Energietransitie met brandhout in waterval?

DONDERDAG 29 NOVEMBER 2018 In de krant van gisteren staat een groot artikel over energiemaatschappij Vattenfall. Deze onderneming gaat in Diemen (bij Amsterdam) een grote houtverbrandingsinstallatie bouwen. De verbranding van pellets gaat straks in 90 duizend woningen zorgen voor warme woonkamers, in Amsterdam en Almere. Dat gebeurt volgens het bedrijf in het kader van de energietransitie. Deskundigen die in het krantenartikel aan het woord komen, twijfelen er echter aan of de stook van korrels van geperst hout wel zo goed is voor het klimaat. Hoe dan ook: deze bijdrage gaat erover wie of wat Vattenfall is?

Aktiebolag Vattenfall is een Zweedse onderneming. Het hoofdkantoor staat in de buurt van hoofdstad Stockholm. De rechtsvorm van de onderneming is de Zweedse Aktiebolag, afgekort tot AB. Een Aktiebolag is vergelijkbaar met de Nederlandse Naamloze Vennootschap (de NV).

Veel aandelen Aandeelhouders zijn dus de eigenaren. Een aandeelhouder kan één of meer aandelen hebben. Vattenfall moet volgens haar statuten minstens 80 miljoen (!) aandelen hebben uitgegeven.

Eén aandeelhouder Vattenfall heeft dan wel minstens 80 miljoen aandelen uit staan, maar alle aandelen zijn volgens de website in handen van één persoon: Zweden (de Zweedse staat). De rechten die aan al deze aandelen zijn verbonden worden uitgeoefend door de regering.

Aandeelhoudersvergadering Vattenfall heeft een Zweedse rechtsvorm en het Zweedse recht is dus toepasselijk. In Zweden kiest de aandeelhoudersvergadering de leden van de Raad van Bestuur en de voorzitter in functie. De aandeelhoudersvergadering kan instructies geven; die instructies zijn bindend voor de Raad van Bestuur. Parlementariërs mogen aandeelhoudersvergaderingen bijwonen en er het woord voeren.

Raad van Bestuur De Raad van Bestuur kiest op haar beurt de directie, waaronder de president directeur (de CEO). De directie gaat onder leiding van de CEO over de dagelijkse gang van zaken. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor hoe dat gebeurt.

NUON Vattenfall AB heeft dochterondernemingen. Eén van die dochters is NUON of voluit: NV NUON Energy. NUON is actief in Nederland. NUON heeft een Nederlandse rechtsvorm: het is een Naamloze Vennootschap (NV), het Nederlands recht is toepasselijk. NUON heeft dus aandelen uitgegeven, maar die zijn allemaal in handen van moeder Vattenfall AB. Vattenfall is dus 100% eigenaar van NUON. Er is maar met andere woorden maar één aandeelhouder: Vattenfall.

Aandeelhoudersvergadering De aandeelhoudersvergadering (met Vattenfall als enige aandeelhouder) kiest de Raad van Bestuur van NUON. De Raad van Bestuur bestaat onder andere uit een CEO (de voorzitter) en een CFO (de financiële man of vrouw). Zij worden in functie gekozen door de aandeelhoudersvergadering. Er zijn allerlei besluiten die de Raad van Bestuur niet zonder goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering mag nemen. Een directie komt in de statuten van NUON niet voor. Wel een Raad van Commissarissen die toezicht houdt op het Bestuur: ook die wordt gekozen door de aandeelhoudersvergadering, maar het is wel zo dat het Nederlandse vennootschapsrecht de keuzemogelijkheden beperkt.

Vattenfall is het Zweedse woord voor waterval.

BRONNEN:

Statuten van Vattenfall AB (de moeder):

https://corporate.vattenfall.com/globalassets/corporate/about_vattenfall/corporate_governance/articles_of_association.pdf

Annual report state owned companies (2014), zie met name de eerste bladzijden:

https://www.government.se/4adb0a/contentassets/0126b664c843479d8696d1be546fe4b6/annual-report-state-owned-companies-2014

Zweedse Corporate Governance Code (2016), zie met name onderdelen 2, 3 en 4:

http://www.corporategovernanceboard.se/UserFiles/Archive/496/The_Swedish_Corporate_Governance_Code_1_December_2016.pdf

Zweedse wet voor kapitaalvennootschappen (NV’s), vertaald in het Engels, zie met name hoofdstuk 7 en 8:

http://law.au.dk/fileadmin/www.asb.dk/omasb/institutter/erhvervsjuridiskinstitut-skjultforgoogle/EMCA/NationalCompaniesActsMemberStates/Sweden/THE_SWEDISH_COMPANIES_ACT.pdf

