Verkiezingsprogramma’s in Zutphen

Donderdag 1 maart 2018. Tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart is er wekelijks een blog met citaten uit de verkiezingsprogramma’s die gaan over het besturen van de gemeente. Ik begin met een citaat van de partij met het hoogste nummer (zie over de nummers mijn eerdere blog Morgen: geldigheid en nummering kandidatenlijsten gemeenteraadsverkiezingen. Sommige verkiezingsprogramma komen niet aan bod: ze zijn onvindbaar, ze zeggen niets of niets onderscheidend over het besturen van de gemeente of ik ben er vanwege de tijd niet meer aan toegekomen. Elke keer wordt één gemeente besproken.

Vandaag is de Zutphen in Gelderland aan de beurt, een gemeente met bijna 50.000 inwoners. In Zutphen doen 10 partijen of lijsten mee. Aan de nummers 1 en 2 ben ik niet meer toegekomen.

BewustZW (10): Er zijn veel lokale regels. In verordeningen, beleid en werkwijzen is het gemeentehuis vaak niet zichtbaar en wordt vaak als belemmerend ervaren in de samenwerking. BewustZW wil een onafhankelijke inwonerscommissie en ondernemerscommissie die regels en werkwijzen gaat doorlichten en de gemeenteraad gaat adviseren om belemmerende regels en werkwijzen te schrappen.

ChristenUnie (9): De ChristenUnie wil dat er voor het nieuwe college alleen wethouders kunnen worden aangedragen die de volledige steun van de raad genieten, en niet alleen die van hun eigen fractie.

Stadspartij Zutphen-Warnsveld (6): De gemeente introduceert de burgerbegroting waarbij inwoners meer invloed hebben op onze inkomsten en uitgaven.

GroenLinks (5): We willen dat iedereen gehoord kan worden: mondige burgers die makkelijk meepraten, maar ook inwoners voor wie praten wat minder vanzelfsprekend is.

D66 (3): D66 pleit voor een jaarlijks regionaal congres voor leerlingenraden van alle VO-scholen om actuele thema’s te bespreken.

Frankrijk, Europese verkiezingen en nationale kandidatenlijsten

Woensdag 28 februari 2018. In mei volgend jaar zijn er Europese verkiezingen in alle landen van de Europese Unie. De verkiezingen worden om de vijf jaar gehouden. Volgend jaar telt de Europese Unie 28 lidstaten.

Europees Parlement. Er zijn momenteel 751 zetels in het Europees Parlement. Frankrijk heeft er daarvan 74 en Nederland 26. Het Europees Parlement stelt voor dat Frankrijk na de brexit vijf extra zetels krijgt en Nederland 3. De leden van het Europees Parlement worden in elk land rechtstreeks verkozen in algemene verkiezingen. De burgers van dat land kiezen dus dus hun eigen Europarlementariërs. Bij het kiesstelsel mag geen afbreuk worden gedaan aan het beginsel van evenredige vertegenwoordiging (1).

Voorkeursstemmen en kiesdrempel. Een lidstaat mag voorkeursstemmen uitsluiten en een kiesdrempel hanteren (Artikel 3 Europese Akte). Nederland heeft beide niet gedaan; net als voor de Tweede Kamer verkiezingen kan een voorkeursstem worden uitgebracht en geldt er geen kiesdrempel (2). Frankrijk heeft beide wel gedaan. De Franse kiesdrempel bedraagt 5% van alle stemmen die zijn uitgebracht (3). De Franse burger kan geen voorkeursstem uitbrengen (4).

Regionale lijsten. Een lidstaat mag de kiezers verdelen over regionale kiesdistricten (5). Nederland heeft dat niet gedaan: hier gelden nationale lijsten (6). Frankrijk heeft dat wel gedaan: hier zijn acht kiesdistricten. De 74 zetels voor Frankrijk worden kort voor de verkiezingen verdeeld over deze kiesdistricten (7). Die verdeling gebeurt op basis van de bevolkingsomvang; het ene kiesdistrict kan dus meer zetels toebedeeld krijgen dan het andere.

