WOENSDAG 9 JULI 2025 Vorige week heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen waarin illegaal verblijf en hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen strafbaar wordt gemaakt. Vooral over dat laatste is veel maatschappelijke commotie ontstaan. Wat staat er precies in het wetsvoorstel over de strafbaarheid van hulp aan illegalen?
ASIELNOODMAATREGELENWET Het wetsvoorstel maakt deel uit van (het voorstel van) de asielnoodmaatregelenwet. De strafbaarheid van illegaal verblijf zal volgens dit voorstel worden geregeld in de Vreemdelingenwet 2000. Er wordt namelijk een artikel 108a toegevoegd aan deze wet. Dat artikel bestaat uit vier leden. In het eerste lid staat dat de meerderjarige vreemdeling die in Nederland verblijft terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf niet rechtmatig is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie. In het derde lid komt te staan dat het in het eerste lid strafbaar gestelde feit een misdrijf is.
ILLEGAAL VERBLJF Kortom: illegaal verblijf is een strafbaar feit als de vreemdeling weet of zou moeten weten van de illegaliteit van zijn of haar verblijf; hij of zij begaat daardoor een misdrijf.
ILLEGALE HULP? In het voorgestelde artikel 108a van de Vreemdelingenwet staat niet ook dat hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen strafbaar is. Ook nergens anders in de Vreemdelingenwet staat dat of komt dat te staan. De Nederlander die hulp geeft aan een illegaal verblijvende vreemdeling, wordt daardoor natuurlijk niet ook zelf een illegaal verblijvende vreemdeling. Hoe kan zijn of haar hulp de hulpverlener dan toch strafbaar maken?
DEELNEMEN Dat heeft te maken met het juridische verschijnsel ‘deelneming aan strafbare feiten’. Deelneming aan strafbare feiten is in een andere wet geregeld, namelijk in het Wetboek van Strafrecht. Wat is een deelnemer aan een strafbaar feit?
BIJDRAGEN Het zal duidelijk zijn dat de pleger van een zeker strafbaar feit daaraan deelneemt. Maar de pleger hoeft niet de enige deelnemer te zijn. Ook bijvoorbeeld de uitlokker, de medepleger en de medeplichtige zijn zulke deelnemers. Anders dan de pleger plegen zij niet dat strafbaar feit, maar deze deelnemers leveren er wel een bijdrage aan. Het leveren van zo’n bijdrage is net als het plegen ook strafbaar; dat is geregeld in de artikelen 47 en 48 van het Wetboek van Strafrecht.
HULP GEVEN Als illegaal verblijf strafbaar wordt, dan is het helaas mogelijk dat hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen tot medeplichtigheid wordt. Die hulp zou zelfs uitlokking of medeplegen kunnen opleveren. In dit blog gaat het verder echter alleen over medeplichtigheid, omdat in de rechtspraak zwaardere eisen worden gesteld aan medeplegen dan aan medeplichtigheid. Men is dus sneller medeplichtige dan medepleger. Wie hulp geeft aan een illegaal verblijvende vreemdeling, kan medeplichtig zijn aan het misdrijf van illegaal verblijf, als die vreemdeling weet of moet weten dat zijn verblijf illegaal is.
GEVANGENISSTRAF De medeplichtige hulpverlener kan door de strafrechter worden beboet met een geldboete van ruim 2000 euro en kan zelfs worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, zie de artikelen 23 en 49 Wetboek van Strafrecht. En dat alles voor slechts één keer hulpverlenen.
VOORTDUREND Wanneer is er sprake van medeplichtigheid? In het Wetboek van Strafrecht staat hierover in artikel 48: Als medeplichtigen van een misdrijf worden gestraft: 1. zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf; 2. zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf. In de rechtspraak wordt dit artikel zo uitgelegd dat van medeplichtigheid zowel voorafgaand aan als gelijktijdig met het plegen van het misdrijf sprake kan zijn. Hoelang duurt het plegen van het misdrijf van illegaal verblijf? Ik denk dat het plegen van het misdrijf van illegaal verblijf zo zal worden uitgelegd dat het net zo lang voortduurt als het illegaal verblijf zelf. Anders gezegd: zolang iemand illegaal verblijf heeft, pleegt hij of zij dit misdrijf. ‘Gelijktijdige’ hulpverlening is in die gedachte strafbaar gedurende de gehele tijd dat de vreemdeling illegaal in ons land verblijft.
GELD Waaruit kan medeplichtigheid in de praktijk zoal bestaan? In de officiële toelichting op het amendement – want de strafbaarstelling van illegaal verblijf is een wijziging op het door de minister ingediende wetsvoorstel – wordt in dit verband alleen ‘vreemdelingen helpen onder te duiken’ genoemd. In de daaropvolgende Kamerbrief van de minister wordt in dit verband alleen ‘het bieden van hulp door bijvoorbeeld een kerk of het Leger des Heils’ genoemd. Ik vrees echter dat allerhande hulpverlening zoals die al sinds vele jaren aan (uitgeprocedeerde) vreemdelingen wordt gegeven onder medeplichtigheid zou kunnen vallen, zoals het geven van onderdak, eten en drinken, geld, advies, taalles enzovoorts: zolang de hulp behulpzaam is bij het voortduren van het illegaal verblijf. Uitgeprocedeerde vreemdelingen verblijven hier vaak illegaal (maar dat is tot nu toe geen strafbaar feit).
OPZETTELIJK In de rechtspraak wordt artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht – het artikel over medeplichtigheid in het algemeen – zo uitgelegd dat voor medeplichtigheid opzet nodig is. Wanneer is daarvan sprake bij illegaal verblijf? Als ik het goed zie, is dat bijvoorbeeld het geval als de hulpverlener bewust hulp wil geven aan de vreemdeling en ook weet dat die vreemdeling hier illegaal verblijft. Maar voor dit laatste ‘weten’ is hier geen absolute zekerheid nodig (want voorwaardelijk opzet voldoet volgens vaste rechtspraak over medeplichtigheid).
EERSTE KAMER Het wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet is vorige week aangenomen in de Tweede Kamer. Om wet te worden zal het ook nog door de Eerste Kamer moeten worden aangenomen, zie artikel 81 Grondwet. Verschillende Eerste Kamerleden – ook van fracties die in de Tweede Kamer voor hebben gestemd – hebben gezegd grote moeite te hebben met het strafbaar stellen van (hulpverlening aan) illegaal verblijvende vreemdelingen. Dat is goed nieuws, maar het probleem is wel dat deze strafbaarstelling slechts een onderdeel is van de voorgestelde Asielnoodmaatregelenwet. De Eerste Kamer kan dit onderdeel niet uit het wetsvoorstel schrappen en de andere onderdelen aannemen, want deze kamer is niet bevoegd om wetsvoorstellen te wijzigen; deze kamer kan een wetsvoorstel alleen maar helemaal aannemen of verwerpen, zie artikel 85 Grondwet.
BRONNEN Wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet); gewijzigd amendement van het lid Vondeling van 25 juni ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 33; Kamerbrief van de minister van Asiel en Migratie van 3 juli (Antwoorden Kamervragen over strafbaarstelling illegaliteit); M.J. Kronenberg en B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Wolters Kluwer: 2022, p 125-145; artikelen uit Wetboek van Strafrecht en de Vreemdelingenwet; de Grondwet.
Mr. Leon
Volgend blog verschijnt op vrijdag 25 juli 2025!