Coronavirus in Nederland (II)

VRIJDAG 27 MAART 2020 Vorige week hebben de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s waarin Nederland is verdeeld noodverordeningen uitgevaardigd. In die noodverordeningen staan maatregelen, zoals het samenscholingsverbod en het verbod om restaurants en cafés open te hebben. Deze noodverordeningen zijn uitgevaardigd omdat de minister voor Medische Zorg hun een opdracht gaf in verband met de coronacrisis. Maar wie zijn het die de maatregelen uit deze noodverordeningen handhaven?

AANWIJZINGSBESLUIT Wie dat zijn, is geregeld in deze noodverordeningen en in zogenaamde aanwijzingsbesluiten, beide afkomstig van de voorzitters van de veiligheidsregio’s. Het gaat onder andere om de volgende functionarissen.

POLITIE Ten eerste zijn dat de politieambtenaren. Het gaat dan om politieambtenaren die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. Dat is bijvoorbeeld het blauw op straat. Politieambtenaren kunnen ook voor andere taken zijn aangesteld, zoals voor de uitvoering van technische en administratieve taken; zij zijn dan vooral op kantoor werkzaam. Iemand die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak kan zowel beroepspolitie als politievrijwilliger zijn. Beroepspolitie is een baan, politievrijwilliger is vrijwilligerswerk. Ze dragen hetzelfde uniform.

BOA Ten tweede zijn dat alle boa’s die bij een gemeente van de veiligheidsregio werken. Boa staat voor buitengewoon opsporingsambtenaar. Voorbeelden zijn de gemeentelijke marktmeesters, sociale rechercheurs van de gemeentelijke sociale dienst en medewerkers van het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht. In sommige veiligheidsregio’s zijn niet alle boa’s aangewezen als handhaver van de noodverordening.

STADSWACHT Ten derde zijn alle gemeentelijke toezichthouders aangewezen, of ze nu boa zijn of niet. Niet in alle veiligheidsregio’s is dat gebeurd. Een stadswacht is een voorbeeld van een gemeentelijke toezichthouder die geen boa hoeft te zijn. Veel stadswachten zijn trouwens wel boa en zijn dan sowieso aangewezen.

MARECHAUSSEE Ten vierde zijn ambtenaren van de Koninklijke marechaussee aangewezen. De marechaussee is geen onderdeel van politie of gemeente, maar van onze krijgsmacht. Marechaussee wordt wel vaker voor politietaken ingezet. Normaliter is dat bijvoorbeeld op Schiphol het geval.

(Mr. Leon)

Coronavirus in Nederland

VRIJDAG 20 MAART 2020 Het crisisberaad in het kabinet over het coronavirus heeft geleid tot overheidsmaatregelen waardoor – onder andere – samenkomsten met meer dan honderd personen verboden zijn en horeca en zwembaden hun deuren moeten sluiten. De redenen voor deze en andere maatregelen zijn bekend, maar wat is hun juridische achtergrond?

WET PUBLIEKE GEZONDHEID Naar aanleiding van het crisisberaad heeft de minister voor Medische Zorg een besluit genomen op basis van de Wet Publieke Gezondheid, dat is de opvolger van de Wet collectieve preventie volksgezondheid, Infectieziektenwet en Quarantainewet.

OPDRACHT Dit besluit hield zelf geen verbod of sluiting in. Het was een opdracht of aanwijzing aan de veiligheidsregio’s om zo’n verbod uit te vaardigen.

VEILIGHEIDSREGIO Nederland is verdeeld in vijfentwintig veiligheidsregio’s. Elke regio bestaat uit een aantal gemeenten. Sommige regio’s bestrijken alle gemeenten van een provincie, zoals de veiligheidsregio Groningen. Andere regio’s bestrijken slechts een deel van de provincie. Zo is Zuid-Holland verdeeld over vier veiligheidsregio’s: Haaglanden, Hollands Midden (o.a. Gouda), Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland-Zuid (o.a. Dordrecht).