President Macron en nationale lijsten. De Franse president Macron wil graag nationale kandidatenlijsten in plaats van regionale kandidatenlijsten. Hij hoopt dat dit resulteert in twee lijsten, een lijst met pro Europa kandidaten en een lijst met anti Europa kandidaten. Zijn partij La République en Marche (LREM) is een uitgesproken voorstander van de Europese Unie. Een partij als Front national is een uitgesproken tegenstander. Veel andere partijen zijn in meer of mindere mate intern verdeeld, zoals het meer linkse Parti socialiste en het meer rechtse Les Républicains. Een nationale lijst met uitgesproken voorstanders en een met uitgesproken tegenstanders zou voor deze laatste partijen tot grote problemen kunnen leiden. Zij staan dan ook niet bepaald te juichen voor twee nationale lijsten. Voor de invoering van nationale lijsten is hun instemming uiteindelijk niet nodig, omdat LREM de meerderheid heeft in de Assemblée nationale en voor wetswijziging instemming van de senaat uiteindelijk niet nodig is (8). Voor de samenstelling van een lijst met pro Europa kandidaten afkomstig van alle partijen, is in de praktijk wel de instemming van alle betrokken fracties in de Assemblée nationale en Sénat nodig.

NOTEN

1: artikelen 1 en 2 Europese Akte 1976

2: artikel Y 2 Kieswet

3: artikel 3 Loi n° 77-729 du 7 juillet 1977 relative à l’élection des représentants au Parlement européen

4: artikel 3 Loi n° 77-729 du 7 juillet 1977 relative à l’élection des représentants au Parlement européen

5: artikel 2 Europese Akte 1976

6: artikel Y 12 Kieswet

7: artikel 4 Loi n° 77-729 du 7 juillet 1977 relative à l’élection des représentants au Parlement européen

8: artikel 45 Constitution.

Benoeming wethouders

Dinsdag 27 februari 2018. Gisteren stond in de krant dat Jesse Klaver (fractieleider GroenLinks in de Tweede Kamer) in honderd gemeenten een of meer wethouders wil gaan leveren. Wie beslist daarover? Alle wethouders vormen op grond van de Gemeentewet samen met de burgemeester het college van burgemeester en wethouders (b&w), zeg maar het dagelijks bestuur van de gemeente. De burgemeester is weliswaar voorzitter van dit college, maar hij benoemt niet de andere leden ervan. Op grond van de Gemeentewet doet dat de gemeenteraad. Aan die benoeming gaan college-onderhandelingen tussen (fracties van) gemeenteraadsleden vooraf. In elk geval moet een kleine meerderheid van gemeenteraadsleden de benoeming van de wethouder steunen. Het is ook mogelijk dat de benoeming van de wethouder op een ruime meerderheid steunt. De gemeenteraad moet minstens twee wethouders benoemen.

Artikel 34 van de Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): De burgemeester en de wethouders vormen te zamen het college van burgemeester en wethouders. De burgemeester is voorzitter van het college.

Artikel 35 van de Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): De raad benoemt de wethouders. De burgemeester wordt geïnformeerd over de uitkomsten van de college-onderhandelingen.

Artikel 36 van de Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): Het aantal wethouders bedraagt ten hoogste twintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat er niet minder dan twee wethouders zullen zijn.

Gemeente Noordwijk en motie waarin actie raadslid wordt afgekeurd

Maandag 26 februari 2018. Vorige week stond een bericht in de krant over de Zuid-Hollandse gemeente Noordwijk, een gemeente midden in de Bollenstreek én een badplaats aan de Noordzee. Een raadslid had zich op televisie negatief uitgelaten over het (tekortschietende) gemeentelijke beleid voor spoedzoekers, dat zijn mensen die dakloos dreigen te worden door bijvoorbeeld een scheiding. De raadsmeerderheid is niet blij met deze uitlatingen. Het leidt tot een raadsdebat en na afloop daarvan tot een (aangenomen) motie. In de motie spreekt de (meerderheid van de) raad het oordeel uit dat (alleen) de raad verantwoordelijk is voor discussie over politieke aangelegenheden en dat acties (uitlatingen) waardoor de gemeente in een kwaad daglicht wordt gesteld nadrukkelijk worden afgekeurd. Kan een motie een oordeel inhouden en kan een motie zijn gericht tot een raadslid? Ingevolge het Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en commissies gemeente Noordwijk 2017 kan een motie onder andere een oordeel inhouden. Verder bevat het reglement alleen enkele procedurele bepalingen voor de indiening van moties. Het reglement is dus geen obstakel voor een motie gericht tot een raadslid.

MOTIE gezamenlijke verantwoordelijkheid gemeenteraad. De Raad van de gemeente Noordwijk in vergadering bijeen op 15 februari 2018. Gehoord hebbende: het debat over Noordwijk – TV programma De Monitor. Spreekt uit: 1. Dat zij als gekozen vertegenwoordigers van de gemeente Noordwijk er gezamenlijk voor verantwoordelijk zijn dat politieke aangelegenheden ter discussie gesteld worden in de raad; 2. Acties waardoor de gemeente Noordwijk in een kwaad daglicht wordt gesteld keuren zij nadrukkelijk af. En gaat over tot de orde van de dag.

Artikel 1 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en commissies gemeente Noordwijk 2017 luidt (gedeeltelijk): In dit reglement wordt verstaan onder motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken.

Artikel 34 van het reglement luidt (gedeeltelijk): Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld. Het indienen van een motie vreemd aan de orde van de dag geschiedt ten minste 28 uur voor aanvang van de vergadering zodat een agenda conform artikel 9 verstuurd kan worden. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat stemming daarover aanvangt.

Provincie Zuid-Holland en het treintraject Gouda – Alphen aan den Rijn

Vrijdag 23 februari 2018. Op het treintraject tussen Gouda en Alphen aan den Rijn is half februari een nieuw treinstation officieel geopend: station Waddinxveen Triangel, inclusief fiets- en voetgangerstunnel. Na Gouda stopt de sprinter nu op drie plaatsen in de gemeente Waddinxveen: Waddinxveen Triangel, Waddinxveen en Waddinxveen Noord. Voor Alphen stopt hij vervolgens nog in Boskoop Snijdelwijk en Boskoop. Wie gaat eigenlijk over wat op dit treintraject?

Provincie kiest vervoerder In Nederland is het bieden van openbaar vervoer slechts toegestaan met vergunning van de overheid (1). Op het treintraject tussen Gouda en Alphen is de provincie Zuid-Holland de vergunningverlener. Althans, dat lees ik overal. Echter, in de wet staat dat de minister concessieverlener is voor openbaar vervoer per trein (2), tenzij landelijk is geregeld dat de provincie voor een (regionaal) treintraject concessieverlener is (3). Dat laatste is bij mijn weten niet gebeurd voor het treintraject tussen Gouda en Alphen. Hoe dan ook: de provincie heeft vervoerder NS gekozen, tot eind 2031.

NS is gekozen vervoerder, met monopolie Slechts één vervoerder krijgt de vergunning: hij heeft dus door die vergunning een monopoliepositie. Zo’n vergunning heet concessie. De NS is dus de concessiehouder. De provincie is de concessieverlener, of beter gezegd: gedeputeerde staten zijn de concessieverlener (4).

Programma van Eisen: NS moet zorgen voor voldoende treinen De vervoerder moet zorgen voor voldoende treinen en voor het nodige onderhoud daaraan. Dat staat in het Programma van Eisen dat gedeputeerde staten hebben vastgesteld (5).

Programma van Eisen: moet NS ook zorgen voor toiletten in de trein? In het Programma van Eisen staat ook iets over toiletten in de trein: zodra gedeputeerde staten er om vragen, moet NS een toilet inbouwen in de trein. Bovendien moet dat zonder ingrijpende constructiewijziging van de trein kunnen gebeuren; de provincie neemt dan kosten voor haar rekening (6).

Rol voor Provinciale Staten? Het Programma van Eisen van gedeputeerde staten is gebaseerd op de Nota van Uitgangspunten van Provinciale Staten van 26 juni 2013. Provinciale staten hebben op het gebied van toiletten niet meer gevraagd dan wat gedeputeerde staten eisen van vervoerder. Provinciale Staten hebben bijvoorbeeld expliciet niet gevraagd dat elke trein bij aanvang een toilet heeft. De meerderheid van Provinciale Staten vond dat niet nodig, omdat de maximale reistijd slechts twintig minuten bedraagt en de stations in Gouda en Alphen over toiletten beschikken (7).

Motie Niet elke fractie was het daarmee eens: oppositiepartijen PvdA en Partij voor de Dieren dienden op 26 juni 2013 een motie in waarin gedeputeerde staten werd opgeroepen om van vervoerder te eisen dat elke trein een toilet heeft. Coalitiepartijen CDA en SP steunden de motie, net als oppositiepartij GroenLinks. De motie werd verworpen, zij het met een heel krappe meerderheid: 25 stemmen voor en 26 stemmen tegen (!) (8).

ProRail gaat over het spoor, de perrons en de tunnels De minister heeft ProRail concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur (9). Het treintraject tussen Gouda en Alphen maakt daarvan deel uit (10). De beheerder is ingevolge de Spoorwegwet niet alleen verantwoordelijk voor spoor en wissels, maar ook bijvoorbeeld voor tunnels en perrons (11).

NOTEN

1: artikel 19 lid 1 Wet Personenvervoer 2000 (hieronder afgekort tot WPV)

2: artikel 20 lid 1 WPV

3: artikel 20 lid 4 WPV

4: artikel 20 WPV.     Zie over gedeputeerde staten in het algemeen mijn blog Gedeputeerde staten

5: artikel 4.3.2 Programma van Eisen Provincie Zuid-Holland voor de Europese aanbesteding concessie openbaar vervoer per spoor van de Treindienst Alphen aan den Rijn – Gouda 2016, van 8 oktober 2013 (hieronder afgekort tot PvE)

6: artikel 4.3.9 PvE.      Zie over PvE ook mijn blog Provincie Zuid-Holland en de buschauffeurs

7: Nota van Uitgangspunten van Provinciale Staten voor de Europese aanbesteding van de Treindienst Alphen aan den Rijn – Gouda 2016, van 26 juni 2013, bladzijde 20. Zie over provinciale staten in het algemeen mijn blog Provinciale staten

8: notulen van de vergadering van Provinciale Staten van 26 juni 2013, nr 20191 en volgende

9: artikel 2 Beheerconcessie 2015-2025, minister van Infrastructuur en Milieu

10: Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen, bijlage 1 aanhef en sub 2 b

11: artikel 1 Spoorwegwet juncto richtlijn 2012/34/EU, bijlage I.

Nieuw: algemene Statencommissie in Zuid-Holland. Strijdig met Provinciewet?

Vrijdag 16 februari 2018. Op 7 februari is er een algemene (staten)commissie gehouden over de Krimpenerwaard. Het is de streek tussen Hollandse IJssel en Lek; het omvat plaatsen als Schoonhoven, Lekkerkerk en Krimpen aan den IJssel. Onderwerp van bespreking was een integraal gebiedsprogramma voor de Krimpenerwaard, waarin waterveiligheid, bodemdaling, economie, landbouw, natuur, mobiliteit, wonen en voorzieningen en energietransitie worden meegenomen.

Nieuwe commissie Vanwege dit integrale karakter van het onderwerp gebeurde de commissiebespreking niet in een van de vier bestaande commissies, zoals de commissies Duurzame Ontwikkeling of Ruimte en Leefomgeving. In plaats daarvan werd het besproken in de algemene commissie. Dat is een nieuwe commissie: ze is speciaal ingesteld om over dit onderwerp te vergaderen; ze is bij wijze van proef ingesteld (1).

Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland. Ingevolge dit reglement van orde wordt aan het begin van elke statenperiode beslist over de instelling en de vakgebieden van de commissies (2). De huidige statenperiode loopt al sinds maart 2015, dus bijna drie jaar nu, en duurt nog een jaar, namelijk tot maart 2019: dan zijn er weer provinciale verkiezingen. Het begin van de statenperiode is dus al lang geweest. Instelling van een nieuwe commissie lijkt daardoor in strijd met het reglement van orde. Toch hoeft dit in de praktijk geen probleem te zijn, want van dit reglement mag altijd worden afgeweken, op voorwaarde dat geen enkel Statenlid zich daartegen verzet (3). Ik neem aan dat aan deze voorwaarde is voldaan.

Provinciewet Een praktisch probleem is wel het volgende. De beslissing tot instelling van de algemene commissie is genomen door de Agendacommissie (4). Ingevolge het reglement van orde is het echter niet de Agendacommissie maar provinciale staten die mogen beslissen over de instelling van commissies (5). De afwijkingsmogelijkheid van het reglement (6) biedt hier geen soelaas, omdat ook de Provinciewet eist dat commissies door provinciale staten worden ingesteld (7). De Provinciewet verzet zich overigens niet tegen adviezen van de Agendacommissie aan provinciale staten over de instelling van nieuwe commissies (8).

Agendacommissie De Agendacommissie bestaat naast de commissaris van de koning uit de vier commissievoorzitters en de voorzitter van de commissie voor onderzoek van de rekening (9). Niet elk statenlid is er lid van en zelfs niet elke fractie of groep (10) is vertegenwoordigd: de vijf commissievoorzitters zijn van VVD, CDA, PvdA, D66 en PVV. De Agendacommissie omvat dus niet elk statenlid en kan evenmin als een vertegenwoordiging van alle statenleden worden gezien. Er is dus een goede reden om de beslissing over de instelling van nieuwe commissies niet aan de Agendacommissie over te laten.

Experiment De algemene commissie is bij wijze van proef ingesteld. Er is dus sprake van een experiment. Maakt dat nog verschil? Alleen als er een wettelijke grondslag is om te mogen afwijken van de Provinciewet, bijvoorbeeld in een Experimentenwet of zo. Voor zover ik kan nagaan, bestaat geen zo’n wet.

Praktische oplossing De instelling van de algemene commissie als hamerstuk agenderen voor de vergadering van provinciale staten.

NOTEN

1: zie hierover de toelichting op de agenda van de algemene commissie van 7 februari

2: artikel 63 lid 1 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (hieronder afgekort tot RvO

3: artikel 117 RvO

4: dat blijkt uit toelichting op de agenda van de algemene commissie. Zie voor Agendacommissie in het algemeen ook mijn blog De agenda van provinciale staten van Zuid-Holland

5: artikel 63 lid 1 RvO

6: artikel 117 RvO

7: artikel 80 Provinciewet

8: die mogelijkheid biedt artikelen 103 en 104 RvO

9: artikel 103 lid 1 RvO

10: zie voor verschil tussen groep en fractie mijn blog Commissies

Verkiezingsprogramma’s in de gemeente Tilburg

Donderdag 22 februari 2018. Tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart is er wekelijks een blog over citaten uit de verkiezingsprogramma’s die gaan over het besturen van de gemeente. Ik begin met een citaat van de partij met het hoogste nummer (hyperlink). Sommige verkiezingsprogramma komen niet aan bod: ze zijn onvindbaar, ze zeggen niets of niets onderscheidend over het besturen van de gemeente of ik ben er vanwege de tijd niet meer aan toegekomen. Elke keer wordt één gemeente besproken.

Het Noord-Brabantse Tilburg is vandaag aan de beurt. In Tilburg doen veertien partijen of lijsten mee. Aan de nummers 1 en 2 ben ik niet meer toegekomen.

Lokaal Tilburg (14): burgers eerder betrekken bij ontwikkelingen die hun leefomgeving aangaan en de mogelijkheid bieden invloed uit te oefenen op beleidskeuzen

Burgerinitiatief Tilburg BIT (13): Wij vinden dat wijkwethouders hun kantoor moeten houden in de wijk waar zij wijkwethouder van zijn. Dat werkt laagdrempelig en zorgt er tevens voor dat de politiek dichter bij de bewoners komt.

