WOENSDAG
23 JANUARI 2019 Vandaag is het International Film Festival
Rotterdam (IFFR) begonnen. Het filmfestival dat films uit de hele
wereld vertoont, is er niet alleen voor het publiek, maar ook voor de
makers.Vorige week stond een groot interview in de krant met de
artistiek directeur, Bero Beyer. Beyer zegt daarin dat cineasten van
wie de film zijn (internationale) première beleeft op het festival,
een officiële uitnodiging ontvangen om daarbij aanwezig te zijn.
Sommige genodigden kunnen Nederland evenwel niet binnenkomen zonder
een visum. Wat is een visum? En wat zijn de visumregels?
Visum
Het visum waar het hierover gaat, geeft toegang tot Nederland en
daarna recht op kort verblijf in ons land. Men komt er dus mee langs
de douane en mag vervolgens korte tijd ons land bezoeken.
Sticker
Het visum moet worden aangevraagd bij het consulaat in het land waar
de aanvrager woont. Als daar geen Nederlands consulaat is, dan kan
het meestal bij het consulaat van een ander EU-land worden
aangevraagd. In uitzonderlijke gevallen kan een aanvraag ook aan de
grens gebeuren. De afgifte van het visum blijkt uit een (ingevulde)
sticker die in het paspoort wordt geplakt.
Doel
Uiteraard kan een visum ook worden geweigerd, bijvoorbeeld als de
aanvrager het doel en de omstandigheden van zijn verblijf in
Nederland niet genoeg heeft aangetoond. Dat doel moet uit documenten
blijken. Het doel van een filmmaker die het IFFR wil bezoeken kan
bijvoorbeeld blijken uit een officiële uitnodiging van het IFFR. Men
mag hier ook komen voor een heel ander doel, bijvoorbeeld een
zakenreis. Of een toeristisch doel, zoals een bezoek aan de
Keukenhof.
Duur
Het visum wordt voor hooguit drie maanden (90 dagen) verleend, maar
het kan ook voor een (veel) kortere periode worden verleend.
Paspoort
Een visum is nodig maar niet voldoende voor een kort verblijf hier te
lande. Men heeft daarvoor bijvoorbeeld ook een geldig paspoort nodig.
Het paspoort wordt afgegeven door het land waarvan men de
nationaliteit heeft.
EU
Bovenstaande regels voor het visum zijn regels van de EU. De EU heeft
deze regels gemaakt. Ze zijn gedeeltelijk overigens wel terug te
vinden in nationale regels. Diezelfde EU-regels gelden ook in de
meeste andere EU-landen. Ze gelden in alle EU-landen die deel
uitmaken van de zogenaamde Schengenzone, zoals Duitsland,
België en Frankrijk. Groot-Brittannië en Ierland maken geen deel
uit van de Schengenzone. Zij kunnen dus hun eigen visumregels maken.
Visumplichtige landen Niet elke buitenlandse bezoeker van ons land (of een ander Schengenland) heeft een visum nodig. Uiteraard is er geen visumplicht voor mensen met de nationaliteit van een ander Schengenland en evenmin voor Britten en Ieren. Er zijn echter nog veel meer landen waarvoor geen visumplicht geldt. Zo hebben ook Amerikanen (VS), Canadezen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders geen visum nodig voor een kort verblijf aan ons land. Datzelfde geldt voor mensen met de nationaliteit van Bosnië-Herzegovina, Servië, Oekraïne, Japan of Singapore. Russen zijn wel visumplichtig. Ook Chinezen, Indonesiërs, Surinamers, (mensen met de nationaliteit van) Papoea-Nieuw-Guinea, Zuid-Afrikanen, Marokkanen en Turken zijn dat. De geïnterviewde artistiek directeur van het IFFR vertelde over een Bengaalse cineast; ook voor hem geldt een visumplicht.
Olympische
Spelen Voor landen die de Olympische Spelen (of de
Paralympische Spelen) organiseren, gelden andere regels. Dat zijn
soepelere regels. Deelnemers aan de Spelen kunnen gemakkelijker een
visum krijgen. Frankrijk zal deze soepelere regels moeten toepassen
in 2024, als het de Olympische Zomerspelen organiseert. Ik weet niet
welke regels Groot-Brittannië in 2012 heeft gehanteerd; de
EU-visumregels golden hier in elk geval niet.
BRONNEN:
”Visum”
Artikel
1a Vreemdelingenwet luidt (gedeeltelijk): visum:
elk der visa voor toegang tot Nederland met het oog op verblijf van
niet langer dan 90 dagen, afgegeven door of vanwege een bevoegde
autoriteit als bedoeld in een bindend besluit van de Raad van de
Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of
van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, alsmede de onder b
en c bedoelde visa.
”Sticker”
Artikel
6 van de VERORDENING (EG) Nr. 810/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke
visumcode (Visumcode) luidt (gedeeltelijk): Een aanvraag wordt
onderzocht en er wordt over beslist door het consulaat van de
bevoegde lidstaat in het ambtsgebied waarvan de aanvrager legaal
woonachtig is.
Artikel
8 luidt (gedeeltelijk): Een lidstaat kan ermee instemmen een andere
lidstaat die op grond van artikel 5 bevoegd is, te vertegenwoordigen
voor het onderzoeken van aanvragen voor en de afgifte van visa namens
die lidstaat.
Artikel
35 luidt (gedeeltelijk): In uitzonderlijke gevallen kan een visum aan
een grensdoorlaatpost worden afgegeven indien aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Artikel
20 luidt (gedeeltelijk): Indien een aanvraag ontvankelijk is,
stempelt het bevoegde consulaat het reisdocument van de aanvrager af.