VOORZITTER Het bestuur van een veiligheidsregio wordt gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Eén van hen is de vaste voorzitter; wie dat is, beslist de regering. De opdracht van de minister is niet zozeer aan het hele bestuur gegeven maar specifiek aan de voorzitter daarvan.   

NOODVERORDENING Dat was uiteraard geen vrijblijvend verzoek, maar een bindende opdracht, een aanwijzing, waaraan de voorzitter moet voldoen. Hij is verplicht om bepaalde maatregelen uit te vaardigen, zoals het verbod om horeca inrichtingen of zwembaden open te hebben en een verbod van samenkomsten met meer dan honderd personen; deze maatregelen gelden in alle gemeenten van de veiligheidsregio. Elke voorzitter heeft zijn maatregelen in de vorm van een noodverordening uitgevaardigd.

BURGEMEESTER Dit soort noodverordeningen zijn eigenlijk een burgemeestersbevoegdheid. Echter, voor rampen en crises zoals de coronacrisis gaat die bevoegdheid over naar de voorzitter van de veiligheidsregio. Noodverordeningen van burgemeesters werden bijvoorbeeld uitgevaardigd om te voorkomen dat er tijdens Oud en Nieuw auto’s worden gestookt op bepaalde plaatsen, of om mensen te weren die van plan zijn een verboden (tegen)demonstratie te houden.

SCHOLEN Niet alle getroffen overheidsmaatregelen zijn in noodverordeningen geregeld. Zo is bijvoorbeeld de sluiting van de scholen niet daarin geregeld.

(Mr. Leon)

Gezamenlijke lijst GroenLinks en PvdA

VRIJDAG 13 MAART 2020! Afgelopen weekend heeft veertig procent van de PvdA-leden zich op het partijcongres uitgesproken voor een gezamenlijke lijst met GroenLinks bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen, in 2021. Deze motie is dus verworpen. Bestuur en fractie zullen het niet erg vinden, want zij zijn geen voorstander van zo’n lijst, zo staat in de krant van afgelopen maandag te lezen. Maar wat als er toch een gezamenlijke lijst zou komen? En, is er eigenlijk een alternatief voor een gezamenlijke lijst, een alternatief dat minder ver gaat?

LIJST Alle politieke partijen die aan Tweede Kamerverkiezingen meedoen staan met hun kandidatenlijst op het stembiljet. Dat kan met een eigen lijst of een gezamenlijke lijst. De meeste partijen doen mee met een eigen lijst. Van de dertig partijen die bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen in 2017 meededen, hadden er slechts drie een gezamenlijke lijst, met elkaar. Hun gezamenlijke lijst heeft geen zetel gekregen. Het was lijst 27: MenS en Spirit / Basisinkomen Partij / V-R. Bij de verkiezingen van 2012 en 2010 was er geen enkele gezamenlijke lijst.

LIJSTNUMMER Elke kandidatenlijst krijgt van de overheid een nummer. Die overheid is hier de Kiesraad, een onafhankelijke instelling. De lijst die bij de vorige verkiezingen de meeste stemmen heeft gekregen, krijgt nummer 1. De lijst met de op één na meeste stemmen, krijgt nummer 2. En zo verder. Welk nummer krijgt een gezamenlijke lijst van twee partijen die bij de vorige verkiezingen hun eigen lijsten hadden? Dat kan heel goed een hoger nummer zijn dan de nummers die ze met eigen lijsten zouden krijgen. Daarvoor worden namelijk de stemmen die op beide lijsten werden uitgebracht bij elkaar opgeteld. De gezamenlijke lijst van PvdA en GroenLinks krijgt daarom nummer 2, tenzij ook andere partijen gezamenlijke lijsten aangaan. Met een eigen lijst zouden ze respectievelijk de nummers 7 en 5 krijgen!