Statuten van NUON (2015), zie met name artikelen 1, 2, 4, 16, 17, 19, 22, 23:

https://www.nuon.com/globalassets/nederland/bedrijf/corporate_governance/aoa-nuon_energy-01-07-2015-eng4.pdf

Duitse voetbalbond gaat voor mensenrechten

DONDERDAG 27 SEPTEMBER 2018 In de Südddeutsche Zeitung van afgelopen dinsdag staat een kort maar interessant bericht: De Deutsche Fussball-Bund – zeg maar de Duitse KNVB – wil gaan voor een mensenrechtenstrategie.

Satzung Het bestuur van de Duitse voetbalbond wil een mensenrechtenstrategie opnemen in de statuten van de bond, in het Duits Satzung. De Duitse voetbalbond zal daarmee één van de eerste zijn. Daardoor zijn er straks bijna 25.000 voetbalverenigingen (!) en meer dan 7 miljoen spelende leden aan gebonden. Van voetbalverenigingen die op het laatste niveau spelen tot en met de Nationalmanschaft. Zover is het overigens nog niet: de ledenraad moet er nog mee instemmen.

Mensenrechten Aan welke mensenrechten denkt het bondsbestuur? Een dag eerder schrijft het bestuur op de website van de voetbalbond dat het gaat om ”eine eigene Menschenrechtsstrategie, die sich an den Leitprinzipien der Vereinten Nationen für Wirtschaft und Menschenrechte ausrichtet”. Ik denk dat hier met de Leitprinzipien wordt bedoeld de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die in 1948 is aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Het is op basis van die VN-verklaring dat de voetbalbond een eigen mensenrechtenstrategie in haar statuten wil opnemen. Hoe die eigen strategie eruit ziet, wordt pas over enkele maanden bekend.

Horizontaal De Duitse voetbalbond is geen overheid. Het is een private instelling, preciezer: een privaatrechtelijke vereniging. De burger – zoals een lid van een voetbalclub – kan in beginsel alleen tegenover de overheid een beroep doen op mensenrechten. Hij kan er niet tegenover een andere burger of een private instelling beroep op doen, althans in beginsel niet. Indien en voor zover dat in uitzonderingsgevallen toch wel kan, is er sprake van horizontale werking van grondrechten. Iets anders is als burgers of private instelling zich uit eigen beweging aan grondrechten hebben gecommitteerd, zoals de Duitse voetbalbond wil (en daardoor al haar aangesloten verenigingen en leden). Dat is weliswaar geen horizontale werking, maar betekent voor al die leden, verenigingen en voetbalbond wel gebondenheid aan grondrechten.

EK 2024 Vanwaar deze stap? In het krantenbericht wordt gesuggereerd dat het te maken heeft met de organisatie van het Europees Kampioenschap Voetbal in 2024. Duitsland en Turkije zijn daarvoor de overgebleven kandidaten. En de beslissing valt …. vanmiddag! De UEFA hakt vanmiddag de knoop door. En de UEFA heeft al eerder gezegd dat ze daarbij ook het belang dat de organisator aan mensenrechten hecht meeneemt.

Bouw van stadions en zo Als Duitsland de gelukkige winnaar wordt: zou de mensenrechtenstrategie van de voetbalbond dan ook gaan gelden voor de nieuwbouw van voetbalstadions nodig voor het EK? En wel zo dat de voetbalbond als opdrachtgever van die stadions van aannemers eist dat ze tegenover hun werknemers de mensenrechtenstrategie van de bond naleven? Zodat wantoestanden als die in Quatar (WK 2022) – waarop bijvoorbeeld door de vakbeweging is gewezen – niet kunnen voorkomen? We zullen zien.

BRONNEN

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948):

www.amnesty.nl/encyclopedie/universele-verklaring-van-de-rechten-van-de-mens-uvrm-volledige-tekst

Coöperwiek een gouden ei?

DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2018 Bij Heibloem, een van de dorpskernen van de Limburgse gemeente Leudal, staan sinds enkele jaren windmolens. Een van die molens is de Coöperwiek. Zijn eigendom is in handen van 325 personen. De molen levert hen energie. En hij is bovendien winstgevend. Met die winst worden volgens een groot krantenartikel over deze molen gemeenschapsvoorzieningen gefinancierd en daardoor wordt weer de leegloop van het dorp tegengegaan.

