In Frankrijk is het kabinet-Attal nu demissionair

VRIJDAG 19 JULI 2024 Het Franse kabinet is sinds afgelopen dinsdag demissionair. Het Nederlandse kabinet-Rutte IV was dat tot begin deze maand ook. Wat is hetzelfde en wat is anders?

AFFAIRES COURANTES  Zowel in Frankrijk als in ons land is niet helemaal duidelijk wat een demissionair kabinet mag doen. In Frankrijk mag het alleen nog maar lopende zaken afhandelen. In Nederland mag het doen wat het in het belang van het koninkrijk noodzakelijk acht. Allebei nogal vaag.

DÉMISSION Nadat de uitslag van de vervroegde verkiezingen van de Franse Tweede Kamer bekend was gemaakt, diende de minister-president – Gabriel Attal – en zijn kabinet ontslag in bij de president. Dat is Emmanuel Macron. In ons land bood minister-president Mark Rutte het ontslag van zijn kabinet aan de Koning aan (dat was in juli 2023). In ons land gaat het dus om een ontslagaanvraag; in Frankrijk gaat het om démission, om ontslagneming, zie artikel 8 Constitution.

IN OVERWEGING De Koning neemt vervolgens de ontslagaanvraag in overweging. Dat gebeurt praktisch meteen na de aanbieding ervan. Daarbij verzoekt hij de minister-president, ministers en staatssecretarissen al datgene te blijven doen, wat zij in het belang van het koninkrijk noodzakelijk achten. Vanaf datzelfde moment is het kabinet demissionair.

DÉMISSION (2) Attal en zijn kabinet namen op 9 juli jl. ontslag. Dat betekent echter niet dat zij sinds die dag minister af zijn. Sterker nog: ze bleven nog een hele week missionaire ministers zoals ze dat ook in de afgelopen maanden waren geweest.

ACCEPTER Pas een week later – afgelopen dinsdag – werd het kabinet-Attal demissionair. Omdat president Macron pas toen de ontslagneming aanvaardde. De president had er ook voor kunnen kiezen om daarmee nog langer te wachten. Staatsrechtelijk is hij daarin vrij. Het genomen ontslag is aanvaard, maar desondanks blijven minister-president en alle ministers aan het werk om de lopende zaken af te handelen. Dat is wat in Frankrijk een demissionair kabinet wordt genoemd.

CEREMONIEEL Het ontslag van het Nederlandse demissionair kabinet-Rutte was op 2 juli. Op die dag werd het kabinet-Schoof benoemd en werd de ontslagaanvraag van minister-president Rutte en andere demissionaire ministers aanvaard. Pas op 2 juli zijn de minister-president en de andere ministers van Rutte-IV dus ontslagen. Een jaar later na hun indiening van de ontslagaanvraag. Zo’n ontslag gebeurt in de vorm van koninklijke besluiten. Er moet dus ook de handtekening van de Koning onder staan, zie artikel 48 Grondwet. Zijn ondertekening is noodzakelijk, maar hij zal niet weigeren om zijn handtekening te plaatsen onder de besluiten die de (beoogde) nieuwe minister-president hem voorlegt.

LIBERTÉ DE CHOIX Ook het kabinet-Attal zal demissionair blijven tot er een nieuw kabinet is benoemd. Dat wil zeggen: totdat de president een nieuwe minister-president en nieuwe ministers benoemt. Staatsrechtelijk mag de president benoemen wie hij wil als minister-president. Zijn handtekening onder het benoemingsbesluit is dus allesbehalve alleen maar ceremonieel. De president heeft meegedeeld dat hij wil afwachten hoe de politieke verhoudingen in de Assemblée nationale (de Franse Tweede Kamer) zich in de komende tijd ontwikkelen. Naar verluidt zou de benoeming van een nieuw kabinet best wel tot oktober op zich kunnen laten wachten: dat zou betekenen dat Frankrijk tijdens de Olympische Spelen die eind deze maand beginnen en tijdens de Paralympische Spelen die een maand later beginnen zijn huidige (demissionaire) kabinet-Attal behoudt.

BRONNEN Naast bovenstaande grondwetsartikelen zijn geraadpleegd online publicaties in dagblad Le Monde van 16 en 17 juli; P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018; www.rijksoverheid.nl, bericht van 7 juli 2023 Minister-president Rutte biedt ontslag aan van kabinet.

Mr. Leon

Over twee weken een nieuwe bijdrage.

Tijd voor nieuwe Tweede Kamerverkiezingen

VRIJDAG 1 MAART 2024 Er lijkt weinig schot te zitten in de kabinetsformatie. Inmiddels zijn ruim drie maanden verstreken sinds de Tweede Kamerverkiezingen van november vorig jaar. Het kabinet was toen trouwens al vijf maanden demissionair, door een kabinetscrisis in de zomer van datzelfde jaar. Wie weet helpt het als er snel nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden. Maar is dat toegestaan? Is het (staatsrechtelijk) geoorloofd om nu al nieuwe verkiezingen te houden? Zo ja, wie beslist er dan over dát en wanneer er nieuwe verkiezingen worden gehouden?

VERVROEGDE VERKIEZINGEN Volgens de Grondwet is de zittingsduur van de Tweede Kamer vier jaren, zie artikel 52 (uitzonderingen daargelaten). Na die periode zijn er sowieso altijd nieuwe verkiezingen nodig. Het is echter niet verboden om ze al eerder te houden. In dat geval bedraagt de zittingsduur van de Tweede Kamer korter dan vier jaren. De huidige Tweede Kamer ‘zit’ er pas drie maanden. Zo’n korte duur staat echter niet in de weg aan het houden van vervroegde verkiezingen.

GROOTSTE FRACTIE? Wie beslist over het houden van vervroegde verkiezingen? Is dat de grootste fractie in de Tweede Kamer? Nee, die gaat daar niet over. Weliswaar is het (in de praktijk zo) dat de grootste fractie het initiatief krijgt in de kabinetsformatie en bepaalt wie de verkenner/kabinetsinformateur wordt, maar deze fractie gaat niet over het houden van tussentijdse verkiezingen. 

TWEEDE KAMER? Is het dan misschien de hele Tweede Kamer die beslist over het houden van vervroegde verkiezingen? Nee, ook dat is niet het geval. Het is niet de meerderheid van de Tweede Kamer die daarover gaat. Zelfs als de Tweede Kamer eensgezind (unaniem) tussentijdse verkiezingen zou willen, dan kan zij daar toch niet toe beslissen. Ze kan er niet toe beslissen, en ze kan het evenmin tegenhouden dat er tussentijdse verkiezingen worden gehouden. Het is overigens in de afgelopen decennia wel gebruikelijk geworden dat de Tweede Kamer wordt gevraagd of zij tussentijdse verkiezingen wenselijk vindt nadat het kabinet is gevallen door een conflict met diezelfde kamer.   

REGERING Als het niet de grootste fractie is en evenmin de hele Tweede Kamer, en het trouwens ook niet de Eerste Kamer is: wie gaat er dan wél over? De regering! Het is de regering die gaat over het houden van vervroegde verkiezingen, zie artikel 64 van de Grondwet. Het besluit tot het houden van vervroegde verkiezingen (en de datum waarop ze worden gehouden) wordt ondertekend door de Koning en een minister; het is dan ook een koninklijk besluit.

MINISTERRAAD Of er zo’n koninklijk besluit komt, beslist de ministerraad. Het is dus de ministerraad die beslist over het houden van vervroegde verkiezingen. Als het op een stemming aankomt wordt daarin bij meerderheid besloten, en daarbij heeft elke minister één stem, zie artikel 11 Reglement van orde voor de ministerraad.

GEWOONTE? Er zijn allerhande omstandigheden waarin het houden van vervroegde verkiezingen een gewoonte is geworden. In die omstandigheden is de beslissing van de ministerraad over het al dan niet houden van tussentijdse verkiezingen slechts een formaliteit. Zo’n omstandigheid is bijvoorbeeld een kabinetscrisis. Na een kabinetscrisis is het de gewoonte om (te beslissen tot) vervroegde verkiezingen. Dat was bijvoorbeeld in juli vorig jaar het geval toen het kabinet viel over asielzoekersopvang, en een week later werd besloten tot het houden van verkiezingen in november. Van zulke omstandigheden is nu echter geen sprake. Er is nu geen kabinetscrisis. Er is nu eerder sprake van een Tweede Kamer crisis. Een beslissing over vervroegde verkiezingen zou nu dan ook geen formaliteit zijn. 

DEMISSIONAIR De huidige ministerraad bestaat uit ministers die allemaal demissionair zijn, inclusief de minister-president. Het zijn immers allemaal ministers voor wie vanwege de kabinetscrisis in juli vorig jaar ontslag is aangevraagd bij de Koning. Kan ook een demissionaire ministerraad beslissen tot vervroegde verkiezingen? De bevoegdheid die in artikel 64 Grondwet staat (zie hierboven) is er niet alleen voor een missionair kabinet, maar ook voor demissionaire bewindslieden. Ik beantwoord die vraag dus met ja. 

BRONNEN Behalve genoemde artikelen uit Grondwet en Reglement van orde voor de ministerraad en andere officiële stukken is voor dit blog literatuur geraadpleegd, namelijk van P.P.T. Bovend’Eert, Tekst en Commentaar Grondwet en Statuut, artikel 64, aantekeningen 1, 2, 3 en 6, Wolters Kluwer Nederland: 2018 en van Alexander van Kessel, De zwakke stee in het staatsbestel? in: De Grondwet van 1848 tot nu, Boom Juridisch Den Haag: 2023.

Mr. Leon

Volgend blog: over twee weken.

Volgende week is er nieuw blog op http://privaatrechtpraktijk.nl