Handhavers

Donderdag 23 november 2017. Een medewerker van een massagesalon in de gemeente Amsterdam verricht seksuele handelingen bij een klant. De massagesalon heeft daar geen vergunning voor. Prostitutie is geen strafbaar feit (meer), maar volgens de Amsterdamse Algemene Plaatselijke Verordening is wel voor exploitatie van een prostitutiebedrijf een vergunning nodig. De klant was een mystery guest, een gemeentelijke handhaver in functie. Dat is een toezichthouder in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De bevoegdheden die een toezichthouder heeft, staan onder andere in deze wet.

Artikel 3.1 lid 2 sub j en k van de Amsterdamse Algemene Plaatselijke Verordening  luidt: prostitutie: het zich beschikbaar stellen om tegen vergoeding seksuele handelingen met een ander te verrichten; prostitutiebedrijf: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is, gelegenheid wordt gegeven tot prostitutie.

Artikel 3.27 lid 1 van deze APV luidt: Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een prostitutiebedrijf te exploiteren.

Artikel 6.2 APV luidt: Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aangewezen personen of categorieën van personen. 

Artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht luidt: Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.

Artikel 5:16 van deze wet luidt: Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.

Motie afbouw kolenafslag

Donderdag 16 november 2017. De gemeenteraad van Rotterdam heeft motie aangenomen voor snelle beëindiging van de kolenoverslag in de haven. De motie was ingediend door een raadslid van GroenLinks. De wethouder gaat onderzoeken hoe hij de motie zal uitvoeren maar dat dit niet betekent dat de kolenoverslag op korte termijn zal zijn beëindigd. In de Gemeentewet is niets expliciet geregeld over moties, wel is daarin geregeld dat de gemeenteraad een reglement van orde voor zijn vergaderingen moet vaststellen. In het Rotterdamse Reglement van orde voor vergaderingen van de raad staat ook een regeling over moties.

Artikel 16 Gemeentewet luidt: De raad stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

Artikel 42 lid 1 Rotterdamse Reglement van orde voor vergaderingen van de raad luidt: Ieder ter vergadering aanwezig lid heeft het recht naar aanleiding van het in behandeling zijnde onderwerp schriftelijk moties in te dienen bij de voorzitter. 

De officiële toelichting bij dit artikel 42 lid 1 luidt (gedeeltelijk): Moties worden getypt op niet-geïllustreerd en niet-gedessineerd papier. Het gebruik van de door de partij vastgestelde logo’s is wel toegestaan. De ondertekenaar(s) van de motie moet(en) duidelijk herkenbaar zijn; daarom dient een ondertekenaar zelf zijn naam duidelijk leesbaar bij zijn handtekening te vermelden. In geval een motie door de raad wordt aangenomen zijn er drie mogelijkheden: a. Het college heeft aangegeven de motie uit te zullen voeren. b. Het college heeft aangegeven de motie naast zich neer te leggen. c. Het college heeft aangegeven de motie mee te nemen voor nader intern beraad.

Artikel 9 Gemeentewet luidt: De burgemeester is voorzitter van de raad.

Honden en wetten

Donderdag 2 november 2017. Rotterdamse wethouder wil dat in de gemeentelijke verordening wordt geregeld dat alle Rottweilers, Pitbull achtige honden en de andere zogenaamde hoog-risicohonden altijd een muilkorf moeten dragen als zij verblijven of lopen op een openbare plaats of op het terrein van een ander.  Op dit moment is dat nog onmogelijk, omdat landelijke regelgeving zich daartegen verzet. Ik vermoed dat de landelijke regelgeving waarvan hier sprake is het Besluit houders van dieren is. In de Gemeentewet staat dat een gemeentelijke verordening niet in strijd mag zijn met hogere regelgeving. Een gemeentelijke verordening staat onderaan in deze hiërachie.  Het Besluit houders van dieren is een door de regering uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur, en dus een hogere regeling.

Artikel 2:59 lid 1 algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Rotterdam luidt op dit moment: Indien de burgemeester een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan hij de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander.

Artikel 121 Gemeentewet luidt: De bevoegdheid tot het maken van gemeentelijke verordeningen blijft ten aanzien van het onderwerp waarin door wetten, algemene maatregelen van bestuur of provinciale verordeningen is voorzien, gehandhaafd, voor zover de verordeningen met die wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale verordeningen niet in strijd zijn.

Artikel 1.6 lid 1 en 2 Besluit houders van dieren luidt: De bewegingsvrijheid van een dier wordt niet op zodanige wijze beperkt dat het dier daardoor onnodig lijden of letsel wordt toegebracht. Een dier wordt voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften.