Landsadvocaat

VRIJDAG 13 AUGUSTUS 2021 Jarenlang heeft een topfunctionaris van het Haagse advocaten- en notarissenkantoor Pels Rijcken voor meer dan tien miljoen euro fraude gepleegd met geld van cliënten. Pels Rijcken is niet zomaar een advocatenkantoor, want het is ook het kantoor waar de landsadvocaat werkt. Wat is de landsadvocaat?

ADVOCAAT De landsadvocaat is in de eerste plaats een advocaat. Niet iedereen mag zich advocaat noemen. Het is namelijk een beschermde titel. In de Advocatenwet staat dat iemand uitsluitend tot het voeren van deze titel gerechtigd is als hij is ingeschreven als advocaat bij de Nederlandse orde van advocaten. Dat kan alleen met een afgeronde universitaire rechtenstudie; voldoende is dat trouwens niet.

ORDE De Nederlandse orde van advocaten heeft allerlei voorschriften vastgesteld waaraan advocaten moeten voldoen. Zulke voorschriften staan bijvoorbeeld in de Verordening op de advocatuur.

PROCEDEREN (1) Wie wil procederen, kan dat (vaak) niet doen zonder advocaat. De wet eist dan dat de rechtzoekende er een advocaat bij roept. Zo staat in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat men ‘slechts bij advocaat’ kan procederen voor de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad. Men kan een civiele rechtszaak dus alleen voeren als een advocaat het woord voert. Uitzondering is de kantonrechter: hier kan men zelf het woord of de pen voeren. Voor veel zaken kan een rechtzoekende evenwel niet bij de kantonrechter terecht. Tot zover de civiele zaken. In het Wetboek van Strafvordering staat dat wie verdachte is in een strafzaak, recht heeft op een raadsvrouw of raadsman; alleen advocaten kunnen raadsvrouw of raadsman zijn.

PROCEDEREN (2) Maar: wie een rechtszaak tegen de overheid begint, heeft in die bestuursrechtelijke procedure geen advocaat nodig. De Algemene wet bestuursrecht laat namelijk toe dat men zelf het woord voert of daar iemand voor machtigt die geen advocaat is.

TOGA Advocaten in de rechtbank zijn goed herkenbaar aan hun toga. Toga en andere kledingvoorschriften zijn minutieus uitgewerkt in het Kostuum- en titulatuurbesluit rechterlijke organisatie.

ZELFSTANDIG OF IN DIENST Een advocaat kan zelfstandige zijn of werknemer in dienst van een ander. Bij grote advocatenkantoren – zoals Pels Rijcken – werken veel advocaten in loondienst.

SAMENWERKINGSVERBAND Een zelfstandige advocaat kan een samenwerkingsverband aangaan met anderen. Dat mag dan weer niet met iedereen. In de Verordening op de advocatuur staat dat een samenwerkingsverband alleen mag worden aangegaan met andere advocaten, belastingadviseurs, octrooigemachtigden en notarissen. Pels Rijcken is een samenwerkingsverband van advocaten en notarissen.

NV Dat samenwerkingsverband kan juridisch in de vorm van een rechtspersoon worden gegoten, zoals een BV of een NV. BV’s en NV’s hebben o.a. een raad van bestuur en aandeelhouders. Pels Rijcken is een NV. De frauderende topfunctionaris was voorzitter van de raad van bestuur. Hij was trouwens geen advocaat; hij was notaris.

LANDSADVOCAAT De landsadvocaat is niet in dienst van het land. Hij is geen ambtenaar of zo. Het land (de Staat) is slechts een cliënt van hem; hij heeft ook andere cliënten. Een advocaat mag zich niet zomaar landsadvocaat noemen. Het is een beschermde titel die per koninklijk besluit wordt toegekend; dat volgt uit een wettelijke regeling, dat is het Besluit vaststelling nieuwe regeling landsadvocatuur. De landsadvocaat treedt volgens deze wettelijke regeling ‘geregeld’ op voor de Staat. Tegenwoordig is de landsadvocaat jaarlijks bij meer dan duizend zaken voor de Staat betrokken. In een contract worden zijn verplichtingen (en die van zijn kantoorgenoten) uitgewerkt. Ze zijn o.a. verplicht om geen rechtszaken tegen de Staat te zullen doen. Er is slechts één landsadvocaat.

PARTNER Die landsadvocaat is trouwens evenmin in dienst bij Pels Rijcken NV. Hij is een van de partners. Volgens Wikipedia betekent partnerschap bij grote zakelijke dienstverleners dat men niet in dienst is bij de NV en dus evenmin salaris ontvangt. Zijn beloning is een aandeel in de jaarlijkse winst van de NV. Als aandeelhouder heeft hij bovendien stemrecht in de aandeelhoudersvergadering.

OLDENBARNEVELT De landsadvocaat is geen noviteit. De Staat maakt er al eeuwen gebruik van. De meesten werden geen bekende Nederlanders, terwijl sommigen zelfs eeuwen na hun dood nog een landelijke bekendheid zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval met Johan van Oldenbarnevelt; hij was trouwens behalve landsadvocaat ook raadpensionaris. Pels Rijcken heeft alle landsadvocaten ‘geleverd’ sinds de jaren zestig (van de vorige eeuw).

ADVOCATEN-GENERAAL Behalve advocaten zijn er ook advocaten-generaal. Ze zijn geen advocaten, maar ambtenaren bij een rechterlijke instantie. Zoals bij de Hoge Raad: hier werken verscheidene advocaten-generaal en plaatsvervangende advocaten-generaal. Hun taak is het om onafhankelijk advies te geven aan de rechters van de Hoge Raad over rechtszaken die aanhangig zijn. Zo’n advies wordt conclusie genoemd. Het kan zeer uitgebreid zijn en is vaak terug te vinden in de gepubliceerde uitspraak.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 20 augustus

Eurovisiesongfestival en de EBU

VRIJDAG 28 MEI 2021 Vorige week vond het Eurovisiesongfestival plaats. Toen de halve finales op dinsdag en donderdag en de finale op zaterdag werden ingeluid met de bekende tonen van een prelude van de zeventiende-eeuwse Franse componist Marc-Antoine Charpentier, verscheen op het beeldscherm European Broadcasting Union (de EBU). Wat is de EBU?

ZWITSERS De EBU is geen EU-instelling en heeft evenmin iets te maken met de Raad van Europa. Het is een private organisatie die in 1950 is opgericht. Hoofdkantoor staat in Genève. Het is dan ook een Zwitserse rechtspersoon, een association volgens het burgerlijk wetboek van dat land. De EBU heet volgens de statuten Union Européenne de Radio-Télévision (UER).

VERENIGING Zo’n association is vergelijkbaar met een Nederlandse vereniging. Er is een Algemene Leden Vergadering en een bestuur. De EBU heeft ruim honderd gewone leden. Dat zijn publieke omroeporganisaties die afkomstig zijn uit meer dan vijftig landen, meestal Europese.

IDEËEL De EBU is geen commerciële organisatie. Doel is o.a. dat publieke omroepen onafhankelijke en universele programma’s maken die van goede kwaliteit zijn, die diversiteit bieden, vernieuwen en verantwoord zijn. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting staan hoog in het vaandel. Er is speciale aandacht voor kindertelevisie en documentaires.

LEDEN De EBU heeft gewone leden (Membres) en buitengewone leden (Affiliés).

GEWONE LEDEN Alleen een (wettelijk) publieke omroep of samenwerkingsverband hiervan kan als gewoon lid worden toegelaten. Programma’s van zo’n omroep moeten voldoen aan allerlei voorwaarden. Ze moeten door (vrijwel) iedereen in het land bekeken en beluisterd kunnen worden en ze moeten ook gevarieerd zijn en speciale programma’s voor minderheden hebben. Daar komt nog bij dat de meeste programma’s voor eigen rekening en met een onafhankelijke redactie gemaakt dienen te worden. Volgens het Jaarverslag 2019/2020 zijn er 115 gewone leden, afkomstig uit 56 (!) landen. De meeste leden komen uit Europa. Dat zijn niet alleen EU-landen maar bijvoorbeeld ook Rusland, Georgië en Belarus (Wit-Rusland). Er zijn ook gewone leden die van buiten Europa komen, zoals van Tunesië, Algerije en Libië.

TOELATING EN ROYEMENT De Algemene Leden Vergadering beslist over de toelating van nieuwe leden die aan de voorwaarden voldoen. Dit orgaan kan een lid ook royeren, als dat niet meer aan de voorwaarden voldoet; voor zo’n royement is een versterkte meerderheid nodig.

