Mark Rutte: én premier én minister van Volksgezondheid, Binnenlandse Zaken en Financiën?

VRIJDAG 2 SEPTEMBER 2022 Twee weken geleden was in het nieuws dat de Australische premier tijdens het hoogtepunt van de coronapandemie ook minister van Volksgezondheid, Financiën en Binnenlandse Zaken was, en dat zonder dat de andere ministers dat wisten. Zou dat ook in Nederland mogelijk zijn?

GOVERNOR ‘Down under’ gaat zo’n benoeming volgens de Australische grondwet als volgt. Een minister wordt benoemd door de Gouverneur-Generaal, zie Section 64 van de Australische grondwet. Hij is de vertegenwoordiger van de koning van het Verenigd Koninkrijk in Australië, die immers ook hun koning is. De benoeming van Britse ministers geschiedt trouwens door de koning zelf.   

MINISTERRAAD In Nederland verloopt de benoeming als volgt. In ons land wordt een minister benoemd door een besluit dat is ondertekend door de koning en de premier, zie artikelen 47 en 48 van de grondwet. Ik beperk me hier verder tot de tussentijdse benoeming van een minister, dus de benoeming van een minister in een zittende regering; dat is ook wat ook in Australië het geval was. Voordat zo’n besluit genomen wordt in Nederland, moet het worden besproken in de ministerraad. Zo staat het tenminste in het Reglement van orde voor de ministerraad, zie artikel 4. Volgens dit reglement mag de premier oftewel minister-president zo’n besluit alleen ondertekenen als de meerderheid van de aanwezige ministers daarmee instemt, zie artikel 11. Daarop bestaat echter één uitzondering: hij mag van het reglement afwijken als dat noodzakelijk is voor de bestrijding van het coronavirus, zie artikel 26a. In die situatie mag hij iemand buiten de ministerraad om tot minister benoemen. Uiteraard mag de Tweede Kamer een minister te allen tijde naar huis sturen, maar haar rol blijft hier verder onbesproken.

GRONDWET Mag de Nederlandse premier – al dan niet met instemming van de ministerraad – een besluit ondertekenen waarin hij zichzelf tot minister benoemt? Wat staat hierover in de grondwet? Volgens artikel 57 van de grondwet kan iemand niet tegelijkertijd premier én Kamerlid zijn (met uitzondering van de demissionaire premier), maar de grondwet sluit niet uit dat een premier tevens een ‘gewone’ minister is. Ik bedoel hier met ‘gewone’ ministers bijvoorbeeld de ministers van Volksgezondheid, van Financiën of van Binnenlandse Zaken. De grondwet sluit het dus niet uit dat de premier bijvoorbeeld ook minister van Binnenlandse Zaken is. Daaruit kan worden afgeleid dat zo’n combinatie van ambten grondwettelijk geoorloofd is. Het is ook voorgekomen, herhaaldelijk zelfs, al was het dan onder oudere versies van de grondwet. Zo was premier Hendrik Colijn in 1925 en 1926 ook minister van Financiën. Premier Louis Beel was twintig jaar later in 1946 en 1947 ook minister van Binnenlandse Zaken en premier Jelle Zijlstra was wederom twintig jaar later in 1966 en 1967 ook minister van Financiën. Zie Wikipedia. Zoals gezegd is volgens het Reglement van orde voor de ministerraad de benoeming van een premier tot minister zelfs buiten de ministerraad om mogelijk, namelijk in het geval dat dit noodzakelijk is voor de bestrijding van het coronavirus.

ALGEMENE ZAKEN Sinds de Tweede Wereldoorlog is trouwens elke premier óók (gewone) minister geweest. Een premier is namelijk tevens minister van Algemene Zaken. Als minister van Algemene Zaken geeft hij leiding aan het ministerie van Algemene Zaken. Dat is een heus ministerie met ambtenaren en diensten, zoals de Rijksvoorlichtingsdienst, al is het allemaal van zeer beperkte omvang.

TWEE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID? In Australië was het niet alleen zo dat de Prime Minister tegelijkertijd óók minister was van Volksgezondheid, Financiën en Binnenlandse Zaken. Hij combineerde al deze ambten terwijl iemand anders ook al minister op deze ministeries was namelijk. Er waren dus twee ministers van Volksgezondheid, van Financiën en van Binnenlandse Zaken. Kan dat ook in Nederland? Mag onze premier ook tot minister worden benoemd op een ministerie waaraan al een minister is verbonden? De minister van Volksgezondheid geeft leiding aan het ministerie van Volksgezondheid (en Welzijn en Sport), de minister van Binnenlandse Zaken geeft leiding aan het ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) en de minister van Financiën geeft leiding aan het ministerie van Financiën. In de grondwet staat dat een ministerie ‘onder leiding van een minister’ staat, zie artikel 44 lid 1. Daaruit kan worden afgeleid dat een ministerie slechts door één minister mag worden geleid. Zo beschouwd laat de grondwet niet toe dat de premier tot minister van Volksgezondheid wordt benoemd, terwijl een ander al minister van Volksgezondheid is.  

INWONEND Het huidige kabinet (Rutte IV) heeft niet alleen ministers die leiding geven aan een ministerie, maar ook ministers die dat niet doen. De grondwet laat dat expliciet toe, zie artikel 44 lid 2. Zo’n minister wordt ook wel minister zonder portefeuille genoemd. Een voorbeeld van een minister zonder portefeuille in Rutte IV is Hugo de Jonge: hij is minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Een minister zonder portefeuille ‘maakt gebruik’ van een deel van de ambtenaren, budgetten, huisvesting enzovoorts van een ministerie waaraan een andere minister leiding geeft. Men zegt daarom dat hij ‘inwoont’ bij die andere minister. Zo woont De Jonge in bij de minister van Binnenlandse Zaken. De minister van Binnenlandse Zaken is Hanke Bruins Slot. Het ministerie van Binnenlandse Zaken staat uitsluitend onder haar leiding, hoewel er dus twee ministers zijn verbonden aan dit ministerie. Ook de premier kan worden benoemd tot een minister zonder portefeuille die (voor wat betreft dit ministerschap) inwoont bij een andere minister. Hij zou bijvoorbeeld tot minister voor Coronazaken kunnen worden benoemd en in die hoedanigheid inwonen bij de minister van Volksgezondheid (Welzijn en Sport), Ernst Kuipers.

GOVERNOR Nog even terug naar de Australische Gouverneur-Generaal. Deze functionaris lijkt op de gouverneurs van de Caribische landen van het Nederlandse koninkrijk. Dat zijn de eilanden Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Ook hier wordt de koning vertegenwoordigd door een gouverneur. Zo worden de ministers volgens de grondwet van Sint-Maarten benoemd door een besluit dat is ondertekend door de gouverneur en de minister-president van het eiland, zie Article 40.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 30 september.