Het stempel komt overeen met het model als omschreven in bijlage III
en wordt in overeenstemming met de bepalingen van die bijlage
aangebracht.
Artikel
27 luidt : Bij het invullen van de visumsticker worden de verplichte
vermeldingen als omschreven in bijlage VII ingevuld en wordt tevens
het machineleesbare gedeelte ingevuld dat wordt omschreven in
ICAO-document 9303, deel 2.
Artikel
29 luidt (gedeeltelijk): De geprinte visumsticker met de gegevens als
bedoeld in artikel 27 en bijlage VII wordt in het reisdocument
aangebracht overeenkomstig de voorschriften van bijlage VIII.
”Doel”
Artikel
32 van de Visumcode luidt (gedeeltelijk): (…) wordt een visum
geweigerd: a) indien de aanvrager: i) een vals, nagemaakt of vervalst
reisdocument heeft overgelegd; ii) het doel en de omstandigheden van
het voorgenomen verblijf niet heeft aangetoond; (..)
Artikel
14 luidt (gedeeltelijk): Van aanvragers van een (..) visum wordt
verlangd dat zij het volgende verstrekken:
a)
documenten waaruit het doel van de reis blijkt; (..)
Bijlage
II van de Visumcode luidt (gedeeltelijk): De in artikel 14 bedoelde
bewijsstukken die door visumaanvragers dienen te worden verstrekt,
kunnen onder meer zijn:
A.
DOCUMENTEN WAARUIT HET DOEL VAN DE REIS BLIJKT
4.
voor reizen met het oog op politieke, wetenschappelijke, culturele,
sportieve of religieuze evenementen of om andere redenen:
—
uitnodigingen, toegangsbewijzen, inschrijvingen of programma’s,
(zo mogelijk) met vermelding van de naam van de uitnodigende
instantie en de duur van het verblijf dan wel enig ander geschikt
document waaruit het doel van het bezoek blijkt;
Bijlage
II luidt (gedeeltelijk): De in artikel 14 bedoelde bewijsstukken die
door visumaanvragers dienen te worden verstrekt, kunnen onder meer
zijn:
A.
DOCUMENTEN WAARUIT HET DOEL VAN DE REIS BLIJKT
1.
bij zakenreizen: (..)
3.
voor reizen in het kader van toerisme of met een privékarakter: (..)
”Duur”
Artikel
1a van de Vreemdelingenwet luidt (gedeeltelijk): visum:
elk der visa voor toegang tot Nederland met het oog op verblijf van
niet langer dan 90 dagen, afgegeven door of vanwege een bevoegde
autoriteit als bedoeld in een bindend besluit van de Raad van de
Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of
van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, alsmede de onder b
en c bedoelde visa.
”Paspoort”
Artikel
6 van de VERORDENING (EU) 2016/399 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de
overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) luidt
(gedeeltelijk): Voor een voorgenomen verblijf op het grondgebied van
de lidstaten van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180
dagen, waarbij voor iedere dag van het verblijf de 180 voorafgaande
dagen in aanmerking worden genomen, gelden voor onderdanen van derde
landen de volgende toegangsvoorwaarden:
a)
in het bezit zijn van een geldig reisdocument of van een document dat
de houder recht geeft op grensoverschrijding en dat aan de volgende
criteria voldoet:
i)
het is geldig tot minstens drie maanden na de voorgenomen datum van
vertrek uit het grondgebied van de lidstaten. In gemotiveerde
spoedeisende gevallen mag echter van deze verplichting worden
afgezien;
ii)
het is afgegeven in de voorafgaande tien jaar;
”Visumplichtige landen”
Artikel
4 van de VERORDENING (EU) 2018/1806 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde
landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen
in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen
waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld luidt
(gedeeltelijk): De onderdanen van de in de lijst van bijlage II
opgenomen derde landen zijn van de in artikel 3, lid 1, bedoelde
visumplicht vrijgesteld voor een verblijf van maximaal 90 dagen
binnen een periode van 180 dagen.
BIJLAGE
II LIJST VAN DERDE LANDEN WAARVAN DE ONDERDANEN BIJ OVERSCHRIJDING
VAN DE BUITENGRENZEN VAN DE LIDSTATEN VAN DE VISUMPLICHT ZIJN
VRIJGESTELD VOOR EEN VERBLIJF VAN MAXIMAAL 90 DAGEN BINNEN EEN
PERIODE VAN 180 DAGEN luidt (gedeeltelijk):
Australië
Bosnië-Herzegovina
Canada
Japan
Mexico
Nieuw-Zeeland
Servië
Singapore
Oekraïne
Verenigde
Staten
Heilige
Stoel
Venezuela
Artikel
3 luidt (gedeeltelijk): De onderdanen van de in de lijst van bijlage
I opgenomen derde landen dienen bij overschrijding van de
buitengrenzen van de lidstaten in het bezit te zijn van een visum.
BIJLAGE
I LIJST VAN DERDE LANDEN WAARVAN DE ONDERDANEN BIJ OVERSCHRIJDING VAN
DE BUITENGRENZEN VAN DE LIDSTATEN IN HET BEZIT MOETEN ZIJN VAN EEN
VISUM luidt (gedeeltelijk):
Bangladesh
China
Indonesië
Papoea-Nieuw-Guinea
Marokko
Rusland
Suriname
Turkije
Zuid-Afrika
”Olympische
Spelen”
Artikel
49 van de Visumcode luidt: Lidstaten die optreden als gastland voor
de Olympische of de Paralympische Spelen passen de bijzondere
procedures en voorwaarden van bijlage XI toe, die de afgifte van visa
vergemakkelijken.