Kamerinitiatief

VRIJDAG 30 MEI 2025 Afgelopen dinsdag heeft de Eerste Kamer gestemd over een wetsvoorstel dat vooral gericht was op criminele motorbendes. Het wetsvoorstel was een initiatief van Tweede Kamerleden afkomstig uit vijf fracties, namelijk VVD, CDA, SGP, ChristenUnie en PvdA. Zij hebben dit initiatief zeven jaar geleden genomen. Inmiddels staan de laatste twee fracties niet meer achter het initiatief en zouden zij daarom dat initiatief nu niet meer genomen hebben. Had de stemming afgelopen dinsdag dan niet kunnen worden voorkomen?

INITIATIEFVOORSTEL Wetsvoorstellen kunnen worden ingediend door de regering en door de Tweede Kamer, zie artikel 82 Grondwet. Veruit de meeste worden ingediend door de regering. De regering mag een door haar ingediend voorstel intrekken zolang het nog niet door de Eerste Kamer is aangenomen, zie artikel 86 Grondwet. Het wetsvoorstel waarover afgelopen dinsdag is gestemd was echter niet ingediend door de regering maar door de Tweede Kamer. Een wetsvoorstel dat wordt ingediend door de regering heet regeringsvoorstel; een wetsvoorstel dat wordt ingediend door de Tweede Kamer heet initiatiefvoorstel. Als het afgelopen dinsdag om een regeringsvoorstel zou zijn gegaan, dan had de regering de stemming kunnen voorkomen door het wetsvoorstel in te trekken. Het was echter een initiatiefvoorstel.

AANHANGIG Regeringsvoorstellen worden geschreven door (de ambtenaren van) een of meer ministers. Initiatiefvoorstellen zijn daarentegen geschreven door een of meer Tweede Kamerleden. Deze voorstellen worden ‘aanhangig gemaakt’ bij de Tweede Kamer, zie artikel 82 Grondwet. Het initiatiefvoorstel van afgelopen dinsdag is in 2018 geschreven en aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer.

TWEEDE KAMER Dit ‘aanhangig maken’ gebeurt doordat het wetsvoorstel naar de voorzitter van de Tweede Kamer wordt gestuurd, zie artikel 9.21 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (hieronder afgekort tot RvO II). Behandeling in de Tweede Kamer mag pas nadat de Raad van State er een advies over heeft gegeven, zie artikelen 9.23 en 9.22 RvO II. Na die behandeling volgt de stemming. Over het initiatiefvoorstel dat afgelopen dinsdag in stemming was bij de Eerste Kamer is in de Tweede Kamer al in juni 2020 gestemd. Onder andere dankzij de stemmen van de fracties van PvdA, ChristenUnie, VVD, CDA en SGP is het daar toen aangenomen.

EERSTE KAMER Voor de vaststelling van een wet is nodig dat het voorstel voor die wet in Tweede Kamer én in Eerste Kamer is aangenomen, zie artikel 81 Grondwet. Het wetsvoorstel van afgelopen dinsdag is daarom ook ingediend bij de Eerste Kamer en hier in behandeling genomen. Deze behandeling bestaat bijvoorbeeld uit het stellen van vragen over het wetsvoorstel door Eerste Kamerleden. Bij een regeringsvoorstel worden vragen gesteld aan een minister of staatssecretaris; het is ook de bewindspersoon die deze vragen dan beantwoordt. Bij een initiatiefvoorstel worden de vragen gesteld aan en beantwoord door een of meer Tweede Kamerleden. In de regel zijn dat de Kamerleden die het initiatiefvoorstel bij de Tweede Kamer hebben ‘aanhangig’(gemaakt); dat waren er bij het wetsvoorstel van afgelopen dinsdag vijf, namelijk één uit elk van de vijf genoemde fracties. De meerderheid van de Tweede Kamer kan in plaats daarvan andere Tweede Kamerleden opdracht geven om het wetsvoorstel ‘te verdedigen’, zie artikel 9.26 RvO II. Dat is enkele maanden geleden gebeurd omdat de Tweede Kamerleden van PvdA en ChristenUnie niet langer achter het initiatief staan. Alleen Tweede Kamerleden van SGP, VVD en CDA hebben de verdediging op zich genomen.

MEERDERHEID (1) Konden de fracties van PvdA en ChristenUnie het wetsvoorstel niet gewoon intrekken zodat er in de Eerste Kamer niet meer over gestemd kon worden? Nee, dat konden zij niet. Zelfs als het initiatief in 2018 uitsluitend door leden van deze fracties zou zijn genomen, konden zij dat niet. Als een initiatiefvoorstel eenmaal is aangenomen door de Tweede Kamer en ingediend bij de Eerste Kamer, dan kan het alleen nog worden ingetrokken door de meerderheid van de Tweede Kamer, zie artikel 86 Grondwet. En PvdA en ChristenUnie houden slechts 28 van de 150 Tweede Kamerzetels!

MEERDERHEID (2) Het wetsvoorstel dat vooral gericht is op criminele motorbendes en afgelopen dinsdag bij de Eerste Kamer in stemming werd gebracht, is hier echter niet aangenomen. Het is verworpen. Weliswaar stemden CDA, VVD, SGP en JA21 vóór, maar de andere aanwezige fracties (o.a. PvdA en ChristenUnie) stemden tegen. De vóór-stemmers houden slechts 21 van de 75 Eerste Kamerzetels!         

