VRIJDAG 24 MEI 2024 Over anderhalve week zijn er Europese verkiezingen. Dat zijn de verkiezingen van het Europees Parlement. Wie in ons land mag stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen, mag dat ook bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP). Het EP is het parlement van de Europese Unie. Is het Europees Parlement een wetgever van de EU zoals de Tweede en Eerste Kamer dat zijn van Nederland?
VERORDENINGEN Hoe heten de wetten van de EU? Ze heten verordeningen of richtlijnen. In de laatste jaren werden jaarlijks enkele tientallen nieuwe verordeningen en richtlijnen gemaakt en ongeveer even veel bestaande verordeningen en richtlijnen gewijzigd. Een van de laatste verordeningen is anderhalve week geleden tot stand gekomen. In deze verordening staan regels voor de asielprocedure. Het is de verordening van 14 mei ‘tot vaststelling van een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming in de Unie’.
NOOIT Vaststelling van Nederlandse wetten gebeurt door regering en parlement gezamenlijk, zie artikel 81 Grondwet. Een Nederlandse wet kan niet worden vastgesteld als het parlement dat niet wil. Geen enkele wet kan daarom worden vastgesteld tegen de wil van het parlement.
SOMS WEL Dat is anders in de EU. Er zijn Europese verordeningen en richtlijnen die kunnen worden vastgesteld tegen de wil van het Europees Parlement, bijvoorbeeld als ze gaan over samenwerking tussen de polities van de lidstaten, zie artikel 87 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (of te wel het in 2007 gewijzigd Verdrag van Rome, uit 1957). Het is echter wél zo dat in veruit de meeste gevallen een Europese verordening of richtlijn niet kan worden vastgesteld tegen de wil van het Europees Parlement. In die gevallen gebeurt de vaststelling volgens de gewone wetgevingsprocedure, zie artikel 294 lid 1 van het verdrag.
EXPLICIET Niet alleen kan in Nederland geen enkele wet tot stand komen tegen de wil van het Nederlands parlement, maar bovendien moet dat parlement hier elke wet expliciet aannemen. Dat is anders voor Europese wetten: een verordening of richtlijn kan tot stand komen doordat het Europees Parlement ze niet op tijd verwerpt, zie artikel 294 lid 7 sub a van het verdrag.
353 Bovendien is voor een geldige verwerping nodig dat de helft plus een van alle Europarlementariërs tegen stemmen, zie artikel 294 lid 7 sub b van het verdrag. Er zijn 705 Europarlementariërs, dus de helft plus een is 353. Dit aantal kan hoger zijn dan de helft plus een van alle aanwezige Europarlementariërs.
INITIATIEF Het Nederlandse parlement bestaat uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De Tweede Kamer heeft het recht van initiatief, zie artikel 82 Grondwet. Dat betekent dat een individueel Kamerlid het recht heeft om zelf een wetsvoorstel te schrijven en dat vervolgens via de Kamervoorzitter in te dienen. Nadat het door de Tweede Kamer is aangenomen gaat zo’n wetsvoorstel, net als een wetsvoorstel van de regering, naar de Eerste Kamer.
COMMISSIE Het Europees Parlement heeft geen recht van initiatief. Alleen de Europese Commissie heeft het recht om een wetsvoorstel in te dienen bij het Europees Parlement, zie artikel 294 lid 2 VWEU. Alleen de Europese Commissie heeft dus het recht van initiatief. Naast de Europese Commissie is ook de Raad van de EU betrokken bij de vaststelling van Europese wetten. Zie verder over Commissie en Raad het blog van twee weken geleden: Bepaalt het Europees Parlement wie deel uitmaakt van de Europese regering?
CONCLUSIE Er zijn meer verschillen, maar reeds deze verschillen maken dat het Europees Parlement als wetgever een zwakkere positie heeft dan het Nederlandse parlement. Het EP is dus ‘minder’ wetgever dan het Nederlands parlement.
BRONNEN Behalve de hierboven genoemde verdragsartikelen en Grondwetsartikelen zijn geraadpleegd F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder, Recht van de Europese Unie, Boom Juridisch: 2022 en eur-lex.europa.eu (geraadpleegd op 23 mei).
Mr. Leon
Volgend blog volgende week vrijdag 31 mei.