Weggestemd in het parlement, maar toch zou bondskanselier Scholz mogen aanblijven

DONDERDAG 19 DECEMBER 2024 Afgelopen maandag heeft het Duitse parlement bondskanselier Olaf Scholz weggestemd en eind februari worden er vervroegde parlementsverkiezingen gehouden, zo stond een dag later in de NRC. De politieke verhoudingen bij onze oosterburen dwingen wellicht tot het houden van vervroegde verkiezingen, maar staatsrechtelijk gezien zijn ze niet nodig en zou Scholz gewoon mogen aanblijven als bondskanselier, alsof er niets is gebeurd. Hoe kan dat staatsrechtelijk mogelijk zijn in Duitsland, hij was toch weggestemd?

NEDERLAND Als het Nederlandse parlement – de Tweede Kamer of de Eerste Kamer – de minister-president wegstemt, dan moet de minister-president staatsrechtelijk gezien zijn ontslag aanbieden aan de Koning. Weliswaar blijft hij daarna nog wel in functie tot er een nieuwe minister-president is benoemd, maar hij is wél demissionair geworden. De minister-president in Nederland is vergelijkbaar met de bondskanselier in Duitsland. In Nederland kan de minister-president staatsrechtelijk gezien dan dus niet ‘gewoon’ aanblijven, alsof er niets is gebeurd. In Duitsland is dat wél mogelijk. Hoe kan dat?

DUITSLAND Het Nederlandse parlement stuurt de minister-president weg met een motie van wantrouwen. Dat is een motie waarin de meerderheid van Tweede Kamer of Eerste Kamer het vertrouwen opzegt in de minister-president. Daarentegen kan het Duitse parlement de bondskanselier niet wegsturen met een motie van wantrouwen. Daar kan dat alleen met een constructieve motie van wantrouwen.

CONSTRUCTIEF Wat is een constructieve motie van wantrouwen? Een constructieve motie van wantrouwen is een motie van wantrouwen waarin tegelijkertijd een nieuwe bondskanselier wordt gekozen. In een en dezelfde motie wordt zowel het wantrouwen uitgesproken in de zittende bondskanselier als de aanwijzing van een nieuwe bondskanselier. Pas dan moet ook staatsrechtelijk gezien de zittende bondskanselier zijn ontslag aanbieden aan de bondspresident, zie artikel 67 van de Duitse Grondwet. De bondspresident is wat dit betreft dus vergelijkbaar met de Koning in ons land.   

MISSTRAUEN AUSSPRECHEN Het is niet alleen zo dat de bondskanselier pas dan moet opstappen. Het parlement mag staatsrechtelijk gezien haar wantrouwen in de zittende bondskanselier alleen uitspreken als ze tegelijkertijd een nieuwe bondskanselier aanwijst, zie artikel 67 van de Duitse Grondwet. Betekent dit nou dat het parlement afgelopen maandag iets heeft gedaan wat ze volgens de Grondwet niet mocht doen?

VERTRAUEN AUSSPRECHEN Nee, dat is niet zo: het parlement heeft zich afgelopen maandag in overeenstemming met de Grondwet uitgesproken. Dat komt doordat bondskanselier Scholz het parlement had gevráágd om zich uit te spreken. Alleen dan mag het parlement zich er namelijk over uitspreken of ze nog vertrouwen heeft in de bondskanselier, zonder tegelijkertijd een nieuwe bondskanselier aan te wijzen, zie artikel 68 van de Duitse Grondwet. De bondskanselier die dat vraagt, vraagt het parlement trouwens niet om zich met een motie van wantrouwen uit te spreken, maar om zich met een motie van vertrouwen uit te spreken. Voor het aannemen van zo’n motie van vertrouwen is een meerderheid nodig van alle parlementariërs. Dat zijn er minstens 367. Scholz heeft het parlement afgelopen maandag om zo’n motie gevraagd. Het bleek dat slechts 207 parlementariërs de motie wilden steunen, zodat de motie niet is aangenomen.

VORSCHLAG Is het in zo’n situatie zo dat er daarna vervroegde parlementsverkiezingen moeten worden gehouden? Nee. Alleen als de bondskanselier daarna aan de bondspresident voorstelt om vervroegde parlementsverkiezingen te houden, kunnen er vervroegde parlementsverkiezingen worden gehouden. Hij hoeft dat echter niet voor te stellen; als hij dat niet voorstelt, dan kunnen er geen vervroegde parlementsverkiezingen worden gehouden. Maar ook als hij dat wél voorstelt, dan is de bondspresident volgens de Duitse Grondwet niet verplicht om vervroegde parlementsverkiezingen uit te schrijven. Hij mag dat dan doen, maar hij hoeft het niet te doen.

ALLES NU NOG GEWOON Heeft bondskanselier Scholz inmiddels zo’n voorstel gedaan aan de bondspresident? Nee, dat is nog niet gebeurd. Er is officieel geen datum bekend waarop vervroegde parlementsverkiezingen worden gehouden. Officieel is er zelfs nog geen sprake van dat er vervroegde parlementsverkiezingen zullen worden gehouden. Hij is staatsrechtelijk gezien ook nog steeds gewoon in functie als bondskanselier. Hij is dus ook niet demissionair of zo.

INNERHALB UND BINNEN Onofficieel staat het echter wel vast dat er vervroegde parlementsverkiezingen worden gehouden en staat daar zelfs al een datum voor vast: 23 februari 2025. Die datum heeft Scholz namelijk al met de oppositie afgesproken (al gaat daar volgens de Grondwet alleen de bondspresident over). Hoe dan ook kan uit deze afspraak worden afgeleid dat Scholz de bondspresident wil gaan voorstellen om vervroegde verkiezingen te houden. Waarom heeft Scholz dat dan niet al meteen afgelopen maandag gedaan? In de Grondwet staan maximumtermijnen waaraan de bondspresident zich moet houden bij het uitschrijven van vervroegde verkiezingen, zie de artikelen 39 en 68. Als Scholz al afgelopen maandag zijn voorstel had gedaan aan de bondskanselier, zouden deze termijnen vervroegde verkiezingen op 23 februari toelaten (nog net). Dat kan dus niet de reden zijn.

BUNDESTAG Hierboven is steeds sprake van het (Duitse) parlement. Dat parlement bestaat net als het Nederlandse parlement uit twee kamers: de Bondsdag en de Bondsraad. Hierboven wordt daarmee echter alleen de Bondsdag bedoeld.

BRONNEN Naast bovengenoemde krant en grondwetsartikelen is geraadpleegd de officiële website van de Bondsdag.

Mr. Leon

Volgende bijdrage verschijnt 9 januari 2025!

Motie van wantrouwen tegen Mark Rutte

VRIJDAG 11 AUGUSTUS 2023 Oppositiepartijen PvdA en GroenLinks kondigden op zondag 9 juli jl. in het televisieprogramma Nieuwsuur aan dat zij de volgende dag een motie van wantrouwen zouden indienen waarin staat dat Mark Rutte per direct moet opstappen als minister-president. Ook de PVV had zo’n motie aangekondigd.

RUTTEXIT Mark Rutte deelde echter de volgende ochtend (10 juli) mee dat hij had besloten geen kandidaat-lijsttrekker te zijn voor de verkiezingen van november a.s. en dat hij de politiek zal verlaten zodra een nieuw kabinet is gevormd (ergens volgend jaar dus). Er komt dus geen Rutte V. Die mededelingen waren voor de oppositie blijkbaar voldoende, want er is geen motie van wantrouwen ingediend. Hun aankondiging is niet uitgevoerd. 

ONTSLAG AANGEBODEN Wat de aangekondigde motie(s) bijzonder maakt, is dat Rutte al enkele dagen eerder (op 7 juli) het ontslag van zijn kabinet had aangeboden. Voor alle ministers en staatssecretarissen dus, ook voor zichzelf.

KONING Aan wie biedt een kabinet zijn ontslag aan? Dat ontslag wordt altijd aan de koning aangeboden. Voor ontslagverlening is namelijk de handtekening van de koning nodig, zie artikelen 43 en 46.

DEMISSIONAIR Het aanbieden van ontslag betekent echter nog niet het verlenen van ontslag. Op de site van het koninklijk huis berichtte de Rijksvoorlichtingsdienst op 7 juli jl. dat ‘de koning de ontslagaanvraag in overweging heeft genomen en de minister-president, ministers en staatssecretarissen heeft verzocht al datgene te blijven verrichten, wat zij in het belang van het koninkrijk noodzakelijk achten.’ Aan Rutte IV is dus nog geen ontslag verleend. Alle ministers en staatssecretarissen zijn daarom nog steeds in functie. Toch is er iets veranderd: het kabinet is door het aanbieden van zijn ontslag demissionair geworden. Ook minister-president Rutte is demissionair.

EIND 2024? Een demissionair kabinet blijft in functie tot een nieuw kabinet is benoemd. Ook de benoeming van de ministers en staatssecretarissen van het nieuwe kabinet zal per koninklijk besluit gebeuren. Waarschijnlijk laat dat nog wel enige tijd op zich wachten: eind november worden de Tweede Kamerverkiezingen gehouden en pas daarna begint de vorming van een nieuw kabinet. De kabinetsformatie duurde na de laatste verkiezingen (2021!) bijna een heel jaar! Als dat straks net zo lang gaat duren, blijft het demissionaire kabinet Rutte IV nog tot eind 2024 in functie! 

BIJZONDER (1) Waarom is een motie van wantrouwen tegen een demissionaire minister-president zo bijzonder? In de eerste plaats omdat het tot nu toe nog maar twee keer is gebeurd dat tegen een demissionair bewindspersoon een motie van wantrouwen is aangenomen. In 2006 trof het de minister voor Vreemdelingenzaken & Integratie. Het gevolg van die motie was dat de minister een deel van de portefeuille verloor en er alleen nog was voor Integratie (maar de minister bleef dus wel in functie) terwijl Vreemdelingenzaken aan de portefeuille van een andere minister werd toegevoegd. In 2021 trof het de minister van Defensie. Deze minister trad wél af, maar pas na een (dag) bedenktijd.

VERTROUWENSREGEL Beide keren had de motie dus weliswaar gevolg, maar dat gevolg was niet dat de minister per direct opstapte. Is dat eigenlijk staatsrechtelijk wel mogelijk, dat een bewindspersoon door een motie van wantrouwen per direct moet opstappen? Het antwoord op die vraag kan niet in de Grondwet worden gevonden, want daarin komt de motie van wantrouwen niet voor. Een motie van wantrouwen is een toepassing van de vertrouwensregel. De vertrouwensregel houdt in dat een minister moet opstappen als de Tweede Kamer laat merken dat zij/hij  niet meer haar vertrouwen heeft. Dat kan ook zonder motie van wantrouwen. De vertrouwensregel staat trouwens evenmin in de Grondwet. Toch is de vertrouwensregel een staatsrechtelijke regel. Het is echter een ongeschreven rechtsregel. Hij bestaat al heel lang (tweede helft negentiende eeuw) en is eigenlijk de belangrijkste regel van ons staatsrecht.

PER DIRECT? Als blijkt dat een of meer ministers niet meer het vertrouwen hebben van de Tweede Kamer, dan moet het ontslag van die ministers per direct worden aangeboden. Zij worden daardoor demissionair maar blijven voorlopig in functie. Hun ontslag wordt niet per direct verleend. De vraag is nu of het staatsrechtelijk mogelijk is dat de Tweede Kamer eist dat een bewindspersoon per direct ontslag wordt verleend. In dat geval is zo’n bewindspersoon per direct niet meer in functie. De vraag of dit staatsrechtelijk mogelijk is wordt door de meeste staatsrechtgeleerden bevestigend beantwoord, aldus professor Aalt Willem Heringa in zijn boek Staatsrecht (2022).

MINSTENS TWEE Heringa verbindt daaraan wel de voorwaarde dat er minstens twee ministers overblijven. Hij leidt dat af uit de tekst van de Grondwet. In artikel 42 van de Grondwet staat dat de regering wordt gevormd door ‘de Koning en de ministers’. In dit artikel is dus sprake van ‘ministers’ (meervoud) en dus moeten er volgens hem te allen tijde minstens twee ministers in functie blijven.

BIJZONDER (2) De aangekondigde motie van wantrouwen van PvdA en GroenLinks en van PVV is om nog een tweede reden bijzonder: zij is gericht tegen de minister-president. Een minister-president wordt ook wel premier genoemd. Tegen een minister-president is nog nooit een motie van wantrouwen aangenomen waarin staat dat hij per direct moest opstappen. Is ook dat staatsrechtelijk mogelijk, dus dat de Tweede Kamer eist dat een minister-president per direct ontslag wordt verleend?

ALTIJD EEN MINISTER-PRESIDENT! Uit de artikelen 43, 45 en 48 van de Grondwet leid ik af dat er te allen tijde een minister-president moet zijn. Dan is er een probleem als de minister-president ontslag wordt verleend terwijl er direct daarna nog geen opvolger kan worden benoemd. In Heringa’s boek komt dit probleem niet aan de orde. Nu is het zo dat een Nederlands kabinet altijd een of meer viceminister-presidenten heeft. Een viceminister-president wordt in de krant meestal vicepremier genoemd. Ik doe dat hier verder ook. Een vicepremier is ook steeds minister met een eigen portefeuille. Zo is in Rutte IV Sigrid Kaag vicepremier én minister van Financiën. Zou de vicepremier op 10 juli automatisch premier zijn geworden? Ik denk van niet. Weliswaar is een vicepremier de plaatsvervanger van de minister-president die tijdens zijn afwezigheid diens taken overneemt, aldus Wikipedia. Dan gaat het om afwezigheid wegens vakantie, ziekte of verblijf in het buitenland en dergelijke. Ik neem echter niet aan dat het ook gaat om de situatie die ontstaat na ontslagverlening van de minister-president. Daar komt bij dat de Grondwet eist dat de minister-president als zodanig wordt benoemd, zie artikel 48. De vicepremier lost het probleem dus niet op.

OPVOLGER AANWIJZEN In theorie zou wél een oplossing kunnen zijn dat in de motie van wantrouwen waarbij voor de zittende minister-president per direct ontslagverlening wordt geëist tevens zijn opvolger wordt aangewezen. Dan kan onmiddellijk na de koninklijke ontslagverlening van de zittende minister-president zijn opvolger per koninklijk besluit worden benoemd. Maar hoe realistisch was het 10 juli jl. om te denken dat de meerderheid die in de Tweede Kamer bestaat voor het per direct ontslaan van de zittende minister-president zich ook kan vinden in de keuze van zijn opvolger? Dat moet immers dezelfde meerderheid zijn! Ik denk dat in de motie die PvdA en GroenLinks wilden indienen buitenstaander Frans Timmermans als opvolger van Mark Rutte zou zijn aangewezen. Maar of de andere partijen die het vertrek van de minister-president zouden hebben gesteund ook bereid waren geweest om die aanwijzing te steunen? In de praktijk had dit vorige maand dan ook geen oplossing kunnen zijn.  

CONSTRUCTIEVE MOTIE Het is trouwens niet zo vreemd om van een parlement te eisen dat ze in een motie van wantrouwen tegen de minister-president tevens zijn opvolger aanwijst. Er zijn namelijk grondwetten die dit inderdaad doen. Daarvoor hoeft niet eens naar verre landen te worden gekeken. Zo is het namelijk in Duitsland. In de Duitse grondwet staat dat de Duitse Tweede Kamer tegen de bondskanselier das Mißtrauen nur dadurch (kann) aussprechen, daß er mit der Mehrheit seiner Mitglieder einen Nachfolger wählt, zie artikel 67 Grundgesetz. Zo’n motie wordt een constructieve motie van wantrouwen genoemd.

Mr. Leon

Volgend blog: op of voor vrijdag 8 september

Eerder verschijnt een nieuw blog op http://privaatrechtpraktijk.nl