDERDAG 27 FEBRUARI 2020 In mei vorig jaar waren er in België parlementaire verkiezingen. Sindsdien wordt geprobeerd om een nieuwe regering te vormen. Negen maanden later is dat nog niet gelukt, en de geboorte van een nieuwe regering ligt evenmin in het verschiet.

LOPENDE ZAKEN Uiteraard heeft België ook nu een regering. Net als in Nederland blijft de oude regering van vóór de verkiezingen aan tijdens de formatie van een nieuwe. In Nederland wordt dan van een demissionaire regering gesproken, in België van een regering van lopende zaken.

VIJFTIEN MAX En net als in Nederland bestaat een Belgische regering uit ministers en staatssecretarissen, en is de premier regeringsleider. Maar anders dan in Nederland is het aantal ministers in België gemaximeerd: het mogen er niet meer zijn dan vijftien. Bovendien moeten er net zoveel Franstalige als Nederlandstalige ministers zijn. Hun premier wordt ook wel Eerste Minister genoemd; de Eerste Minister hoeft trouwens niet te worden meegeteld voor de verhouding Frans- en Nederlandstalige ministers.  

VROUWEN De huidige regering van België bestaat uit dertien ministers. De Eerste Minister is Franstalig, net als zes andere. De overige zes zijn Nederlandstalig. Sophie Wilmès is sinds enkele maanden Eerste Minister. Zij is de eerste vrouwelijke premier van België. Daarmee is Nederland in dit deel van Europa het enige land dat nog nooit een vrouw als regeringsleider heeft gehad. Duitsland heeft natuurlijk Angela Merkel, het Verenigd Koninkrijk had tot voor kort Theresa May en al wat langer geleden Margaret Thatcher, en Denemarken heeft nu Mette Frederiksen.

VERTROUWEN Net als in Nederland is het de koning die de ministers en staatssecretarissen benoemt, maar is het wél nodig dat de regering steunt op een parlementaire meerderheid. Anders dan in Nederland moet die steun bij het aantreden van een nieuwe regering heel uitdrukkelijk blijken: het parlement moet  namelijk een motie van vertrouwen aannemen. Als een motie van vertrouwen wordt verworpen, moet de regering haar ontslag aanbieden aan de koning.

MINDERHEID De huidige regering van België steunt op drie partijen: de Waalse MR en de Vlaamse CD&V en Open Vld. Deze partijen hebben nu geen meerderheid in het parlement, maar ook vóór de verkiezingen was dit al een minderheidsregering. Oorspronkelijk was het Vlaamse N-VA de vierde coalitiepartij waardoor de regering op een parlementaire meerderheid steunde, maar deze partij is een half jaar vóór de verkiezingen eruit gestapt. Al snel moest de regering toen haar ontslag aanbieden aan de koning.

KONING In België heeft de koning een belangrijke rol bij de formatie. Hij is degene die de informateurs en de formateur benoemt. In Nederland was dit tot zo’n tien jaar geleden ook het geval, maar sindsdien is het de Tweede Kamer die bij meerderheid informateurs en formateur aanwijst. Koning Filip heeft in deze formatie inmiddels tien informateurs, preformateurs en koninklijke opdrachthouders benoemd, meestal als duo. Sinds enkele weken is dat de Franstalige Sabine Laruelle en de Nederlandstalige Patrick Dewael.  

SENAAT Er zijn veel omstandigheden die een kabinetsformatie in België moeilijker maken dan in Nederland. Wat het daarentegen makkelijker maakt, is de rol van de senaat. In Nederland is de senaat – de Eerste Kamer – een volwaardige medewetgever: om wet te worden moet elk wetsvoorstel zowel door de Tweede Kamer als door de Eerste Kamer zijn aangenomen. Sinds de coalitiepartijen niet meer automatisch een meerderheid hebben in de Eerste Kamer, zijn formaties moeilijker geworden. In België is de senaat geen volwaardige medewetgever: veel belangrijke wetsvoorstellen kunnen wet worden zonder dat ze zijn aangenomen in de senaat. Voldoende is dat ze zijn aangenomen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Een voorbeeld is de jaarlijkse regeringsbegroting.

ED NIJPELS De formatie duurt nu al negen maanden in België, zonder uitzicht op succes. Hoe nu verder? Afgelopen maandag berichtte dagblad De Standaard dat in kringen van regeringspartijen serieus wordt nagedacht over een zakenkabinet, oftewel “expertenkabinet”. Journalisten van deze krant zoeken een andere uitweg uit de impasse. Zij vragen zich af of de Nederlandse Klimaattafels als model zouden kunnen dienen. Daarom zijn ze afgereisd naar Den Haag voor een interview met Ed Nijpels, de voorzitter van de Klimaattafels. Daarvan is gisteren verslag gedaan, in een paginagroot artikel. Nijpels’ antwoord was kort en krachtig: neen.