Coöperatie Die 325 mensen zijn lid van Coöperatieve vereniging Zuidenwind. Een coöperatieve vereniging is een verouderde term voor coöperatie. (Coöperatieve vereniging) Zuidenwind is dus een coöperatie.

Vereniging? Een coöperatie lijkt juridisch heel veel op een vereniging. Beiden hebben bijvoorbeeld leden en die leden hebben dezelfde zeggenschapsrechten. Er zijn ook verschillen: een coöperatie moet in de statuten minstens bepalen dat ze in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden voorziet. In artikel 2 van de statuten van de Coöperatieve vereniging Zuidenwind staat als doel dat voor de leden op duurzame wijze energie wordt geproduceerd door bijvoorbeeld de exploitatie van een windturbine.

Leden Iedereen van 18 jaar en ouder kan volgens artikel 3 lid worden; 16- en 17-jarigen kunnen jeugdlid worden. Ook rechtspersonen (bijvoorbeeld stichtingen en BV’s) kunnen volgens dit artikel lid worden: het lijkt er echter op dat zij volgens artikel 16 geen stemrecht hebben, net als minderjarigen.

Bestuursleden De leden kiezen volgens artikel 11 de bestuursleden uit hun midden. Het zittende bestuur of tien leden kunnen echter een bindende voordracht doen. Ook een jeugdlid en een rechtspersoon kunnen bestuurslid worden.

Eigenaren Niet de 325 leden maar de Coöperatieve vereniging Zuidenwind is de (enige) eigenaar van de molen.

Schuldenaren Bij een coöperatie zijn volgens de wet de leden aansprakelijk voor tekorten: als de coöperatie haar schulden niet uit eigen middelen kan voldoen, moet zij uiteindelijk een beroep doen op de leden en die leden zullen dan moeten betalen. Zelfs oud-leden kunnen worden aangesproken.

U.A. Toch hoeven de leden van de Coöperatieve vereniging Zuidenwind daar niet voor te vrezen. Niet zozeer omdat de molen winstgevend is – want dat zou natuurlijk ooit kunnen veranderen – maar omdat aan de naam van hun coöperatie de letters U.A. zijn toegevoegd: Coöperatieve vereniging Zuidenwind U.A. Die twee letters staan hier volgens de wet voor uitsluiting van aansprakelijkheid. En dat betekent dat leden en oud-leden niet hoeven bij te dragen aan de tekorten.

Artikel 53 lid 1 van het Burgerlijke Wetboek (boek 2) luidt: De coöperatie is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging. Zij moet zich blijkens de statuten ten doel stellen in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens overeenkomsten, anders dan van verzekering, met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen.

Artikel 55 lid 1 luidt (gedeeltelijk): Zij die bij de ontbinding leden waren, of minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn, zijn tegenover de rechtspersoon naar de in de statuten aangegeven maatstaf voor een tekort aansprakelijk;

Artikel 56 lid 1 luidt (gedeeltelijk): Een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij kan in afwijking van het in het vorige artikel bepaalde in haar statuten iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een tekort bij te dragen, uitsluiten. De leden kunnen hierop slechts een beroep doen, indien de rechtspersoon aan het slot van zijn naam in het eerste geval de letters U.A. (uitsluiting van aansprakelijkheid). Een rechtspersoon waarop de eerste zin niet is toegepast, plaatst de letters W.A. (wettelijke aansprakelijkheid) aan het slot van zijn naam.

Statuten Coöperatieve vereniging Zuidenwind:

https://www.zuidenwind.org/wp-content/uploads/2015/01/2017-12-11-Statuten-Zuidenwind.pdf

Eigenaren van Schiphol

DINSDAG 8 MEI 2018. Op Schiphol starten en landen elk jaar een half miljoen vliegtuigen. Volgens milieuorganisaties is daarmee de grens bereikt. Zij roepen het kabinet in hun luchtvaartmanifest van afgelopen zaterdag op om de luchthaven niet nog verder te laten groeien. Wie is eigenlijk eigenaar van Schiphol? Volgens de statuten is Schiphol eigendom van een naamloze vennootschap (N.V.). Deze naamloze vennootschap heet Royal Schiphol Group. Het kapitaal van een naamloze vennootschap is op grond van het Burgerlijk Wetboek verdeeld in aandelen. Wie een of meer aandelen koopt en daarop een zeker bedrag stort, is aandeelhouder. Royal Schiphol Group heeft volgens het Jaarverslag 2017 vier aandeelhouders: de Nederlandse staat, de gemeente Amsterdam, de gemeente Rotterdam en Aéroports de Paris. De staat houdt bijna 70% van alle aandelen, Amsterdam 20%, Rotterdam iets meer dan 2% en de Fransen 8%. Aandeelhouders kunnen volgens de statuten alleen publiekrechtelijke lichamen zijn die bovendien in Nederland gevestigd zijn. De Nederlandse staat en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam voldoen daaraan natuurlijk. Aéroports de Paris is volgens haar eigen jaarverslag 2017 (Document de référence, p 29) een Société anonyme die in elk geval het hoofdkantoor in Frankrijk heeft. Kan het dan toch aandeelhouder zijn? Ja, dat is volgens de statuten mogelijk met toestemming van de aandeelhoudersvergadering (algemene vergadering), raad van commissarissen en directie, maar alleen voor zover het de B aandelen betreft. En de B aandelen vormen slechts 5% van alle aandelen, niet 8%. Maar wellicht heb ik een statutaire bepaling over het hoofd gezien!

