Regels voor hondenpoep

WOENSDAG 6 JUNI 2018. Ik las onlangs in de krant dat uit CBS-onderzoek blijkt dat men in het hele land hondenpoep (op straten en stoepen bijvoorbeeld) als zeer overlastgevend ervaart. In Limburg en Noord-Nederland staat het zelfs op nummer 1. Hondenpoep kan tot boetes leiden. Maar in welke wet is geregeld dat honden niet op straat en op de stoep mogen poepen, althans niet zonder dat het onmiddellijk daarna wordt opgeruimd? Dat is niet geregeld in een landelijke wet. Het is geregeld in gemeentelijke verordeningen. Er zijn verschillende soorten gemeentelijke verordeningen; hondenpoep is geregeld in de algemene plaatselijke verordeningen (afgekort: APV’s). APV’s gaan over de ”huishouding” van de gemeente; ze worden op grond van de Gemeentewet vastgesteld door de gemeenteraad. Hun inhoud kan dus ook per gemeente verschillen. Dat is ook daadwerkelijk het geval met de APV’s van het Friese Harlingen en het Limburgse Heerlen. In Heerlen geldt de opruimplicht in beginsel voor elke openbare plaats; in Harlingen in beginsel alleen voor de openbare weg en voor openbare kinderspeelplaatsen, zandbakken en speelweides. Het lijkt erop dat in Harlingen (onbedoeld?) geen opruimplicht geldt voor stoepen. In Heerlen geldt de opruimplicht voor iedereen die de hond uitlaat; in Harlingen geldt de opruimplicht niet alleen voor de degene die de hond uitlaat, maar ook voor de eigenaar, houder en verzorger van de hond. In Heerlen is expliciet geregeld dat voor geleidehonden en sociale hulphonden een vrijstelling van de opruimplicht kan gelden; in Harlingen is dat niet gebeurd.

Artikel 147 Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de raad.

Artikel 108 Gemeentewet eerste lid luidt (gedeeltelijk): De bevoegdheid tot regeling inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten.

Artikel 2:51 van de Algemene Plaatselijke Verordening van Heerlen 2012 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd. Lid 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden, en niet in staat is om de uitwerpselen te verwijderen. Lid 3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

Artikel 2:58 van de Algemene Plaatselijke Verordening van Harlingen 2015 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. De eigenaar, houder of verzorger van een hond, alsmede degene die een hond onder zijn hoede heeft, is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet: a. op de openbare weg; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide; c. op een andere door het college aangewezen plaats. Lid 3. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde gebod wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd.

Artikel 1:1 van deze verordening luidt (gedeeltelijk): In deze verordening wordt verstaan onder weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 luidt (gedeeltelijk): In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *