VRIJDAG
11 OKTOBER 2019 De (afdeling Bestuursrechtspraak van
de) Raad van State heeft op 29 mei twee vernietigende uitspraken
gedaan over het stikstofbeleid van de overheid. Die uitspraken hebben
geleid tot bijvoorbeeld het opschorten van woningbouwprogramma’s en
van plannen om de maximumsnelheid op snelwegen te verlagen, en niet
te vergeten de tractor protesten in Den Haag in reactie op de
aanbevelingen van het adviescollege Stikstofproblematiek (Remkes).
Het stikstofbeleid in de uitspraken van de Raad van State speelt
onder andere bij veehouderijen, zoals melkveehouderijen (bedrijven
waar koeien worden gehouden voor de melk). Het stikstofbeleid van de
rijksoverheid is vastgelegd in het PAS, dat is de afkorting voor
Programma Aanpak Stikstof. Wat hebben koeien met stikstof te maken en
waarom heeft de rechter het stikstofbeleid vernietigd?
KOEIEN Te veel stikstof is slecht voor de natuur, voor de biodiversiteit, voor de soortenrijkdom van wilde planten en dieren. In de ontlasting van dieren zit veel stikstof. In ons land zijn veehouderijen de grootste producent van stikstof. Die stikstof komt vervolgens terecht in bodem en water. Bodem en water veranderen daardoor ingrijpend. Die veranderingen leiden ertoe dat op den duur veel plantensoorten verdwijnen, en daardoor ook veel diersoorten. Zowel de koe die in de wei staat als de koe die op stal staat produceert stikstof bevattende ontlasting. De ontlasting van de koe die op stal staat wordt later als mest uitgereden over het land. Ontlasting bestaat niet alleen uit zichtbare koeienvlaaien maar ook uit onzichtbare stikstof bevattende gassen, zoals ammoniak. Ammoniak verplaatst zich door de lucht en slaat dan in de buurt neer in bodem en water (stikstofdepositie), dat kan bijvoorbeeld een natuurgebied zijn. Neergeslagen ammoniak in bodem of water heeft een soortgelijk effect op de biodiversiteit als koeienvlaaien.
NATURA
2000-GEBIEDEN In de uitspraken van de Raad van State gaat het om
koeien die het hele jaar op stal staan of die een deel van het jaar
in de wei staan, in Gelderland, Limburg of Noord-Brabant. Deze
melkveehouderijen staan allemaal in een Natura 2000-gebied, of in de
buurt daarvan. Natura 2000-gebieden zijn natuurgebieden die worden
beschermd door de Europese Unie, de EU. Ze ontlenen hun bescherming
bijvoorbeeld aan de Habitatrichtlijn.
HABITATRICHTLIJN
De Habitatrichtlijn is een EU-wet. In deze richtlijn staat onder
andere dat nieuwe plannen of projecten – zoals de exploitatie of
uitbreiding van een melkveehouderij – niet de natuurlijke
kenmerken van een Natura 2000-gebied mogen aantasten. De overheid mag
een nieuw project alleen toelaten als ze er zeker van is dat deze
natuur niet wordt aangetast.
PAS
In Nederland zijn er enkele tientallen Natura 2000-gebieden. De
meeste van die gebieden zijn (extra) gevoelig voor stikstof.
Voor elk van die natuurgebieden heeft het PAS in 2015 een analyse
gemaakt van de hoeveelheid stikstof die daar toen al aanwezig was. In
Gelderland is dat gebeurd met bijvoorbeeld de Veluwe, Lingedijk en
Loevesteijn. In Limburg met bijvoorbeeld Leudal, Roerdal en Geuldal
en in Noord-Brabant met bijvoorbeeld de Loonse en Drunense Duinen,
Leenderbos en Groote Peel. Naast deze gebiedsanalyses zijn in het PAS
overheidsmaatregelen opgenomen, zoals ander veevoer (een
bronmaatregel) of extra vaak maaien in het natuurgebied (een
herstelmaatregel). Die maatregelen hebben tot doel om nog meer
stikstof in zo’n gebied te voorkomen en om – op de langere termijn
– zelfs een verlaging te realiseren. Het PAS gaat ervan uit dat
beide doelen in alle Natura 2000-gebieden gerealiseerd (zullen)
worden en dat er daarom in of bij elk van die gebieden ruimte was
voor meer economische activiteit, zoals meer of grotere
melkveehouderijen.