LIJSTNAAM? Normaliter staat boven de kandidatenlijst de naam van de politieke partij. Welke naam staat er boven een gezamenlijke lijst? Dat mogen die partijen zelf bepalen. Ze kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om de namen van alle partijen te vermelden, of in plaats daarvan een nieuwe naam. Aannemelijk is dat PvdA en GroenLinks zouden kiezen voor hun beider namen.

GROENLINKS/PvdA? Maar welke partijnaam wordt dan als eerste genoemd? Wordt het PvdA/GroenLinks of GroenLinks/PvdA? Het is een belangrijke eerste stap voor partijen om tot een gezamenlijke kandidatenlijst te besluiten, maar daarna moeten nog tal van andere belangrijke besluiten genomen worden!

LIJSTTREKKER? Zo ook bijvoorbeeld over wie de officiële lijsttrekker wordt. Dat is de eerste kandidaat op de lijst, de kandidaat die nummer 1 op de gezamenlijke lijst heeft. Wordt dat Lodewijk Asscher of Jesse Klaver?

LIJSTVOLGORDE? En bijvoorbeeld ook over de volgorde van de overige kandidaten op de lijst. Die volgorde is belangrijk, want hoe hoger de plek op een lijst hoe groter de kans op een Kamerzetel. Dat werkt als volgt. De meeste kiezers brengen hun stem uit op de lijsttrekker, de nummer 1 van een lijst. Deze kandidaat krijgt daardoor veel meer stemmen dan nodig om Kamerlid te worden. Wat gebeurt er met de overige stemmen, de stemmen die hij niet nodig heeft? Die stemmen gaan naar de andere kandidaten: eerst krijgt de nummer 2 op de lijst al die overige stemmen, de stemmen die deze kandidaat niet nodig heeft voor een Kamerzetel gaan vervolgens naar de nummer 3 op de lijst. En zo verder tot er geen stemmen meer over zijn. Weliswaar kan de volgorde op de kandidatenlijst worden doorbroken, namelijk doordat een kandidaat heel veel voorkeursstemmen krijgt. Maar in de praktijk gebeurt het nauwelijks dat daardoor de lijstvolgorde doorbroken wordt. De lijstvolgorde is dus belangrijk, en het zijn de partijen die besluiten wat de volgorde is. Wordt besloten dat PvdA- en GroenLinks-kandidaten elkaar steeds afwisselen op de hele lijst? Of wordt bijvoorbeeld besloten dat er meer GroenLinks-kandidaten op de hogere plekken van de lijst staan, bijvoorbeeld omdat GroenLinks bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen de helft meer zetels haalde dan PvdA, respectievelijk veertien en negen?

LIJSTVERBINDING? Zoals gezegd, de PvdA wil (vooralsnog) geen gezamenlijke lijst met GroenLinks. Is er wellicht een minder vergaand (kiesrechtelijk) alternatief? Bij de vorige Tweede Kamerverkiezing, in 2017, was dat nog wel het geval: het aangaan van een lijstverbinding. Officieel heette lijstverbinding trouwens lijstencombinatie. Bij zo’n lijstverbinding gaan twee of meer kandidatenlijsten een officiële verbinding aan met elkaar. Op het stembiljet wordt duidelijk gemaakt welke lijsten met elkaar zo’n verbinding zijn aangegaan. GroenLinks en PvdA hebben dat bij de afgelopen drie Kamerverkiezingen gedaan, die van 2017, 2010 en 2012. In 2012 waren er vervroegde verkiezingen na de val van het kabinet Rutte I. Toen was het een lijstverbinding van drie partijen, want ook SP maakte ervan deel uit. Waarom ging men lijstverbindingen aan? Omdat het extra zetels kon opleveren. Dan bestond er namelijk een grotere kans om restzetels te krijgen. In de praktijk zijn er altijd restzetels te vergeven; bij de laatste Kamerverkiezingen waren er zelfs acht te vergeven. Partijen die al sinds jaar en dag aan verkiezingen deelnamen, zoals PvdA en GroenLinks, gingen natuurlijk niet zomaar een verbinding aan met een andere lijst. Met zo’n verbinding werd uiting gegeven aan een zekere sympathie voor elkaar, een belangrijk signaal aan de kiezer. Ook ChristenUnie en SGP zijn bij de laatste drie Kamerverkiezingen lijstverbindingen met elkaar aangegaan. Bij de volgende Kamerverkiezing in 2021 kan dat allemaal niet meer, want eind 2017 is de Kieswet aangepast om de lijstverbinding te schrappen. Ondanks tegenstemmen van GroenLinks, ChristenUnie en SGP; PvdA stemde in elk geval in de Eerste Kamer tegen.

