Vrijdag 9 maart 2018. Krimpen aan den IJssel is een gemeente met ongeveer 30.000 inwoners in de Zuid-Hollandse Krimpenerwaard. Het college van burgemeester en wethouders van deze gemeente mag toezichthouders aanwijzen. Toezichthouders zijn ambtenaren die toezicht houden op de naleving van een of meer bepaalde wetten, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming. In deze wetten wordt de bevoegdheid tot aanwijzing van toezichthouders gegeven aan het college van burgemeester en wethouders (1).
Toezicht houden De bevoegdheden van de toezichthouder zijn onder andere geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Hij of zij mag elke plaats betreden (uitgezonderd woningen) en daarbij zo nodig politiebijstand inschakelen (2); hij mag kopieën maken van zakelijke administraties en ze om die reden zo nodig meenemen (3); hij mag ook monsters van zaken nemen (4). Een ieder is verplicht om hem op zijn verzoek medewerking te verlenen (5).
Mandaat Burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel hebben de bevoegdheid om de toezichthouders aan te wijzen eind 2017 gemandateerd aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond. Dat is gebeurd in een schriftelijk besluit: het Mandaatbesluit gemeente Krimpen aan den IJssel voor de DCMR Milieudienst Rijnmond (6). Ik noem het hieronder soms Mandaatbesluit. DCMR Milieudienst Rijnmond (hieronder: DCMR) is een samenwerkingsverband van de provincie Zuid-Holland en 15 Zuid-Hollandse gemeenten, waaronder Rotterdam, Brielle, Schiedam en Krimpen aan den IJssel. Mandaat is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Het is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (7). De directeur van DCMR is dus bevoegd om in naam van het (bestuursorgaan) college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel het besluit te nemen om een toezichthouder aan te wijzen voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet bodembescherming en de Wet milieubeheer. Zijn besluit geldt dan als een besluit van het college van burgemeester en wethouders (8). Dat blijkt ook uit de verplichte wijze van ondertekening van dat besluit zoals dat in het Mandaatbesluit is geregeld: ”Het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel. Namens deze: de directeur van DCMR Milieudienst Rijnmond” (9).
Ondermandaat? Mag de directeur van DCMR een andere medewerker van DCMR de bevoegdheid geven om het besluit namens het college van burgemeester en wethouders te nemen? Met andere woorden: mag de directeur ondermandaat verlenen aan die medewerker (al dan niet leidinggevende)? Ook dat is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht: ja, dat mag, indien en voor zover het college van burgemeester en wethouders dat heeft toegestaan (10). Wordt het toegestaan in het Mandaatbesluit? Nee, niet voor de aanwijzing van toezichthouders. Alleen de directeur mag dus die toezichthouders aanwijzen.
Categorale aanwijzing De DCMR heeft in juli 2017 besloten om alle ambtenaren die werken bij de afdeling Inspectie en Handhaving van de DCMR aan te wijzen als toezichthouder op de naleving van onder andere de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming (11). Dat geldt meteen voor ambtenaren die er al werkten in juli 2017 maar gaat ook gelden voor andere ambtenaren zodra zij bij die afdeling komen werken. Dat besluit is genomen door de (plaatsvervangend) directeur van DCMR. Een categorale aanwijzing lijkt me juridisch geen probleem; ook de omstandigheid dat de plaatsvervangend directeur het aanwijzingsbesluit neemt, lijkt me dat niet.
Juridisch probleem? Waar ik wel een juridisch probleem zie, is in de tijd. Het categorale aanwijzingsbesluit van de (plaatsvervangend) directeur DCMR is op 4 juli 2017 genomen. Het toen geldende Mandaatbesluit van het college van burgemeester en wethouders is op 19 december 2017 ingetrokken; het college heeft toen namelijk het nieuwe Mandaatbesluit genomen en daarin alle oude Mandaatbesluiten ingetrokken (12). De categorale aanwijzing van de (plaatsvervangend) directeur DCMR moet zijn gebaseerd op een (geldig) mandaatbesluit van het college van burgemeester en wethouders. Dat is niet het geval met de ambtenaren die na 19 december zijn gaan werken bij de afdeling Inspectie en Handhaving van de DCMR. De categorale aanwijzing is voor deze ambtenaren namelijk gebaseerd op het oude Mandaatbesluit van het college van burgemeester en wethouders, en dat gold toen niet meer. De (plaatsvervangend) directeur moet alle ambtenaren van na 19 december individueel aanwijzen als toezichthouder, en zo snel mogelijk een nieuw categoraal aanwijzingsbesluit nemen op basis van het nieuwe Mandaatbesluit.
NOTEN
1: artikel 5.10 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), artikel 5.1 en 5.10 Wabo juncto 18.1a Wet milieubeheer, artikel 5.1 en 5.10 Wabo juncto artikel 95 Wet bodembescherming
2: artikel 5.15 Algemene wet bestuursrecht
3: artikel 5.17 Algemene wet bestuursrecht
4: artikel 5.18 Algemene wet bestuursrecht
5: artikel 5.20 Algemene wet bestuursrecht
6: voluit: het Mandaat- en machtigingsbesluit gemeente Krimpen aan den IJssel voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2017, zie met name artikel 1
7: artikel 10:1 Algemene wet bestuursrecht
8: artikel 10:2 Algemene wet bestuursrecht
9: artikel 6 Mandaat- en machtigingsbesluit gemeente Krimpen aan den IJssel voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2017; zie ook artikel 10.10 Algemene wet bestuursrecht
10: artikel 10:9 Algemene wet bestuursrecht
11: Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders DCMR Milieudienst Rijnmond juli 2017, 4 juli 2017
12: artikel 7 Mandaat- en machtigingsbesluit gemeente Krimpen aan den IJssel voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2017.