50PLUS (11): wil de samenwerking met de Dorpsraden van Berkel-Enschot en Udenhout alsmede de wijkraden bevorderen.

Voor Tilburg (8): Laat daarom Tilburgers hun eigen burgemeester kiezen en laat dit niet over aan de gevestigde orde en al helemaal niet achter gesloten deuren.

GroenLinks (7): De burgemeester zien wij als boegbeeld van emancipatie, het uitdragen van diversiteit en het tegengaan van discriminatie en (seksuele) intimidatie in onze stad. Artikel 1 van onze Grondwet krijgt een prominente plek in Tilburg.

Lijst Smolders Tilburg (3): De LST wil één wethouder die zijn volledige aandacht gaat geven aan alle wijken in Tilburg, Berkel – Enschot en Udenhout. Deze wijkwethouder voor alle wijken kan o.a. fungeren als Eerste Hulp bij Bestuurlijke Ongelukken (EHBO).

Verkiezingsprogramma’s in de gemeente Dordrecht

Donderdag 15 februari 2018. Tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart is er wekelijks een blog over citaten uit de verkiezingsprogramma’s die gaan over het besturen van de gemeente. Ik begin met een citaat van de partij met het hoogste nummer (over betekenis nummering: Morgen: geldigheid en nummering kandidatenlijsten gemeenteraadsverkiezingen). Sommige verkiezingsprogramma komen niet aan bod: ze zijn onvindbaar, ze zeggen niets of niets onderscheidend over het besturen van de gemeente of ik ben er vanwege de tijd niet meer aan toegekomen. Elke keer wordt één gemeente besproken.

Het Zuid-Hollandse Dordrecht bijt de spits af. In Dordrecht doen dertien partijen of lijsten mee. Aan de nummers 1 en 2 ben ik niet meer toegekomen.

Gewoon Dordt (13): Bij veel regelgeving in ons land is de controle doorgeschoten en lijkt wantrouwen het leidend principe.

Dordtse partij (12): Wij willen af van het collegeprogramma. In plaats daarvan pleiten wij voor een raadsprogramma. De formateur stelt een bruikbaar raadsprogramma op dat gebaseerd is op standpunten van alle politieke partijen.

PVV (11): Stop op internationale stedenbanden.

GroenLinks (9): Er wordt geëxperimenteerd met vormen van bijvoorbeeld inwonersoverleg en buurtbestuur.

VSP Verenigde Senioren Partij (8): De VSP wil onderzoeken of Dordtenaren kunnen worden betrokken bij het opstellen van een burgerbegroting waarbij bewoners kunnen beslissen over de besteding van geld voor een stadsdeel.

SP (5): Partijen krijgen de volledige vrijheid in de wijze waarop zij onderwerpen in de raad aan de orde stellen.

D66 (3): Om te proberen met een brede afvaardiging van inwoners in gesprek te komen, vragen wij de gelote inwoners van het stadspanel op een aantal grote thema’s mee te denken en ontwikkelen.

Carnavalsoptocht en staatsrecht

Dinsdag 13 februari 2018. In de afgelopen dagen zijn er op tal van plaatsen in ons land carnavalsoptochten gehouden: een stoet bestaande uit praalwagens, loopgroepen en individuele acts. Carnavalsoptochten worden meestal georganiseerd door carnavalsverenigingen. De carnavalsoptocht in het centrum van Heerlen (afgelopen zondag) is georganiseerd door carnavalsvereniging De Winkbülle. Ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Heerlen is een carnavalsoptocht een evenement. Voor het organiseren van zo’n evenement is in ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Heerlen een vergunning nodig van de burgemeester. Ingevolge die verordening is ook voor deelname aan de optocht een vergunning nodig. Ik neem aan dat de deelnemersvergunning is geregeld via inschrijving voor de optocht bij De Winkbülle. Sommige deelnemers willen door middel van hun deelname ook hun mening ergens over geven, over een actueel onderwerp in de politiek of de maatschappij. Hun deelname zou daarom als betoging kunnen worden gezien; daarvoor is geen vergunning nodig maar slechts schriftelijke kennisgeving.

Artikel 2:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Heerlen luidt (gedeeltelijk): Onder evenement (wordt) verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Onder evenement wordt mede verstaan een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3, op de weg.

Artikel 2:24 luidt (gedeeltelijk): Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren of daaraan deel te nemen.

Artikel 2:3 luidt (gedeeltelijk): Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging moet daarvan schriftelijk kennis geven aan de burgemeester.

Olympische Winterspelen en het Olympisch Handvest

Maandag 12 februari 2018. De Olympische Winterspelen in de Zuid-Koreaanse plaats Pyeongchang beginnen vandaag aan hun vierde dag. Nederlandse atleten hebben al vijf medailles behaald: twee gouden, twee zilveren en een bronzen. Voor langebaanschaatsen en shorttrack. De keuze van de plaats en van de beoefende sporten is ingevolge het Olympisch Handvest (Olympic Charter) gemaakt door het Internationaal Olympisch Comité (IOC). Het IOC is een ngo, een non gouvernementele organisatie. Haar rechtsvorm is de vereniging. Haar juridische zetel is het Zwitserse Lausanne. Dit land heeft ook de rechtspersoonlijkheid van de vereniging erkend. Het IOC bestaat volgens het Olympisch Handvest uit drie organen: de algemene (leden) vergadering, het bestuur en de voorzitter. Het is de algemene (leden) vergadering (de Session) die plaats en sporten bepaalt. De algemene (leden) vergadering mag uit maximaal 115 leden bestaan (er zijn momenteel 100 leden), waarvan de meerderheid geen specifieke functie of ambt mag bekleden. Verder moet het bestaan uit enkele atleten en enkele nationale en internationale sportbobo’s. De algemene (leden) vergadering bepaalt binnen dit kader wie zij als nieuw lid toelaat.

Artikel 15 van het Olympisch Handvest luidt (gedeeltelijk): The IOC is an international non-governmental not-for-profit organisation, of unlimited duration, in the form of an association with the status of a legal person, recognised by the Swiss Federal Council in accordance with an agreement entered into on 1 November 2000. Its seat is in Lausanne (Switzerland), the Olympic capital.

Artikel 17 van het Handvest luidt (gedeeltelijk): The powers of the IOC are exercised by its organs, namely 1. the Session, 2. the IOC Executive Board, 3. the President.

Artikel 33 van het Handvest luidt (gedeeltelijk): The election of any host city is the prerogative of the Session.

Artikel 45 van het Handvest luidt (gedeeltelijk): The programme of the Olympic Games is the programme of all sports competitions established by the IOC for each edition of the Olympic Games in accordance with the present Rule and its Bye-law.

Artikel 18 van het Handvest luidt (gedeeltelijk): The Session is the general meeting of the members of the IOC. It is the IOC’s supreme organ. Its decisions are final. The powers of the Session are the following: to adopt or amend the Olympic Charter; to elect the members of the IOC; to elect the host city of the Olympic Games.

Artikel 45 luidt gedeeltelijk: The programme of the Olympic Games is the programme of all sports competitions established by the IOC for each edition of the Olympic Games in accordance with the present Rule and its Bye-law. The programme consists of two components, namely: 2.1 The sports programme, which includes all sports for a specific edition of the Olympic Games, as determined by the Session from among the sports governed by the IFs recognised by the IOC.

Artikel 16 luidt (gedeeltelijk): IOC members are natural persons. The total number of IOC members may not exceed 115. The IOC is composed of: a majority of members whose memberships are not linked to any specific function or office; their total number may not exceed 70; active athletes, the total number of whom may not exceed 15; Presidents or persons holding an executive or senior leadership position within IFs, associations of IFs or other organisations recognised by the IOC, the total number of whom may not exceed 15; Presidents or persons holding an executive or senior leadership position within NOCs, or world or continental associations of NOCs, the total number of whom may not exceed 15. The IOC recruits and elects its members from among such eligible persons as it considers qualified.