NPO Zoals gezegd kunnen zowel afzonderlijke omroeporganisaties als hun samenwerkingsverband in aanmerking komen voor een gewoon lidmaatschap. Voor België zijn (alleen) afzonderlijke omroeporganisaties lid. Dat zijn de Franstalige RTBF en de Nederlandstalige BRT. Ook voor Groot-Brittannië is dat het geval, o.a. de BBC is lid. Voor Nederland en Duitsland zijn (alleen) samenwerkingsverbanden lid. Dat is voor Nederland (alleen) de Stichting Nederlandse Publieke Omroep. In deze NPO werken o.a. AVROTROS, KRO-NCRV, NOS, MAX, BNN-VARA, VPRO en EO met elkaar samen.

BUITENGEWONE LEDEN Voor een buitengewoon lidmaatschap komen alleen omroeporganisaties of hun samenwerkingsverband van buiten Europa in aanmerking. Zij hoeven aan minder eisen te voldoen dan gewone leden. Ook voor hen is het de Algemene Leden Vergadering die beslist wie er al dan niet wordt toegelaten. Er zijn enkele tientallen buitengewone leden toegelaten, zoals Australië, de VS, China en Syrië. Buitengewone leden hebben geen stemrecht en mogen evenmin bij alle vergaderingen aanwezig zijn.

STEMMEN De stem van elk land telt even zwaar, want alle leden van een land hebben gezamenlijk altijd 24 stemmen. De (Nederlandse) NPO heeft dus 24 stemmen. De (Belgische) RTBF en BRT hebben samen ook 24 stemmen. Zij kunnen er elk 12 hebben, maar het kan ook zijn dat de een bijvoorbeeld 10 stemmen heeft en de ander 14. Ze mogen beide verschillend stemmen. Deze stemverdeling heeft trouwens niets te maken met die van het songfestival.

BESTUUR De Algemene Leden Vergadering stelt o.a. de jaarlijkse begroting vast en kiest het bestuur van de EBU. Alleen mensen die horen bij gewone leden – ‘appartenir à un organisme Membre’ – kunnen bestuurslid worden. Het bestuur kiest de algemeen directeur en moet de keuze van de andere directeuren goedkeuren.

EUROVISION is de uitwisseling van televisieprogramma’s tussen de gewone leden. Dat is een van de middelen waarmee de EBU haar ideële doelen wil bereiken. Eurovisie is geregeld in de statuten. In de statuten is trouwens ook Euroradio geregeld. Het Eurovisiesongfestival maakt deel uit van Eurovisie. Niet alle leden doen eraan mee. Aan het songfestival hebben dit jaar zo’n 40 landen meegedaan. Wit-Rusland werd gediskwalificeerd, omdat het ingezonden liedje een politieke boodschap bevatte (namelijk steun voor de president van het land), en dat is in strijd met de regels. Deelnemer Australië is een buitengewoon lid.

EXPERTGROEP De organisatie van het songfestival is een coproductie van EBU, de winnaar van de vorige keer en de andere deelnemers. Voor Nederland was het dus de NPO (samen met enkele omroepen en de gemeente Rotterdam). Deelnemers moeten een financiële bijdrage leveren; zij worden tijdens de voorbereiding vertegenwoordigd door een speciale expertgroep van de EBU, waarvan o.a. Martin Österdahl deel uitmaakt. Österdahl was tijdens het festival enkele malen in beeld.

VERKIEZINGSDEBAT De EBU kent trouwens tientallen van dit soort speciale expertgroepen, maar dan op heel terreinen. De EBU organiseert dan ook niet alleen (mede) het Eurovisiesongfestival, maar bijvoorbeeld ook het Euroradio Folk Festival en het Eurosonic Festival Groningen. Evenementen worden ook op heel andere terreinen georganiseerd om te worden uitgezonden, zoals sportwedstrijden en verkiezingsdebatten voor het Europees Parlement.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 4 juni

Regels voor regionale omroepen

DINSDAG 1 DECEMBER 2020 Naast landelijke omroepen zoals AVROTROS, VPRO, Veronica en MAX zijn er ook regionale omroepen. Aan welke regels moeten de regionale omroepen zich houden?

MEDIAWET 2008 Regionale omroepen kunnen net als landelijke omroepen publiek of commercieel zijn. Er zijn geen commerciële; er zijn wel publieke. Elke provincie heeft er een. Voor hun financiering zijn ze gedeeltelijk aangewezen op advertenties en sponsoren. De Rijksoverheid springt financieel bij. Ze moeten zich aan verplichtingen houden die o.a. in de Mediawet 2008 staan. Zo’n regionale omroep mag bijvoorbeeld niet worden opgestart zonder aanwijzing van het Commissariaat voor de Media. In een provincie mag hooguit één omroep actief zijn; alleen voor Zuid-Holland mogen dat er twee zijn. Er zijn er in het hele land dertien aangewezen, waaronder Omroep Gelderland, Omroep Brabant, RTV Drenthe en Omroep West. Omroep West is een van de twee Zuid-Hollandse omroepen. Het Commissariaat voor de Media is een zelfstandig bestuursorgaan, net als dat bijvoorbeeld uitkeringsinstantie UWV is. Haar commissarissen zijn benoemd door de minister voor Media. Dat is sinds 2017 Arie Slobs.

ONAFHANKELIJK Elk van de dertien omroepen gaat onafhankelijk te werk. Een omroep moet daarom een redactiestatuut hebben waarmee de redactionele onafhankelijkheid t.o.v. bijvoorbeeld adverteerders en sponsors wordt gewaarborgd. De journalisten die bij de omroep werken moeten bij het opstellen van dit statuut zijn betrokken. Ook moet voor alle journalisten die bij de dertien regionale omroepen werken één cao worden afgesloten. Aan werkgeverszijde mag die cao alleen worden ondertekend door een landelijke stichting, die dit doet namens de dertien regionale omroepen. Het bestuur van die landelijke stichting is benoemd door de minister voor Media. Onlangs is een nieuwe cao afgesloten; dat is trouwens dezelfde cao die ook geldt voor de journalisten die bij landelijke publieke omroepen werken.

MEDIARAAD Voor een aanwijzing van het Commissariaat moet elke regionale omroep beschikken over een eigen zogenaamde regionale mediaraad. Deze mediaraad heeft o.a. als taak om het beleid voor het media-aanbod van de omroep te bepalen. De wet eist dat de mediaraad representatief is samengesteld: de belangrijkste maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen uit de provincie moeten erin vertegenwoordigd zijn. Provinciale Staten geven hierover advies.

STROMINGEN Bij Omroep Gelderland, Omroep West, RTV Drenthe en Omroep Brabant bestaan de regionale mediaraden uit ongeveer tien mensen. Bij alle vier zijn er vertegenwoordigers voor de ‘’stromingen’’ sport en cultuur. Wat de godsdienstige en geestelijke stromingen betreft, heeft Gelderland een vertegenwoordiger voor levensbeschouwing, West en Drenthe voor kerkgenootschappen en andere genootschappen/organisaties op geestelijke grondslag, terwijl de vertegenwoordiger in Omroep Brabant er alleen is voor kerkgenootschappen.

WERKGEVERS EN WERKNEMERS De stromingen natuur, werkgevers, werknemers, recreatie, welzijn en minderheden zijn meestal vertegenwoordigd. Meestal hebben zij geen eigen vertegenwoordiger, maar moeten zij met een andere stroming dezelfde vertegenwoordiger delen. Soms kan dat goed samengaan, zoals kunst en cultuur (West) en onderwijs en educatie (Brabant). Maar soms ligt dat minder voor de hand, zoals werkgevers en werknemers (Drenthe). Bij Omroep Brabant en Omroep Gelderland zijn ook jongeren en ouderen vertegenwoordigd, elk met een eigen vertegenwoordiger. RTV Drenthe is de enige bij wie ook de kleine dorpen zijn vertegenwoordigd.

GEHANDICAPTEN Wat opvalt is dat gehandicapten bij geen enkele omroep zijn vertegenwoordigd. Dat lijkt me een gemis, nog even los van de vraag wat het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap hiervan vindt. Overigens zijn gehandicapten volgens de Handleiding van het Commissariaat voor de Media over het algemeen juist wél vertegenwoordigd bij regionale omroepen.

PROVINCIALE POLITIEK Elke omroep bepaalt zelf vorm en inhoud van haar aanbod op de radio, televisie en het internet. Zolang minstens de helft van informatieve, culturele en educatieve aard is én in het bijzonder betrekking heeft op de eigen provincie. Wat de berichtgeving over politiek betreft, wordt in de jaarverslagen over 2019 expliciet de lokale en de regionale politiek genoemd. Dat is een goede zaak. Maar de provinciale politiek wordt niet genoemd, terwijl er vorig jaar zelfs provinciale verkiezingen waren. Ook provinciale politiek kan niet zonder goede politieke verslaglegging! Hopelijk is het zo dat de omroepen er los van hun jaarverslagen toch genoeg aandacht aan besteden. In het jaarverslag van RTV Drenthe worden de provinciale verkiezingen trouwens wel genoemd.

(Mr. Leon)

Partijbonzen in de massamedia

VRIJDAG 2 OKTOBER 2020 De Eerste Kamer buigt zich momenteel over aanpassing van de Mediawet. De Mediawet wet gaat over de televisie- en radio-omroepen. Onderdeel van de aanpassing is de invoering van een verbod voor landelijke bestuurders van politieke partijen om bestuurder of commissaris van een publieke omroeporganisatie te worden. Wat is hier aan de hand?

PUBLIEK Niet alle omroeporganisaties in Nederland zijn publieke omroeporganisaties. Zo zijn bijvoorbeeld SBS6, Net5 en Veronica geen publieke maar commerciële omroeporganisaties. Het verbod uit het wetsvoorstel betreft alleen de publieke omroep. AVROTROS, BNNVARA, KRO-NCRV, EO, VPRO en MAX zijn wél publieke omroeporganisaties.

TWEEDE KAMER De Tweede Kamer heeft vorig jaar ingestemd met aanpassing van de Mediawet, officieel Mediawet 2008 geheten. Hoewel het wetsvoorstel daarvoor van de regering kwam, was daarin geen verbod opgenomen voor bestuurders van politieke partijen om bestuurder of commissaris van een publieke omroeporganisatie te zijn. Dat verbod is er pas in opgenomen door een amendement van de Tweede Kamer.

AMENDEMENT Een amendement is een wijziging van een wetsvoorstel. Het amendement was voorgesteld door de Tweede Kamerleden Thierry Aartsen (VVD) en Harry van der Molen (CDA). Zij vonden het onwenselijk dat bestuurdersleden van politieke partijen invloed mogen uitoefenen bij een publieke omroeporganisatie, omdat een vrije pers gevrijwaard dient te blijven van politieke bemoeienis, en vermenging van politiek en media onwenselijk is. De Tweede Kamer heeft het amendement (unaniem) aangenomen.

EERSTE KAMER Een wetsvoorstel dat door de Tweede Kamer is aangenomen, gaat geamendeerd naar de Eerste Kamer. Voor de totstandkoming van een wet is namelijk instemming van Tweede én Eerste Kamer nodig. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer bleek dat een grote meerderheid van de Eerste Kamer moeite had met het amendement Aartsen/Van der Molen. Met de rest van het wetsvoorstel had zij geen moeite. De Eerste Kamer deed daarom een beroep op de Raad van State. Zij wilde van de Raad van State horen of het amendement schending van de (grondwettelijke) verenigingsvrijheid oplevert.

VERENIGINGSVRIJHEID Alle publieke omroeporganisaties zijn verenigingen volgens het burgerlijk recht. Verenigingsvrijheid is een mensenrecht en een grondrecht. In de Grondwet is het geregeld in artikel 8. Dat artikel luidt als volgt: Het recht tot vereniging wordt erkend. Bij de wet kan dit recht worden beperkt in het belang van de openbare orde. De Raad van State gaf het volgende oordeel. Het amendement Aartsen/Van der Molen beperkt de mogelijkheid om te worden gekozen tot lid van een orgaan van een vereniging, zoals het bestuur en de raad van toezicht. Beperkt wordt zowel de mogelijkheid om tot bestuurder van een politiek partij te worden gekozen als de mogelijkheid om tot bestuurder of interne toezichthouder van een publieke omroeporganisatie te worden gekozen. Daardoor is het amendement een beperking van de verenigingsvrijheid. Nu is het niet zo dat elke beperking van de verenigingsvrijheid ook altijd een schending van die verenigingsvrijheid oplevert. Net als veel andere grondrechten kan de verenigingsvrijheid namelijk rechtmatig worden beperkt. Voor de verenigingsvrijheid mag dat echter alleen gebeuren in het belang van de openbare orde. De beperkingen uit het amendement zijn niet in het belang van de openbare orde. De Raad van State concludeert dan ook dat het amendement in strijd is met (het grondrecht van) de verenigingsvrijheid.

LEDEN De Raad van State kijkt voor wat betreft de verenigingsvrijheid naar het recht om gekozen (en benoemd) te worden in het bestuur of de raad van toezicht van een vereniging. Maar wie kiest eigenlijk die bestuurders en die commissarissen? Commissarissen zijn de leden van de raad van toezicht van een vereniging. In beginsel is dat de Algemene (Leden) Vergadering; dat staat zo in het Burgerlijk Wetboek. Dat is de vergadering waar elk lid zijn (ene) stem mag uitbrengen en besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen, bijvoorbeeld de benoeming van het bestuur. In beginsel, want in de statuten van de vereniging mag hiervan tot op zekere hoogte worden afgeweken, bijvoorbeeld door daarin te regelen dat alleen afgevaardigden mogen stemmen op de Algemene Vergadering. Een Algemene Vergadering die uit afgevaardigden bestaat heet dan ook geen Algemene Leden Vergadering, maar bijvoorbeeld verenigingsraad of ledenraad. Die afgevaardigden moeten op hun beurt trouwens wél door de leden zijn gekozen. In de statuten mag zelfs geregeld zijn dat de helft van de bestuurders en de helft van de commissarissen door anderen dan de leden (of hun afgevaardigden) wordt gekozen.

GEEN AMENDEMENTSRECHT Waarschijnlijk zou voor de Eerste Kamer het oordeel van de Raad van State over de schending van de verenigingsvrijheid reden zijn geweest om het wetsvoorstel te verwerpen. De Eerste Kamer mag een wetsvoorstel namelijk alleen aannemen of verwerpen. Het mag dus niet slechts het geamendeerde deel van het wetsvoorstel verwerpen en de rest van het wetsvoorstel aannemen. Dat zou een verkapt amendementsrecht opleveren. De Eerste Kamer heeft geen amendementsrecht; alleen de Tweede Kamer heeft dat. De regering heeft het niet zo ver willen laten komen dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel verwerpt.

NOVELLE Zij heeft namelijk bij de Tweede Kamer een novelle ingediend. Wat is een novelle? Een novelle is een wetsvoorstel dat een door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel wil verbeteren of aanvullen. De Eerste Kamer mag zelf geen novelle indienen. De regering dient een novelle in om te voorkomen dat de Eerste Kamer een wetsvoorstel verwerpt. Nadat de Tweede Kamer met een novelle heeft ingestemd, wordt die aan de Eerste Kamer voorgelegd. Normaliter neemt de Eerste Kamer vervolgens zowel die novelle aan als het wetsvoorstel zoals dat door de Tweede Kamer is aangenomen. De combinatie van novelle en wetsvoorstel levert de wet op die de Eerste Kamer graag ziet. Novelles komen niet vaak voor. Jaarlijks gaat het volgens Wikipedia om twee tot drie. Een novelle lijkt op een verkapt amendementsrecht voor de Eerste Kamer. Zoals gezegd ontbreekt het de Eerste Kamer aan dat recht. Staatsrechtelijk zou de novelle dus problematisch zijn. In de juridische literatuur wordt echter verwezen naar een oordeel van de Raad van State uit 1975 waarin staat dat novelles staatsrechtelijk geoorloofd zijn, als ze slechts af en toe worden ingediend.

PARTIJBONZEN De novelle die de regering voor de aangepaste Mediawet heeft ingediend, houdt in dat het amendement Aartsen/Van der Molen zal worden geschrapt uit het door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel. Daardoor zal het oorspronkelijke regeringsvoorstel weer in ere worden hersteld. Met die novelle is inmiddels door de Tweede Kamer ingestemd. Dat gebeurde unaniem. De Eerste Kamer moet zich er nog over buigen. De Eerste Kamer moet zich nu buigen over twee voorstellen: het wetsvoorstel voor een aangepaste Mediawet (inclusief het amendement Aartsen/Van der Molen) én de novelle die dit amendement weer schrapt uit dit wetsvoorstel. Zodra de Eerste Kamer met beide heeft ingestemd, komt de aangepaste Mediawet 2008 tot stand. Dat wil zeggen: exclusief het amendement Aartsen/Van der Molen. Partijbonzen kunnen dan opgelucht adem halen.

UNANIEM Novelle en amendement Aartsen/Van der Molen regelen het tegenovergestelde: óf een landelijke bestuurder van een politieke partij mag bestuurder of commissaris van een omroeporganisatie worden (novelle) of hij mag dat niet (amendement). Dat dezelfde Tweede Kamer beide heeft aangenomen, is niet zo vreemd. Anders zou een novelle nooit succesvol die Kamer kunnen passeren. Beetje vreemd is wél de unanimiteit waarmee de Tweede Kamer met beide akkoord is gegaan.

(Mr. Leon)

Doet de VNG straks nog wel mee?

DONDERDAG 24 SEPTEMBER 2020 Morgen houdt de VNG – de Vereniging van Nederlandse Gemeenten – haar jaarlijkse Algemene Leden Vergadering. Wat is de VNG en hoe neemt haar Algemene Leden Vergadering besluiten?

VERENIGING De VNG is een vereniging. Het is een vereniging die volgens het Burgerlijk Wetboek is opgericht. Dus een privaatrechtelijke vereniging. Sportclubs, fanfares en bijvoorbeeld politieke partijen zijn ook zulke verenigingen. Zij allen hebben o.a. leden, bestuur en statuten.

BELANGENORGANISATIE De VNG is de belangenorganisatie van de gemeenten. Belangenbehartiging gebeurt bijvoorbeeld door het voeren van overleggen met de rijksoverheid. De VNG is ook de werkgeversorganisatie die namens de gemeenten met de vakbonden onderhandelt over nieuwe cao’s voor gemeenteambtenaren. De VNG handelt via haar bestuur; het bestuur is de officiële vertegenwoordiger van de VNG.

ALV In verenigingsstatuten mogen voorwaarden worden gesteld aan het lidmaatschap, zodat alleen leden worden toegelaten die hieraan voldoen. In de VNG-statuten is zo’n kwaliteitseis gesteld. Daarin staat namelijk dat alleen gemeenten lid kunnen worden. Alle gemeenten in Nederland zijn er trouwens lid van. Leden van een vereniging hebben er wettelijk recht op dat minstens één keer per jaar een Algemene Leden Vergadering wordt gehouden, ook wel Algemene Vergadering genoemd en vaak afgekort tot ALV. In de VNG gebeurt dat normaliter in juni, maar dit jaar is dat vanwege Corona pas morgen het geval. In de rechtswetenschap wordt de ALV gezien als het belangrijkste orgaan van een vereniging. In beginsel heeft ieder lid het wettelijk recht om bij de ALV aanwezig te zijn, er het woord te voeren en er zijn stem uit te brengen.

STEMMEN De gemeenten die aan de ALV van de VNG willen meedoen, wijzen iemand aan die er als officiële vertegenwoordiger namens haar het woord mag voeren en mag stemmen. Die vertegenwoordiger kan bijvoorbeeld de burgemeester, een wethouder of een raadslid zijn. In de VNG-statuten staat dat het aantal stemmen dat de vertegenwoordiger uitbrengt per gemeente kan verschillen. Voor gemeenten met 75.000 inwoners of meer zijn dat namelijk 75 stemmen, terwijl dat voor gemeenten met een lager inwonertal net zoveel stemmen zijn als ze duizendtallen aan inwoners hebben. Zo brengt de vertegenwoordiger van een gemeente met 30.000 inwoners 30 stemmen uit en die van een gemeente met 50.000 inwoners 50 stemmen.

MEER GELD Op de agenda van de ALV van morgen wordt o.a. gestemd over motie 3b. Deze motie is genaamd: Gemeenten hebben acuut meer structureel geld nodig. Meer geld is o.a. nodig voor jeugdzorg. Daaraan schortte het al vóór de Corona, maar nu lopen de tekorten helemaal uit de hand. Daarom wordt het VNG-bestuur in de motie opgeroepen om tot actie over te gaan als het Rijk niet gauw met (veel) meer geld over de brug komt. Bij die acties gaat het bijvoorbeeld om voorbereiding van juridische acties en opschorting van overleggen met de rijksoverheid. Wellicht doet de VNG straks dus niet meer mee!

BESLUITEN De motie is ingediend door Zoetermeer. Deze Zuid-Hollandse gemeente heeft 125.000 inwoners. Haar officiële vertegenwoordiger brengt dus 75 stemmen uit, net als medeondertekenaar Lelystad (79.000 inwoners). Enkele andere medeondertekenaars zijn Vijfheerenlanden (57.000 inwoners) met 57 stemmen, Maassluis (33.000 inwoners) met 33 stemmen en Blaricum (11.000 inwoners) met 11 stemmen. Het aantal stemmen is bij benadering, want voor de inwonertallen is 1 januari 2019 de peildatum, terwijl de hier gehanteerde inwonertallen van recentere of vroegere datum kunnen zijn. In beginsel worden besluiten zoals het al dan niet aannemen van een motie genomen met een gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige gemeenten, dus de helft plus een. Het maakt daarbij niet uit hoeveel gemeenten aanwezig zijn, maar afwezige gemeenten mogen geen andere gemeente machtigen om namens haar te stemmen.

RAADSLEDEN, wethouders en burgemeesters die niet de officiële vertegenwoordiger van hun gemeente zijn, mogen op grond van de VNG-statuten wél aanwezig zijn in de ALV én er het woord voeren. Dat kan bijvoorbeeld zinvol zijn voor raadsleden die het niet eens zijn met wat de officiële vertegenwoordiger van zijn gemeente in de vergadering zegt en stemt.

STIEFMOEDER Het bestuur van de VNG wordt op grond van de statuten benoemd door de ALV. Weliswaar draagt een adviescommissie kandidaten voor, maar dit is geen bindende voordracht. Alleen burgemeesters, wethouders, raadsleden, raadgriffiers en secretarissen mogen bestuurslid worden. Het bestuur van de VNG bestaat momenteel uit 24 personen. Voorzitter is Jan van Zanen, burgemeester van Den Haag. Vicevoorzitter is Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen en in Coronatijd landelijk bekend geworden als voorzitter van het Veiligheidsberaad (club van voorzitters van de 25 Veiligheidsregio’s). Van de resterende 22 bestuursleden van de VNG zijn er drie raadslid, één secretaris en één griffier. De overige 17 bestuursleden zijn burgemeester of wethouder, onderling zo goed als fiftyfifty verdeeld. Op grond van de statuten moeten er minstens drie raadsleden, drie wethouders en drie burgemeesters in het bestuur zitten. Raadsleden zijn in het huidige bestuur dus nogal stiefmoederlijk bedeeld.

(Mr. Leon)

Het Ledenparlement van de FNV gaat over het Pensioenakkoord

DINSDAG 11 JUNI 2019 Vorige week is het principe-akkoord over de toekomst van het pensioenstelsel tot stand gekomen, tussen onder andere kabinet (minister Koolmees), vakbonden en werkgevers, hieronder pensioenakkoord genoemd. De handtekeningen van FNV en CNV zijn nog niet definitief, want hun achterbannen mogen zich er nog over uitspreken. Dat wordt spannend, want het ziet er naar uit dat het FNV-bestuur haar onderhandelingsmandaat – zoals AOW op 66 jaar en geen dag meer – heeft overschreden. Achterban bij de FNV zijn de leden maar vooral het Ledenparlement. Wat is dit eigenlijk, het Ledenparlement van het FNV?

FNV: bonden en sectoren De FNV bestaat uit 26 zogenaamde sectorale afdelingen. Sommige zijn bonden, zoals de Onderwijsbond, andere zijn dat niet, zoals Zorg & Welzijn. Elk van de miljoen FNV-leden is lid van een sectorale afdeling. Welke sectorale afdeling dat is, hangt af van de werksituatie van het lid. Hieronder zal blijken dat de regels die voor de bonden gelden in het Ledenparlement nogal eens verschillen van die welke voor de andere sectorale afdelingen gelden.

Ledenparlement De FNV heeft een Ledenparlement. Het bestaat uit 105 parlementariërs. Ze moeten alle 105 FNV-lid zijn en mogen niet in dienst zijn van de FNV of een bond. Het is geen parlement dat permanent in zitting is; het komt slechts enkele keren per jaar bijeen. Het heeft alle bevoegdheden, die niet aan andere organen zijn gegeven. Het belangrijkste andere orgaan is het FNV-bestuur. Het parlement benoemt én ontslaat de bestuursleden. Voor sommige besluiten heeft het bestuur goedkeuring van het parlement nodig, zoals voor onderhandelingsmandaten en onderhandelingsresultaten. Het parlement mag trouwens van het bestuur eisen dat élk besluit aan haar goedkeuring wordt onderworpen. Een voorbeeld van een bestuursbesluit waarvoor goedkeuring nodig is van het Ledenparlement is de ondertekening door het FNV-bestuur van het pensioenakkoord.

Gekozen Ledenparlement De parlementariërs worden benoemd door de sectorale afdelingen; twaalf van de 26 sectorale afdelingen zijn bonden. Elke sectorale afdeling benoemt haar eigen parlementariërs. Dat zijn er één of meer. Hoeveel dat er precies zijn, kan per sectorale afdeling verschillen, want het hangt af van het aantal FNV-leden dat daar lid van is. De grootste vier zijn Senioren (zeventien parlementariërs), Zorg & Welzijn (dertien) en Overheid en Onderwijsbond met elk acht parlementariërs. Slechts één parlementariër hebben bijvoorbeeld de Kunstenbond, Zelfstandigen, Jong en de Vrouwenbond. Aan die benoemingen gaat een verkiezing vooraf. Daaraan moeten alle FNV-leden die lid zijn van de sectorale afdeling kunnen deelnemen, zo staat het in de statuten. Wat hier kunnen deelnemen aan de verkiezing precies inhoudt, is echter niet in de statuten geregeld, behalve dan dat de twaalf bonden het zo mogen regelen dat er een getrapte verkiezing wordt gehouden. Hierbij geven bondsleden hun stem aan een van de kiesmannen, waarna de kiesmannen die genoeg stemmen hebben gekregen de parlementariërs kiezen.