(Mr. Leon)

Utrecht en de JA/JA-sticker

VRIJDAG 6 MAART 2020 Om papier en inkt te besparen wil de gemeente Utrecht dat huis-aan-huisbladen voortaan alleen bezorgd worden op adressen die een JA/JA-sticker op de brievenbus hebben. Dat heeft Utrecht zo geregeld in gemeentelijke verordeningen die daar sinds 1 januari gelden. Stadskrant Utrecht is zo’n huis-aan-huisblad. Sinds tientallen jaren valt het wekelijks in elke brievenbus, behalve in die met een NEE/NEE-sticker erop. De uitgeverij is vanwege deze nieuwe regelgeving naar de rechter gestapt. De rechter heeft vorige week uitspraak gedaan. Wat is er in de domstad aan vooraf gegaan en hoe oordeelt de rechter over het gebeurde?

STICKERS De eerste JA op de JA/JA-sticker betekent dat de bewoner ongeadresseerd reclamedrukwerk wil ontvangen. De tweede JA betekent dat hij huis-aan-huisbladen wil ontvangen. Er zijn ook NEE/JA-stickers en NEE/NEE-stickers in omloop. JA/NEE-stickers bestaan daarentegen weer niet. Normaliter betekent een brievenbus zonder sticker hetzelfde als een met JA/JA-sticker. Normaliter, want in Utrecht is sinds 1 januari geregeld dat een brievenbus zonder sticker de betekenis heeft van een met NEE/NEE-sticker.

DELICT Wie ondanks een NEE/NEE-sticker toch ongeadresseerd reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen ontvangt, kan – waar hij ook woont in ons land, want ze zijn er in elke gemeente – een klacht indienen bij het bedrijf dat ze verspreidt en naar de Reclame Code Commissie stappen als die klacht niet naar tevredenheid wordt afgehandeld. Voor wie een NEE/JA- sticker heeft, geldt dit alleen voor reclamedrukwerk. In Utrecht is sinds 1 januari geregeld dat het bezorgen van reclamedrukwerk of huis-aan-huisbladen op adressen die dit niet willen zelfs verboden is. Wie het verbod schendt, pleegt zelfs een strafbaar feit, een zogenaamde economisch delict. Niet alleen de uitgeverij die het blad verspreidt is strafbaar, maar ook de jongeman die het bezorgt. Een brievenbus zonder sticker geldt als hier een brievenbus met NEE/NEE-sticker.

MOTIE Hoe is het allemaal begonnen in Utrecht? Met de motie Opt-in systeem ongeadresseerd drukwerk, ingediend in de vorige raadsperiode (juni 2016). Indieners waren fractieleden van Partij voor de Dieren, GroenLinks en ChristenUnie. De motie is aangenomen met steun van PvdA, D66 en Student & Starter. Tegenstemmers waren CDA, Stadsbelang Utrecht, SP en VVD.

