Er is weer een nieuwe Amerikaanse president

VRIJDAG 8 NOVEMBER 2024 Afgelopen dinsdag was het Election Day in de Verenigde Staten. Inmiddels is duidelijk dat Donald Trump de verkiezingen gewonnen heeft. Voordat hij de nieuwe president wordt, volgen er nog drie belangrijke constitutionele momenten. Die zijn op 17 december, 6 januari en 20 januari a.s. Waarom zijn die dagen zo belangrijk?

17 DECEMBER Op 17 december brengen de electors hun stem uit. Hoezo dat dan? Dat is toch al afgelopen dinsdag gebeurd? Nee, afgelopen dinsdag hebben de Amerikaanse burgers hun stem uitgebracht, maar zij hebben hun stem uitgebracht op electors. Ik kan dit woord vertalen met kiesmannen of met kiesvrouwen, maar om niet steeds te hoeven dubbelen kies ik voor kiesvrouw. Een kiesvrouw is iemand die heeft beloofd op welke presidentskandidaat zij haar stem zal uitbrengen op 17 december. Zij deed die belofte lang voordat de Amerikaanse burgers op 5 november gingen stemmen, zodat zij toen wisten welke kiesvrouw in hun kiesdistrict op Kamala Harris, welke op Donald Trump en eventueel welke nog op een andere presidentskandidaat zal gaan stemmen.

INDIRECTE VERKIEZING Amerikanen kiezen hun president dus via tussenpersonen (de kiesvrouwen). Zij kiezen hun president dus niet direct, maar indirect. Wie op Kamala Harris wil stemmen, stemde op een kiesvrouw die heeft beloofd om daarop te stemmen op 17 december. Wie op Donald Trump wil stemmen, stemde op een kiesvrouw die heeft beloofd om daarop te stemmen op 17 december.

VERKIEZINGSUITSLAG? Donald Trump heeft afgelopen dinsdag de verkiezingen gewonnen. Dat is waar, maar de Amerikaanse burgers hebben alleen nog maar op de kiesvrouwen gestemd. De kiesvrouwen zelf moeten nog hun stem gaan uitbrengen, op 17 december. In de meeste deelstaten gaat het zo dat alle kiesvrouwen van dezelfde deelstaat stemmen op dezelfde presidentskandidaat. Ze stemmen namelijk allemaal op de presidentskandidaat die afgelopen dinsdag in de meeste kiesdistricten van die deelstaat heeft gewonnen. Dat doen dus ook de kiesvrouwen die hebben beloofd om op de andere kandidaat te zullen stemmen. Pas als de kiesvrouwen hun stem hebben uitgebracht, staat definitief vast wie de nieuwe president gaat worden. Zie voor dit alles de Amerikaanse Grondwet, article II, Section I zoals dat luidt sinds de Twelfth Amendment, en wat de deelstaten hierover zelf in hun eigen grondwetten hebben geregeld.

6 JANUARI De stemming van de kiesvrouwen op 17 december is geheim. Hun verzegelde stemmen worden pas open gemaakt op 6 januari. Dat gebeurt in een verenigde vergadering van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Pas dan ook worden de stemmen van de kiesvrouwen geteld en wordt definitief duidelijk welke presidentskandidaat de absolute meerderheid van de stemmen heeft gekregen. Die kandidaat wordt president. Toen senatoren en afgevaardigden vier jaar geleden daarmee bezig waren – dat was op 6 januari 2020 – bestormden Trumpaanhangers het parlementsgebouw!

VICEPRESIDENT Die verenigde vergadering wordt geleid door de vicepresident van de VS, zie Article I, Section 2 en Article II, Section I zoals dat luidt sinds de Twelfth Amendment van de Amerikaanse Grondwet. Vier jaar geleden was dat de vicepresident van Trump. Op 6 januari 2025 zal dat Kamala Harris zijn. Wat zou er niet allemaal kunnen zijn gebeurd als uit de verkiezingen van afgelopen dinsdag niet Trump maar Harris als winnaar naar voren was gekomen? 

20 JANUARI Op 20 januari ten slotte is het Inauguration Day. Het is de dag waarop het presidentschap van Joe Biden eindigt en dat van Donald Trump begint, zie over deze dag het Twentieth Amendment van de Amerikaanse Grondwet.

BRONNEN Naast bovenstaande bepalingen uit de Amerikaanse Grondwet zijn geraadpleegd Wikipedia (United States presidential election), Wikipedia (United States Electoral College) en Wikipedia (Chiafalo v. Washington).

Mr. Leon

De volgende verschijnt op vrijdag 22 november!

De Eerste Kamer en de btw-verhoging

VRIJDAG 25 OKTOBER 2024 De Eerste Kamer wil dat de regering het voorstel om de btw op sport, cultuur, media en logies te verhogen van 9% naar 21% loskoppelt van het Belastingplan 2025. De staatssecretaris wil dat niet doen. Zonder die loskoppeling loopt het hele Belastingplan 2025 het risico om niet door te gaan. Waarom is dat zo?

RIJKSBELASTING Het Belastingplan 2025 gaat over belastingen die overal in het land gaan gelden, want het gaat over rijksbelastingen. Denk bij deze belastingen van het Rijk aan een (andere) inkomstenbelasting, aftrekmogelijkheden, vennootschapsbelasting en overdrachtsbelasting bij de verkoop van woningen. En dus bijvoorbeeld ook aan (hogere) belasting op boeken, kranten, museumtickets, sportverenigingen en hotelboekingen.

UIT KRACHT VAN WET Belastingen van het Rijk mogen alleen geheven worden uit kracht van een wet, zo staat er in artikel 104 van de Grondwet. Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, overdrachtsbelasting en omzetbelasting zoals de btw mogen dus alleen geheven worden uit kracht van een wet. Ook wijzigingen in die belastingen mogen dus alleen uit kracht van zo’n wet geheven worden. 

WETTELIJKE GRONDSLAG Wat betekent het dat (wijzigingen in) dit soort belastingen alleen maar uit kracht van een wet mogen worden geheven? Het betekent dat daarvoor een wettelijke grondslag nodig is. Een wettelijke grondslag betekent hier dat (wijzigingen in) dit soort belastingen (hoofdzakelijk) in een wet in formele zin moeten zijn geregeld.

WET IN FORMELE ZIN Een wet in formele zin is een wet die door de regering én de Tweede Kamer én de Eerste Kamer gezamenlijk is vastgesteld, zie artikel 81 van de Grondwet. Het soort belastingen waar het hierover gaat, moet dus door de regering, de Tweede Kamer én de Eerste Kamer gezamenlijk worden vastgesteld.

VASTSTELLEN De regering heeft het Belastingplan 2025 gemaakt. De regering heeft dus ook een wetsvoorstel gemaakt waarin het Belastingplan 2025 is opgenomen. Dat wetsvoorstel is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer. Pas nadat de Tweede Kamer het heeft aangenomen gaat het naar de Eerste Kamer. Pas nadat ook de Eerste Kamer het heeft aangenomen kan het wetsvoorstel als wet worden vastgesteld. Pas dan kan de hogere btw op sport, cultuur, media en logies worden ingevoerd. Dat kan dus niet als de Tweede Kamer of de Eerste Kamer het wetsvoorstel niet aannemen maar verwerpen.   

AMENDEMENT De Tweede Kamer heeft het recht van amendement, zie artikel 84 Grondwet. Dat betekent dat de Tweede Kamer een wetsvoorstel mag wijzigen (amenderen). Deze Kamer mag dus een wetsvoorstel gewijzigd aannemen. Zo zou de Tweede Kamer het Belastingplan 2025 zo mogen wijzigen dat de btw-verhoging op sport, cultuur, media en logies wordt geschrapt, en de rest van het Belastingplan 2025 wordt aangenomen. Dan zou de btw op sport, cultuur, media en logies hetzelfde blijven als de afgelopen jaren, terwijl alle andere maatregelen uit het belastingplan wél doorgaan.

REGEERAKKOORD Het ligt echter niet voor de hand dat de Tweede Kamer die wijziging aanbrengt. De btw-verhoging staat namelijk in het regeerakkoord dat de vier coalitiepartijen met elkaar hebben gesloten. Die vier partijen – BBB, NSC, VVD en PVV – bezitten in de Tweede Kamer een meerderheid. Hun gezamenlijke wil is in deze Kamer dus wet.  

SENAAT Nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen, gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer. De politieke verhoudingen in de Eerste Kamer zijn anders dan in de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer hebben de vier coalitiepartijen namelijk geen meerderheid. Zij hebben daarin dertig zetels, terwijl de Eerste Kamer uit vijfenzeventig Kamerleden bestaat. En als ik het goed zie, is een meerderheid van de Eerste Kamer tégen de btw-verhoging. De Eerste Kamer wordt ook wel senaat genoemd.

VERWERPEN Anders dan de Tweede Kamer zou de (meerderheid van de) Eerste Kamer dus wél de btw-verhoging willen schrappen. Er is echter een probleem: de Eerste Kamer heeft anders dan de Tweede Kamer geen recht van amendement. De Eerste Kamer mag een wetsvoorstel alleen maar aannemen of verwerpen.

LOSKOPPELEN Daarom heeft de Eerste Kamer de regering gevraagd om de btw-verhoging los te koppelen van het Belastingplan 2025 en in een apart wetsvoorstel op te nemen. Dan zou de Eerste Kamer het wetsvoorstel waarin die btw-verhoging na loskoppeling is opgenomen kunnen verwerpen, en de rest van het Belastingplan 2025 kunnen aannemen. Maar zoals uit de inleiding tot dit blog al bleek: daar wil de regering niet aan. Als de regering dit standpunt handhaaft, is het de vraag of de btw-verhoging voor de Eerste Kamer belangrijk genoeg is om het hele Belastingplan 2025 te verwerpen. Zo ja, dan komt er geen btw-verhoging op sport, cultuur, media en logies. Maar dan komen de andere maatregelen uit het Belastingplan 2025 – waarmee (een meerderheid van) de Eerste Kamer misschien wel kan instemmen – er evenmin.

Mr. Leon

Volgend blog op vrijdag 8 november!

Hardere asielmaatregelen van het kabinet-Schoof

VRIJDAG 11 OKTOBER 2024 Het kabinet wil asielmaatregelen mogelijk maken die harder zijn dan de Vreemdelingenwet toelaat, zoals het afschaffen van de asielvergunning voor onbepaalde tijd en het schrappen van de mogelijkheid tot nareis van meerderjarige kinderen. Die hardere asielmaatregelen komen dus niet in de Vreemdelingenwet te staan. Waarin komen zij dan wél te staan? 

IN FORMELE ZIN De Vreemdelingenwet is een wet die is vastgesteld door de regering, de Tweede Kamer en de Eerste Kamer gezamenlijk, zie artikel 81 Grondwet. Zo’n wet is dus alleen maar tot stand gekomen omdat én de regering én de Tweede Kamer én de Eerste Kamer daarmee hebben ingestemd. Juristen noemen zo’n wet een wet in formele zin.

DEMOCRATISCH Een wet in formele zin is een wet die democratisch tot stand is gekomen, want de wet is in het parlement besproken en het parlement heeft er uiteindelijk mee ingestemd.

WIJZIGINGEN De Vreemdelingenwet geldt sinds 2001. Eigenlijk heet die wet trouwens Vreemdelingenwet 2000. Daarna zijn er bijna jaarlijks wijzigingen in aangebracht. Voor al die wijzigingen geldt dat én de regering én de Tweede Kamer én de Eerste Kamer daarmee hebben ingestemd. Ook al die wetswijzigingen zijn dus democratisch tot stand gekomen.

NAREIS In artikel 33 van de Vreemdelingenwet staat dat de minister bevoegd is de aanvraag tot het verlenen van een asielvergunning voor onbepaalde tijd in te willigen en in artikel 34 staat dat zo’n aanvraag slechts in bepaalde gevallen kan worden afgewezen. In artikel 29 van de Vreemdelingenwet is de mogelijkheid van nareis geregeld van iemand die een meerderjarig kind is van iemand die al in bezit is van een asielvergunning.