Het stemmen Het Ledenparlement neemt haar besluiten met een gewone meerderheid van stemmen (de helft plus één). Elke parlementariër heeft één stem en elke stem weegt even zwaar. Hij moet zijn stem uitbrengen zonder last, maar ze mag wel ruggespraak houden. De parlementariërs van eenzelfde bond hoeven hun stemgedrag niet op elkaar af te stemmen. Ze hoeven dus niet allemaal hetzelfde te stemmen. Dat mág overigens wel. Uit de statuten wordt niet duidelijk wie daarover gaat: de individuele parlementariër of het bondsbestuur. Aannemelijk is dat dit het bondsbestuur is. In dat geval lijkt bij bondsparlementariërs stemmen mét last toch toegestaan. Trouwens, de twaalf bonden hebben samen slechts 22 parlementariërs (van de 105). De voorzitter van het Ledenparlement beslist hoe een stem wordt uitgebracht en wat de uitkomst is van de stemming. De voorzitter wordt door het Ledenparlement zelf gekozen. Het hoeft geen parlementariër te zijn. De bonden mogen net als het FNV-bestuur de vergaderingen van het Ledenparlement bijwonen; in elk geval het FNV-bestuur mag er ook het woord voeren.

Leden raadplegen Voordat het pensioenakkoord ter goedkeuring aan het Ledenparlement wordt voorgelegd, zullen de FNV-leden eerst de kans krijgen om er zich in een ledenraadpleging over uit te spreken, aldus heeft het FNV-bestuur besloten. Die ledenraadpleging – of ledenreferendum – wordt van de week gehouden, namelijk van morgen tot en met zaterdagochtend. Per post krijgt elk lid een brief waarin een unieke code staat die haar of hem in staat stelt om via internet te stemmen. Wat de impact van de uitslag ook moge zijn, het is niet juridisch bindend: het Ledenparlement is dus niet verplicht om er rekening mee te houden, laat staan om het over te nemen. Trouwens, een vereniging zoals de FNV kan een bindende ledenraadpleging alleen dan houden als dit zo in haar statuten is geregeld. In de FNV-statuten is dat niet gebeurd. Daarin wordt overigens wel gesproken over een bindende ledenraadpleging voor de benoeming van de voorzitter van het FNV-bestuur. Het Ledenparlement moet de uitslag daarvan in beginsel overnemen, ze mag er alleen met een versterkte (2/3) meerderheid van afwijken.

BRONNEN

FNV: bonden en sectoren: Statuten FNV artikel 12

Ledenparlement: Statuten FNV artikelen 8, 9, 26, 31, 32 en 33

Gekozen Ledenparlement: Statuten FNV artikel 32

Het stemmen: Statuten FNV artikelen 23, 35, 36 en 37

Leden raadplegen:

Artikel 39 lid 2 BW (Boek 2):De statuten kunnen bepalen dat bepaalde besluiten van de algemene vergadering aan een referendum zullen worden onderworpen. De statuten regelen de gevallen waarin, de tijd waarbinnen, en de wijze waarop het referendum zal worden gehouden. Hangende de uitslag van het referendum wordt de uitvoering van het besluit geschorst.

Statuten FNV: artikel 21

Herenboeren Wilhelminapark: consument is de baas

DINSDAG 7 MEI 2019 Enkele weken geleden stond er in de Volkskrant een reportage over Herenboeren Wilhelminapark. Dit agrarisch bedrijf is ongeveer 20 ha groot en ligt in de buurt van de Brabantse gemeenten Boxtel en Vught. Wat deze boerderij zo bijzonder maakt, is dat ze niet levert aan de supermarkt maar rechtstreeks aan de consument én dat niet de boer maar deze consumenten de baas zijn. Hoe ziet die samenwerking er juridisch uit?

Coöperatie Herenboeren Wilhelminapark – hieronder: Wilhelminapark – is een coöperatie. Een coöperatie is een vereniging die bij de notaris is opgericht. Elke coöperatie heeft als doel te voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van de leden. Hiertoe wordt een bedrijf uitgeoefend en met elk lid een overeenkomst gesloten. Dit alles moet blijken uit de statuten. Een fanfare of voetbalclub is weliswaar een vereniging maar geen coöperatie, want voorziet in onstoffelijke behoeften van de leden, namelijk het plezier van musiceren of voetballen. Anders dan een gewone vereniging, mag een coöperatie eventueel gemaakte winst onder de leden verdelen. Wilhelminapark is volgens de statuten niet gericht op winst; dat sluit natuurlijk niet uit dat er toch winst wordt gemaakt. Dan mag die winst onder de leden worden verdeeld.

Behoefte In de statuten van Wilhelminapark staat onder andere dat wordt voorzien in de behoefte van de leden aan aardappelen, groenten, fruit, eieren en vlees van runderen, varkens en kippen. Daartoe wordt een eigen boerenbedrijf uitgeoefend dat lokaal, eerlijk en puur voedsel produceert.

Leden Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen lid worden. Natuurlijke personen zijn mensen van vlees en bloed. Met rechtspersonen worden hier bedrijven en hun kantines bedoeld. Nieuwe leden binden zich voor drie jaar, en daarna per jaar.

2000,- Nieuwe leden moeten zich inkopen door de aanschaf van een ledencertificaat. Hiervan wordt de nieuwe prijs elk jaar opnieuw vastgesteld. Momenteel is dat 2000 euro. Een alleenstaande die zich aanmeldt, mag soms volstaan met de aanschaf van een half certificaat. Een bedrijf dat zich aanmeldt, mag soms meer dan één certificaat kopen.

12,- Wilhelminapark sluit met elk lid een individuele overeenkomst over het aantal porties voedsel dat wekelijks wordt gekocht; deze overeenkomst wordt steeds voor een jaar aangegaan. Per certificaat geldt een minimum (2) en een maximum aantal (5) porties. Bij een half certificaat is het minimum één portie. Prijs per portie bedraagt nu 12 euro per week. Trouwens, de coöperatie spreekt in dit verband niet van porties maar van monden. Er moet dus 12 euro per mond per week betaald worden. Wie gedurende het jaar voor kortere of langere tijd minder wil afnemen, betaalt toch het volle pond. Volgens het Huishoudelijk Reglement moet zelfs voor het volle pond betaald worden als de coöperatie tijdelijk minder aanbod heeft dan overeengekomen, bijvoorbeeld door een slechte oogst. Volgens het Burgerlijk Wetboek mag een coöperatie overeenkomsten alleen wijzigen als dit duidelijk in die overeenkomst zelf staat; een bepaling in het reglement is daarvoor dus niet genoeg.

U.A. De coöperatie heet voluit Herenboeren Wilhelminapark Coöperatie U.A. Die laatste twee letters – U.A. – betekenen volgens het Burgerlijk Wetboek dat leden en oud-leden niet hoeven bij te dragen in een eventueel tekort, dat er na ontbinding van de coöperatie blijkt te zijn. U.A. is de wettelijke afkorting voor uitsluiting van aansprakelijkheid.

Monden Een lid dat opzegt, heeft niet zonder meer recht op teruggave van zijn inleg, de 2000 euro. Recht op teruggave is er pas bij een wachtlijst én iemand hierop daadwerkelijk lid. Zonder wachtlijst is er alleen recht op teruggave als de opzegger zelf een nieuw lid aanbrengt. De boerderij van de coöperatie kan volgens eigen zeggen maximaal 500 monden voeden. Wie zich hierna aanmeldt, komt op de wachtlijst.

ALV Elk jaar moet er minstens één algemene (leden) vergadering worden gehouden. Elk lid mag in deze ALV het woord voeren en een stem uitbrengen; de levenspartner mag ook aanwezig zijn. De meeste leden hebben één heel certificaat, en daarmee één stem. Wie een half certificaat heeft, heeft slechts een halve stem. Wie meer certificaten heeft, heeft evenzoveel meer stemmen: wie drie certificaten heeft, heeft dus drie stemmen. Juridisch is dat in orde.

1/10 Gezinnen zullen één stem of een halve stem hebben terwijl bedrijven meer stemmen kunnen hebben. De coöperatie wil voorkomen dat één of enkele leden te veel zeggenschap krijgen. Daarom mag hooguit 1/10 van alle uit te geven (hele) certificaten in handen zijn van leden met meer dan één heel certificaat, bedrijven dus. Als er slechts één bedrijf dat meer dan één certificaat heeft, dan mag dit bedrijf 10% van de certificaten bezitten. Als er meerdere bedrijven zijn met elk meer dan één certificaat, dan mogen zij samen 10% van de certificaten bezitten. Daarbij gaat het om 10% van het maximaal uit te geven (hele) certificaten: zolang nog niet alle uit te geven certificaten daadwerkelijk zijn uitgegeven, mogen deze bedrijven meer dan 10% van de certificaten bezitten!

Reglement Deze regeling waarbij hooguit 10% van alle stemmen in handen is van leden met meer stemmen, is niet opgenomen in de Statuten. Wel in het Huishoudelijk Reglement. Wijziging van de regeling is mogelijk, bijvoorbeeld door haar helemaal af te schaffen zodat leden met meer stemmen voortaan de meerderheid van alle stemmen mogen hebben. Voor wijziging is slechts een reglementswijziging nodig, geen statutenwijziging en dus evenmin medewerking van de notaris. Wat is wél nodig om de 10%-regeling te wijzigen/af te schaffen? Ten eerste medewerking van het bestuur: zonder hun medewerking is een voorstel voor reglementswijziging onmogelijk. Ten tweede moet uit de vooraf toegestuurde agenda voor de ALV duidelijk blijken dat wordt voorgesteld om het reglement te wijzigen en wat dit voorstel inhoudt.

Referendum Ten derde kan alleen tot reglementswijziging worden besloten met een versterkte meerderheid van 2/3 van de ALV. Er worden geen eisen gesteld aan het aantal leden dat op die vergadering aanwezig is. Dat is weliswaar heel praktisch, maar waarom is er niet voor gekomen om reglementswijzigingen die grote gevolgen kunnen hebben voor de interne machtsverhoudingen per referendum aan de leden voor te leggen? Dan zullen er veel meer leden zijn die daadwerkelijk hun stem uitbrengen dan de leden die aanwezig zijn op de ALV.

Statuten Ook na reglementswijziging heeft een lid/bedrijf geen recht op aanschaf van meer certificaten (en dus meer stemmen): het bestuur beslist volgens de Statuten namelijk óf zo’n verzoek al dan niet wordt gehonoreerd. Een reglementswijziging kan dit niet veranderen.

Teeltplan De ALV besluit niet alleen over eventuele reglementswijzigingen. Maar bijvoorbeeld ook over de prijs die nieuwe leden voor een certificaat moeten betalen. En over de wekelijkse bijdrage die in het nieuwe kalenderjaar per mond moet worden betaald. En over het jaarplan en bijbehorende begroting: wat de boer in het volgende jaar gaat telen. De ALV kiest bovendien het bestuur van de coöperatie. Men moet lid zijn om bestuurslid te kunnen worden. De voorzitter wordt in functie benoemd. Bestuursleden worden voor drie jaar benoemd, maar ze kunnen tussentijds worden ontslagen of geschorst door de ALV.

Bestuur Het bestuur gaat er bijvoorbeeld over wie de boer wordt. De boer hoeft geen lid te zijn. Hij doet zijn werk onder toezicht en verantwoordelijkheid van het bestuur. Daartoe geeft het hem een schriftelijke instructie die weer in lijn is met het jaarplan dat op de ALV is vastgesteld. Het bestuur neemt haar besluiten met meerderheid van stemmen; alleen als de meerderheid present is, kunnen geldige besluiten genomen worden. Bestuursleden zijn allemaal vrijwilligers.

De boer De boer is geen vrijwilliger: hij wordt beloond voor zijn werk. Op verzoek moet hij de bestuursvergaderingen en ALV’s bijwonen.

BRONNEN:

”Coöperatie”

Artikel 53 van het (Tweede Boek van het) Burgerlijk Wetboek luidt (gedeeltelijk): De coöperatie is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging. Zij moet zich blijkens de statuten ten doel stellen in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens overeenkomsten, anders dan van verzekering, met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen.

Artikel 26 lid 3 luidt: Een vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.

Artikel 53a luidt (gedeeltelijk): De bepalingen van de vorige titel zijn, met uitzondering van (artikel) 26 lid 3, op de coöperatie van toepassing, voor zover daarvan in deze titel niet wordt afgeweken

12,-”

Artikel 59 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt: Lid 1. Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen zijn niet bevoegd door een besluit wijzigingen in de met haar leden in de uitoefening van haar bedrijf aangegane overeenkomsten aan te brengen, tenzij zij zich deze bevoegdheid in de overeenkomst op duidelijke wijze hebben voorbehouden. Een verwijzing naar statuten, reglementen, algemene voorwaarden of dergelijke, is daartoe niet voldoende. Lid 2. Op een wijziging als in het vorige lid bedoeld kan de rechtspersoon zich tegenover een lid slechts beroepen indien de wijziging schriftelijk aan het lid was medegedeeld.

”U.A.”

Artikel 56 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt: Een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij kan in afwijking van het in het vorige artikel bepaalde in haar statuten iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een tekort bij te dragen, uitsluiten of tot een maximum beperken. De leden kunnen hierop slechts een beroep doen, indien de rechtspersoon aan het slot van zijn naam in het eerste geval de letters U.A. (uitsluiting van aansprakelijkheid), en in het tweede geval de letters B.A. (beperkte aansprakelijkheid) heeft geplaatst. Een rechtspersoon waarop de eerste zin niet is toegepast, plaatst de letters W.A. (wettelijke aansprakelijkheid) aan het slot van zijn naam. De genoemde rechtspersonen zijn, behoudens in telegrammen en reclames, verplicht haar naam volledig te voeren.

Artikel 55 luidt (gedeeltelijk): Zij die bij de ontbinding leden waren, of minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn, zijn tegenover de rechtspersoon naar de in de statuten aangegeven maatstaf voor een tekort aansprakelijk; wordt een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij ontbonden door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard, dan wordt de termijn van een jaar niet van de dag der ontbinding, maar van de dag der faillietverklaring gerekend. De statuten kunnen een langere termijn dan een jaar vaststellen.

”ALV”

Artikel 38 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt (gedeeltelijk): Behoudens het in het volgende artikel bepaalde, hebben alle leden die niet geschorst zijn, toegang tot de algemene vergadering en hebben daar ieder één stem; een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren. De statuten kunnen aan bepaalde leden meer dan één stem toekennen.

”Referendum”

Artikel 39 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt (gedeeltelijk): De statuten kunnen bepalen dat bepaalde besluiten van de algemene vergadering aan een referendum zullen worden onderworpen. De statuten regelen de gevallen waarin, de tijd waarbinnen, en de wijze waarop het referendum zal worden gehouden. Hangende de uitslag van het referendum wordt de uitvoering van het besluit geschorst.

Energiecoöperatie Betuwewind

MAANDAG 21 JANUARI 2019 Vorige week stond er een interview in de krant met de voorzitter van energiecoöperatie Betuwewind. Het interview ging over problemen met de energietransitie in Nederland, zoals dat sommige regionale netbeheerders onvoldoende capaciteit hebben om alle lokale initiatieven voor teruggeleverde stroom uit zonneweiden en windparken af te nemen (zie https://staatsrechtpraktijk.nl/?p=609). Wat doet energiecoöperatie Betuwewind en hoe is het (juridisch) ingericht?

Burgerwind Energiecoöperatie Burgerwind – dat is de officiële naam – gaat zeven windmolens bouwen in (de buurt van) het Gelderse Geldermalsen. De molens gaan naar verwachting eind dit jaar stroom leveren. Overigens is Geldermalsen sinds begin dit jaar deel gaan uitmaken van de nieuwe gemeente West Betuwe.

Coöperatie Burgerwind is een coöperatie. Dat is een vereniging. De coöperatie heeft als elke vereniging leden. Burgerwind heeft 900 leden. Een coöperatie is een bijzondere vereniging. Het heeft namelijk een bedrijf dat met elk lid een overeenkomst sluit en op die manier voorziet in een stoffelijke behoefte van hen. De stoffelijke behoefte waarin Burgerwind voorziet bij haar leden is het leveren van door de molens opgewekte windenergie. De eventuele winst wordt onder de leden verdeeld.

Lenen De overeenkomst die Burgerwind met leden tekent, is een overeenkomst van geldlening: een lid leent (aan) Burgerwind minstens 50 euro en ontvangt daarover (van Burgerwind) jaarlijks een rentevergoeding. Leden mogen ook (veel) meer dan 50 euro lenen, al dan niet verspreid over een langere periode. De rentevergoeding is een bepaald percentage van het geleende bedrag. Dat kan nul zijn: geen rentevergoeding dat jaar dan!

Leden Zowel particulieren als ondernemingen kunnen lid worden. Het bestuur beslist over hun aanvraag. Dit zijn de leden die spreekrecht én stemrecht hebben in de algemene vergadering. Elk van hen heeft één stem, ongeacht het geleende bedrag; of een lid 5.000 euro of 50 euro heeft geleend, hij heeft maar één stem.

ALV Leden oefenen hun stemrecht uit in de algemene vergadering, de ALV. Besluiten worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Er geldt geen quorumeis. Voldoende is dat van de aanwezige leden de helft plus een vóór een voorstel stemt. De algemene vergadering besluit bijvoorbeeld wat het te vergoeden rentepercentage is van het voorbije jaar. Ook mag het voor de toekomst een maximum leenbedrag per lid instellen. Het besluit tevens over het geleende bedrag dat op korte termijn gaat worden afgelost. Én natuurlijk kiest en benoemt het het bestuur van de coöperatie. Bestuursleden moeten lid zijn. Het bestuur doet de ALV voorstellen voor het te vergoeden rentepercentage en voor het bedrag dat gaat worden afgelost.

B.A. Leden van een coöperatie zijn op grond van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor de eventuele financiële tekorten van de coöperatie. Zij kunnen na faillissement worden aangesproken om de resterende schulden uit hun privégelden te voldoen. Ze lopen dus niet alleen het risico dat ze hun lening niet terugkrijgen! Deze privé-aansprakelijkheid is in beginsel onbeperkt. Echter, in de statuten van de coöperatie kan ze worden beperkt. De leden mogen daarop t.z.t. bij faillissement een beroep doen, mits in de naam van de coöperatie de letters B.A. voorkomen. Dat is de afkorting voor beperkte aansprakelijkheid. Burgerwind heeft de ledenaansprakelijkheid statutair beperkt én haar officiële naam is Burgerwindcoöperatie West-Betuwe B.A. Particulieren zijn statutair aansprakelijk tot 1.000 euro en ondernemingen zijn het tot 10.000 euro. Het maakt daarbij niet uit hoeveel een particulier (of onderneming) heeft geleend: de aansprakelijkheid is altijd tot 1.000 euro (of 10.000 euro).

BRONNEN:

”Coöperatie ”

Artikel 53 van het Burgerlijk Wetboek (Tweede Boek) luidt (gedeeltelijk): De coöperatie is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging. Zij moet zich blijkens de statuten ten doel stellen in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens overeenkomsten, anders dan van verzekering, met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen.

Zie verder artikel 2.3 van de Statuten van de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe.

”Lenen”

Zie artikelen 1 en 2 van het Leningreglement van de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe.

‘Leden”

Zie artikelen 4.1 en 4.3 en 4.4 en 16.1 van de Statuten van de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe.

”ALV”

Zie artikelen 1 en 2 en 3 en 4 en 7 en 8 en 9 en 10 en 12 van het Leningreglement van de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe.

Zie artikel 16.3 van de Statuten van de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe..

Artikel 37 van het Burgerlijk Wetboek (Tweede Boek) luidt (gedeeltelijk): Het bestuur wordt uit de leden benoemd, De statuten kunnen echter bepalen dat bestuurders ook buiten de leden kunnen worden benoemd.

Artikel 53a luidt (gedeeltelijk): De bepalingen van de vorige titel zijn (..) op de coöperatie van toepassing, voor zover daarvan in deze titel niet wordt afgeweken.

Zie verder artikel 10 van de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe.

”B.A.”

Artikel 55 van het Burgerlijk Wetboek (Tweede Boek) luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Zij die bij de ontbinding leden waren, of minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn, zijn tegenover de rechtspersoon naar de in de statuten aangegeven maatstaf voor een tekort aansprakelijk; wordt een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij ontbonden door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard, dan wordt de termijn van een jaar niet van de dag der ontbinding, maar van de dag der faillietverklaring gerekend. De statuten kunnen een langere termijn dan een jaar vaststellen. Lid 2. Bevatten de statuten niet een maatstaf voor ieders aansprakelijkheid, dan zijn allen voor gelijke delen aansprakelijk. Lid 3. Kan op een of meer van de leden of oud-leden het bedrag van zijn aandeel in het tekort niet worden verhaald, dan zijn voor het ontbrekende de overige leden en oud-leden, ieder naar evenredigheid van zijn aandeel, aansprakelijk. Deze aansprakelijkheid bestaat ook, indien de vereffenaars afzien van verhaal op een of meer leden of oud-leden, op grond dat door de uitoefening van het verhaalsrecht een bate voor de boedel niet zou worden verkregen. Indien de vereffening geschiedt onder toezicht van personen, door de wet met dat toezicht belast, kunnen de vereffenaars van dat verhaal slechts afzien met machtiging van deze personen.

Artikel 56 luidt (gedeeltelijk): Een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij kan in afwijking van het in het vorige artikel bepaalde in haar statuten iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een tekort bij te dragen, uitsluiten of tot een maximum beperken. De leden kunnen hierop slechts een beroep doen, indien de rechtspersoon aan het slot van zijn naam in het eerste geval de letters U.A. (uitsluiting van aansprakelijkheid), en in het tweede geval de letters B.A. (beperkte aansprakelijkheid) heeft geplaatst. Een rechtspersoon waarop de eerste zin niet is toegepast, plaatst de letters W.A. (wettelijke aansprakelijkheid) aan het slot van zijn naam.

Zie verder artikelen 1.1 en 9.1 en 9.3 van de Statuten van de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe: De Coöperatie draagt de naam: Burgerwindcoöperatie West-Betuwe B.A.

Statuten

https://www.betuwewind.nl/wp-content/uploads/2018/04/20180404-Statuten-BBC-W-B-B.A.-publiek-.pdf

Leningreglement

https://www.betuwewind.nl/wp-content/uploads/2018/05/Leenreglement-BWCWB-ALV-20180220-1.pdf

Rookverbod op de voetbaltribune

MAANDAG 17 DECEMBER 2018 In de krant van vanochtend wordt bericht over een boete van 2400 euro die de Johan Cruijff Arena in 2016 kreeg opgelegd vanwege het niet handhaven van het wettelijk rookverbod op de publiekstribune. In de rechtszaak stelt de advocaat van het voetbalstadion dat de boete onterecht is, want de tribune is in de open lucht en moet bovendien op één lijn worden gesteld met een horecaterras. De rechter – het College van Beroep voor het bedrijfsleven – was het daarmee niet eens. Hier volgt een analyse van de uitspraak die 4 december jongstleden is gedaan.

Terras? Op sommige terrassen bij een horecagelegenheid mag worden gerookt.Een publiekstribune bij een voetbalstadion kan echter volgens de rechter niet op één lijn worden gesteld met een horecaterras. De rechter geeft daarvoor twee redenen.

Andere vorm In de eerste plaats ziet een terras bij bijvoorbeeld een café of restaurant er heel anders uit dan een publiekstribune bij een voetbalstadion.

Consumptie verplicht In de tweede plaats wil een terras dat hoort bij café of restaurant haar bezoekers vooral rust bieden, met een kopje koffie, biertje en/of hapje erbij. Het is waar dat men op een tribune ook kan uitrusten en dat al dan niet kan doen in combinatie met het consumeren van een ter plekke bestelde koffie of snack. Een publiekstribune wil echter vooral het bekijken van de wedstrijd mogelijk maken. Uitrusten en consumpties zijn daaraan ondergeschikt.

Open lucht? In de open lucht mag gerookt worden, althans volgens de huidige wetgeving. Het stadion van de Johan Cruijff Arena is volledig overkapt. Het dak boven het voetbalveld kan worden geopend. Dat kan niet met het dak boven de publiekstribune. Als het dak boven het voetbalveld open is, dan merken de bezoekers op de tribune dat aan den lijve: als het buiten koud is, dan hebben zij het ook koud. Desondanks is er bij een wedstrijd die met open dak wordt gespeeld toch altijd sprake van een overdekte tribune.

TenniDeze uitspraak ging over het stadion van Ajax, een stadion van een voetbalclub uit de eredivisie. Wat hierin gezegd wordt over overdekte stadions van voetbalclubs, geldt natuurlijk ook voor overdekte stadions van andere sportclubs. Ook op hun publiekstribunes mag dus niet gerookt worden.

Langs de lijn Veelvoetbalclubs uit het amateurvoetbal zullen geen overdekte publiekstribunes hebben. Het publiek staat er langs de lijn, met andere woorden in de open lucht. Veel opener dan dat kun je het buitenshuis niet hebben! Het wettelijk rookverbod geldt hier dus niet. De KNVB is echter sinds vorig jaar partner van de Rookvrije Generatie en faciliteert sindsdien voetbalclubs om roken langs de lijn tegen te gaan. Inmiddels hebben sommige clubs inderdaad zo’n rookverbod ingevoerd. Een voorbeeld is het dicht bij Amsterdam gelegen FC Weesp.