BRONNEN Naast bovenstaande artikelen uit Grondwet en Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn geraadpleegd de website eerstekamer.nl, het boek Het Nederlandse parlement, auteurs: P.P.T. Bovend’Eert en H.R.B.M. Kummeling, Wolters Kluwer: 2024, en de NRC van 20 mei jl.

Mr. Leon

Volgend blog verschijnt op vrijdag 13 juni!

De uitnodiging van de VN-rapporteur voor de bezette Palestijnse gebieden door de Tweede Kamer

VRIJDAG 21 FEBRUARI 2025 De Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken besloot een maand geleden om de VN-rapporteur voor de bezette Palestijnse gebieden (Francesca Albanese) uit te nodigen, maar vorige week besloot diezelfde commissie om de uitnodiging te annuleren. Niet omdat de commissie er geen tijd meer voor had, maar om politieke redenen. Wat was hier staatsrechtelijk aan de hand?

VASTE COMMISSIE De Tweede Kamer vergadert niet alleen plenair, maar ook in (Kamer)commissies. Zo’n commissie houdt zich bijvoorbeeld bezig met een beleidsterrein van een ministerie. Om enkele voorbeelden van zulke commissies te geven: er is de commissie voor Justitie en Veiligheid, de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de commissie voor Buitenlandse Zaken. De commissie voor Buitenlandse Zaken overlegt regelmatig met de minister over actuele kwesties, zoals de situatie in conflictgebieden, mensenrechten en het uitzenden van Nederlandse militairen naar crisisgebieden. Ook behandelt de commissie de begroting van Buitenlandse Zaken, ontvangt ze internationale delegaties en gaat ze ieder jaar op werkbezoek naar het buitenland.

29 COMMISSIELEDEN Zo’n commissie bestaat alleen maar uit Kamerleden. De plenaire Tweede Kamer bestaat uit 150 leden, maar een commissie bestaat uit een veel kleiner aantal leden. De Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken bestaat uit 29 leden en een aantal plaatsvervangende leden. Die 29 commissieleden bestaan uit zes leden van PVV, vier van GroenLinks-PvdA en ook vier van VVD, drie van NSC, twee van D66 en alle andere partijen hebben er elk één. Als zo’n commissie in een vergadering besluiten neemt, dan gebeurt dat bij meerderheid van stemmen; daarbij heeft elk lid dat aanwezig is één stem.

QUORUM? In de vergadering waarin werd besloten de VN-rapporteur uit te nodigen (die vergadering was op 23 januari) waren negen van de 29 commissieleden aanwezig. Er geldt dus niet de quorumeis dat meer dan de helft van de leden aanwezig moet zijn. Present waren twee leden van GroenLinks-PvdA en één van d66, Volt, CDA, Denk, SP, NSC en VVD (de aanwezigheid van het lid van de VVD volgt uit wat wordt gezegd in de beeld- en geluidsregistratie van de tweede vergadering, die van 11 februari).  

VOORSTEL Het uitnodigen van de VN-rapporteur was een voorstel van een commissielid van GroenLinks-PvdA. Zo’n voorstel moet vóóraf worden gemeld aan commissievoorzitter Jesse Klaver, zie artikel 7.17 lid 2 Reglement van Orde Tweede Kamer, zodat alle commissieleden ook vooraf weten van zulke voorstellen. Alleen dan kan er in die commissievergadering een besluit worden genomen over het voorstel; besluiten worden genomen door stemming.

STEMRECHT Het uitbrengen van een stem mag alleen door aanwezige commissieleden en plaatsvervangende commissieleden gebeuren, zie artikel 7:20 lid 1 Reglement van Orde Tweede Kamer. Op 23 januari hebben de negen aanwezige commissieleden gestemd over het voorstel om de VN-rapporteur uit te nodigen, en is besloten om dit voorstel aan te nemen.

VOORSTEL In de commissievergadering van drie weken later – die van vorige week 11 februari – werd over een nieuw voorstel gestemd. Namelijk het voorstel om de uitnodiging van de VN-rapporteur te annuleren. Dit voorstel is gedaan door commissieleden van SGP, BBB en PVV.  

KRAPPE MEERDERHEID In die laatste commissievergadering waren geen negen maar 23 commissieleden (en plaatsvervangende commissieleden) aanwezig. Daarvan stemden er twaalf vóór annulering en elf tegen. Er is dus besloten om het annuleringsvoorstel aan te nemen, al gebeurde dat niet met een ruime meerderheid.

DRAAI Uit de geluid- en beeldregistratie van de vergadering kan worden afgeleid dat vóór annulering stemden de aanwezige commissieleden van JA21, Forum voor Democratie, SGP, de coalitiepartijen PVV, BBB en VVD, en ChristenUnie. NSC stemde tegen annulering. Het commissielid van de VVD maakte trouwens een draai, want op 23 januari stemde deze partij nog vóór uitnodigen. De commissieleden van GroenLinks-PvdA, D66, Volt, SP, Denk en Partij voor de Dieren stemden tegen annulering.

BRONNEN Naast de bovengenoemde artikelen uit het Reglement van Orde Tweede Kamer zijn geraadpleegd de website tweedekamer.nl en P.P.T. Bovend’Eert en H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlement, Deventer: 2024 Wolters Kluwer, p 274 e.v. en 643 e.v

Mr. Leon

Volgend blog op vrijdag 7 maart!