AMvB In het regeerprogramma van 13 september staat dat het kabinet-Schoof asielmaatregelen wil gaan nemen die harder zijn dan de huidige Vreemdelingenwet toelaat. Het kabinet wil die hardere asielmaatregelen niet (laten) vaststellen door wijziging van de Vreemdelingenwet, maar door een of meer algemene maatregelen van bestuur (vaak afgekort tot amvb of AMvB).

PARLEMENT Voor de vaststelling van een algemene maatregel van bestuur is geen instemming nodig van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Algemene maatregelen van bestuur worden namelijk bij koninklijk besluit vastgesteld, zie artikel 89 van de Grondwet.

MINISTERRAAD Voor een algemene maatregel van bestuur is alleen nodig bespreking in en instemming van de ministerraad instemming. Dat betekent dat alleen de ministerraad bespreekt en besluit over wat er in zo’n algemene maatregel van bestuur komt te staan, zie artikel 4 van het Reglement van orde voor de ministerraad. De minister van Asiel en Migratie – Marjolein Faber – stelt een ontwerp op en de ministerraad besluit of ze daarmee instemt, al dan niet na het aanbrengen van wijzigingen.

BUITENGEWOON Een algemene maatregel van bestuur wordt ook wel geschreven als Algemene Maatregel van Bestuur. Een AMvB die afwijkt van een wet in formele zin is niet democratisch tot stand gekomen. Dat betekent echter nog niet dat zo’n AMvB onrechtmatig is tot stand gekomen. Of hij onrechtmatig is tot stand gekomen hangt er hier namelijk o.a. van af of buitengewone omstandigheden het noodzakelijk maakten dat in plaats van een wetswijziging in formele zin zo’n AMvB tot stand kwam, zie artikelen 110 en 111 Vreemdelingenwet. Er zijn geen aanwijzingen voor dat daarvan sprake is. Het ziet er dus naar uit dat de hardere asielmaatregelen die het kabinet per AMvB wil invoeren onrechtmatig zijn.       

Mr. Leon

Volgend blog op vrijdag 25 oktober.

Prinsjesdag in de Grondwet

VRIJDAG 27 SEPTEMBER 2024 Vorige week dinsdag was het Prinsjesdag: elk jaar de derde dinsdag van september waarop de Koninklijke stoet door Den Haag gaat, de Koning de Troonrede houdt en de minister van Financiën de Miljoenennota en de Rijksbegroting van volgend jaar aanbiedt. Wat staat er in de Grondwet over Prinsjesdag?

STOET De Koninklijke stoet bestaat uit de Koning en de Koningin die in de Glazen Koets zitten, andere leden van de koninklijke familie, medewerkers in dienst van het Koninklijk Huis en militairen, waarvan er velen te paard. Dit Koninklijk gezelschap rijdt van Paleis Noordeinde naar de Koninklijke Schouwburg. In de Grondwet is hierover niets geregeld.

TROONREDE In de Koninklijke Schouwburg wordt de Troonrede uitgesproken. De Troonrede is een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid. Het wordt uitgesproken in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal. Dat is een vergadering van de Eerste en Tweede Kamer gezamenlijk, zie artikel 51 Grondwet. Voor de verenigde vergadering op Prinsjesdag zijn niet alleen alle leden van de Tweede en Eerste Kamer uitgenodigd, maar ook veel andere hoogwaardigheidsbekleders. Belangrijkste agendapunt van deze vergadering is de Troonrede. De Troonrede wordt uitgesproken door de Koning persoonlijk.

UITEENZETTING  In de Grondwet staat in artikel 65 over de Troonrede: Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven.

DOOR of NAMENS Volgens de Grondwet mag dus ook iemand anders dan de Koning de jaarlijkse Troonrede uitspreken. Koningin Beatrix (1980 – 2012) heeft ze echter allemaal zelf uitgesproken, net als Koning Willem-Alexander.

BIJ DE WET Volgens de Grondwet mag Prinsjesdag – althans de Troonrede – dus nooit later dan op de derde dinsdag van september worden gehouden. Wel eerder, maar dan moet dat in een wet zijn bepaald. Er is geen wet waarin dat is bepaald. Dus moet de Troonrede op de derde dinsdag van september worden gehouden. Dat was dit jaar op 17 september.

KOFFERTJE De minister van Financiën biedt later die dag de Miljoenennota en de Rijksbegroting voor het volgende kalenderjaar aan. Die stukken zitten in het bekende koffertje. Hij biedt ze aan in een vergadering van de Tweede Kamer. Met andere woorden: hij dient ze in bij de Tweede Kamer. De Tweede Kamer vergadert later die dag op haar vaste vergaderlocatie, niet ver van de Koninklijke Schouwburg vandaan. De verenigde vergadering is dan natuurlijk al lang gesloten.

RIJKSBEGROTING In de Grondwet staat over deze presentatie in artikel 105: Jaarlijks worden voorstellen van algemene begrotingswetten door of vanwege de Koning ingediend op het in artikel 65 bedoelde tijdstip.

VOORSTEL Helemaal juist spreekt deze grondwetsbepaling over de voorgestelde begroting. Het is slechts een voorstel: er is nog goedkeuring nodig van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer, zie artikel 105 Grondwet. De Tweede Kamer mag er zelfs wijzigingen in aanbrengen, net als in alle andere wetsvoorstellen, zie artikel 84 Grondwet.

DOOR of VANWEGE Volgens artikel 105 Grondwet – dankzij de woorden ‘door de koning’ – zou het ook de Koning zelf mogen zijn die de Rijksbegroting voor volgend jaar indient bij de Tweede Kamer. Dat zou trouwens niet zo heel vreemd zijn: de Koning dient alle andere wetsvoorstellen namelijk wél zelf in. Al worden al die andere wetsvoorstellen natuurlijk niet persoonlijk door de Koning bezorgd bij de Tweede Kamer – vorig jaar werden er 235 wetsvoorstellen ingediend! – maar ze worden wel door hem gestuurd naar de Tweede Kamer. In de parlementaire stukken heet dat de Koninklijke Boodschap. Met de Rijksbegroting gebeurt dat echter niet. Die wordt ingediend door de minister van Financiën. De Rijksbegroting wordt dus niet ‘door de Koning’ ingediend, maar ‘vanwege de Koning’. En de minister komt hem wél persoonlijk bezorgen. Moet dat eigenlijk per se de minister van Financiën zijn of mag het ook een ander zijn?   

COMPTABILITEITSWET Het antwoord op die vraag staat niet in de Grondwet maar kan worden afgeleid uit een andere wet: de Comptabiliteitswet 2016. In artikel 2.23 van die wet staat namelijk in het eerste lid: Wij dienen de voorstellen van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten op de derde dinsdag van september van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar bij de Tweede Kamer in.

MANDAAT Wie is hier ‘wij’? Ik denk dat hiermee elke minister en staatssecretaris wordt bedoeld. Alleen of gezamenlijk met andere bewindspersonen. Waarom is het dan toch altijd de minister van Financiën en alleen die minister? Dat kan worden afgeleid uit het tweede lid van datzelfde artikel 2.23. Hierin staat namelijk: In afwijking van het eerste lid kunnen Wij Onze Minister van Financiën machtigen de voorstellen van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen. Inderdaad is de minister van Financiën daartoe gemachtigd. Het is niet zo dat daarvoor elk jaar een nieuwe machtiging wordt afgegeven. Er is namelijk begin jaren negentig een doorlopende machtiging afgegeven; dat besluit is niet gepubliceerd. Een ander woord voor machtiging is mandaat.

ATTRIBUTIE Voor de Miljoenennota is het anders geregeld dan voor de rijksbegroting. Dat volgt uit het derde lid van artikel 2.23. Daarin staat: Onze Minister van Financiën biedt op de dag van de indiening van de voorstellen van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten de Miljoenennota aan de Staten-Generaal aan. Hieruit volgt dat alleen de minister van Financiën de Miljoenennota mag indienen. Alleen hij mag dat omdat de wet alleen hem die bevoegdheid geeft. Als een bevoegdheid in de wet wordt gegeven, spreken we van attributie.

BRONNEN Behalve bovenstaande bepalingen uit Grondwet en Comptabiliteitswet zijn geraadpleegd website Nederland rechtsstaat; website kenniscentrum voor beleid en regelgeving; website Koninklijk Huis; website Tweede Kamer (Staat van de Kamer 2023); Wikipedia (Troonrede).

Mr. Leon

Volgend blog op vrijdag 11 oktober

Vicepremiers in het kabinet-Schoof

VRIJDAG 13 SEPTEMBER 2024 Het kabinet-Schoof bestaat uit 16 ministers. Een daarvan is naast minister ook premier (minister-president) en vier daarvan zijn naast hun ministerschap ook vicepremier. Hoe word je vicepremier en wat mag een vicepremier doen?

KB (1) Je wordt vicepremier doordat je per koninklijk besluit tot vicepremier wordt benoemd. Dit koninklijk besluit moet worden ondertekend door de koning en de minister-president, zie artikelen 47 en 48 Grondwet

VIER Op 2 juli jl. zijn de ministers Fleur Agema (PVV), Sophie Hermans (VVD), Eddie van Hijum (NSC) en Mona Keijzer (BBB) op die manier tot vicepremier benoemd, zie de Staatscourant van 4 juli jl. Elke coalitiepartij in het kabinet-Schoof levert dus één vicepremier.

GRONDWET In de Grondwet worden minister-president (premier), ministers en staatssecretarissen genoemd. Hierin wordt ook omschreven wat ze mogen doen. Zo staat in artikel 45 dat de minister-president voorzitter is van de ministerraad. In artikel 44 staat dat een minister leiding geeft aan een ministerie (al zijn er ook ministers die dat niet doen). In artikel 46 staat dat de staatssecretaris mag optreden als plaatsvervanger van de minister. Daarentegen wordt de vicepremier niet eens genoemd in de grondwet, laat staan dat hierin staat wat ie mag doen. Is er ergens anders geregeld wat een vicepremier mag doen?

KB (2) Ja. Dat is o.a. gebeurd in het Besluit houdende vervangingsregeling in geval van tijdelijke afwezigheid van een minister (staat o.a. in Staatscourant van 4 juli). Ook dit is trouwens een koninklijk besluit. Daarin staat dat zij (of hij) de minister-president (premier) vervangt als die tijdelijk afwezig is, bijvoorbeeld door ziekte. Als een van de volgende marathons die Dick Schoof gaat lopen net iets te veel van zijn krachten zou vergen en hij daardoor van de dokter enkele weken absolute rust moet rusten en in die periode beslist niet aan het werk mag, dan zal hij worden vervangen door een van de vier vicepremiers. Die zal dan al zijn taken gaan uitvoeren. In Nederland. In Brussel. In de ministerraad. In de Tweede Kamer. In de media. Enzovoort. Juridisch gezien mag hij of zij dat dan naar eigen inzicht doen. Welke vicepremier van het huidige kabinet zal hem gaan vervangen?     

AGEMA Het kabinet-Schoof heeft immers – zoals hierboven bleek – vier vicepremiers: de ministers Agema, Hermans, Hijum en Keijzer. Gaat de voltallige ministerraad bepalen wie van hen het wordt? Gaan die vier ministers dat onderling bepalen? Gaan ze elk een deel van de afwezigheidsperiode van Schoof voor hun rekening nemen? Nee, niets van dit alles. Wie het wordt is namelijk al bij voorbaat in het laatstgenoemde koninklijk besluit vastgelegd. Het wordt namelijk Fleur Agema van de PVV. Zij is de zogenoemde eerste vicepremier. Als een kabinet meer vicepremiers heeft, dan levert de grootste coalitiepartij de eerste vicepremier.

HERMANS Als ook de eerste vicepremier net in die periode zelf tijdelijk afwezig is, dan wordt de premier vervangen door de tweede vicepremier. De tweede vicepremier is Sophie Hermans van de VVD, want de VVD is in grootte de tweede coalitiepartij. Enzovoort. Enzovoort.

MINISTERRAAD Een van de taken van een premier is het voorzitten van de ministerraad, zie ook artikel 2 van het Reglement van Orde voor de ministerraad. Fleur Agema zal dus het voorzitterschap van de ministerraad op zich gaan nemen. Een premier hoeft trouwens niet ziek te zijn om zich te laten vervangen in de ministerraad. Zo liet de begin dit jaar overleden Dries van Agt zich daarin meer dan eens om andere redenen vervangen door zijn vicepremier Hans Wiegel. Van Agt was eind jaren 70 en begin jaren 80 premier.           

BRONNEN Naast bovengenoemde grondwetsbepalingen en koninklijke besluiten is geraadpleegd: De Minister-President: Aanjager van Noodzakelijk Beleid, door J. Th. J. van den Berg in: Ministers en Ministerraad (red. R.B. Andeweg), Sdu: 1990. 

Mr. Leon

Volgende bijdrage op vrijdag 27 september.

Heeft Marjolein Faber de discretionaire bevoegdheid?

VRIJDAG 30 AUGUSTUS 2024 Het ministerie van Asiel en Migratie heeft gezegd dat de minister (Marjolein Faber) niet beschikt over de discretionaire bevoegdheid en dat ze daarom geen verblijfsvergunning kan verlenen aan de eind juli uitgeprocedeerde 11-jarige jongen met Armeense nationaliteit (Mikael) die echter zijn hele leven in Nederland heeft gewoond. Wat houdt die discretionaire bevoegdheid in en beschikt de minister er echt niet over?

SCHRIJNEND De discretionaire bevoegdheid houdt in dat een verblijfsvergunning kan worden verleend als de aanvrager zich in een schrijnende situatie bevindt. Zo staat het in de wet; die wet is hier artikel 3.6ba van het Vreemdelingenbesluit 2000.

BELEIDSVRIJHEID In het geval van een schrijnende situatie kán dan een verblijfsvergunning worden afgegeven. De overheid is vrij om naar eigen inzicht al dan niet een verblijfsvergunning af te geven als het oordeelt dat sprake is van een schrijnende situatie. Die vrijheid is natuurlijk niet onbegrensd. Men spreekt van beleidsvrijheid. 

BEOORDELINGSVRIJHEID In het geval van een schrijnende situatie gaat de beleidsvrijheid samen met veel beoordelingsvrijheid. Want wat is een schrijnende situatie? Wanneer is daarvan sprake? De combinatie van (grote) beleidsvrijheid en beoordelingsvrijheid zorgt ervoor dat de bevoegdheid om in dit geval een verblijfsvergunning te verlenen zelfs zeer discretionair is.

DG IND? Maar wie bij de overheid beschikt over deze zeer discretionaire bevoegdheid? Volgens de minister is dat de (directeur-generaal van de) Immigratie- en Naturalisatiedienst, meestal afgekort tot IND. De IND is onderdeel van een ministerie. De mensen die er werken zijn ambtenaren. De directeur-generaal is er de hoogste ambtenaar.

DE MINISTER? Heeft de minister gelijk? In de wet staat niet alleen wat de bevoegdheden zijn maar ook wie ze heeft. Staat in de wet dat de (directeur-generaal van de) IND de discretionaire bevoegdheid heeft en er aldus over kan beschikken?  Het is niet uitgesloten dat in de wet staat dat een ambtenaar over een bevoegdheid beschikt. Zo staat er in de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat een belastinginspecteur belastingaanslagen mag vaststellen, zie artikel 11 van die wet. Er is echter geen wet waarin staat dat de (directeur-generaal van de) IND beschikt over de discretionaire bevoegdheid. Wie beschikt daar dan wel over volgens de wet? Volgens de Vreemdelingenwet 2000 is dat de minister, zie artikel 14.  

DELEGATIE? Nu is het zo dat een minister zijn wettelijke bevoegdheden soms mag overdragen aan een ander. Overdracht van een bevoegdheid wordt ook wel delegatie genoemd. De ander aan wie een bevoegdheid wordt overgedragen kan dan beschikken over die bevoegdheid, en doet dat op eigen verantwoordelijkheid, zie artikel 10:13 Algemene wet bestuursrecht. De overdrager beschikt zelf niet meer over die bevoegdheid, zie artikel 10:17 van diezelfde wet. Als de discretionaire bevoegdheid is overgedragen aan de directeur-generaal van de IND, dan zou de minister toch gelijk hebben als ze zegt dat ze niet meer over deze bevoegdheid beschikt.

ONDERGESCHIKTE! Overdracht oftewel delegatie is echter maar heel soms toegestaan. Zo is het verboden aan ondergeschikten, zie artikel 10:14. De directeur-generaal van de IND is een ondergeschikte van de minister. Dus is overdracht van de discretionaire bevoegdheid aan de directeur-generaal of iemand anders die bij de IND werkt niet toegestaan.

MANDAAT De directeur-generaal heeft de discretionaire bevoegdheid dus niet omdat dit zo in de wet staat. Evenmin omdat de minister de bevoegdheid heeft gedelegeerd. Heeft de minister dus ongelijk? Ja en nee: want de minister heeft de directeur-generaal de discretionaire bevoegdheid gemandateerd! Mandaat is wél mogelijk aan ondergeschikten, zie artikel 10:1 Algemene wet bestuursrecht en volgende.

NAMENS Wie gemandateerd is om een besluit te nemen, hier dus de directeur-generaal van de IND die besluit over het al dan niet afgeven van een verblijfsvergunning in verband met een schrijnende situatie, neemt dat besluit namens de mandaatgever, zie artikel 10:1 Algemene wet bestuursrecht. De mandaatgever is hier de minister. De directeur-generaal neemt dat besluit dus namens de minister. Dit besluit geldt als het besluit van de minister, zie artikel 10:2. De minister is dan ook verantwoordelijk voor het besluit!

ZELF (1) Bovendien mag de mandaatgever de gemandateerde bindende instructies geven, niet alleen algemene maar ook instructies per geval, zie artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht. Ook blijft de mandaatgever bevoegd om het besluit zelf in plaats van de gemandateerde te nemen, zie artikel 10:7.

