VRIJDAG 11 OKTOBER 2024 Het kabinet wil asielmaatregelen mogelijk maken die harder zijn dan de Vreemdelingenwet toelaat, zoals het afschaffen van de asielvergunning voor onbepaalde tijd en het schrappen van de mogelijkheid tot nareis van meerderjarige kinderen. Die hardere asielmaatregelen komen dus niet in de Vreemdelingenwet te staan. Waarin komen zij dan wél te staan?
IN FORMELE ZIN De Vreemdelingenwet is een wet die is vastgesteld door de regering, de Tweede Kamer en de Eerste Kamer gezamenlijk, zie artikel 81 Grondwet. Zo’n wet is dus alleen maar tot stand gekomen omdat én de regering én de Tweede Kamer én de Eerste Kamer daarmee hebben ingestemd. Juristen noemen zo’n wet een wet in formele zin.
DEMOCRATISCH Een wet in formele zin is een wet die democratisch tot stand is gekomen, want de wet is in het parlement besproken en het parlement heeft er uiteindelijk mee ingestemd.
WIJZIGINGEN De Vreemdelingenwet geldt sinds 2001. Eigenlijk heet die wet trouwens Vreemdelingenwet 2000. Daarna zijn er bijna jaarlijks wijzigingen in aangebracht. Voor al die wijzigingen geldt dat én de regering én de Tweede Kamer én de Eerste Kamer daarmee hebben ingestemd. Ook al die wetswijzigingen zijn dus democratisch tot stand gekomen.
NAREIS In artikel 33 van de Vreemdelingenwet staat dat de minister bevoegd is de aanvraag tot het verlenen van een asielvergunning voor onbepaalde tijd in te willigen en in artikel 34 staat dat zo’n aanvraag slechts in bepaalde gevallen kan worden afgewezen. In artikel 29 van de Vreemdelingenwet is de mogelijkheid van nareis geregeld van iemand die een meerderjarig kind is van iemand die al in bezit is van een asielvergunning.
AMvB In het regeerprogramma van 13 september staat dat het kabinet-Schoof asielmaatregelen wil gaan nemen die harder zijn dan de huidige Vreemdelingenwet toelaat. Het kabinet wil die hardere asielmaatregelen niet (laten) vaststellen door wijziging van de Vreemdelingenwet, maar door een of meer algemene maatregelen van bestuur (vaak afgekort tot amvb of AMvB).
PARLEMENT Voor de vaststelling van een algemene maatregel van bestuur is geen instemming nodig van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Algemene maatregelen van bestuur worden namelijk bij koninklijk besluit vastgesteld, zie artikel 89 van de Grondwet.
MINISTERRAAD Voor een algemene maatregel van bestuur is alleen nodig bespreking in en instemming van de ministerraad instemming. Dat betekent dat alleen de ministerraad bespreekt en besluit over wat er in zo’n algemene maatregel van bestuur komt te staan, zie artikel 4 van het Reglement van orde voor de ministerraad. De minister van Asiel en Migratie – Marjolein Faber – stelt een ontwerp op en de ministerraad besluit of ze daarmee instemt, al dan niet na het aanbrengen van wijzigingen.
BUITENGEWOON Een algemene maatregel van bestuur wordt ook wel geschreven als Algemene Maatregel van Bestuur. Een AMvB die afwijkt van een wet in formele zin is niet democratisch tot stand gekomen. Dat betekent echter nog niet dat zo’n AMvB onrechtmatig is tot stand gekomen. Of hij onrechtmatig is tot stand gekomen hangt er hier namelijk o.a. van af of buitengewone omstandigheden het noodzakelijk maakten dat in plaats van een wetswijziging in formele zin zo’n AMvB tot stand kwam, zie artikelen 110 en 111 Vreemdelingenwet. Er zijn geen aanwijzingen voor dat daarvan sprake is. Het ziet er dus naar uit dat de hardere asielmaatregelen die het kabinet per AMvB wil invoeren onrechtmatig zijn.
Mr. Leon
Volgend blog op vrijdag 25 oktober.