Gemeentelijke samenwerking in Frankrijk: syndicat de communes

Maandag 15 januari 2018. Twee of meer gemeenten kunnen op basis van vrijwilligheid besluiten om voor een of meer gemeentelijke werken of diensten met elkaar samen te werken in een syndicat de communes (1). Samenwerking is in beginsel mogelijk voor elke gemeentelijke taak, zoals voor de energievoorziening aan de inwoners en bedrijven. Gemeenten kunnen tot samenwerking worden gedwongen (2).

SIVU en SIVOM Samenwerking voor één gemeentelijke taak heet een SIVU: syndicat intercommunal à vocation unique. Een voorbeeld van een SIVU is Le SIVU de la Vallée du Cousin. Daarin werken tien gemeenten in het departement Yonne samen aan een schone rivier (L’Yonne). Samenwerking voor meer gemeentelijke taken heet een SIVOM: syndicat intercommunal à vocation multiple. Een voorbeeld van een SIVOM is Le SIVOM du Gatinais en Bourgogne. Daarin werken vijfentwintig gemeenten in Yonne samen op het gebied van onder andere brandweer, energievoorziening, drinkwatervoorziening en muziekscholen.

Comité syndical Het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband heet comité syndical. In de regel heeft elke deelnemende gemeente daarin twee afgevaardigden; de gemeenten kunnen onderling anders overeenkomen (3). De gemeenteraden kiezen de afgevaardigden, elke raad kiest er dus twee. Niet per se uit zijn midden: elke kiezer in de gemeente kan zich als afgevaardigde verkiesbaar stellen, met uitzondering van hen die werken bij de gemeente of de samenwerking (4). Gekozen is de kandidaat die meer dan de helft van de stemmen krijgt; als dat na twee stemrondes geen enkele kandidaat is gelukt, dan is degene met de meeste stemmen gekozen (5). Als een gemeenteraad geen afgevaardigden heeft gekozen, is de eerste zetel voor de burgemeester en de tweede zetels voor een wethouder. Die gemeente heeft dan nooit meer dan twee zetels (6). De zittingsduur van de afgevaardigden is gekoppeld aan die van de gemeenteraad, maar de gemeenteraad mag zijn afgevaardigden tussentijds ontslaan en vervangen (7). Het algemeen bestuur van een SIVOM hoeft slechts 4 keer per jaar bij een te komen; dat van een SIVU slechts twee keer per jaar (8).

Président Het dagelijks bestuur bestaat uit de président, een of meer viceprésidents, en eventueel enkele andere leden (10a). Het algemeen bestuur kiest hen uit zijn midden (10b). De président heeft net als de burgemeester in de gemeente alle bevoegdheden die bij het dagelijks bestuur horen, ter voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van het algemeen bestuur. De vicepresidenten hebben alleen de bevoegdheden die ze van de president hebben gekregen (11). Hun zittingsduur is net zolang als die van het algemeen bestuur (12).

Financiering en uittreding Elke deelnemende gemeente moet bijdragen aan de financiering (13). Het syndicat de communes heeft geen eigen belastinggebied. Uittreding mag in beginsel niet zonder instemming van het algemeen bestuur en van de meerderheid van de gemeenteraden (14).

Syndicat de communes en andere EPCI’s Het syndicat de communes is een van de vijf soorten EPCI’s. EPCI staat voor Etablissement public de coopération intercommunale (15). Het syndicat de communes is de oudste gemeentelijke samenwerking en het SIVU gaat zelfs terug tot het eind van de negentiende eeuw. De andere vier soorten zijn: communauté de communes, communauté d’agglomération (voor meer dan 50.000 inwoners), communauté urbaine (voor meer dan 250.000 inwoners) en ten slotte de metropoles de droit commun voor de grote steden zoals Bordeaux, Lille en Toulouse. Daarnaast heeft Parijs en omgeving een eigen statuut, net als Marseille en omgeving. Bij deze andere soorten EPCI’s zijn de gemeentelijke taken waarop wordt samengewerkt grotendeels wettelijk voorgeschreven. Zij bezitten een eigen belastinggebied en de burger kiest de leden van hun algemene besturen rechtstreeks.