(Mr. Leon)

Parlementaire onschendbaarheid in Nederland en in Duitsland

VRIJDAG 7 FEBRUARI 2020 De Bondsdag – dat is de Tweede Kamer van Duitsland – heeft vorige week de onschendbaarheid opgeheven van twee Kamerleden. Het gaat om Alexander Gau van oppositiepartij Alternative für Deutschland (AfD) en Karin Strenz van regeringspartij CDU. Gau wordt door Justitie verdacht van fouten in zijn belastingaangifte en Strenz van betrokkenheid bij een steekpenningenaffaire. Wat betekent deze onschendbaarheid? Kent ook ons land onschendbaarheid voor Tweede Kamerleden?

ONSCHENDBAARHEID heeft iemand die niet strafrechtelijk vervolgd kan worden voor daden waarvoor anderen dat wel kunnen worden. Voorbeelden zijn diplomaten en koningen: zij genieten diplomatieke respectievelijk koninklijke onschendbaarheid. Ook parlementariërs kunnen onschendbaarheid bezitten. Men spreekt dan van parlementaire onschendbaarheid. Ook hun onschendbaarheid staat in de weg aan strafrechtelijke vervolging. Elk land regelt zelf of haar parlementariërs immuniteit bezitten en zo ja voor welke daden. Immuniteit is een synoniem voor onschendbaarheid.

PARLEMENTAIRE ONSCHENDBAARHEID In de Duitse Grondwet staat dat de leden van de Bondsdag  onschendbaar zijn. Ook in onze Grondwet staat dat Tweede Kamerleden onschendbaar zijn. Maar er zijn belangrijke verschillen tussen beide regelingen.

GROTER IN DUITSLAND Aan de ene kant genieten de leden van de Duitse Bondsdag een grotere immuniteit dan de Nederlandse Tweede Kamerleden. De Duitse parlementaire onschendbaarheid strekt zich namelijk uit tot veel meer strafbare feiten dan de Nederlandse. In Duitsland is hij er bijvoorbeeld ook voor strafbare feiten als het maken van fouten bij de belastingaangifte en betrokkenheid bij een steekpenningenaffaire. In ons land is hij beperkt tot wat in een vergadering van de Tweede Kamer of van een Kamercommissie daaruit is gezegd.

Onjuiste belastingaangiften en betrokkenheid bij een steekpenningenaffaire vallen in Nederland dus nimmer onder de parlementaire onschendbaarheid. Strafbare feiten als belediging, smaad, opruiing, aanzetten tot haat of discriminatie, en laster kunnen worden gepleegd door wat men zegt. Dus kunnen deze daden in Nederland wel onder de parlementaire onschendbaarheid vallen, ongeacht voor wie ze beledigend zijn. Ze moeten dan wel gepleegd worden in een vergadering van de Tweede Kamer of een Kamercommissie. Als ze buiten zo’n vergadering worden gepleegd – bijvoorbeeld door een Kamerlid dat in een zaal ergens in het land spreekt of een tweet de wijde wereld instuurt – dan geldt daarvoor geen parlementaire onschendbaarheid. Trouwens, hij geldt niet alleen voor wat Kamerleden in hun vergaderingen zeggen, maar ook voor wat ze schrijven aan Kamer of Kamercommissie.

GROTER IN NEDERLAND Aan de andere kant genieten de leden van de Duitse Bondsdag een geringere onschendbaarheid dan de Tweede Kamerleden. Ook de leden van de Bondsdag kunnen niet in rechte worden vervolgd voor wat ze in de vergadering van de Bondsdag of een commissie daaruit zeggen. Daarop bestaat echter één uitzondering: hun onschendbaarheid kan worden opgeheven für verleumderische Beleidigungen. Dat zijn beledigingen waarvan de spreker weet dat ze onwaar zijn. Voor al het andere dat Bondsdagleden daarin zeggen is opheffing van hun onschendbaarheid niet mogelijk. Wie beslist over die opheffing? Niet justitie maar de Bondsdag zelf beslist daarover. De Bondsdag neemt zo’n beslissing bij meerderheid. In Nederland kan de parlementaire onschendbaarheid nimmer worden opgeheven, dus ook niet für verleumderische Beleidigungen.

KAMERVOORZITTER Dat betekent niet dat er in Nederland niet kan worden opgetreden tegen Kamerleden die beledigingen uiten, of zich schuldig maken aan smaad, laster, opruiing en aanzetten tot discriminatie. Weliswaar mogen justitie en politie daartegen niet optreden, maar de Kamer zelf wel, en in het bijzonder de Kamervoorzitter. De Kamervoorzitter kan het Kamerlid dat zich hieraan schuldig maakt vermanen en in de gelegenheid stellen om de (bijvoorbeeld) beledigende woorden terug te nemen. Als het Kamerlid daartoe niet bereid is of opnieuw beledigende woorden uit, kan de Kamervoorzitter hem of haar het woord ontnemen en zelfs uitsluiten van de vergadering. De Kamervoorzitter kan alleen optreden tegen beledigingen, smaad enzovoorts die in de Kamer worden gedaan, en dus niet als ze gedaan worden in een zaal ergens in het land of in tweets.