MIKAEL Nu is het zo dat de directeur-generaal van de IND het besluit inzake Mikael al lang geleden heeft genomen. Voor dát besluit kan de nieuwe minister de directeur-generaal dus geen instructies meer geven. Ze kan dat besluit daardoor natuurlijk evenmin zelf nemen.

ZELF (2) Gisteren stond in de krant dat de advocaat van Mikael afgelopen dinsdagavond een nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning heeft ingediend. De minister mag tijdens de behandeling van deze aanvraag alsnog instructies geven aan de directeur-generaal of de directeur-generaal laten weten dat ze over (de toetsing aan de schrijnende situatie bij) die aanvraag zelf wil beslissen.     

BRONNEN Wetsartikelen Vreemdelingenwet 2000 en Vreemdelingenbesluit 2000; NRC 2 augustus en 29 augustus; mr. M.J.M. Ristra-Peeters: Afschaffing discretionaire bevoegdheid staatssecretaris/Een ongelukkige deal, in Asiel en Migrantenrecht 2021; uitspraak van de (afdeling Bestuursrechtspraak van de) Raad van State 31 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3109; H.E. Bröring en K.J. de Graaf, Bestuursrecht Deel 1, Den Haag: Boom juridisch, 2019.

Mr. Leon

Over twee weken is er weer nieuwe bijdrage!

Onderraden van het kabinet-Schoof

VRIJDAG 16 AUGTUSTUS 2024 (aangepast op 20 augustus) Vandaag komt de ministerraad weer bijeen. De laatste keer was op 12 juli. De ministerraad is niet de enige vergadering van ministers. Er zijn namelijk ook onderraden. Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten?

MEER Er kan maar één ministerraad zijn, terwijl het aantal onderraden niet is vastgelegd. Momenteel zijn er elf onderraden.

NIET ALLES De ministerraad gaat over al het algemene regeringsbeleid, artikel 4 Reglement van orde voor de ministerraad. Een onderraad gaat over bepaalde delen van het algemene regeringsbeleid, artikel 17 Reglement van orde voor de ministerraad.

VIJFHOEK Zo is er de Raad Fysieke Leefomgeving (RFL), de Raad Europese Aangelegenheden (REA), de Raad Asiel en Migratie (RAeM) en de Vijfhoek. De Vijfhoek gaat o.a. over de algemeen financiële, macro-economische en sociaaleconomische besluitvorming. (Toevoeging 20 augustus: Volgens de laatste editie van het Blauwe boek (handboek voor bewindspersonen) – afgelopen maand uitgebracht – wordt de Vijfhoek in het kabinet-Schoof vervangen door de Vierhoek.)

NIET ALLEN Alle ministers zijn vaste leden van de ministerraad, artikel 2 Reglement van orde voor de ministerraad. Dat is niet het geval bij een onderraad. Slechts een klein aantal ministers is vast lid van dezelfde onderraad. De ministerraad beslist welke ministers dat zijn, artikel 17 Reglement van orde voor de ministerraad. Een minister kan vast lid zijn van meerdere onderraden. 

RAeM Zo bestaat REA uit dertien vaste ministers, RFL uit twaalf vaste ministers, RAeM uit elf vaste ministers en de Vijfhoek bestaat uit vijf vaste ministers. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bijvoorbeeld is bij alle vier een vast lid. Ministers die geen vast lid zijn, mogen de onderraadvergaderingen trouwens wél bijwonen. Zij hebben dan dezelfde rechten als de vaste leden, artikel 20 Reglement van orde voor de ministerraad.  (Toevoeging 20 augustus: Sommige onderraden mogen ministers die geen vast lid zijn alleen op uitdrukkelijke uitnodiging bijwonen, zie het Blauwe boek.)

OOK 1 STEM Elke minister die een onderraadsvergadering bijwoont – al dan niet als vast lid – mag daarin het woord voeren en een stem uitbrengen, en ze hebben allemaal één stem, artikel 11 Reglement van orde voor de ministerraad. De minister-president is van elke onderraad lid en voorzitter, artikel 18 Reglement van orde voor de ministerraad. Bij het staken van stemmen is zijn stem beslissend, artikel 11 Reglement van orde voor de ministerraad. 

OOK BESLISSEN Stemmen? Ja, want een onderraad kan niet alleen aangelegenheden voor de ministerraad voorbereiden maar hij kan ook beslissingen nemen, artikel 17 Reglement van orde voor de ministerraad. Wél is er altijd goedkeuring nodig van de ministerraad voor de besluitenlijst van een onderraad, artikel 22 Reglement van orde voor de ministerraad. Die goedkeuring zal eerder worden verleend bij unanimiteit in de onderraad, zie ook de Algemene aanwijzingen inzake aangelegenheden van de ministerraad en onderraden

OOK BESLUITENLIJST? De besluitenlijst van een onderraad is niet openbaar. De besluitenlijst van de ministerraad is dat wel. Op de besluitenlijsten van de wekelijkse ministerraden van afgelopen juni staat de goedkeuring van de beslissingen van de onderraden steeds vermeld onder een van de laatste agendapunten. Die beslissingen worden daarin ‘conclusies’ genoemd en hun goedkeuring wordt daarin aangeduid met ‘aangenomen’. De onderraden staan onder hun afkorting vermeld. 

COMMISSIES Er zijn niet alleen onderraden maar ook commissies die uit een beperkt aantal ministers bestaan. Zij mogen geen beslissingen nemen, artikel 25 Reglement van orde voor de ministerraad. Op de site van de rijksoverheid worden commissies ‘ministeriële overleggen’ genoemd. Zo is er een ministeriële commissie Groningen (MCG) en een ministeriële commissie Publieke Dienstverlening (MCPD).

Mr. Leon

Volgende bijdrage over twee weken.

Landgoed gesloten na wolvenbeet

VRIJDAG 2 AUGUSTUS 2024 Het Utrechtse landgoed Den Treek is twee weken geleden op last van de provincie grotendeels gesloten voor publiek (miljoen bezoeker per jaar), omdat een wolf een scholiere had gebeten tijdens een georganiseerde wandeling in het gebied. Het alternatief – de wolf verwijderen – is wettelijk niet geoorloofd, vanwege de hoge Europeesrechtelijke beschermingsstatus van het dier. Wat houdt die beschermingsstatus in en welke andere grote wilde zoogdieren in ons land hebben ook zo’n status?

HABITATRICHTLIJN De Europeesrechtelijke bescherming van de wolf – wetenschappelijke naam Canis lupus – is geregeld in de Habitatrichtlijn. Zo wordt deze richtlijn meestal aangeduid. De officiële naam is de Richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Het is een richtlijn van de Europese Unie, en bestaat al sinds 1992.

VANGEN NOCH DODEN De bescherming die deze dieren krijgen in de richtlijn wordt strikte bescherming genoemd. In artikel 12 van de richtlijn staat waaraan strikte bescherming moet voldoen. Lidstaten – waaronder Nederland – moeten de nodige maatregelen treffen, zoals het instellen van een aantal verboden. Zo moet het in elke lidstaat verboden zijn om individuele dieren van deze soorten opzettelijk te doden of te vangen. Ze mogen ook niet opzettelijk worden verstoord, vooral niet tijdens de perioden van voortplanting en ouderlijke zorg, overwintering en trek. Evenzeer moet het verboden zijn om voortplantings- of rustplekken te vernielen of te beschadigen. In Nederland stonden deze verboden tot voor kort in de Wet natuurbescherming. Sinds 1 januari jl. bestaat deze wet niet meer en staan ze in de Omgevingswet.

BIJLAGE De diersoorten die volgens de Habitatrichtlijn strikte bescherming moeten krijgen staan vermeld in een bijlage. De richtlijn heeft vijf bijlagen. De bijlage waar het hier omgaat is de vierde (bijlage IV) en de diersoorten waar het hier om gaat staan onder letter a van de bijlage IV. 

BEVER Bekend van zijn burchten en dammen. Komt o.a. voor in de Biesbosch.   

OTTER Uitstekende zwemmer. Komt vooral voor in het Noordoosten van ons land, maar niet erg talrijk.

WILDE KAT Wordt af en toe waargenomen in Noord-Brabant en Limburg.

LYNX In de laatste decennia af en toe waargenomen in Limburg en Gelderland. Was in ons land vanaf eind negentiende eeuw decennialang uitgestorven (dezelfde tijd waarin de wolf uit ons land verdween).  

VLEERMUIS Sommige soorten vleermuizen hebben strikte bescherming, andere niet.

BRONNEN Geraadpleegde bronnen zijn de Habitatrichtlijn, de Omgevingswet, de (oude) Wet natuurbescherming, NRC van 23 juli en Wikipedia (‘bever, otter, wilde kat, lynx’).

Mr. Leon

Volgende keer is over twee weken.

In Frankrijk is het kabinet-Attal nu demissionair

VRIJDAG 19 JULI 2024 Het Franse kabinet is sinds afgelopen dinsdag demissionair. Het Nederlandse kabinet-Rutte IV was dat tot begin deze maand ook. Wat is hetzelfde en wat is anders?

AFFAIRES COURANTES  Zowel in Frankrijk als in ons land is niet helemaal duidelijk wat een demissionair kabinet mag doen. In Frankrijk mag het alleen nog maar lopende zaken afhandelen. In Nederland mag het doen wat het in het belang van het koninkrijk noodzakelijk acht. Allebei nogal vaag.

DÉMISSION Nadat de uitslag van de vervroegde verkiezingen van de Franse Tweede Kamer bekend was gemaakt, diende de minister-president – Gabriel Attal – en zijn kabinet ontslag in bij de president. Dat is Emmanuel Macron. In ons land bood minister-president Mark Rutte het ontslag van zijn kabinet aan de Koning aan (dat was in juli 2023). In ons land gaat het dus om een ontslagaanvraag; in Frankrijk gaat het om démission, om ontslagneming, zie artikel 8 Constitution.

IN OVERWEGING De Koning neemt vervolgens de ontslagaanvraag in overweging. Dat gebeurt praktisch meteen na de aanbieding ervan. Daarbij verzoekt hij de minister-president, ministers en staatssecretarissen al datgene te blijven doen, wat zij in het belang van het koninkrijk noodzakelijk achten. Vanaf datzelfde moment is het kabinet demissionair.

DÉMISSION (2) Attal en zijn kabinet namen op 9 juli jl. ontslag. Dat betekent echter niet dat zij sinds die dag minister af zijn. Sterker nog: ze bleven nog een hele week missionaire ministers zoals ze dat ook in de afgelopen maanden waren geweest.

ACCEPTER Pas een week later – afgelopen dinsdag – werd het kabinet-Attal demissionair. Omdat president Macron pas toen de ontslagneming aanvaardde. De president had er ook voor kunnen kiezen om daarmee nog langer te wachten. Staatsrechtelijk is hij daarin vrij. Het genomen ontslag is aanvaard, maar desondanks blijven minister-president en alle ministers aan het werk om de lopende zaken af te handelen. Dat is wat in Frankrijk een demissionair kabinet wordt genoemd.

CEREMONIEEL Het ontslag van het Nederlandse demissionair kabinet-Rutte was op 2 juli. Op die dag werd het kabinet-Schoof benoemd en werd de ontslagaanvraag van minister-president Rutte en andere demissionaire ministers aanvaard. Pas op 2 juli zijn de minister-president en de andere ministers van Rutte-IV dus ontslagen. Een jaar later na hun indiening van de ontslagaanvraag. Zo’n ontslag gebeurt in de vorm van koninklijke besluiten. Er moet dus ook de handtekening van de Koning onder staan, zie artikel 48 Grondwet. Zijn ondertekening is noodzakelijk, maar hij zal niet weigeren om zijn handtekening te plaatsen onder de besluiten die de (beoogde) nieuwe minister-president hem voorlegt.