Artikel 2 van de Schiphol Statuten (april 2017) luidt (gedeeltelijk): De vennootschap draagt de naam: Royal Schiphol Group N.V.

Artikel 3 luidt (gedeeltelijk): Het doel van de vennootschap is het (doen) aanleggen van (een) luchthaven(s), alsmede het doen uitoefenen van een luchthavenbedrijf.

Artikel 64 Burgerlijk Wetboek Tweede Boek luidt (gedeeltelijk): De naamloze vennootschap is een rechtspersoon met een in overdraagbare aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal.

Artikel 79 luidt (gedeeltelijk): Aandelen zijn de gedeelten, waarin het maatschappelijk kapitaal bij de statuten is verdeeld.

Artikel 4 van de Schiphol Statuten luidt (gedeeltelijk): Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is verdeeld in aandelen A (300.000) en aandelen B (bijna 15.000).

Artikel 80 Burgerlijk Wetboek Tweede Boek luidt (gedeeltelijk): Bij het nemen van het aandeel moet daarop het nominale bedrag worden gestort. Een aandeelhouder kan niet geheel of gedeeltelijk worden ontheven van de verplichting tot storting.

Artikel 4 van de Schiphol Statuten luidt (gedeeltelijk): De aandelen A en B kunnen uitsluitend worden uitgegeven en overgedragen aan en gehouden worden door in Nederland gevestigde publiekrechtelijke lichamen. De Algemene Vergadering kan uitsluitend ten aanzien van de uitgifte, overdracht en het houden van aandelen B, op voorstel van de directie met goedkeuring van de raad van commissarissen, onherroepelijk ontheffing verlenen van het vereiste aan een of meer in haar besluit daartoe met name genoemde personen, onder in dat besluit gestelde voorwaarden.

Mandaat en de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen

Donderdag 1 februari. Voortaan kunnen gedeputeerde particulieren voor vergoeding van aardbevingsschade in onder andere Groningen terecht bij de overheid. Half maart komt er namelijk een Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen. Dat is geregeld in het Besluit mijnbouwschade Groningen dat gisteren is genomen. Het is een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat. De commissieleden worden benoemd door een andere minister: de minister van Rechtsbescherming. Hij kan hen ook weer ontslaan. De commissie neemt een besluit over de vergoeding van de aardbevingsschade of mijnbouwschade. De commissie neemt dat besluit namens de minister van Economische Zaken en Klimaat. Het is namelijk de minister die de wettelijke bevoegdheid heeft om dit soort besluiten te nemen. De minister heeft de commissie mandaat verleend om dat voortaan namens hem te doen. Het mandaat zorgt er weliswaar voor dat de commissie het besluit feitelijk neemt, maar in juridische zin blijft het de minister die het besluit neemt. Dat heeft de nodige consequenties: op grond van de Algemene wet bestuursrecht mag de minister de commissie instructies geven, ook in individuele zaken. Dat is ook het geval wanneer de commissie onafhankelijk is van de minister. In de toelichting op het Besluit mijnbouwschade Groningen staat echter dat uitdrukkelijk is geregeld dat de commissie geen instructie zal ontvangen op individuele zaken. Ik weet niet waar dat is geregeld, maar in de toelichting doet de minister in elk geval een uitdrukkelijke toezegging.

Artikel 3 Besluit mijnbouwschade Groningen luidt: Er is een Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen, die bestaat uit twee deelcommissies:de deelcommissie mijnbouwschade, en de deelcommissie bezwaar. De deelcommissie mijnbouwschade heeft tot taak te besluiten op aanvragen tot vergoeding van schade en de overlastvergoeding als bedoeld in bijlage 2, met overeenkomstige toepassing van het civielrechtelijke aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht. De deelcommissie bezwaar heeft tot taak het nemen van beslissingen op bezwaar tegen besluiten als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 4 Besluit luidt (gedeeltelijk): De voorzitter en de andere leden worden, na consultatie , door de Minister voor Rechtsbescherming benoemd voor een termijn van twee jaar. De voorzitter en de andere leden kunnen door de Minister voor Rechtsbescherming worden geschorst en ontslagen.

Artikel 10:1 Algemene wet bestuursrecht luidt: Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

Artikel 10:3 van deze wet luidt (gedeeltelijk): Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen.

Artikel 10:6 lid 1 van deze wet luidt: De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid.

Artikel 10:7 van deze wet luidt: De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.

Artikel 4 Besluit luidt (gedeeltelijk): De voorzitter en leden van de Commissie zijn onafhankelijk en bij hun benoeming wordt aandacht besteed aan de eventuele betrokkenheid van leden bij de aardbevingsproblematiek in Groningen.

Bladzijde 10 in de Toelichting op het Besluit mijnbouwschade Groningen luidt (gedeeltelijk): Gegeven de aard van het in dit besluit neergelegde beleid is het de Minister van Economische Zaken en Klimaat die bevoegd bestuursorgaan is. Op grond dit besluit zijn bevoegdheden op basis van mandaat, machtiging of volmacht toegedeeld aan de Commissie. Niet tegenstaande de mandaatverhouding werkt de Commissie zelfstandig, in die zin dat uitdrukkelijk is geregeld dat de Commissie geen instructie ontvangt op individuele zaken.

NPO

Dinsdag 28 november 2017. Minister Slob wil dat NPO de tegenvallende inkomsten van de Ster-reclames zelf opvangt. Wat is de NPO? NPO is de afkorting voor de stichting Nederlandse Publieke Omroep. Deze stichting is geregeld in de Mediawet 2008. In deze wet is geregeld dat NPO sturing geeft aan de publieke omroeporganisaties. Publieke omroeporganisaties moeten een vergunning hebben van de minister. Er zijn er nu 11: NOS, VPRO, AVROTROS, HUMAN, EO, NTR, BNNVARA, KRONCRV, PowNed, MAX en – als jongste –  Wij Nederland (WNL).  Deze omroeporganisaties verzorgen voor een breed en divers publiek onder andere televisie- en/of radio-uitzendingen waarvan de inhoud in elk geval in overeenstemming moet zijn met publieke waarden, onafhankelijk van commerciële invloeden moet zijn en van hoge journalistieke kwaliteit moet zijn. De ontvangst van deze uitzendingen is gratis. Televisie-uitzendingen gaan via de zenders NPO1, 2 en 3.

Artikel 2.2 lid 1 van de Mediawet 2008 luidt: De Stichting Nederlandse Publieke Omroep is het sturings- en samenwerkingsorgaan voor de uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau, bedoeld in artikel 2.1.

Artikel 1.1 lid 1 luidt (gedeeltelijk):  In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder media-aanbod: één of meer elektronische producten met beeld- of geluidsinhoud die bestemd zijn voor afname door het algemene publiek of een deel daarvan.

Artikel 2.1 lid 1 sub a luidt: Er is een publieke mediaopdracht die bestaat uit het op landelijk, regionaal en lokaal niveau verzorgen van publieke mediadiensten door het aanbieden van media-aanbod dat tot doel heeft een breed en divers publiek te voorzien van informatie, cultuur en educatie, via alle beschikbare aanbodkanalen.

Artikel 2.1 lid 2 luidt (gedeeltelijk): Publieke mediadiensten zijn in overeenstemming met publieke waarden, waarbij zij voorzien in democratische, sociale en culturele behoeften van de Nederlandse samenleving. Zij verzorgen daartoe media-aanbod dat (onder andere) onafhankelijk is van commerciële invloeden en, behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloeden en dat voldoet aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen.

Artikel 2.1 lid 3 luidt (gedeeltelijk): Het programma-aanbod van de publieke mediadiensten wordt via omroepzenders verspreid naar alle huishoudens zonder dat zij voor de ontvangst andere kosten moeten betalen dan de kosten van aanschaf en gebruik van technische voorzieningen die de ontvangst mogelijk maken.

Artikel 2.23 lid 1 luidt (gedeeltelijk): Onze Minister kan eens in de vijf jaar aan ten hoogste zes omroeporganisaties erkenningen verlenen voor de verzorging van media-aanbod voor de landelijke publieke mediadienst.