Eurovisiesongfestival en de EBU

VRIJDAG 28 MEI 2021 Vorige week vond het Eurovisiesongfestival plaats. Toen de halve finales op dinsdag en donderdag en de finale op zaterdag werden ingeluid met de bekende tonen van een prelude van de zeventiende-eeuwse Franse componist Marc-Antoine Charpentier, verscheen op het beeldscherm European Broadcasting Union (de EBU). Wat is de EBU?

ZWITSERS De EBU is geen EU-instelling en heeft evenmin iets te maken met de Raad van Europa. Het is een private organisatie die in 1950 is opgericht. Hoofdkantoor staat in Genève. Het is dan ook een Zwitserse rechtspersoon, een association volgens het burgerlijk wetboek van dat land. De EBU heet volgens de statuten Union Européenne de Radio-Télévision (UER).

VERENIGING Zo’n association is vergelijkbaar met een Nederlandse vereniging. Er is een Algemene Leden Vergadering en een bestuur. De EBU heeft ruim honderd gewone leden. Dat zijn publieke omroeporganisaties die afkomstig zijn uit meer dan vijftig landen, meestal Europese.

IDEËEL De EBU is geen commerciële organisatie. Doel is o.a. dat publieke omroepen onafhankelijke en universele programma’s maken die van goede kwaliteit zijn, die diversiteit bieden, vernieuwen en verantwoord zijn. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting staan hoog in het vaandel. Er is speciale aandacht voor kindertelevisie en documentaires.

LEDEN De EBU heeft gewone leden (Membres) en buitengewone leden (Affiliés).

GEWONE LEDEN Alleen een (wettelijk) publieke omroep of samenwerkingsverband hiervan kan als gewoon lid worden toegelaten. Programma’s van zo’n omroep moeten voldoen aan allerlei voorwaarden. Ze moeten door (vrijwel) iedereen in het land bekeken en beluisterd kunnen worden en ze moeten ook gevarieerd zijn en speciale programma’s voor minderheden hebben. Daar komt nog bij dat de meeste programma’s voor eigen rekening en met een onafhankelijke redactie gemaakt dienen te worden. Volgens het Jaarverslag 2019/2020 zijn er 115 gewone leden, afkomstig uit 56 (!) landen. De meeste leden komen uit Europa. Dat zijn niet alleen EU-landen maar bijvoorbeeld ook Rusland, Georgië en Belarus (Wit-Rusland). Er zijn ook gewone leden die van buiten Europa komen, zoals van Tunesië, Algerije en Libië.

TOELATING EN ROYEMENT De Algemene Leden Vergadering beslist over de toelating van nieuwe leden die aan de voorwaarden voldoen. Dit orgaan kan een lid ook royeren, als dat niet meer aan de voorwaarden voldoet; voor zo’n royement is een versterkte meerderheid nodig.

NPO Zoals gezegd kunnen zowel afzonderlijke omroeporganisaties als hun samenwerkingsverband in aanmerking komen voor een gewoon lidmaatschap. Voor België zijn (alleen) afzonderlijke omroeporganisaties lid. Dat zijn de Franstalige RTBF en de Nederlandstalige BRT. Ook voor Groot-Brittannië is dat het geval, o.a. de BBC is lid. Voor Nederland en Duitsland zijn (alleen) samenwerkingsverbanden lid. Dat is voor Nederland (alleen) de Stichting Nederlandse Publieke Omroep. In deze NPO werken o.a. AVROTROS, KRO-NCRV, NOS, MAX, BNN-VARA, VPRO en EO met elkaar samen.

BUITENGEWONE LEDEN Voor een buitengewoon lidmaatschap komen alleen omroeporganisaties of hun samenwerkingsverband van buiten Europa in aanmerking. Zij hoeven aan minder eisen te voldoen dan gewone leden. Ook voor hen is het de Algemene Leden Vergadering die beslist wie er al dan niet wordt toegelaten. Er zijn enkele tientallen buitengewone leden toegelaten, zoals Australië, de VS, China en Syrië. Buitengewone leden hebben geen stemrecht en mogen evenmin bij alle vergaderingen aanwezig zijn.

STEMMEN De stem van elk land telt even zwaar, want alle leden van een land hebben gezamenlijk altijd 24 stemmen. De (Nederlandse) NPO heeft dus 24 stemmen. De (Belgische) RTBF en BRT hebben samen ook 24 stemmen. Zij kunnen er elk 12 hebben, maar het kan ook zijn dat de een bijvoorbeeld 10 stemmen heeft en de ander 14. Ze mogen beide verschillend stemmen. Deze stemverdeling heeft trouwens niets te maken met die van het songfestival.

BESTUUR De Algemene Leden Vergadering stelt o.a. de jaarlijkse begroting vast en kiest het bestuur van de EBU. Alleen mensen die horen bij gewone leden – ‘appartenir à un organisme Membre’ – kunnen bestuurslid worden. Het bestuur kiest de algemeen directeur en moet de keuze van de andere directeuren goedkeuren.

EUROVISION is de uitwisseling van televisieprogramma’s tussen de gewone leden. Dat is een van de middelen waarmee de EBU haar ideële doelen wil bereiken. Eurovisie is geregeld in de statuten. In de statuten is trouwens ook Euroradio geregeld. Het Eurovisiesongfestival maakt deel uit van Eurovisie. Niet alle leden doen eraan mee. Aan het songfestival hebben dit jaar zo’n 40 landen meegedaan. Wit-Rusland werd gediskwalificeerd, omdat het ingezonden liedje een politieke boodschap bevatte (namelijk steun voor de president van het land), en dat is in strijd met de regels. Deelnemer Australië is een buitengewoon lid.

EXPERTGROEP De organisatie van het songfestival is een coproductie van EBU, de winnaar van de vorige keer en de andere deelnemers. Voor Nederland was het dus de NPO (samen met enkele omroepen en de gemeente Rotterdam). Deelnemers moeten een financiële bijdrage leveren; zij worden tijdens de voorbereiding vertegenwoordigd door een speciale expertgroep van de EBU, waarvan o.a. Martin Österdahl deel uitmaakt. Österdahl was tijdens het festival enkele malen in beeld.

VERKIEZINGSDEBAT De EBU kent trouwens tientallen van dit soort speciale expertgroepen, maar dan op heel terreinen. De EBU organiseert dan ook niet alleen (mede) het Eurovisiesongfestival, maar bijvoorbeeld ook het Euroradio Folk Festival en het Eurosonic Festival Groningen. Evenementen worden ook op heel andere terreinen georganiseerd om te worden uitgezonden, zoals sportwedstrijden en verkiezingsdebatten voor het Europees Parlement.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 4 juni

Minister van Staat

VRIJDAG 21 MEI 2021 Mariëtte Hamer is sinds vorige week de nieuwe informateur in de lopende kabinetsformatie. Zij heeft als opdracht om verder te werken op basis van het eindverslag van haar voorganger. Haar voorganger was Herman Tjeenk Willink. Hij heeft vorige maand o.a. gesproken met alle fractieleiders. Vorige week heeft de Tweede Kamer over zijn eindverslag gedebatteerd. Tjeenk Willink is sinds 2012 minister van Staat. Wat is een minister van Staat?

BEWINDSPERSOON? Een minister van Staat is geen bewindspersoon. Hij is niet politiek verantwoordelijk; hij hoeft van zijn gedragingen als minister van Staat geen rekenschap te geven aan de Tweede Kamer of Eerste Kamer. Daarentegen moet een (gewone) minister of staatssecretaris wél aan het parlement rekenschap geven van de wijze waarop hij zijn bevoegdheden heeft uitgeoefend; en als de Kamer daarover niet tevreden is, kan zij die bewindspersoon ontslaan. Een minister van Staat neemt evenmin deel aan de wekelijkse vergaderingen van de ministerraad. Hij is geen kabinetslid. En hij is evenmin een ambtenaar. Wat is hij (of zij) dan wél?

ERETITEL Een minister van Staat is een eretitel en houdt een ceremoniële functie in, waarin iemand voor de rest van zijn leven wordt benoemd en waaraan geen beloning is verbonden. Weliswaar een eretitel en een ceremoniële functie, maar soms komt een minister van Staat ook inhoudelijk in beeld. Dat gebeurt altijd op uitdrukkelijk verzoek van de regering of van de Koning. Vaak wordt hem dan om advies gevraagd, maar het kan ook om iets heel anders gaan. Zo was minister van Staat Max van der Stoel behulpzaam bij het oplossen van de moeilijkheden rond het voorgenomen huwelijk van Willem-Alexander en Máxima.

WIE BENOEMT? De beslissing om iemand tot minister van Staat te benoemen wordt genomen door de ministerraad. Het benoemingsbesluit wordt ondertekend door de minister-president en de Koning. Het is dus een koninklijk besluit. Het wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

WIE WORDT BENOEMD? De benoeming van iemand tot minister van Staat komt maar weinig voor. Wat de reden is om iemand wél of niet te benoemen, wordt niet bekend gemaakt. Alle tot nu toe benoemde ministers van Staat hebben vóór hun benoeming belangrijke ambten uitgeoefend. Zo zijn sinds de jaren dertig van de vorige eeuw bijna alle (ex) vice-presidenten van de Raad van State benoemd tot minister van Staat; voorzitter van de Raad van State is de Koning. Verder zijn er veel ex minister-presidenten benoemd: Wim Kok (jaren negentig premier), Ruud Lubbers (jaren tachtig premier) en bijvoorbeeld – maar zij waren wat langer geleden premier – Willem Drees, Hendrikus Colijn en Abraham Kuyper, en Rudolf Thorbecke, maar met hem zijn we inmiddels diep in de negentiende eeuw aanbeland. Overigens, lang niet elke (ex) minister-president is tot minister van Staat benoemd.

MOMENTEEL zijn er zeven ministers van Staat. Geen enkele van hen was premier. Frits Korthals Altes, Winnie Sorgdrager en Piet Hein Donner waren o.a. minister van Justitie. Donner was ook vice-president van de Raad van State. Hans van den Broek en Jaap de Hoop Scheffer waren o.a. minister van Buitenlandse Zaken. Sybilla Dekker was o.a. minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Tjeenk Willink was o.a. voorzitter van de Eerste Kamer en ook vice-president van de Raad van State.

INFORMATEUR Sommige ministers van Staat zijn ook informateur geweest en op die wijze inhoudelijk in beeld gekomen. Tjeenk Willink was zeker niet de eerste. Zo waren ministers van Staat al informateur in de kabinetsformaties van bijvoorbeeld 1973 (kabinet Den Uyl), 1981 (kabinet Lubbers), 2003 (kabinet Balkenende II), 2006 (Balkenende III) en 2010 (Rutte I). Tjeenk Willink was trouwens ook informateur in 2017 (Rutte III, het huidige demissionaire kabinet).

VERANTWOORDING? Een minister van Staat is geen bewindspersoon, zoals gezegd is hij niet politiek verantwoordelijk voor wat hij doet. Hij hoeft aan de Tweede Kamer geen rekenschap af te leggen. Maar een minister van Staat die informateur is kan – net als elke andere informateur – door de Tweede Kamer worden uitgenodigd om inlichtingen te verschaffen over het verloop van de informatie. Tjeenk Willink heeft zijn eindverslag aan de Kamervoorzitter aangeboden. Ook heeft hij in het Kamerdebat dat daarover vorige week woensdag plaatsvond het woord gevoerd. Daarin hebben verschillende Kamerleden hem vragen gesteld. De Kamervoorzitter zei aan het begin van het debat dat de informateur er niet was ‘om verantwoording af te leggen, maar wel om inlichtingen te verschaffen’ en dat Kamerleden in de gelegenheid waren om hem ‘feitelijke vragen te stellen’. Diverse Kamerleden hebben hem vragen gesteld. Zo zijn er vragen gesteld (en beantwoord) over de redenen waarom hij met sommige organisaties wél heeft gesproken en met andere niet (hij wilde zich beperken tot het transitiebeleid en tot organisaties die veel gegevens hebben over het (gebrek in) vertrouwen tussen overheid en burger, omdat deze onderwerpen in zijn gesprekken met de fractieleiders prominent naar voren kwamen. Er is ook gevraagd of een scenario zonder Mark Rutte is onderzocht (nee, want er is geen enkel scenario onderzocht, omdat het vooralsnog niet ging over wie met wie). En er is gevraagd waarom hij geen mogelijke opvolger als informateur heeft genoemd (o.a. omdat niet elke fractieleider daarover een suggestie had gedaan).

ANDERE INFORMATEURS De meeste informateurs zijn trouwens geen minister van Staat. Zo waren in 2017 de andere twee informateurs voor Rutte III geen minister van Staat. Ook de opvolger van Tjeenk Willink in de lopende kabinetsformatie – Mariëtte Hamer – is geen minister van Staat.

(Mr. Leon)

Volgende blog: vrijdag 28 mei

De notulen van de ministerraad

DONDERDAG 13 MEI 2021 Enkele weken geleden heeft de ministerraad notulen van zijn vergaderingen gepubliceerd die over de kinderopvangtoeslagenaffaire gaan; normaliter zijn deze notulen geheim. Aan ministerraad vergaderingen nemen alle zestien ministers deel en soms ook een of meer staatssecretarissen; de staatssecretaris van Financiën (die over de Belastingdienst gaat) nam meestal deel aan de bewuste vergaderingen. Het gaat om veertien vergaderingen tussen tussen half mei en begin december 2019. In beginsel wordt er wekelijks vergaderd. Wat zijn notulen en hoe komen ze tot stand?

NOTULEN zijn het schriftelijk verslag van een vergadering. Elke zichzelf respecterende voetbalclub, fanfare of welke organisatie dan ook maakt van haar vergaderingen een schriftelijk verslag. Dat kan een verslag zijn waarin alles wordt vermeld dat in de vergadering is gezegd; dit wordt ook wel stenografisch verslag of woordelijk verslag genoemd. Maar meestal zal dat niet het geval zijn, en dan is er sprake van een samenvattend verslag. Een samenvattend verslag kan heel kort zijn, bijvoorbeeld alleen een besluitenlijstje bevatten, of uitgebreider.

HANDELINGEN Ook van politieke vergaderingen worden notulen gemaakt. Zoals van de vergaderingen van de Tweede Kamer. Van de plenaire vergaderingen van de Tweede Kamer wordt een woordelijk verslag gemaakt. Zo’n Kamerverslag wordt Handelingen genoemd. Ook van de vergaderingen van gemeenteraden en provinciale staten worden notulen gemaakt. Er zijn gemeenten en provincies die slechts een heel kort verslag maken, en overigens volstaan met een registratie van geluid en beeld van de vergadering (een webcast). Ook van de vergaderingen van de ministerraad worden notulen gemaakt.

WOORDELIJK VERSLAG? Anders dan de Handelingen van de Tweede Kamer zijn dat geen woordelijke verslagen, maar samenvattende verslagen. De minister-president schreef eind april in een (Kamer)brief aan de Tweede Kamer dat deze notulen slechts ‘een weergave bevatten van de standpuntbepalingen, de argumenten en de conclusie (het besluit)’. Het zijn dus samenvattende verslagen, maar wél heel uitgebreide samenvattingen: alleen al de gepubliceerde passages over de toeslagenaffaire beslaan zo’n vijfendertig pagina’s.

SECRETARIS De notulen van de ministerraad worden volgens het Reglement van orde voor de ministerraad verzorgd door de secretaris van de ministerraad. Dat is geen nevenfunctie van één van de aanwezige ministers of staatssecretarissen, maar een ambtenaar die daarvoor door de ministerraad is benoemd op voorstel van de minister-president.

VASTSTELLING NOTULEN Notulen kunnen worden vastgesteld, dat wil zeggen: aanvaard of goedgekeurd door het gremium dat vergaderde. Ook de notulen van de ministerraad worden vastgesteld. Dat gebeurt door de ministerraad zelve, en wel ‘zo spoedig mogelijk’ na de vergadering. Als het tot een stemming moet komen over de vaststelling, heeft elke minister één stem en wordt besloten bij meerderheid. Vaststelling van de Handelingen van de Tweede Kamer gebeurt heel anders. Dat wordt volgens het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal opgedragen aan de voorzitter en de griffier.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 21 mei