NOTEN

1: artikel L5212-1 Code général des collectivités territoriales (CGCT)

2:: artikel L5212-2 CGCT

3: artikelen L5212-7 en L5212-7-1 CGCT

4: artikel L5211-7 CGCT

5: artikel L5211-8 juncto L2122-7 CGCT

6: artikel L5211-8 CGCT

7:: artikel L5211-8 juncto L2121-33 CGCT

8:: artikel L5211-11 CGCT

10a: artikel L5211-10 CGCT

10b: artikel L5211-2 juncto L2122-1 en 2122-4 eerste alinea CGCT

11: artikel L2115-9 CGCT; zie over de burgemeester/maire Maire en adjoints au maire in de Franse gemeenteraad

12: artikel L5211-2 juncto L2122-10

13: artikel L5212-20

14: artikelen L5211-19 en L5212-29

15: artikel L5212-1

Maire en adjoints au maire in de Franse gemeenteraad

Woensdag 13 december 2017. Een van de eerste dingen die de nieuwe gemeenteraad doet, is het kiezen van de nieuwe burgemeester (maire) en wethouders (adjoints au maire) (1). Burgemeester en wethouders moeten raadslid zijn en zij blijven dit ook (2). Alleen raadsleden met de Franse nationaliteit komen in aanmerking (3). Anders dan in Frankrijk is het in Nederland de regering die de burgemeester benoemt; wel volgt de regering in beginsel de aanbeveling van de gemeenteraad (5). Net als in Frankrijk is het in Nederland de gemeenteraad die de wethouders benoemt (6). Burgemeester en wethouders hoeven geen raadslid te zijn en mogen het niet blijven (7). De burgemeester moet Nederlander zijn (8). Een wethouder niet (9).

Winner takes it all In beginsel is voor de keuze van de raad een een absolute meerderheid nodig. Na twee stemrondes voldoet echter de relatieve meerderheid (10). Voor wat betreft de burgemeester stemmen de raadsleden op personen. De persoon die de meeste stemmen heeft, wordt burgemeester. Voor wat betreft de wethouders stemmen de raadsleden op lijsten. Op een lijst staan verschillende personen. De lijst die de meeste stemmen heeft, levert de wethouders. Alle personen die op die lijst staan, worden wethouder. Alle personen die op een van de andere lijsten staan, worden geen wethouder (11). In de praktijk wordt burgemeester de lijsttrekker van de lijst die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen van de burger heeft gekregen. Ook alle nieuwe wethouders stonden op deze lijst. Die lijst is bij de raadsverkiezingen beloond met de prime majoritaire Prime majoritaire en het weren van kleine partijen bij gemeenteraadsverkiezingen en heeft dus altijd de absolute meerderheid in de gemeenteraad (zie mijn blog van 30 november 2017). Kortom: the winner takes it all. De lijst bestaat in de praktijk meestal uit kandidaten van verschillende politieke partijen, zodat er toch verschillende politieke partijen zijn vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De burgemeester kan een of meer andere raadsleden taken en bevoegdheden van een wethouder geven (12). Sommige wethouders zijn dus door de raad gekozen; anderen door de burgemeester.

Besançon In de Oost-Franse gemeente Besançon heeft bij de gemeenteraadsverkiezingen de lijst met linkse partijen gewonnen (Prime majoritaire en het weren van kleine partijen bij gemeenteraadsverkiezingen). Deze lijst was een alliantie van de sociaal-democratische PS, de communistische PCF en de groene EELV. Lijsttrekker Jean-Louis Fosseret is burgemeester geworden. Alle 16 (!) wethouders die de raad heeft gekozen, stonden op zijn lijst. Fosseret heeft daarnaast 24 (!) andere raadsleden tot feitelijk wethouder gemaakt. Daardoor zijn nu 41 kandidaten op de winnende lijst bij de raadsverkiezingen burgemeester of wethouder geworden. Burgemeester en sommige wethouders zijn in de tussentijd overigens van politieke partij geswitcht en lid geworden van een partij die niet aan de raadsverkiezingen heeft meegedaan, namelijk Macron’s LREM.

Grotere politieke houdbaarheid wethouders Burgemeester en wethouders worden gekozen voor de hele termijn van de gemeenteraad (13), voor zes jaar dus. De gemeenteraad kan hen niet tussentijds ontslaan. Alleen de regering kan een wethouder of burgemeester ontslaan (14). Ook in Nederland kan alleen de regering een burgemeester ontslaan, maar de aanbeveling van de gemeenteraad telt daarbij wel zwaar mee (15). Echter, in Nederland kan de gemeenteraad een wethouder tussentijds zonder meer ontslaan in wie hij geen vertrouwen meer heeft (16). Dat gebeurt ook en daardoor is de politieke houdbaarheid van wethouders in Nederland kleiner dan in Frankrijk.