AMENDEMENT Ter uitvoering van de motie heeft het college van B&W vorig jaar een voorstel gedaan om de gemeentelijke Afvalstoffenverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) te wijzigen.  De VVD diende een amendement in om deze wijziging alleen te laten gelden voor ongeadresseerd reclamedrukwerk, en dus niet te laten gelden voor huis-aan-huisbladen zoals de Stadskrant Utrecht. De wethouder ging daar niet in mee, en ontraadde zelfs het amendement. Uiteindelijk werd het amendement alleen door VVD, PVV en Stadsbelang Utrecht gesteund. Weliswaar waren CDA en PvdA bezorgd dat de JA/JA-sticker te moeilijk verkrijgbaar is voor bewoners die het huis-aan-huisblad willen ontvangen. Daarom drongen zij er bij de wethouder op aan dat de gemeente zorgt voor een actieve verspreiding van de JA/JA-stickers, bijvoorbeeld huis aan huis. De wethouder ging daar niet in mee. Toch stemden beide fracties tegen het amendement: net als de wethouder vreesden zij dat het amendement zou leiden tot de komst van grote reclamemagazines die dan doorgaan voor huis-aan-huisbladen. Ten slotte heeft de gemeenteraad het collegevoorstel tot wijziging van de gemeentelijke verordeningen aangenomen. Tegen stemden alleen VVD, PVV en Stadsbelang Utrecht.

NIEUWS Niemand in de gemeentepolitiek heeft trouwens beweerd dat Stadskrant Utrecht een groot reclamemagazine is. De rechter overweegt dat dit huis-aan-huisblad naast een hoeveelheid advertenties “zo’n 36% aan redactionele inhoud” bevat, met andere woorden nieuws en informatie bevat. Als ik het 20 pagina’s tellende nummer van vorige week (26 februari) doorblader, dan wordt er over maatschappelijke en politieke onderwerpen gesproken in artikelen die koppen hebben als Meer criminaliteit op Smaragdplein, Rookvrije speelplek, Ja-Ja-sticker in Utrecht, Oplossing afhandeling Utrechts Centrum voor de Kunsten, Lichte daling ongevallen, Gevarieerder aanbod zou winkelcentrum goed doen,  Nul-op-de-meter: 97% dreven Overvecht stemt voor, Derde van zorginstellingen verduurzaamd, De kerk wordt een stadsklooster, Stem op beste idee voor fietspad, Guerrilla Gardeners, Gesprek over financiën, Wonen en energie hand in hand, Digitale voordeur staat open, Sporten kost niet veel, Nieuwe locatie festival en Record aantal inschrijvingen Canal Pride. Blijkbaar voorziet het blad ook in kritische analyse van wat er speelt in de Utrechtse politiek en samenleving.

VRIJHEID VAN MENINGSUITING De rechter – het gerechtshof in Arnhem – heeft uitspraak gedaan. Het oordeelde in kort geding dat de wijzigingen van de Utrechtse Afvalstoffenverordening en APV in strijd zijn met het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden. Ze strijden met name met de daarin geregelde vrijheid van meningsuiting. Mening betekent in dit verdrag inlichtingen of denkbeelden. Dat is meer dan wat er in het dagelijks taalgebruik onder wordt verstaan. Bovendien betekent meningsuiting in dit verdrag niet alleen het verstrekken van een mening, maar ook het ontvangen van een mening en het niet (willen) uiten van een mening. Hier is Stadskrant Utrecht de verstrekker en zijn haar lezers de ontvangers. De overheid mag zich niet mengen in deze meningsuiting, tenzij dat gerechtvaardigd is. Het gemeentelijk verbod om huis-aan-huisbladen zoals Stadskrant Utrecht te bezorgen op adressen zonder JA/JA-sticker is zo’n inmenging. Maar is het misschien een gerechtvaardigde inmenging? Dat blijkt niet het geval. De rechter geeft hiervoor verschillende redenen. Ik noem hier dat Stadskrant Utrecht zonder papieren versie en zonder advertenties niet levensvatbaar is, en dat lezers er moeite voor moeten doen om een JA/JA-sticker te krijgen. Voor de lezer komt daar nog bij dat die sticker op zijn brievenbus een meningsuiting is die hij misschien niet zou willen uiten, bijvoorbeeld omdat het tot (onprettige) reacties van derden kan leiden. Stadskrant Utrecht heeft dit geding dus gewonnen.

(Mr. Leon)