VRIJDAG 2 JULI 2021 Afgelopen dinsdag heeft de Gezondheidsraad het advies ‘Vaccinatie van adolescenten tegen COVID-19’ uitgebracht. Het advies gaat voor jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar in op de ‘ziektelast’ van het coronavirus, de ‘werkzaamheid en effectiviteit’ en ‘veiligheid’ van het BioNTech/Pfizer-vaccin en de ‘aanvaardbaarheid’ van hun vaccinatie. De raad concludeert ‘dat vaccinatie tegen COVID-19 van gezonde adolescenten in de leeftijd 12 tot en met 17 jaar met het Pfizer/BioNTech-vaccin zinvol en verantwoord is’ en dat het daarom voor hen beschikbaar moet worden gesteld. Mag een minderjarige zich tegen de wens van zijn ouders in laten vaccineren en mogen ouders hem laten vaccineren tegen zijn eigen wens in?
ZELFBESCHIKKINGSRECHT Ieder heeft recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam. Dit zelfbeschikkingsrecht staat in onze Grondwet, in artikel 11. Wat voor ‘ieder’ geldt, geldt ook voor minderjarigen. Bij ‘onaantastbaarheid van zijn lichaam’ gaat het vaak over handelingen op het gebied van de geneeskunst die rechtstreeks betrekking hebben op een patiënt. Ik noem ze hier medische verrichtingen. Ze kunnen er bijvoorbeeld toe dienen om de patiënt van een ziekte te genezen of om hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden. Ook bij vaccineren gaat het om een medische verrichting; vaccinaties dienen ertoe om de patiënt voor het ontstaan van een ziekte te behoeden.
CONTRACT Voor wat betreft de medische verrichtingen van een hulpverlener is het recht op onaantastbaarheid van het lichaam uitgewerkt in het Burgerlijk Wetboek; in die uitwerking is natuurlijk ook rekening gehouden met andere mensenrechten. Hoofdregel is dat de hulpverlener pas medische verrichtingen bij een patiënt mag uitvoeren nadat er tussen beiden een contract is gesloten. Zo’n overeenkomst heet (geneeskundige) behandelingsovereenkomst. Wie zich inschrijft bij zijn huisarts meldt vanwege hoofdpijn (laatste drie woorden zijn later toegevoegd), sluit een behandelingsovereenkomst met de huisarts. Wie een afspraak met de GGD maakt voor een coronavaccinatie, sluit een behandelingsovereenkomst met de GGD.
TOESTEMMING Een andere hoofdregel die in het Burgerlijk Wetboek staat is dat de hulpverlener voor elke medische verrichting die hij daarna uitvoert de toestemming van zijn patiënt nodig heeft. Zonder toestemming mag de hulpverlener geen enkele medische verrichting uitvoeren bij zijn patiënt. Zo mag een huisarts tijdens een consult pas de bloeddruk meten nadat patiënt daarvoor toestemming heeft gegeven. En zo mag ook de GGD-hulpverlener u pas gaan prikken na uw ter plekke gegeven toestemming.
MINDERJARIG Deze regeling uit het Burgerlijk Wetboek geldt zonder meer voor meerderjarige patiënten. Meerderjarig is iedereen van achttien jaar en ouder. In hoeverre geldt de regeling ook voor minderjarigen, mensen die jonger zijn dan achttien jaar?
16 EN 17 JAAR In het Burgerlijk Wetboek is voor jongeren van 16 en 17 jaar het recht op onaantastbaarheid van het lichaam op dezelfde manier uitgewerkt als voor meerderjarigen. Hij mag zelfstandig een behandelingsovereenkomst met een hulpverlener sluiten. En voor het uitvoeren van medische verrichtingen door die hulpverlener is (alleen) zijn toestemming nodig. Een zestienjarige kan dus geheel zelfstandig een afspraak maken met de GGD, naar die afspraak gaan en aldaar toestemming geven voor zijn prik.
12-15 JAAR: DE AFSPRAAK MET DE GGD In het Burgerlijk Wetboek is voor een jongere tussen twaalf en zestien jaar op een andere manier het recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam uitgewerkt. Zo heeft hij voor het sluiten van een behandelingsovereenkomst altijd toestemming nodig van zijn ouders (ik ga er hier gemakshalve van uit dat steeds zijn ouders het gezag over hem uitoefenen). Die ouderlijke toestemming wordt ‘verondersteld’ als het ‘in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is’ dat iemand van zijn leeftijd zelfstandig een behandelingsovereenkomst aangaat. Een nauwkeurige lijst met leeftijden en daarbij behorende gebruikelijke rechtshandelingen ontbreekt uiteraard; het maatschappelijk verkeer en de gebruiken daarin veranderen voortdurend en zijn ook plaatselijk wellicht verschillend. Is het tegenwoordig overal in Nederland gebruikelijk dat een twaalfjarige zelfstandig een afspraak maakt met de GGD voor een vaccinatie (tegen welke ziekte ook)? Specifiek voor een coronaprik kan natuurlijk sowieso geen sprake zijn van een gebruik, want jongeren van die leeftijd hebben daarvoor nog geen afspraken kunnen maken. Volgens o.a. publicaties in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht uit 1998 en 2004 is het gebruikelijk dat een twaalfjarige voor eenvoudige/routineachtige behandelingen een behandelingsovereenkomst zelfstandig sluit. Is een vaccinatie een eenvoudige/routineachtige behandeling? Waarschijnlijk wel, hoewel sommigen daar heel anders over denken. Stel dat dit wel het geval is en dat het ‘gebruikelijk’ is dat twaalfjarigen daarvoor zelfstandig een afspraak maken met de hulpverlener: kunnen ouders een GGD-afspraak die door hun kind is gemaakt dan weer ongedaan maken doordat ze bij de GGD expliciet kenbaar maken dat ze er geen toestemming voor geven? Ja, want hun toestemming wordt slechts verondersteld: dus zolang niet van het tegenovergestelde blijkt.
12-15: DE PRIK EN DE JONGERE Tot zover de afspraak voor een prik. Daarna is er nog toestemming nodig voor de prik zelf. Voor een jongere tussen twaalf en zestien jaar geldt dat voor een medische verrichting altijd zijn toestemming nodig is. ‘Altijd’ is trouwens niet helemaal waar, want er is een uitzondering als hij ‘niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake’, kortom: geen oordeel des onderscheids heeft. Dat blijft hier verder buiten beschouwing. Geen coronaprik dus zonder toestemming van de jongere van twaalf jaar of ouder. Zolang hij nog geen zestien jaar is, is zijn toestemming echter niet voldoende. Dan is er namelijk ook toestemming van de ouders nodig. Geen coronaprik dus zonder ouderlijke toestemming. Hierop formuleert de wet echter enkele uitzonderingen.
12-15: DE PRIK EN DE OUDERS Zo is ouderlijke toestemming niet nodig ‘indien de patiënt ook na de weigering van de toestemming de verrichting weloverwogen blijft wensen’. De bedoeling van de wetgever lijkt hier in ieder geval te zijn dat de jongere die een medische verrichting wenst dat eerst met zijn ouders bespreekt en dat hij daarna – eventueel tegen de mening van de ouders in maar daardoor des te meer ‘weloverwogen’ – dat blijft wensen. Volgens de publicatie in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht uit 2004 dient de hulpverlener de ouders vooraf te informeren, uitzonderingen daar gelaten. Zo staat in het Burgerlijk Wetboek dat hij het informeren achterwege moet laten als hij wel informeren in strijd acht met een andere verplichting, namelijk de verplichting om de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen. Bij een coronaprik zal goed hulpverlenerschap volgens mij meestal niet in de weg staan aan het informeren van de ouders. In het Burgerlijk Wetboek staat ook dat ouderlijke toestemming voor verrichtingen van niet-ingrijpende aard mag worden verondersteld. De hulpverlener mag er in dat geval van uitgaan dat de ouders toestemming geven. Dient een hulpverlener de ouders voor verrichtingen van niet-ingrijpende aard wel nog vooraf te informeren? Ik meen van niet, maar daardoor is het initiatief tot een (keukentafel)gesprek tussen ouders en jongere wel helemaal afhankelijk geworden van de jongere. Is een coronaprik van niet-ingrijpende aard? Volgens de meesten wel, volgens sommigen zeker niet. Als een coronaprik van niet-ingrijpende aard is, dan wordt ouderlijke toestemming verondersteld en hoeft de GGD de ouders dus niet vooraf te informeren. De Gezondheidsraad lijkt hier ook van uit te gaan, want er is volgens deze raad ook voldoende toestemming als de jongere ‘niet onder begeleiding van een ouder naar de vaccinatielocatie komt en daar (mondeling) instemt met de vaccinatie’. Met andere woorden: blijk van uitdrukkelijke toestemming van de ouders is niet nodig en evenmin hoeft de GGD de ouders vooraf te hebben ingelicht over de coronaprik. Hiermee is trouwens niet gezegd dat voor een twaalfjarige zijn recht op onaantastbaarheid van het lichaam niet beter is gediend als hij vooraf met zijn ouders over medische verrichtingen zoals de coronaprik heeft gesproken.
MINISTER De Gezondheidsraad heeft het advies op verzoek van de minister van Volksgezondheid geschreven. Uit een Kamerbrief van afgelopen woensdag blijkt dat minister Hugo de Jonge het advies helemaal heeft overgenomen.
(Mr. Leon)
Volgend blog: vrijdag 16 juli