Burgemeester is veel meer de baas De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad (17), net als in Nederland (18). En net als in Nederland (20), heeft de burgemeester diverse bevoegdheden op het gebied van de openbare orde (19). Anders dan in Nederland, is het echter de burgemeester die alle bevoegdheden heeft voor het dagelijks bestuur van de gemeente. Alle uitvoerende macht rust op grond van de wet bij hem. Een wethouder heeft alleen maar bevoegdheden en taken indien en voor zover hij die van de burgemeester heeft gekregen. De burgemeester blijft ook dan verantwoordelijk en de wethouder is hiërarchisch ondergeschikt aan hem. Hij kan de wethouder de bevoegdheden weer afnemen (21). Niet voor niets heten de wethouders in Frankrijk dan ook toegevoegden aan de burgemeester. Hoe anders is dat in Nederland geregeld. Andere bevoegdheden voor het dagelijks bestuur dan op het gebied van de openbare orde rusten bij burgemeester en wethouders gezamenlijk (22). Burgemeester en wethouders zijn gezamenlijk, als college, verantwoordelijk. Zij kunnen een of meer van hen machtigen tot uitoefening van hun bevoegdheden (23). In de praktijk gebeurt dat ook: wethouders en soms ook burgemeester hebben in de praktijk een eigen portefeuille. Die wethouder oefent dan bevoegdheden uit namens en onder verantwoordelijkheid van het hele college (24). Het college kan hem daarbij aanwijzingen geven (25).

Noten

1:artikel L2121-7 Code général des collectivités territoriales, afgekort tot CGCT

2:artikel 2122-1 CGCT

3:artikel LO 2122-4-1 CGCT

5:artikel 61 Gemeentewet

6:artikel 35 Gemeentewet

7:artikel 68 en 36b Gemeentewet

8:artikel 63 Gemeentewet

9:artikel 36a juncto 10 Gemeentewet

10:artikel L2122-7 en L2122-7-2 CGCT

11:artikel L2122-7-2 CGCT

12:artikel 2122-18 CGCT

13:artikel L2122-10 CGCT

14:artikel L2122-16CGCT

15:artikel 61b Gemeentewet

16:artikel 49 Gemeentewet

17:artikel 2121-14

18:artikel 9 Gemeentewet. CGCT

19:artikel 2221-1 e.v. CGCT)

20:artikel 172 e.v. Gemeentewet

21:artikel L2122-18 CGCT

22:artikel 160 Gemeentewet

23:artikel 168 lid 1 Gemeentewet

24:artikel 168 lid 2 Gemeentewet

25:artikel 168 lid 3 Gemeentewet

Recente ontwikkelingen bij Franse politieke partijen

Vrijdag 22 december 2017. Welke ontwikkelingen hebben zich in de afgelopen maanden bij politieke partijen in Frankrijk voorgedaan? De lijst is niet volledig! Tussen haakjes staan hun afkortingen.

Les Républicains (LR) Na interne verkiezingen heeft deze partij heeft begin december een nieuwe partijvoorzitter gekozen: Laurent Wauquiez, de meest rechtse kandidaat. Hij won de verkiezingen al in de eerste ronde met ¾ van de stemmen. Wauquiez wordt politiek geïnspireerd door (oud-president van Frankrijk) Nicolas Sarkozy. Voor de twee andere kandidaten vormden respectievelijk François Fillon en Alain Juppé de politieke inspiratiebron. Oppositiepartij.

Agir – La Droite constructive (Agir) Dit is een nieuwe partij. Zij is begin december opgericht door parlementariërs die in de Assemblée nationale (een deel van) de groepering Les Constructifs vormen. Ze zijn Kamerleden in de Assemblée nationale die voor Les Républicains zijn gekozen en die in juli uit de LR fractie zijn gestapt, omdat zij zich constructief wilden opstellen tegenover de regering.