BRONNEN:

Andere vorm:

Rechtsoverweging 5.5 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 4 december 2018 luidt (gedeeltelijk): Uit deze passage is duidelijk dat zij betrekking heeft op terrassen bij horecagelegenheden. Voor die terrassen is beoogd dat zij, afhankelijk van de wijze waarop zij van de omgeving zijn afgescheiden, al dan niet onder de uitzondering “inde open lucht” vallen. Naar het oordeel van het College kunnen de tribunes van het stadion van appellante, waar de vakken, galerij en omloop waarop de overtreding is geconstateerd, zijn gelegen, niet worden aangemerkt als een terras bij een horecagelegenheid. Hiertoe is allereerst in aanmerking genomen dat de tribunes wat betreft uiterlijke verschijningsvorm aanzienlijk verschillen van een terras bij een horecagelegenheid en wel zodanig dat de in de passage genoemde onderscheidende criteria daarop niet goed zijn toe te passen.

Consumptie verplicht:

Rechtsoverweging 5.5 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 4 december 2018 luidt (gedeeltelijk): Voorts is van belang dat de tribunes primair de functie hebben om mensen de mogelijkheid te bieden een sportwedstrijd te bekijken. Deze functie valt niet op één lijn te stellen met die van een terras bij een horecagelegenheid, welke er vooral op is gericht de bezoekers de gelegenheid te bieden uit te rusten of iets te consumeren (aldus de in de bedoelde passage geciteerde definitie uit het Van Dale Groot woordenboek hedendaags Nederlands). Dat bezoekers op de tribunes (ook) kunnen uitrusten en iets kunnen consumeren is zodanig ondergeschikt aan de hoofdfunctie van het bekijken van een sportwedstrijd dat daarin geen aanleiding kan worden gevonden de bedoelde uitzondering op het strikter ook beleid van toepassing te achten.

Open lucht:

Rechtsoverweging 5.3 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 4 december 2018 luidt: Niet in geschil is dat het dak van het stadion alleen boven het speelveld open kan, zodat, ook als het dak open is, de tribunes (met de galerij) en de omloop van het stadion nog steeds overkapt zijn. Gelet op de Nota van Toelichting bij het Besluit uitzonderingen rookvrije werkplek geldt de verplichting om een rookverbod in te stellen, aan te duiden en te handhaven ook onder overkappingen, ongeacht de aard of het materiaal van de overkapping. Het College ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de regelgever dit uitgangspunt heeft verlaten bij het Besluit uitvoering Tabakswet.Het enkele feit dat de tribunes met de buitenlucht zijn verbonden,maakt – anders dan appellante heeft betoogd – niet dat reeds daarom sprake is van open lucht als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onder c, van het Besluit uitvoering Tabakswet. Dat een tribune een zodanige constructie heeft dat de weersomstandigheden zich ook opeen overkapte tribune kunnen doen gevoelen, betekent niet dat niet van een overdekte ruimte kan worden gesproken (vergelijk de uitspraak van het College van 13 juni 2013, ECLI:NL:CBB:2013:47). Het College is dan ook van oordeel dat in het geval van appellante het uitzonderingsregime voor ‘in de open lucht’ toepassing mist.

Gemeentelijk havenbedrijf

MAANDAG 3 DECEMBER 2018 De Port of Zwolle ziet graag dat de Lorentszsluis in de Afsluitdijk wordt verbreed, aldus een groot krantenartikel van afgelopen vrijdag. De sluis is nu 14 meter breed en zou minstens 25 meter breed moeten worden. Schepen uit noordelijke richting die het IJsselmeer op willen, moeten allemaal door dit sluizencomplex. De havens van Kampen, Zwolle en Meppel zouden er wel bij varen, bij die verbreding. De Port of Zwolle is het gezamenlijk havenschap van de gemeentelijke havens van Kampen, Zwolle en Meppel. Wat is eigenlijk een havenschap in juridische zin?

Vereniging Het gezamenlijk havenschap Port of Zwolle is een vereniging. Er zijn drie leden. De leden zijn allen gemeenten. Het zijn de Overijsselse gemeenten Zwolle en Kampen en de Drentse gemeente Meppel. Het is een vereniging, en dus moet er in elk geval een bestuur zijn en een (jaarlijkse) algemene ledenvergadering. De gemeenteraden zouden via de gemeentelijke lidmaatschappen invloed kunnen uitoefenen op het gezamenlijk havenschap.

Coöperatie Port of Zwolle is geen vereniging zoals de fanfare of voetbalclub. Het is een bijzondere vereniging: een coöperatie. Een coöperatie is een vereniging die ”voorziet in stoffelijke behoeften” van de leden. Port of Zwolle wil het vestigingsklimaat voor het havengebonden bedrijfsleven in de drie gemeenten verbeteren. Hun (goederen)havens zijn bereikbaar via het IJsselmeer.

U.A. De leden van een coöperatie zijn in beginsel aansprakelijk voor haar schulden. Als een coöperatie haar schulden niet meer kan betalen, moeten haar leden uiteindelijk bij springen. Die leden moeten de schulden dan uit eigen portemonnee voldoen. In beginsel althans. Want daarop bestaan namelijk enkele uitzonderingen, zoals wanneer een coöperatie aan het slot van haar naam de letters ”U.A.” voert. Die letters staan voor ”uitsluiting van aansprakelijkheid”. In dat geval zijn de leden niet aansprakelijkheid voor de schulden van de coöperatie. De Port of Zwolle voert als naam ”Port of Zwolle Coöperatie U.A.”. De gemeenten Zwolle, Meppel en Kampen zijn dus niet aansprakelijk voor de coöperatieschulden. Voor de juridische volledigheid: een coöperatie moet zo’n naam met de letters U.A. erin niet alleen daadwerkelijk gebruiken maar ook mógen gebruiken; in de coöperatiestatuten staat of het mag.

Port of Rotterdam Het Havenbedrijf van Rotterdam is geen vereniging maar een naamloze vennootschap, een N.V. In plaats van leden zijn er aandeelhouders. Havenbedrijf Rotterdam heeft twee aandeelhouders: de gemeente Rotterdam en het Rijk. Aandeelhouders van een naamloze vennootschap zijn nimmer aansprakelijk voor de schulden. Een N.V. moet in elk geval een bestuur hebben. Het Havenbedrijf van Rotterdam is een grote vennootschap en moet daarom ook een raad van commissarissen hebben. Een grote coöperatie moet dat trouwens ook hebben. De gemeenteraad van Rotterdam zou via het gemeentelijk aandeelhouderschap invloed kunnen uitoefenen op het havenbedrijf.

BRONNEN:

Artikel 53 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt (gedeeltelijk): De coöperatie is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging. Zij moet zich blijkens de statuten ten doel stellen in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien.

Artikel 53a luidt (gedeeltelijk): De bepalingen van de vorige titel zijn, met uitzondering van de artikelen 26 lid 3 en 44 lid 2, op de coöperatie van toepassing, voor zover daarvan in deze titel niet wordt afgeweken. (Die vorige titel bestaat uit de artikelen 26 tot en met 52!)

Artikel 26 lid 1 luidt (gedeeltelijk): De vereniging is een rechtspersoon met leden.

Artikel 37 luidt (gedeeltelijk): Het bestuur wordt uit de leden benoemd. De statuten kunnen echter bepalen dat bestuurders ook buiten de leden kunnen worden benoemd. De benoeming geschiedt door de algemene vergadering. De statuten kunnen de wijze van benoeming echter ook anders regelen, mits elk lid middellijk of onmiddellijk aan de stemming over de benoeming der bestuurders kan deelnemen. De statuten kunnen bepalen, dat een of meer der bestuursleden, mits minder dan de helft, door andere personen dan de leden worden benoemd.

Artikel 48 luidt (gedeeltelijk): Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid.

Artikel 55 luidt (gedeeltelijk): Zij die bij de ontbinding leden waren, of minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn, zijn tegenover de rechtspersoon voor een tekort aansprakelijk.

Artikel 56 luidt (gedeeltelijk): Een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij kan in afwijking van het in het vorige artikel bepaalde in haar statuten iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een tekort bij te dragen, uitsluiten of tot een maximum beperken. De leden kunnen hierop slechts een beroep doen, indien de rechtspersoon aan het slot van zijn naam in het eerste geval de letters U.A. (uitsluiting van aansprakelijkheid), en in het tweede geval de letters B.A. (beperkte aansprakelijkheid) heeft geplaatst. Een rechtspersoon waarop de eerste zin niet is toegepast, plaatst de letters W.A. (wettelijke aansprakelijkheid) aan het slot van zijn naam.

Artikel 64 luidt (gedeeltelijk): De naamloze vennootschap is een rechtspersoon met een in overdraagbare aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal. Een aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht en is niet gehouden boven het bedrag dat op zijn aandeel behoort te worden gestort in de verliezen van de vennootschap bij te dragen.

Artikel 129 luidt (gedeeltelijk): Het bestuur (is) belast met het besturen van de vennootschap.

Artikel 158 luidt (gedeeltelijk): De vennootschap heeft een raad van commissarissen.

Artikel 63f luidt (gedeeltelijk): De grote coöperatie (heeft) een raad van commissarissen.