WET
NATUURBESCHERMING De Habitatrichtlijn is een Europese wet uit
begin jaren negentig. De EU-landen moesten destijds op basis van deze
richtlijn een nationale wet maken. In ons land is dat tegenwoordig de
Wet natuurbescherming. Daarin staat onder andere dat – kort
samengevat – voor elk project dat een Natura 2000-gebied kan
verslechteren of dat op zo’n gebied een significant verstorend effect
kan hebben een provinciale vergunning nodig is, en wel van
gedeputeerde staten van de provincie. Voorbeelden van zulke projecten
zijn de exploitatie of uitbreiding van een melkveehouderij.
EXPLOITATIE
EN UITBREIDING Noord-Brabant heeft vergunningen verleend voor de
exploitatie, uitbreiding en wijziging van melkveehouderijen. Hierbij
hebben gedeputeerde staten zich gebaseerd op het PAS en op de
regelgeving van het Rijk die op dit PAS is gebaseerd. Een Brabantse
milieuorganisatie heeft de verleende vergunningen aangevochten bij de
Raad van State, omdat het PAS en de daarop gebaseerde regelgeving in
strijd zou zijn met de Habitatrichtlijn.
HOF VAN JUSTITIE Omdat niet meteen duidelijk was hoe de Habitatrichtlijn moet worden uitgelegd, heeft de Raad van State aan het Hof van Justitie – dat is de rechter van de EU – gevraagd om uitleg. Het Hof heeft op 7 november geantwoord dat het PAS inderdaad in strijd met de Habitatrichtlijn kan zijn, namelijk als de beoogde gevolgen van de maatregelen die in het PAS worden genoemd niet vaststaan. Anders gezegd: als het niet zeker is dat de stikstofdepositie in het Natura 2000-gebied afneemt door het nemen van bronmaatregelen, herstelmaatregelen en de andere in het PAS genoemde maatregelen en ontwikkelingen.
RAAD
VAN STATE De Raad van State is verplicht om die uitleg overnemen
in haar uitspraak. In haar uitspraak van 29 mei van dit jaar stelt de
Raad van State vast dat het niet zeker is dat de stikstofdepositie in
het Natura 2000-gebied afneemt en concludeert dus dat het PAS in
strijd is met de Habitatrichtlijn. Het PAS en daarop gebaseerde
regelgeving wordt gedeeltelijk onverbindend verklaard en de verleende
vergunningen worden vernietigd.
KOEIEN
IN DE WEI In Gelderland en Limburg ging het niet over exploitatie
en uitbreiding maar over het weiden van vee en het uitrijden van
mest. Bij het weiden van vee staan de koeien een deel van het jaar in
de wei en de rest van het jaar op stal. Bij het uitrijden van mest
wordt de ontlasting van de koeien die op stal staan uitgereden over
het land. Beide provincies hebben in hun omgevingsverordeningen
geregeld dat voor het weiden van vee en het uitrijden van mest nooit
een aparte vergunning nodig is, omdat in het PAS staat dat – kort
gezegd – deze handelingen geen significante gevolgen kunnen
hebben op de stikstofdepositie in een Natura 2000-gebied.
Milieuorganisaties hebben beide provincies dan ook vergeefs verzocht
om handhavend op te treden tegen melkveehouderijen die hun vee weiden
of mest uitrijden in een Natura 2000-gebied of in de buurt daarvan.
Die organisaties zijn daarna naar de Raad van State gestapt en hebben
daar gesteld dat deze categorale vrijstelling van de vergunningseis
in strijd is met de Habitatrichtlijn. De Raad van State heeft ook
deze kwestie voorgelegd aan het Hof van Justitie.
HOF
VAN JUSTITIE Weer geeft het Hof de milieuorganisaties gelijk. Het
antwoordt namelijk dat weiden van vee en uitrijden van mest wel
degelijk significante gevolgen kunnen hebben op de
stikstofdepositie in een Natura 2000-gebied. Slechts bij uitzondering
zal dat niet het geval zijn. Of zo’n uitzondering zich voordoet, kan
alleen per melkveehouderij worden beoordeeld en dus niet in een
landelijke regeling als het PAS. Daarvoor is een individuele passende
beoordeling nodig. Het Hof heeft de Brabantse rechtszaak en de
Gelderse/Limburgse rechtszaak trouwens samengevoegd en de vragen in
dezelfde beslissing van begin november vorig jaar beantwoord.
RAAD VAN STATE In haar uitspraak verklaart de Raad van State dat de betreffende regeling in de provinciale omgevingsverordeningen niet verbindend zijn. Ze gelden dus niet. Bovendien wordt het besluit van gedeputeerde staten om niet handhavend op te treden vernietigd, want een uitzondering zoals in de vorige alinea bedoeld doet zich hier niet voor. Ook deze uitspraak is op 29 mei van dit jaar gedaan, maar niet in dezelfde uitspraak.
(Mr. Leon)