La république en marche (LREM of LRM) Deze partij van Emmanuel Macron heeft eind november een délégué général gekozen: Christophe Castaner. Dat is een soort van partijvoorzitter. Hoewel op democratische wijze gekozen, heeft Macron hem al in een vroeg stadium als zijn (gewenste) opvolger aangewezen. Coalitiepartij.

Mouvement démocrate (MoDem) Het partijvoorzitterschap van oprichter François Bayrou is onlangs verlengd. Coalitiepartij.

Parti socialiste (PS) In april 2018 wordt de nieuwe partijvoorzitter gekozen (premier secrétaire). Er zijn nog geen officiële kandidaten, maar het ziet er naar uit dat er een groot aantal kandidaten zal komen. Op dit moment is de functie vacant; Jean-Christophe Cambadélis heeft in juni ontslag genomen in verband met de nederlaag bij de verkiezingen voor de Assemblée nationale. Oppositie in Assemblée nationale; neutraal in Sénat.

Génération-s le mouvement Deze beweging is afgelopen zomer opgericht door Benoît Hamon, de presidentskandidaat van de parti socialiste in mei, onder de naam Mouvement du 1er Juillet (afgekort tot M1717). Begin december is het als politieke partij opgericht onder de nieuwe naam.

Mouvement radical Deze beweging is opgericht in december, maar vormt eigenlijk het begin van de fusie tussen de rechtse Parti radical valoisien en de linkse Parti radical de gauche. Beide vormden tot 1972 al één partij (Parti radical geheten) maar hebben zich toen gesplitst. Daarna heeft Parti radical valoisien zich bij (de voorlopers van) Les Républicains aangesloten en Parti radical de gauche bij de Parti socialiste. De oorspronkelijke Parti radical is opgericht in 1901, een oude partij dus; de Parti radical valoisien is daarvan officieel de opvolger. Het woord radicaal in de namen van de partijen heeft niets met radicaal-links of radicaal-rechts te maken. Neutraal, terwijl de Parti radical de gauche zelfs coalitiepartij is.

Prime majoritaire en het weren van kleine partijen bij gemeenteraadsverkiezingen

Vrijdag 30 november 2017. In Frankrijk stemt men bij gemeenteraadsverkiezingen op lijsten. Op een lijst kunnen de kandidaten staan van een enkele politieke partij of van verschillende politieke partijen die meestal wel aan elkaar verwant zijn. Bijvoorbeeld een gezamenlijke lijst van enkele gematigd linkse partijen of een gezamenlijke lijst van enkele gematigd rechtse partijen. De lijst die de meeste stemmen krijgt van de kiezers wordt altijd fors beloond. In gemeenten met meer dan 1000 inwoners bestaat die beloning uit de helft van de gemeenteraadszetels! Deze premie heet prime majoritaire. De andere helft van de raadszetels wordt naar evenredigheid verdeeld over alle lijsten die meededen aan de verkiezingen. Alle lijsten, dat is inclusief de lijst die de premie ontving. Die lijst beschikt daardoor automatisch over een riante meerderheid in de gemeenteraad. Zelfs als de kiezers niet in meerderheid op haar hebben gestemd, beschikken de partijen op die lijst over een riante meerderheid. Dat is zo geregeld in de Franse Kieswet, de Code électoral (1: zie hieronder). In Nederland is er geen premie voor de lijst met de meeste stemmen: elke lijst krijgt het zetelaantal dat evenredig is aan het aantal stemmen dat op die lijst is uitgebracht (2). Frankrijk kiest voor zo’n prime majoritaire omdat men vreest dat gemeenten anders onbestuurbaar worden.

Verkiezingsrondes

Gemeenteraadsverkiezingen verlopen in een of twee rondes. Als een lijst in de eerste ronde meer dan de helft van de stemmen krijgt, is er slechts een ronde nodig. Anders volgt nog een tweede ronde. Bij een tweede ronde krijgt de lijst met de meeste stemmen de premie. Meerderheid van de stemmen is dan niet meer nodig. De andere helft van de raadszetels wordt – zoals gezegd – naar evenredigheid van de uitgebrachte stemmen over alle lijsten verdeeld, inclusief de lijst die de prime majoritaire kreeg.

Weren van kleine partijen

Als ik zeg verdeling over ”alle lijsten” is dat niet helemaal juist. Ten eerste: bij een tweede ronde alleen de lijsten die aan die tweede ronde hebben meegedaan en een lijst mag alleen aan de tweede ronde meedoen als hij in de eerste ronde minstens 10% van de stemmen heeft gekregen (3). Ten tweede: een lijst moet minstens 5% van de stemmen hebben gekregen. Een lijst die in de eerste en enige ronde of in de tweede ronde 4% van de stemmen heeft gekregen, krijgt dus geen enkele raadszetel. Een lijst die in de eerste ronde 8% van de stemmen heeft gekregen, krijgt zetels als er geen tweede ronde volgt. Maar hij krijgt geen enkele raadszetel als er wel een tweede ronde volgt. Heel soms kan zo’n lijst in gewijzigde samenstelling toch weer wel meedoen aan de tweede ronde (4).

Zittingsduur en omvang gemeenteraden

De laatste gemeenteraadsverkiezingen dateren uit (maart) 2014. Overal in Frankrijk werden toen raadsverkiezingen gehouden. De zittingsduur bedraagt zes jaar (5), zodat de volgende verkiezingen pas weer in 2020 zijn. In Nederland is dat vier jaar (6). De volgende verkiezingen zijn in 2018, ook in maart trouwens. Het aantal raadsleden in een gemeente is net als in Nederland afhankelijk van het aantal inwoners. Gemeenten tussen 100.000 en 150.000 inwoners hebben 55 raadsleden (7), dat is inclusief burgemeester (maire) en wethouders (adjoints). In Nederland heeft zo’n gemeente 39 raadsleden (8), maar dat is dan exclusief burgemeester en wethouders.

Orléans

Besançon en Orléans zijn gemeenten met 55 raadsleden. In Orléans heeft een lijst bij de eerste ronde in 2014 de meerderheid van de stemmen gekregen. Op deze lijst stonden de kandidaten van twee gematigd rechtse partijen. Met 53% van de stemmen kregen deze twee partijen 80% van de raadszetels, namelijk 44 zetels. De gezamenlijke lijst van twee gematigd linkse partijen kreeg met 23% van de stemmen 10% van de zetels, namelijk 6 zetels. Een derde lijst met 8% van de stemmen kreeg slechts 3% van de zetels, namelijk 2 zetels. Dat is ook weinig, maar als een tweede verkiezingsronde nodig was geweest, had deze lijst geen enkele raadszetel gehad. In Nederland zou de zetelverdeling niet 44, 6 en 2 zijn geweest maar 29, 12 en 4 (en bovendien nog zetels voor heel kleine partijen)!

Besançon

In het Oost-Franse Besançon haalde geen enkele lijst de meerderheid en was dus een twee ronde nodig. Twee lijsten hadden in de eerste ronde 7% en 6% van de stemmen gehaald. In Nederland zouden zij elk tussen de 3 en 4 raadszetels hebben gekregen. In Frankrijk kregen zij geen enkele raadszetel, want ze hadden te weinig stemmen gekregen om aan de tweede ronde te mogen meedoen. Van de lijsten die wel mochten meedoen in de tweede ronde haalde de gezamenlijke lijst van gematigd linkse partijen met 47% de meeste stemmen. Die partijen kregen daarmee 74% van de raadszetels, namelijk 41. De gezamenlijke lijst van gematigd rechtse partijen kreeg met 44% van de stemmen (slechts 3% minder stemmen) slechts 21% van de raadszetels, namelijk 12. In Nederland zou de zetelverdeling niet 41 en 12 maar 25 en 24 zijn geweest! Ook hier nog daarbovenop zetels voor heel kleine partijen.

De volgorde op de lijst bepaalt in Frankrijk welke kandidaat op de lijst een raadszetel krijgt. De kiezer kan dus geen voorkeursstem uitbrengen (9). In Nederland kan dat wel (10).

1 artikel L 262 Code électoral

2 artikel 129 lid 2 Grondwet juncto artikel P6 Kieswet

3 artikel L 264 Code électoral

4 artikel L 264 Code électoral

5 artikel L 227 Code électoral

6 artikel 129 Grondwet en artikel C4 Kieswet

7 artikel L225 Code électoral juncto artikel L2121-2 Code général des collectivités territoriales

8 artikel 8 Gemeentewet

9 artikel L 273-8 Code électoral

10 artikel P 15 Kieswet

Verkiezingen op Corsica

Woensdag 15 november 2017. Het streven naar meer regionale autonomie komt niet alleen voor in Spanje. Ook Frankrijk heeft daarmee te maken. Een voorbeeld is Corsica, eiland van 300.000 inwoners in de Middellandse Zee en geboorteplaats van Napoleon. Het eiland bezit nu al relatief veel autonomie. Over enkele weken zijn er verkiezingen voor de volksvertegenwoordiging op het eiland. De partijen die streven naar onafhankelijkheid hebben nu al een grote stem in de politiek van het eiland en verwacht wordt dat die stem alleen maar groter wordt bij de verkiezingen begin december. Daarop vooruitlopend hebben Kamerleden die namens het eiland zitting hebben in de Franse Assemblée nationale de regering in Parijs gevraagd of die openstaat voor onafhankelijkheid. Minister Gérard Collomb heeft daarop diplomatiek geantwoord dat de regering openstaat voor meer autonomie maar dat Corsica wel deel van Frankrijk moet blijven (Le Figaro 4 november 2017).

In het Franse staatsrecht is Corsica een collectivité territoriale. De meeste collectivités territoriales zijn gemeenten, departementen of regio’s in de zin van artikel 74 Constitution de la République française. Corsica is geen van drieën. De Collectivité territoriale de Corse dankt haar bestaan aan een bijzondere wet uit begin jaren negentig. De CTC heeft een eigen parlement en dagelijks bestuur.

De inwoners kiezen om de zes jaar een nieuw parlement (assemblée). Niet alle politieke partijen op Corsica streven naar onafhankelijkheid: alleen Femu a Corsica en Corsica Libera doen dat. Deze twee partijen hebben nu 47% van de zetels in het parlement in handen, namelijk 24 van de 51 zetels. Hoewel op Corsica het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging geldt en net als in Nederland het hele eiland een enkel kiesdistrict is, is dit succes behaald met slechts 35% van de stemmen. Dat komt doordat de grootste partij een bonus krijgt van negen extra zetels (de zogenaamde prime majoritaire). Toch had het allemaal anders kunnen lopen: op de tweede plaats stond met 28,5 % namelijk Divers Gauche. Die partij is geen voorstander van een onafhankelijk Corsica. Divers Gauche doet echter niet mee bij de aanstaande verkiezingen. Femu a Corsica en Corsica Libera doen uiteraard wel mee, onder de nieuwe gemeenschappelijke naam Pè a Corsica (Voor Corsica). Bij de laatste verkiezingen hebben 60% van alle potentiële kiezers hun stem uitgebracht.

Het parlement kiest uit haar midden het dagelijks bestuur (conseil exécutif). Eerst wordt de president gekozen en daarna enkele vice-presidenten. President is nu Jean-Guy Talamoni van de partij Corsica Libera. De twee vice-presidenten zijn van de andere onafhankelijkheidspartij Femu a Corsica. Het parlement kan het dagelijks bestuur ontslaan als het daarin geen vertrouwen meer heeft. In Nederland kennen wij ook deze vertrouwensregel. Verschil met ons land is wel dat het Corsicaans parlement alleen het hele dagelijks bestuur kan ontslaan en bovendien alleen als zij tegelijkertijd een nieuw dagelijks bestuur kiest (artikel L4422-31 Code électoral).

Corsica heeft meer overheidstaken en bevoegdheden dan de regio’s, zoals op het gebied van ruimtelijke ordening, economie, cultuur en onderwijs. Erkenning van buitenlandse staten hoort daar evenwel niet bij. Toch heeft President Talamoni begin november de geboorte van de republiek Catalonië erkend! (Le Figaro 4 november 2017).

Vanaf 1 januari aanstaande krijgen parlement en dagelijks bestuur nog meer verantwoordelijkheid, want dan verdwijnen de departementen op Corsica. Alle departementale taken en bevoegdheden gaan over op parlement en dagelijks bestuur van Corsica. Bovendien groeit het aantal parlementszetels dan van 51 naar 63.

Senaatsverkiezingen in Frankrijk: tegenvaller voor Emmanuel Macron

12 oktober 2017 Op 24 september waren er niet alleen verkiezingen in Duitsland (Bundestag) maar ook in Frankrijk. In Frankrijk betrof het de helft van de senaat. Het werd de eerste tegenvaller voor de partij van Emmanuel Macron, La république en marche (LREM). Steun voor zijn grondwetsherzieningsplannen is daardoor ingewikkelder geworden.

Nieuwkomer LREM heeft in juni een ruime meerderheid in de Assemblée nationale behaald, zeg maar de Tweede Kamer. Na dit succes hebben 29 senatoren afkomstig van andere partijen een eigen LREM fractie opgericht, in afwachting van de senaatsverkiezingen. Niemand in LREM voorspelde voor de senaat een absolute meerderheid. De senaat wordt namelijk niet door de burgers maar door (vooral) gemeenteraadsleden gekozen. LREM bestond nog niet ten tijde van de laatste raadsverkiezingen, terwijl oppositiepartij Les Républicains (LR) toen juist veel raadszetels won.

Fractieleider François Patriat voorspelde 60 senaatszetels. Het werden er 24, en uiteindelijk slechts 21 omdat drie senatoren inmiddels naar een andere fractie zijn overgestapt.

Voor een grondwetswijziging via de parlementaire weg is een meerderheid nodig in elk van beide kamers, plus 3/5 in de verenigde vergadering. De senaat bestaat uit 348 leden. Het overgrote deel van hen maakt nu deel uit van fracties die zich officieel tot oppositiepartij hebben verklaard. LR is met 144 leden met stip de grootste partij. De tweede partij is Parti socialiste met 78 leden, ook oppositiepartij. Natuurlijk is niet uitgesloten dat een oppositiepartij de grondwetswijziging steunt. Die kans is erg klein bij LR. Zonder steun van (een aantal) LR-senatoren zal het echter moeilijk worden. LR is een partij rechts van het midden, waaraan bekende namen zijn verbonden als Fillon, Sarkozy, Chirac en Juppé. De partij heeft altijd een rechtse vleugel en een centrumrechtse vleugel gehad. In de senaatsfractie domineert de rechtse vleugel; die wil Macron niet steunen. Fractiediscipline doet de rest. Toch kan het allemaal nog heel anders gaan lopen. Eind dit jaar wordt namelijk een nieuwe partijvoorzitter gekozen. De kandidaat van de rechtse vleugel, Laurent Wauquiez, lijkt het te gaan worden. In dat geval zal een deel van de centrumrechtse vleugel waarschijnlijk een nieuwe partij oprichten, waar de centrumrechtse senatoren zich bij aansluiten. Dan is de kans groot dat zij ook samen een eigen fractie gaan vormen en is de weg toch nog vrij gemaakt voor hun steun aan de grondwetsherziening. Journalisten zien in Wauquiez dan ook Macron’s grootste vriend.

Als de parlementaire weg toch niet lukt, kan Macron ook kiezen voor grondwetsherziening via referendum (artikel 11 Constitution). Alleen De Gaulle heeft dat in de jaren ’60 eerder geprobeerd. Macron wil deze weg uitdrukkelijk niet uitsluiten, omdat hij de herziening nog in 2018 wil realiseren. Hij wil niet wachten tot na de volgende senaatsverkiezingen, in september 2020. In maart van datzelfde jaar worden gemeenteraadsverkiezingen gehouden. LREM neemt daaraan deel.

Macron wil dat in de grondwet het aantal leden van de Assemblée nationale met 1/3 wordt teruggebracht. In de huidige Grondwet staat slechts een maximumaantal. Grondwetsherziening en instemming van de Senaat is daarom niet per sé nodig, maar wel duurzaam. Hij wil ook het kiesstelsel veranderen. Nu is er een meerderheidsstelsel: in elk van de 577 kiesdistricten wordt een Kamerlid gekozen. Dat is zeer nadelig voor kleinere partijen, zoals Front national (Le Pen) dat met 10 à 15% van de stemmen geen of hooguit een zetel behaalde in de afgelopen decennia. Daarom wil Macron ”une dose de proportionnelle” toevoegen. Wat hij daarmee precies bedoelt, is niet duidelijk. Een minister sprak over twee stemmen voor de burger, een op een kandidaat in het kiesdistrict en een op een landelijke lijst, waarbij de laatste stemmen 25% van de zetels vormen. De huidige Grondwet zegt niets over het kiesstelsel, zodat ook hiervoor geldt: grondwetsherziening is niet nodig, maar wel duurzaam. In Nederland is zowel het aantal Kamerleden als het kiesstelsel (van evenredige vertegenwoordiging) duurzaam vastgelegd, in de artikelen 51 en 53 Grondwet.