(Mr. Leon)

In Frankrijk verklaart de regering hoe links of rechts een politieke partij is

DONDERDAG 9 JANUARI 2020 In Nederland komt het voor dat kranten en televisie politieke partijen indelen in links en rechts. Een politieke partij krijgt bijvoorbeeld het etiket links, centrumrechts of extreemrechts. Wat het verschil is tussen deze etiketten, en waarom een partij het ene etiket krijgt en niet het andere, is vaak voor discussie vatbaar. Het hangt ook af van de politieke kleur die de krant zelf heeft. Maar zo’n etiket leidt er in elk geval toe dat de krantenlezer meer duidelijkheid krijgt over waar een politieke partij voor staat, volgens zijn krant. Anders dan in ons land is het echter in Frankrijk zo dat de overheid alle politieke partijen indeelt in rechts of links; daar geldt dus een indeling van overheidswege! Hoe zit dat in elkaar?

VERKIEZINGEN Het gebeurt bij elke verkiezing. Enige tijd vóór een verkiezing worden alle politieke partijen die aan die verkiezing meedoen van overheidswege ingedeeld. De eerstvolgende verkiezingen in Frankrijk zijn die voor de gemeenteraden; ze worden in maart van dit jaar gehouden. De minister van Binnenlandse Zaken maakte begin december per circulaire duidelijk of hij een partij het etiket extreemlinks, links, centrum, rechts of extreemrechts geeft dan wel dat van de restcategorie. In het Frans: extrême gauche, gauche, centre, droite, extrême droite en divers.

ETIKET Een partij die het etiket links krijgt is bijvoorbeeld de Parti socialiste/PS, vergelijkbaar met de PvdA in Nederland. Ook de Europe Écologie Les Verts/EELV, vergelijkbaar met GroenLinks, krijgt dit etiket. Net als La France insoumise/LFI. de partij van Jean-Luc Mélenchon. Het etiket centrum krijgt onder andere de veruit belangrijkste regeringspartij. Dat is La République en Marche/LREM, de partij van president Macron. Deze partij bezit een ruime meerderheid in de Franse Tweede Kamer, Assemblée nationale. Een partij die het etiket rechts krijgt, is bijvoorbeeld Les Républicains/LR. Deze partij is de belangrijkste oppositiepartij. In de Franse Eerste Kamer, Sénat, is het met stip de grootste. Tot de restcategorie hoort bijvoorbeeld Parti animaliste.

ANDERE ETIKETTEN Deze officiële etikettering van politieke partijen gebeurt om de verkiezingsuitslag beter te kunnen duiden. Natuurlijk wordt er ook het stemgedrag van de kiezer door beïnvloed. Het etiket dat een partij krijgt, kan per verkiezing verschillen. Bij elke verkiezing wordt namelijk een nieuwe indeling gemaakt. Per verkiezing kunnen er ook andere etiketten zijn. Zo waren er in 2019 bij de verkiezingen voor het Europees Parlement andere etiketten dan bij die voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Etiketten waren toen extreemlinks tot radicaal links, links tot centrumlinks, centrum, centrumrechts tot rechts en tenslotte radicaal rechts tot extreemrechts. Parti socialiste/PS en EELV kregen het etiket links tot centrumlinks, terwijl La France insoumise/LFI van Jean-Luc Mélenchon het etiket extreemlinks tot radicaal links kreeg.

SENAAT In Frankrijk zijn de gemeenteraadsverkiezingen niet alleen belangrijk voor de politiek in de gemeenten en als opiniepeiling voor de landelijke politiek. Ze zijn ook van belang voor de Franse Eerste Kamer, de senaat. Hoofdzakelijk zijn het namelijk gemeenteraadsleden die de senaat kiezen. In elk departement worden een of meer senatoren gekozen. In gemeenten met minder dan 9 duizend inwoners gebeurt dat doordat de gemeenteraadsleden uit hun midden enkele kiesmannen kiezen; alle kiesmannen in een departement kiezen vervolgens hun senatoren. In de grotere gemeenten, met meer dan 9 duizend inwoners, kiest elk gemeenteraadslid rechtstreeks de senatoren in zijn departement. De volgende senaatsverkiezingen zijn in september van dit jaar. Voor de helft van alle senatoren zijn er dan verkiezingen; voor de andere helft is dat over drie jaar. Een senator wordt voor zes jaar gekozen.

CIRCULAIRE? In het Franse Dagblad Le Monde van 23 december staat een groot artikel over de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken. In deze blog is alle informatie over die circulaire gebaseerd op dit krantenartikel, want ik heb de circulaire zelf niet kunnen vinden.

(Mr. Leon)

Impeachment procedure tegen Donald Trump

VRIJDAG 8 NOVEMBER 2019 Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden – House of Representatives – heeft vorige week donderdag de regels vastgesteld die gaan gelden tijdens de impeachment procedure voor Donald Trump. Impeachment betekent aanklacht of beschuldiging.

DEMOCRATEN en REPUBLIKEINEN Een ruime meerderheid in het Huis is vorige week akkoord gegaan met deze regels. Vrijwel alle Democratische afgevaardigden zijn akkoord gegaan, tegelijkertijd is geen enkele Republikeinse afgevaardigde akkoord gegaan, aldus een bericht in USA Today van afgelopen maandag. De Democraten bezetten een ruime meerderheid van de zetels in het Huis.

CONGRESS Het vaststellen van deze regels betekent nog niet dat de president al is afgezet. Voor afzetting van een president is namelijk steun nodig van het Huis van Afgevaardigden én van de Senaat. Congress, dat is het Amerikaanse parlement, bestaat net als de Nederlandse Staten-Generaal uit twee kamers. Wij hebben op het Haagse Binnenhof de Tweede Kamer en de Eerste Kamer; de Amerikanen hebben op Capitol Hill in Washington het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Zowel de leden van het Huis als die van de Senaat zijn door het volk gekozen.

HOUSE OF REPRESENTATIVES Het Huis gaat nu onderzoeken of de president officieel in staat van beschuldiging zal worden gesteld. Bij dat onderzoek gelden de regels die vorige week zijn vastgesteld. Trump zou bijvoorbeeld druk hebben uitgeoefend op de Oekraïense regering om een onderzoek in te stellen naar (de zoon van) Joe Biden; vader Biden is kandidaat voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van volgende jaar, net als de zittende president. Daardoor zou de president een ambtsdelict hebben begaan. Na afloop van het onderzoek zal het Huis beslissen of de president daadwerkelijk in staat van beschuldiging wordt gesteld. Daarvoor is een gewone meerderheid van de afgevaardigden nodig, dat wil zeggen de helft plus een. Het Huis functioneert hier als een soort van officier van justitie.

SENATE Daarna is de Senaat aan de beurt. De Senaat gaat te zijner tijd beslissen of het Huis de president terecht in staat van beschuldiging heeft gesteld. Daarvoor is meer nodig dan een gewone meerderheid van de senatoren. Er is namelijk een 2/3 meerderheid nodig. In de Senaat bezetten de Republikeinen nu de meerderheid van de zetels. Trump is Republikein. De vergadering waarin de Senaat deze beslissing neemt, wordt voorgezeten door de opperrechter van het Amerikaanse Hooggerechtshof. Als de Senaat beslist dat de beschuldiging terecht is, wordt de president afgezet. Waar hier het Huis van Afgevaardigden als een soort van officier van justitie functioneert, functioneert de Senaat als een soort van rechter. De Senaat kan de president wel afzetten, maar kan hem geen (gevangenis)straf opleggen. Een eventuele strafrechtelijke vervolging is namelijk overgelaten aan de rechterlijke macht.

BINNENHOF In Nederland kennen wij geen vergelijkbare afzettingsprocedure. Als de premier of een andere minister een ambtsdelict gaat, dan kunnen zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer het vertrouwen in hem opzeggen; daarna moet hij zijn ontslag aanbieden aan de koning. In ons land kunnen de kamers om elke reden het vertrouwen opzeggen in de premier (of een andere minister), bijvoorbeeld omdat het regeringsbeleid te veel verschilt van wat de kamer wil. De kamer kan haar vertrouwen met een gewone meerderheid opzeggen. In Nederland kan een premier dus veel eenvoudiger en veel vaker door de volksvertegenwoordiging naar huis worden gestuurd dan in de Verenigde Staten het geval is. Dat is ook niet zo vreemd: anders dan de Amerikaanse president is onze premier niet door het volk gekozen. Trouwens, in ons land is geen enkele premier vanwege een ambtsdelict naar huis gestuurd.

(Mr. Leon)

Voorzitterschap van de Tweede Kamer (en van het Britse Lagerhuis)

VRIJDAG 1 NOVEMBER 2019 De voorzitter van het Britse Lagerhuis – tot gisteren John Bercow – was de laatste jaren vaak in het nieuws, ook in Nederland. Een voorzitter leidt de vergaderingen van het Lagerhuis en zorgt ervoor dat de interne regels worden nageleefd. Hij wordt genoemd Speaker of the House of Commons. Speaker Bercow is wereldwijd bekend geworden door de opvallende manier waarop hij met het uitspreken van de woorden Order! Order! Kamerleden tot de orde roept. In het Verenigd Koninkrijk is hij bovendien beroemd (bij remainers) en berucht (bij brexiteers) vanwege het gebruik van zijn voorzittersbevoegdheden als het over de brexit gaat. Ook de Tweede Kamer in Nederland heeft een vaste voorzitter: mevrouw Khadij Arib. Er zullen niet veel Britten zijn die weten wie hier te lande Kamervoorzitter is.

WIE KIEST DE VOORZITTER? Zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk is het de kamer zelf die haar voorzitter kiest. In beide landen kan alleen een Kamerlid tot voorzitter worden gekozen. Dat kan zowel een Kamerlid voor een regeringspartij zijn als voor een oppositiepartij. Bercow was bij zijn verkiezing in 2009 – tijdens de Labourregering van Gordon Brown – Kamerlid voor oppositiepartij Conservative Party. Arib was bij haar verkiezing in 2016 – tijdens Rutte II VVD/PvdA – Kamerlid voor regeringspartij PvdA. Anno 2019 is het in beide landen omgekeerd.

ONDERVOORZITTERS Zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Nederland wordt de Kamervoorzitter ondersteund door enkele ondervoorzitters. Het Lagerhuis heeft drie ondervoorzitters, deputy speakers genaamd. De Tweede Kamer bezit er acht. Een ondervoorzitter neemt het voorzitterschap waar als de voorzitter niet beschikbaar is. Het ligt in beide landen op voorhand vast wie van hen dat doet. Er is namelijk een (vaste) eerste ondervoorzitter, tweede ondervoorzitter, derde ondervoorzitter enzovoorts.

In het Verenigd Koninkrijk is er de regel dat als een Kamerlid voor een regeringspartij tot voorzitter is gekozen, dan moet de eerste ondervoorzitter worden gekozen uit de Kamerleden voor een oppositiepartij, de tweede ondervoorzitter weer regeringspartij en de derde ondervoorzitter weer oppositiepartij zijn. De eerste ondervoorzitter is nu Lindsay Hoyle (Labour Party). In ons land is de eerste ondervoorzitter mevrouw Tellegen (VVD), tweede ondervoorzitter is de heer Bosma (PVV) en derde ondervoorzitter is mevrouw Van Toorenburg (CDA). Momenteel is de situatie in Nederland dus zo dat de Kamervoorzitter Kamerlid is voor een oppositiepartij, de eerste ondervoorzitter dat is voor een regeringspartij, de tweede ondervoorzitter voor een oppositiepartij en de derde ondervoorzitter voor een regeringspartij. De situatie is daardoor in overeenstemming met de regel die in het Verenigd Koninkrijk geldt. Maar in Nederland bestaat deze regel niet. Zo waren tijdens het vorige kabinet (Rutte II VVD-PvdA) zowel voorzitter als eerste ondervoorzitter Kamerlid voor een regeringspartij. Momenteel zijn de overige vijf ondervoorzitters Kamerlid voor achtereenvolgens D66, GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren en PvdA.

VOORZITTER ÉN KAMERLID? De Speaker of the House of Commons is alleen nog maar Kamervoorzitter: hij mag niet meer het woord voeren als Kamerlid en hij mag ook niet meer zijn stem uitbrengen over wetsvoorstellen en zo. Hij moet zelfs zijn lidmaatschap van de politieke partij opzeggen. John Bercow is dus al tien jaar geen lid meer van de Conservative Party. Ook deputy speakers mogen niet meer het woord voeren als Kamerlid of hun stem uitbrengen over wetsvoorstellen. Zij hoeven echter niet het lidmaatschap van de politieke partij op te zeggen.

In Nederland is dit heel anders geregeld. Zowel de Kamervoorzitter als de ondervoorzitters mogen het woord blijven voeren als Kamerlid en hun stem uitbrengen over wetsvoorstellen. Maar wie dat bij een onderwerp wil doen, mag niet de voorzittershamer hanteren. De Kamervoorzitter die over een onderwerp het woord wil voeren als Kamerlid, moet tijdens de hele behandeling van dat onderwerp worden waargenomen door een ondervoorzitter. Het uitbrengen van een stem over wetsvoorstellen en zo kan zelfs gebeuren vanuit de voorzittersstoel. Voorzitter en ondervoorzitters behouden in ons land dus hun rechten als Kamerlid. Ze blijven uiteraard ook lid van een politieke partij.

BEVOEGDHEDEN VAN DE VOORZITTER De bevoegdheden van Speaker of the House of Commons en waarnemende deputy speakers gaan heel wat verder dan het roepen van Order! Zij nemen beslissingen met vergaande gevolgen. Dat blijkt wel uit de beslissingen die Speaker Berlow en eerste deputy speaker Lindsay Hoyle in de afgelopen weken hebben genomen over het al dan niet in stemming mogen brengen van voorstellen die met de brexit te maken hebben. Dat zijn beslissingen waarmee niet iedereen het eens was, to put it mildly. Voorzittersbeslissingen berusten op bevoegdheden die ruimte geven voor eigen beoordeling (beoordelingsruimte) en eigen beleid (beleidsruimte) van de voorzitter. Ook de voorzitter van de Nederlandse Tweede Kamer neemt beslissingen bij het leiden van de vergaderingen en bij het ervoor zorgen dat de interne regels worden nageleefd. Kunnen dat ook beslissingen zijn die rusten op bevoegdheden met beoordelingsruimte en beleidsruimte? Jazeker, al lijken ze wel minder vergaand dan bij onze westerburen.

BEVOEGDHEDEN VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER Enkele voorbeelden daarvan. De (beleids)beslissing om interrupties van een Kamerlid toe te laten. Een interruptie mag alleen een korte opmerking zijn of een vraag zonder inleiding. De (beoordelings)beslissing of een schriftelijke vraag die een Kamerlid aan de minister wil stellen kort en duidelijk genoeg is. De (beleids)beslissing die de volgorde bepaalt van de onderwerpen die tijdens het wekelijkse mondelinge vragenuur met de minister aan de orde kunnen komen. Elk Kamerlid mag een onderwerp aandragen, maar het vragenuur duurt te kort om alle onderwerpen te behandelen! De (beoordelings)beslissing dat een Kamerlid die daarom vraagt het woord zittend in plaats van staand mag voeren. De (beleids)beslissing op welke dag een dertigledendebat wordt gehouden. De (beoordelings)beslissing om een Kamerlid het woord te ontnemen als hij ondanks waarschuwing blijft afwijken van het onderwerp dat aan de orde is of beledigende taal blijft gebruiken.

(Mr. Leon)

Kabinetsformatie in België

VRIJDAG 20 SEPTEMBER 2019 Eind mei zijn in België verkiezingen geweest voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, zeg maar hun Tweede Kamer. Sinds die tijd wordt er gewerkt aan de vorming van een nieuw kabinet. In België spreekt men van regeringsvorming, in Nederland van kabinetsformatie. Welke procedure wordt daarbij gevolgd en wat zijn de verschillen met Nederland?

INFORMATEUR In Nederland beraadslaagt de Tweede Kamer over de verkiezingsuitslag en wijst vervolgens een of meer informateurs aan. De informateur krijgt een opdracht mee van de Tweede Kamer en onderzoekt aan de hand daarvan welke coalities mogelijk zijn. Hij voert daarvoor gesprekken met de fractieleiders in de Tweede Kamer. De Kamer kan besluiten dat hij haar moet inlichten over de voortgang. In België vervult de koning een belangrijke rol. Hij wijst de informateur aan na een gesprek met de Kamervoorzitter, de voorzitters van de politieke partijen en enkele anderen. De informateur krijgt van de koning een opdracht mee en onderzoekt aan de hand daarvan welke coalities mogelijk zijn. Hij voert onder andere gesprekken met de partijvoorzitters. Verslag brengt hij uit aan de koning.

INFORMATEUR 2019 Koning Filip heeft eind mei twee politici tot informateur aangewezen: Johan Vande Lanotte en Didier Reynders. Vande Lanotte is van de Socialistische Partij Anders (SP.A), een Nederlandstalige partij. Reynders is van Mouvement Réformateur (MR), een Franstalige partij. Volgens de Belgische krant De Standaard van 9 september jl. is hun opdracht de mogelijkheid van een paars-gele coalitie te onderzoeken, omdat zo’n coalitie een meerderheid vertegenwoordigt in Vlaanderen en in Wallonië. Dat wordt dan een coalitie van vijf partijen: de Franstalige Parti Socialiste (PS) en MR en de Nederlandstalige SP.A, Open Vlaamse Liberalen en Democraten (Open VLD) en Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA). PS en N-VA zijn de grootste partijen in deze coalitie. De informateurs hebben gesproken met onder andere de partijvoorzitters. De informateurs willen dat de partijvoorzitters van PS en N-VA met elkaar gaan praten. Dat zijn respectievelijk Elio Di Rupo en Bart de Wever. Tot nu toe heeft Di Rupo deze boot afgehouden. De informateurs hebben al diverse malen verslag uitgebracht aan de koning.

FORMATEUR We gaan in deze bijdrage verder met de procedure voor regeringsvorming, hoewel men in België nog (lang?) niet zover is. Zodra duidelijk is welke partijen met elkaar een coalitie willen vormen, wordt op zoek gegaan naar een premier en andere ministers. Dat gebeurt door een formateur. In Nederland wijst de Tweede Kamer de formateur aan. In België is het de koning die de formateur aanwijst. De formateur doet een voorstel tot benoeming.

DEMISSIONAIR Tijdens de kabinetsformatie/regeringsvorming zit het land niet zonder regering. De oude regering is blijven zitten, maar is wel demissionair/doet alleen nog maar lopende zaken. De huidige regering van België is de regering van premier Charles Michel (MR).

BENOEMING VAN PREMIER EN MINISTERS De premier en de overige ministers worden in Nederland én in België benoemd per koninklijk besluit. De premier wordt in Nederland ook wel minister-president genoemd, in België ook wel Eerste minister. Het besluit waarbij de premier wordt benoemd is ondertekend door de koning en door de premier. In Nederland is dat de handtekening van de premier die wordt benoemd; hij ondertekent dus zijn eigen benoemingsbesluit. In België is dat de demissionaire premier. Na die ondertekening treedt hij af; zijn aftredingsbesluit wordt ondertekend door de koning en de zojuist benoemde nieuwe premier. Ook de benoeming van de overige ministers gebeurt per koninklijk besluit. In Nederland is het – naast de handtekening van de koning – de handtekening van de nieuwe premier die onder dit besluit staat. In België wordt de nieuwe premier met de aanvaarding van zijn benoeming verantwoordelijk voor wat de koning tijdens de regeringsvorming heeft gedaan, zoals voor de aanwijzing van de informateurs en voor hun opdracht.

VERTROUWEN Net als in Nederland kan de nieuwe Belgische regering niet zonder het vertrouwen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Maar anders dan in Nederland heeft de Belgische regering niet het vertrouwen nodig van de Senaat. De vijfpartijencoalitie waar de informateurs naar streven heeft 79 Kamerleden. Dat is de meerderheid, want de Kamer van Volksvertegenwoordigers bestaat uit 150 leden, net als de Tweede Kamer in Nederland. In België is trouwens in het algemeen geen medewerking nodig van de Senaat voor de totstandkoming van wetten, heel anders dan in Nederland het geval is.

MINISTER én MINISTRE Wat de regeringsvorming in België extra moeilijk maakt, is dat de Grondwet eist dat de regering uit evenveel Franstalige als Nederlandstalige ministers bestaat. Bovendien mag een regering hooguit veertien ministers tellen, exclusief de premier.

MICHEL I EN II Na de vorige verkiezingen (2014) duurde het vierenhalve maand voordat de nieuwe regering aantrad. Dat was de regering Michel I. Deze regering bestond uit vier partijen en telde naast de premier dertien ministers van MR, Open VLD, N-VA en CD&V (Christen-Democratisch & Vlaams). Deze regering is in december 2018 ten val gekomen, omdat de ministers van N-VA opstapten. De ministers van de overige drie partijen gingen – aangevuld met enkele partijgenoten – verder als demissionaire regering Michel II. Deze drie partijen hadden (en hebben) geen meerderheid in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

(Mr. Leon)

Meer steun voor Merkel na de verkiezingen in Saksen en Brandenburg?

VRIJDAG 13 SEPTEMBER 2019 Twee weken geleden zijn er verkiezingen geweest in Brandenburg en Saksen. Saksen en Brandenburg zijn deelstaten van Duitsland. 1 september waren namelijk de verkiezingen voor de parlementen van deze twee deelstaten, beide gelegen in het oosten van Duitsland. Elke Duitse deelstaat heeft haar eigen parlement. Ze leverden grote winst op voor de partijen Alternative für Deutschland (AfD) en Bündnis 90/Die Grünen. Kan het verkiezingsresultaat gevolgen hebben voor welke wetten in heel Duitsland tot stand gaan komen?

BONDSDAG EN BONDSRAAD Voor de totstandkoming van wetten die in het hele land gaan gelden is in Duitsland medewerking nodig van Bondsdag en Bondsraad. De Bondsdag is de volksvertegenwoordiging. Het is het parlement dat door het volk is gekozen. De Bondsraad is de vertegenwoordiging van de deelstaten. Het is gekozen door de regeringen van de deelstaten. Het is de vertegenwoordiging van de deelstaatregeringen, en dus niet zozeer van de deelstaatparlementen. Duitsland heeft zestien deelstaten. Trouwens, er is niet voor elke wet de medewerking van de Bondsraad nodig. Dat is voor ongeveer een derde van alle wetten het geval. Voor de andere wetten volstaat de medewerking van de Bondsdag.

STEMMEN IN DE BONDSRAAD Bij het stemmen in de Bondsraad hebben de zestien deelstaten niet allemaal een even zware stem. Deelstaten met veel inwoners hebben een zwaardere stem dan deelstaten met weinig inwoners. Als alle 16 deelstaten hun stem uitbrengen, worden er 69 stemmen uitgebracht. Er is dus een meerderheid vanaf 35 stemmen. De kleinste deelstaten brengen drie stemmen uit. De grootste zes. Er zijn ook deelstaten die vier of vijf stemmen uitbrengen. In de praktijk is de minister-president van een deelstaatregering afgevaardigde in de Bondsraad. Soms worden bovendien enkele ministers afgevaardigd. Een van de afgevaardigden stemt. Hij of zij is bij het uitbrengen van zijn stem gebonden aan aanwijzingen van zijn regering (de deelstaatregering). Er is dus geen sprake van een vrij mandaat.

CDU/CSU EN SPD De regering van Angela Merkel is een regering van CDU, CSU en SPD. CSU is – heel kort door de bocht gezegd – CDU in deelstaat Beieren. Deelstaatregeringen stemmen in de Bondsraad vooral in het belang van de eigen deelstaat. In het algemeen is echter steun voor wetsvoorstellen van de Duitse regering in de Bondsraad het best gewaarborgd als de meerderheid van stemmen – 35 – in handen is van deelstaatregeringen met dezelfde politieke samenstelling als de regering Merkel. Daarvan is nu geen sprake: slechts vier deelstaten met samen zestien stemmen hebben nu zo’n regering. Saksen is een daarvan. Naast deze vier vormen in twee andere deelstaten CDU en SPD samen met Bündnis 90/Die Grünen de regering. De invloed van Merkels regeringspartijen zal groot zijn in die twee deelstaatregeringen, ook al is ie daar dan niet 100%. Maar ook met de stemmen van die laatste twee deelstaatregeringen – 8 – is er nog geen meerderheid in de Bondsraad. Daarvoor ontbreken dan nog elf stemmen. Toch is er in elke deelstaatregering wel enige invloed van Merkels regeringspartijen: SPD, CDU of CSU zijn namelijk in elke coalitie aanwezig en leveren bovendien bijna overal de minister-president.

NU 11 STEMMEN TEKORT Echter, de meerderheid van de stemmen in de Bondsraad is niet in handen van deelstaatregeringen die dezelfde of grotendeels dezelfde politieke samenstelling hebben als de regering Merkel. Elf stemmen komen daarvoor te kort.

ANDERE REGERINGEN IN SAKSEN EN BRANDENBURG Tot welke regeringen kunnen de verkiezingen in Saksen en Brandenburg leiden? Tot nu toe is de regering van Saksen gevormd door CDU en SPD en die van Brandenburg door SPD en Linke; CDU en SPD leverden de minister-president. Wat Saksen betreft, is de politieke samenstelling nu dus hetzelfde als die van de Duitse regering. Alle regeringspartijen hebben de verkiezingen echter verloren, zodanig dat de coalitieregeringen niet langer een meerderheid hebben in hun deelstaatparlement. Voor zo’n meerderheid zal sowieso een derde coalitiepartij nodig zijn. Volgens Die Süddeutsche Zeitung van 2 september komt daarvoor in elk geval winnaar Bündnis/Die Grünen in aanmerking. Dat geldt niet voor de andere winnaar, Alternative für Deutschland (AfD), want de wil ontbreekt om daarmee een coalitie te vormen.

NOG 7 STEMMEN TEKORT De nieuwe (meerderheids)regering in Saksen zal dus niet meer dezelfde politieke samenstelling hebben als de Duitse regering. Van de zestien stemmen van deelstaatregeringen met dezelfde politieke samenstelling blijven er dus twaalf over. Saksen kan wel de derde deelstaat worden met grotendeels dezelfde politieke samenstelling als de regering Merkel. Het aantal stemmen van die laatste groep deelstaatregeringen groeit daarmee tot twaalf. De kans op steun voor wetsvoorstellen van de regering Merkel zal daardoor dus afnemen, maar niet zo heel veel. In Brandenburg komt niet alleen Bündnis/Die Grünen maar ook CDU als derde coalitiepartij in aanmerking, volgens de krant. In dat laatste geval groeit het aantal deelstaatregeringen met grotendeels dezelfde politieke samenstelling als de regering Merkel. Brandenburg wordt dan na Saksen de vierde deelstaat met grotendeels dezelfde politieke samenstelling. Het aantal stemmen van die laatste groep deelstaatregeringen groeit daardoor tot zestien. De kans op steun voor wetsvoorstellen van de regering Merkel neemt daardoor weer toe. Maar voor een meerderheid van stemmen van deelstaatregeringen met (grotendeels) dezelfde politieke samenstelling ontbreken nog steeds zeven stemmen.

DUS MEER STEUN? Het verkiezingsresultaat in Saksen en Brandenburg kan er dus toe leiden dat de regering Merkel in de Bondsraad meer steun krijgt voor haar wetsvoorstellen. Echter, het zijn de politici van de deelstaten die over de vorming van een nieuwe regering gaan. Het is afwachten waartoe de onderhandelingen leiden.