LIBERTÉ DE CHOIX Ook het kabinet-Attal zal demissionair blijven tot er een nieuw kabinet is benoemd. Dat wil zeggen: totdat de president een nieuwe minister-president en nieuwe ministers benoemt. Staatsrechtelijk mag de president benoemen wie hij wil als minister-president. Zijn handtekening onder het benoemingsbesluit is dus allesbehalve alleen maar ceremonieel. De president heeft meegedeeld dat hij wil afwachten hoe de politieke verhoudingen in de Assemblée nationale (de Franse Tweede Kamer) zich in de komende tijd ontwikkelen. Naar verluidt zou de benoeming van een nieuw kabinet best wel tot oktober op zich kunnen laten wachten: dat zou betekenen dat Frankrijk tijdens de Olympische Spelen die eind deze maand beginnen en tijdens de Paralympische Spelen die een maand later beginnen zijn huidige (demissionaire) kabinet-Attal behoudt.

BRONNEN Naast bovenstaande grondwetsartikelen zijn geraadpleegd online publicaties in dagblad Le Monde van 16 en 17 juli; P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018; www.rijksoverheid.nl, bericht van 7 juli 2023 Minister-president Rutte biedt ontslag aan van kabinet.

Mr. Leon

Over twee weken een nieuwe bijdrage.

De bordesfoto

VRIJDAG 5 JULI 2024 Het nieuwe kabinet is deze week geïnstalleerd. Afgelopen dinsdag was de bordesscène bij Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. De bordesscène is het fotomoment direct na installatie van alle nieuwe bewindslieden. De (bordes)foto stond de dag erna in alle kranten. Wie staan er op de bordesfoto?

DE KONING In het midden staat de Koning. Hij heeft kort daarvoor de ministers beëdigd. Ministers moeten namelijk bij de aanvaarding van hun ambt ten overstaan van de Koning een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering afleggen en trouw zweren of beloven aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt, zie artikel 49 Grondwet.

DE MINISTERS De Koning staat net als de anderen op de foto op de trappen voor Paleis Huis ten Bosch, zijn woonpaleis.  Om hem heen staan de ministers van het nieuwe kabinet. De minister-president staat naast hem. Het lijkt er trouwens op dat ze allemaal heel wat dichter bij elkaar staan dan op de bordesfoto van tweeënhalf jaar geleden, na de installatie van het kabinet-Rutte IV. Maar dat was dan ook nog tijdens de (laatste) coronalockdown (met het anderhalve meter gebod!). 

DE MINISTERRAAD De ministers vormen met elkaar de ministerraad, zie artikel 45 Grondwet. De ministerraad vergadert minstens eens per week, met als vaste vergaderdag de vrijdag, zie artikel 8 Reglement van Orde voor de ministerraad. De minister-president (Dick Schoof) is de voorzitter van de vergadering. De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid.

DE REGERING De ministerraad moet niet worden verward met de regering. De ministerraad bestaat uit alle ministers; anderen dan ministers kunnen er geen lid van zijn. Voor de regering gaat dit niet op. De regering kan weliswaar uit alle ministers bestaan, maar de regering kan ook uit slechts één of enkele ministers bestaan. Verder bestaat de regering niet alleen uit ministers, want ook de Koning is namelijk lid van de regering, zie artikel 42 Grondwet. Voor de bordesfoto bestaat de regering uit de Koning en alle ministers, maar in andere gevallen kan de regering bestaan uit de Koning en slechts een of enkele ministers.

STAATSSECRETARISSEN? Op de bordesfoto staat dus met andere woorden zowel de ministerraad mét de Koning als de regering. Wie niet op de foto staan, dat zijn de staatssecretarissen. Staatssecretarissen zijn namelijk geen lid van de ministerraad. Staatssecretarissen zijn in zoverre wél lid van de regering dat hij (of zij) koninklijke besluiten mag ondertekenen. Dat zijn besluiten van de regering waar de handtekening van de Koning en van een of meer ministers en/of staatssecretarissen onder moeten staan, zie artikel 47 Grondwet. Bijvoorbeeld het koninklijk besluit waarbij een burgemeester wordt benoemd.

REGERING en MINISTERRAAD Er zijn heel wat koninklijke besluiten waarover eerst in de ministerraad wordt vergaderd voordat ze worden ondertekend. Dat geldt bijvoorbeeld voor de benoeming van de burgemeester van een grotere stad, zie artikel 4 Reglement van Orde voor de ministerraad. Zo’n besluit wordt pas ondertekend nadat de ministerraad akkoord is gegaan. Pas dan zal de regering het koninklijk besluit van de burgemeestersbenoeming ondertekenen. In dit geval bestaat de regering uit de Koning en de minister van Binnenlandse Zaken. Anders dan de ministerraad vergadert de regering niet: Koning en minister vergaderen niet met elkaar over de burgemeestersbenoeming, zij plaatsen hun handtekening, en dat is het dan. Over de benoeming van de burgemeester voor een gemeente van minder dan 50.000 inwoners wordt niet eerst vergaderd in de ministerraad. De benoeming komt tot stand buiten de ministerraad om. Wél is ook hier de benoeming een koninklijk besluit dat door de regering wordt ondertekend. Ook in dit geval bestaat de regering uit de Koning en de minister van Binnenlandse Zaken.

KABINET? Tot zover de Koning, de ministers, de staatssecretarissen, de ministerraad en de regering. Maar wat is nu het kabinet? Het kabinet bestaat uit álle ministers en álle staatssecretarissen. De Koning maakt hier geen deel van uit. Het kabinet staat dus niet op de bordesfoto! Trouwens, net als de regering vergadert het kabinet niet. NB: in krant, op televisie en op sociale media worden de termen kabinet, regering en ministerraad abusievelijk vaak door elkaar gebruikt. Dat is jammer.

BORDES? De termen bordesscène en bordesfoto zijn ook problematisch. Volgens mij is een bordes namelijk een platform dat de trap onderbreekt. Ik kan op de foto niet goed zien of de trap van Paleis Huis ten Bosch een bordes heeft, maar de mensen op de bordesfoto’s staan sowieso niet op een bordes; zij staan namelijk gewoon op de treden van de trap.  

CONCLUSIE Op de bordesfoto staan alleen de ministerraad en de regering.

BRONNEN Naast bovengenoemde artikelen zijn geraadpleegd Wikipedia (bordesscène, Paleis Huis ten Bosch, bordes), Rijksoverheid.nl (Kabinet-Rutte IV beëdigd), P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018.

Mr. Leon

Volgend week weer een nieuwe bijdrage.