Het Ledenparlement van de FNV gaat over het Pensioenakkoord

DINSDAG 11 JUNI 2019 Vorige week is het principe-akkoord over de toekomst van het pensioenstelsel tot stand gekomen, tussen onder andere kabinet (minister Koolmees), vakbonden en werkgevers, hieronder pensioenakkoord genoemd. De handtekeningen van FNV en CNV zijn nog niet definitief, want hun achterbannen mogen zich er nog over uitspreken. Dat wordt spannend, want het ziet er naar uit dat het FNV-bestuur haar onderhandelingsmandaat – zoals AOW op 66 jaar en geen dag meer – heeft overschreden. Achterban bij de FNV zijn de leden maar vooral het Ledenparlement. Wat is dit eigenlijk, het Ledenparlement van het FNV?

FNV: bonden en sectoren De FNV bestaat uit 26 zogenaamde sectorale afdelingen. Sommige zijn bonden, zoals de Onderwijsbond, andere zijn dat niet, zoals Zorg & Welzijn. Elk van de miljoen FNV-leden is lid van een sectorale afdeling. Welke sectorale afdeling dat is, hangt af van de werksituatie van het lid. Hieronder zal blijken dat de regels die voor de bonden gelden in het Ledenparlement nogal eens verschillen van die welke voor de andere sectorale afdelingen gelden.

Ledenparlement De FNV heeft een Ledenparlement. Het bestaat uit 105 parlementariërs. Ze moeten alle 105 FNV-lid zijn en mogen niet in dienst zijn van de FNV of een bond. Het is geen parlement dat permanent in zitting is; het komt slechts enkele keren per jaar bijeen. Het heeft alle bevoegdheden, die niet aan andere organen zijn gegeven. Het belangrijkste andere orgaan is het FNV-bestuur. Het parlement benoemt én ontslaat de bestuursleden. Voor sommige besluiten heeft het bestuur goedkeuring van het parlement nodig, zoals voor onderhandelingsmandaten en onderhandelingsresultaten. Het parlement mag trouwens van het bestuur eisen dat élk besluit aan haar goedkeuring wordt onderworpen. Een voorbeeld van een bestuursbesluit waarvoor goedkeuring nodig is van het Ledenparlement is de ondertekening door het FNV-bestuur van het pensioenakkoord.

Gekozen Ledenparlement De parlementariërs worden benoemd door de sectorale afdelingen; twaalf van de 26 sectorale afdelingen zijn bonden. Elke sectorale afdeling benoemt haar eigen parlementariërs. Dat zijn er één of meer. Hoeveel dat er precies zijn, kan per sectorale afdeling verschillen, want het hangt af van het aantal FNV-leden dat daar lid van is. De grootste vier zijn Senioren (zeventien parlementariërs), Zorg & Welzijn (dertien) en Overheid en Onderwijsbond met elk acht parlementariërs. Slechts één parlementariër hebben bijvoorbeeld de Kunstenbond, Zelfstandigen, Jong en de Vrouwenbond. Aan die benoemingen gaat een verkiezing vooraf. Daaraan moeten alle FNV-leden die lid zijn van de sectorale afdeling kunnen deelnemen, zo staat het in de statuten. Wat hier kunnen deelnemen aan de verkiezing precies inhoudt, is echter niet in de statuten geregeld, behalve dan dat de twaalf bonden het zo mogen regelen dat er een getrapte verkiezing wordt gehouden. Hierbij geven bondsleden hun stem aan een van de kiesmannen, waarna de kiesmannen die genoeg stemmen hebben gekregen de parlementariërs kiezen.

Het stemmen Het Ledenparlement neemt haar besluiten met een gewone meerderheid van stemmen (de helft plus één). Elke parlementariër heeft één stem en elke stem weegt even zwaar. Hij moet zijn stem uitbrengen zonder last, maar ze mag wel ruggespraak houden. De parlementariërs van eenzelfde bond hoeven hun stemgedrag niet op elkaar af te stemmen. Ze hoeven dus niet allemaal hetzelfde te stemmen. Dat mág overigens wel. Uit de statuten wordt niet duidelijk wie daarover gaat: de individuele parlementariër of het bondsbestuur. Aannemelijk is dat dit het bondsbestuur is. In dat geval lijkt bij bondsparlementariërs stemmen mét last toch toegestaan. Trouwens, de twaalf bonden hebben samen slechts 22 parlementariërs (van de 105). De voorzitter van het Ledenparlement beslist hoe een stem wordt uitgebracht en wat de uitkomst is van de stemming. De voorzitter wordt door het Ledenparlement zelf gekozen. Het hoeft geen parlementariër te zijn. De bonden mogen net als het FNV-bestuur de vergaderingen van het Ledenparlement bijwonen; in elk geval het FNV-bestuur mag er ook het woord voeren.

Leden raadplegen Voordat het pensioenakkoord ter goedkeuring aan het Ledenparlement wordt voorgelegd, zullen de FNV-leden eerst de kans krijgen om er zich in een ledenraadpleging over uit te spreken, aldus heeft het FNV-bestuur besloten. Die ledenraadpleging – of ledenreferendum – wordt van de week gehouden, namelijk van morgen tot en met zaterdagochtend. Per post krijgt elk lid een brief waarin een unieke code staat die haar of hem in staat stelt om via internet te stemmen. Wat de impact van de uitslag ook moge zijn, het is niet juridisch bindend: het Ledenparlement is dus niet verplicht om er rekening mee te houden, laat staan om het over te nemen. Trouwens, een vereniging zoals de FNV kan een bindende ledenraadpleging alleen dan houden als dit zo in haar statuten is geregeld. In de FNV-statuten is dat niet gebeurd. Daarin wordt overigens wel gesproken over een bindende ledenraadpleging voor de benoeming van de voorzitter van het FNV-bestuur. Het Ledenparlement moet de uitslag daarvan in beginsel overnemen, ze mag er alleen met een versterkte (2/3) meerderheid van afwijken.

BRONNEN

FNV: bonden en sectoren: Statuten FNV artikel 12

Ledenparlement: Statuten FNV artikelen 8, 9, 26, 31, 32 en 33

Gekozen Ledenparlement: Statuten FNV artikel 32

Het stemmen: Statuten FNV artikelen 23, 35, 36 en 37

Leden raadplegen:

Artikel 39 lid 2 BW (Boek 2):De statuten kunnen bepalen dat bepaalde besluiten van de algemene vergadering aan een referendum zullen worden onderworpen. De statuten regelen de gevallen waarin, de tijd waarbinnen, en de wijze waarop het referendum zal worden gehouden. Hangende de uitslag van het referendum wordt de uitvoering van het besluit geschorst.

Statuten FNV: artikel 21

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *