Kabinet-Schoof gevallen maar toch voorlopig geen nieuw kabinet

VRIJDAG 13 JUNI 2025 Het kabinet-Schoof is vorige week gevallen. Dat betekent niet dat er geen kabinet is, maar wel dat het kabinet demissionair is geworden (de bewindspersonen van de PVV hebben het kabinet verlaten en zijn dus ook niet demissionair). Een demissionair kabinet wil zo snel mogelijk afgelost kunnen worden door een nieuw kabinet dat wél een missie heeft. Wordt er nu dus geprobeerd om een nieuw kabinet te vormen?

KORTE RIT Je zou het misschien verwachten, want het kabinet-Schoof bestond nog niet eens een jaar toen het vorige week dinsdag viel (het was er sinds juli vorig jaar). Het vorige kabinet – Rutte IV – bestond niet veel langer, namelijk anderhalf jaar. Daarentegen bestaat een kabinet dat ‘zijn rit uitzit’ vier jaar, heel wat langer dus. 

KABINETSFORMATIE Maar er wordt geen poging ondernomen om een nieuw kabinet te vormen. Dat gebeurde trouwens evenmin na de val van het kabinet-Rutte IV. Er komen in plaats daarvan weer vervroegde Tweede Kamerverkiezingen, net als na de val van Rutte IV. De verkiezingsdag is bepaald op 29 oktober, dat is bijna vijf maanden na de kabinetsval van begin vorige week. En daarna moet op basis van de verkiezingsuitslag de kabinetsformatie nog beginnen! Na de val van Rutte IV duurde het een jaar eer het kabinet-Schoof geformeerd was.

KAMERONTBINDING Is het verplicht om na een kabinetsval verkiezingen te houden voor de Tweede Kamer? In de Grondwet gaan hierover slechts twee bepalingen. In artikel 52 staat dat de zittingsduur van de Tweede Kamer vier jaren is. Dat betekent dat na vier jaar inderdaad weer verkiezingen moeten worden gehouden; dat is dus een verplichting, maar wel een die pas na vier jaren speelt. In artikel 64 staat dat er vóór afloop van die vier jaren verkiezingen mogen worden gehouden; maar dat is een bevoegdheid, geen verplichting. De Grondwet verplicht dus niet tot het houden van verkiezingen na de val van een kabinet. In de Grondwet heet het houden van verkiezingen Kamerontbinding.     

SCHMELZER Er is ook geen andere wet die verplicht tot Kamerontbinding. Er is evenmin een ongeschreven rechtsregel die daartoe verplicht. Toch gebeurt het in de praktijk bijna elke keer als een kabinet valt. Dat is tenminste zo sinds de Nacht van Schmelzer, in (oktober) 1966. Staatsrechtgeleerden verschillen van mening of er daarom een ‘constitutionele conventie’ bestaat dat er na een kabinetsval verkiezingen worden gehouden. Maar of hij nu wel of niet bestaat: een constitutionele conventie is geen staatsrechtelijke verplichting, want er mag van worden afgeweken.

MOTIE Het houden van Tweede Kamerverkiezingen is dus staatsrechtelijk gezien een vrije keuze. Waarom is die keuze gemaakt vorige week? Vorige week woensdag heeft de Tweede Kamer de hele dag vergaderd over de val van het kabinet. In het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal staat dat er na een kabinetsval een Kamerdebat moet worden gehouden, zie artikel 11.1. De vergadering van vorige week woensdag eindigde met de stemming over een motie die unaniem is aangenomen. In die motie staat – voor zover relevant – de wens van de Tweede Kamer dat er zo snel mogelijk Tweede Kamerverkiezingen worden uitgeschreven. De Tweede Kamer wenst dus verkiezingen. Moesten er verkiezingen worden gehouden omdat de Tweede Kamer dat wenst?   

REGERING De grondwettelijke bevoegdheid om vervroegde verkiezingen uit te schrijven is geen bevoegdheid van de Tweede Kamer. Het is een bevoegdheid van de regering, zie artikel 64 Grondwet. Die bevoegdheid komt ook toe aan een regering waarvan de ministers demissionair zijn. De ministerraad heeft er vorige week vrijdag over vergaderd. Besloten is om verkiezingen te houden op 29 oktober. Zouden demissionaire ministers tegen de Tweede Kamerwens in hebben mogen besluiten om geen verkiezingen te houden? Ik denk dat dit staatsrechtelijk gezien inderdaad had gemogen.

KAMERWENS Maar in de praktijk zou zo’n besluit wél tot grote problemen hebben geleid, want bij een kabinetsformatie spelen de fractieleiders in de Tweede Kamer een grote rol (vooral die van de grotere partijen) en die fractieleiders hebben helemaal geen zin in een kabinetsformatie: uit de unaniem aangenomen motie blijkt immers dat al die fractieleiders, van coalitie én van oppositie, zo snel mogelijk nieuwe verkiezingen wensen. Ik vrees dan ook dat de formatiebesprekingen voor een nieuw kabinet op een grote teleurstelling zouden zijn uitgedraaid. Voor wie wil weten waarom de hele Tweede Kamer het niet wenselijk vindt om zonder vervroegde verkiezingen een nieuw kabinet te formeren, verwijs ik naar het verslag van het plenaire debat van woensdag 4 juni.   

BRONNEN Naast bovengenoemde bepalingen uit Grondwet en Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn geraadpleegd P.P.T. Bovend’Eert & H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlement, Deventer: Wolters Kluwer 2024, bladzijden 579-582; tweedekamer.nl; rijksoverheid.nl en Wikipedia (kabinet-Rutte IV; kabinet-Schoof).

Mr. Leon

Volgend blog verschijnt op vrijdag 27 juni!

Tijd voor nieuwe Tweede Kamerverkiezingen

VRIJDAG 1 MAART 2024 Er lijkt weinig schot te zitten in de kabinetsformatie. Inmiddels zijn ruim drie maanden verstreken sinds de Tweede Kamerverkiezingen van november vorig jaar. Het kabinet was toen trouwens al vijf maanden demissionair, door een kabinetscrisis in de zomer van datzelfde jaar. Wie weet helpt het als er snel nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden. Maar is dat toegestaan? Is het (staatsrechtelijk) geoorloofd om nu al nieuwe verkiezingen te houden? Zo ja, wie beslist er dan over dát en wanneer er nieuwe verkiezingen worden gehouden?

VERVROEGDE VERKIEZINGEN Volgens de Grondwet is de zittingsduur van de Tweede Kamer vier jaren, zie artikel 52 (uitzonderingen daargelaten). Na die periode zijn er sowieso altijd nieuwe verkiezingen nodig. Het is echter niet verboden om ze al eerder te houden. In dat geval bedraagt de zittingsduur van de Tweede Kamer korter dan vier jaren. De huidige Tweede Kamer ‘zit’ er pas drie maanden. Zo’n korte duur staat echter niet in de weg aan het houden van vervroegde verkiezingen.

GROOTSTE FRACTIE? Wie beslist over het houden van vervroegde verkiezingen? Is dat de grootste fractie in de Tweede Kamer? Nee, die gaat daar niet over. Weliswaar is het (in de praktijk zo) dat de grootste fractie het initiatief krijgt in de kabinetsformatie en bepaalt wie de verkenner/kabinetsinformateur wordt, maar deze fractie gaat niet over het houden van tussentijdse verkiezingen. 

TWEEDE KAMER? Is het dan misschien de hele Tweede Kamer die beslist over het houden van vervroegde verkiezingen? Nee, ook dat is niet het geval. Het is niet de meerderheid van de Tweede Kamer die daarover gaat. Zelfs als de Tweede Kamer eensgezind (unaniem) tussentijdse verkiezingen zou willen, dan kan zij daar toch niet toe beslissen. Ze kan er niet toe beslissen, en ze kan het evenmin tegenhouden dat er tussentijdse verkiezingen worden gehouden. Het is overigens in de afgelopen decennia wel gebruikelijk geworden dat de Tweede Kamer wordt gevraagd of zij tussentijdse verkiezingen wenselijk vindt nadat het kabinet is gevallen door een conflict met diezelfde kamer.   

REGERING Als het niet de grootste fractie is en evenmin de hele Tweede Kamer, en het trouwens ook niet de Eerste Kamer is: wie gaat er dan wél over? De regering! Het is de regering die gaat over het houden van vervroegde verkiezingen, zie artikel 64 van de Grondwet. Het besluit tot het houden van vervroegde verkiezingen (en de datum waarop ze worden gehouden) wordt ondertekend door de Koning en een minister; het is dan ook een koninklijk besluit.

MINISTERRAAD Of er zo’n koninklijk besluit komt, beslist de ministerraad. Het is dus de ministerraad die beslist over het houden van vervroegde verkiezingen. Als het op een stemming aankomt wordt daarin bij meerderheid besloten, en daarbij heeft elke minister één stem, zie artikel 11 Reglement van orde voor de ministerraad.

GEWOONTE? Er zijn allerhande omstandigheden waarin het houden van vervroegde verkiezingen een gewoonte is geworden. In die omstandigheden is de beslissing van de ministerraad over het al dan niet houden van tussentijdse verkiezingen slechts een formaliteit. Zo’n omstandigheid is bijvoorbeeld een kabinetscrisis. Na een kabinetscrisis is het de gewoonte om (te beslissen tot) vervroegde verkiezingen. Dat was bijvoorbeeld in juli vorig jaar het geval toen het kabinet viel over asielzoekersopvang, en een week later werd besloten tot het houden van verkiezingen in november. Van zulke omstandigheden is nu echter geen sprake. Er is nu geen kabinetscrisis. Er is nu eerder sprake van een Tweede Kamer crisis. Een beslissing over vervroegde verkiezingen zou nu dan ook geen formaliteit zijn. 

DEMISSIONAIR De huidige ministerraad bestaat uit ministers die allemaal demissionair zijn, inclusief de minister-president. Het zijn immers allemaal ministers voor wie vanwege de kabinetscrisis in juli vorig jaar ontslag is aangevraagd bij de Koning. Kan ook een demissionaire ministerraad beslissen tot vervroegde verkiezingen? De bevoegdheid die in artikel 64 Grondwet staat (zie hierboven) is er niet alleen voor een missionair kabinet, maar ook voor demissionaire bewindslieden. Ik beantwoord die vraag dus met ja. 

BRONNEN Behalve genoemde artikelen uit Grondwet en Reglement van orde voor de ministerraad en andere officiële stukken is voor dit blog literatuur geraadpleegd, namelijk van P.P.T. Bovend’Eert, Tekst en Commentaar Grondwet en Statuut, artikel 64, aantekeningen 1, 2, 3 en 6, Wolters Kluwer Nederland: 2018 en van Alexander van Kessel, De zwakke stee in het staatsbestel? in: De Grondwet van 1848 tot nu, Boom Juridisch Den Haag: 2023.

Mr. Leon

Volgend blog: over twee weken.

Volgende week is er nieuw blog op http://privaatrechtpraktijk.nl