Vicepremiers in het kabinet-Schoof

VRIJDAG 13 SEPTEMBER 2024 Het kabinet-Schoof bestaat uit 16 ministers. Een daarvan is naast minister ook premier (minister-president) en vier daarvan zijn naast hun ministerschap ook vicepremier. Hoe word je vicepremier en wat mag een vicepremier doen?

KB (1) Je wordt vicepremier doordat je per koninklijk besluit tot vicepremier wordt benoemd. Dit koninklijk besluit moet worden ondertekend door de koning en de minister-president, zie artikelen 47 en 48 Grondwet

VIER Op 2 juli jl. zijn de ministers Fleur Agema (PVV), Sophie Hermans (VVD), Eddie van Hijum (NSC) en Mona Keijzer (BBB) op die manier tot vicepremier benoemd, zie de Staatscourant van 4 juli jl. Elke coalitiepartij in het kabinet-Schoof levert dus één vicepremier.

GRONDWET In de Grondwet worden minister-president (premier), ministers en staatssecretarissen genoemd. Hierin wordt ook omschreven wat ze mogen doen. Zo staat in artikel 45 dat de minister-president voorzitter is van de ministerraad. In artikel 44 staat dat een minister leiding geeft aan een ministerie (al zijn er ook ministers die dat niet doen). In artikel 46 staat dat de staatssecretaris mag optreden als plaatsvervanger van de minister. Daarentegen wordt de vicepremier niet eens genoemd in de grondwet, laat staan dat hierin staat wat ie mag doen. Is er ergens anders geregeld wat een vicepremier mag doen?

KB (2) Ja. Dat is o.a. gebeurd in het Besluit houdende vervangingsregeling in geval van tijdelijke afwezigheid van een minister (staat o.a. in Staatscourant van 4 juli). Ook dit is trouwens een koninklijk besluit. Daarin staat dat zij (of hij) de minister-president (premier) vervangt als die tijdelijk afwezig is, bijvoorbeeld door ziekte. Als een van de volgende marathons die Dick Schoof gaat lopen net iets te veel van zijn krachten zou vergen en hij daardoor van de dokter enkele weken absolute rust moet rusten en in die periode beslist niet aan het werk mag, dan zal hij worden vervangen door een van de vier vicepremiers. Die zal dan al zijn taken gaan uitvoeren. In Nederland. In Brussel. In de ministerraad. In de Tweede Kamer. In de media. Enzovoort. Juridisch gezien mag hij of zij dat dan naar eigen inzicht doen. Welke vicepremier van het huidige kabinet zal hem gaan vervangen?     

AGEMA Het kabinet-Schoof heeft immers – zoals hierboven bleek – vier vicepremiers: de ministers Agema, Hermans, Hijum en Keijzer. Gaat de voltallige ministerraad bepalen wie van hen het wordt? Gaan die vier ministers dat onderling bepalen? Gaan ze elk een deel van de afwezigheidsperiode van Schoof voor hun rekening nemen? Nee, niets van dit alles. Wie het wordt is namelijk al bij voorbaat in het laatstgenoemde koninklijk besluit vastgelegd. Het wordt namelijk Fleur Agema van de PVV. Zij is de zogenoemde eerste vicepremier. Als een kabinet meer vicepremiers heeft, dan levert de grootste coalitiepartij de eerste vicepremier.

HERMANS Als ook de eerste vicepremier net in die periode zelf tijdelijk afwezig is, dan wordt de premier vervangen door de tweede vicepremier. De tweede vicepremier is Sophie Hermans van de VVD, want de VVD is in grootte de tweede coalitiepartij. Enzovoort. Enzovoort.

MINISTERRAAD Een van de taken van een premier is het voorzitten van de ministerraad, zie ook artikel 2 van het Reglement van Orde voor de ministerraad. Fleur Agema zal dus het voorzitterschap van de ministerraad op zich gaan nemen. Een premier hoeft trouwens niet ziek te zijn om zich te laten vervangen in de ministerraad. Zo liet de begin dit jaar overleden Dries van Agt zich daarin meer dan eens om andere redenen vervangen door zijn vicepremier Hans Wiegel. Van Agt was eind jaren 70 en begin jaren 80 premier.           

BRONNEN Naast bovengenoemde grondwetsbepalingen en koninklijke besluiten is geraadpleegd: De Minister-President: Aanjager van Noodzakelijk Beleid, door J. Th. J. van den Berg in: Ministers en Ministerraad (red. R.B. Andeweg), Sdu: 1990. 

Mr. Leon

Volgende bijdrage op vrijdag 27 september.

Onderraden van het kabinet-Schoof

VRIJDAG 16 AUGTUSTUS 2024 (aangepast op 20 augustus) Vandaag komt de ministerraad weer bijeen. De laatste keer was op 12 juli. De ministerraad is niet de enige vergadering van ministers. Er zijn namelijk ook onderraden. Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten?

MEER Er kan maar één ministerraad zijn, terwijl het aantal onderraden niet is vastgelegd. Momenteel zijn er elf onderraden.

NIET ALLES De ministerraad gaat over al het algemene regeringsbeleid, artikel 4 Reglement van orde voor de ministerraad. Een onderraad gaat over bepaalde delen van het algemene regeringsbeleid, artikel 17 Reglement van orde voor de ministerraad.

VIJFHOEK Zo is er de Raad Fysieke Leefomgeving (RFL), de Raad Europese Aangelegenheden (REA), de Raad Asiel en Migratie (RAeM) en de Vijfhoek. De Vijfhoek gaat o.a. over de algemeen financiële, macro-economische en sociaaleconomische besluitvorming. (Toevoeging 20 augustus: Volgens de laatste editie van het Blauwe boek (handboek voor bewindspersonen) – afgelopen maand uitgebracht – wordt de Vijfhoek in het kabinet-Schoof vervangen door de Vierhoek.)

NIET ALLEN Alle ministers zijn vaste leden van de ministerraad, artikel 2 Reglement van orde voor de ministerraad. Dat is niet het geval bij een onderraad. Slechts een klein aantal ministers is vast lid van dezelfde onderraad. De ministerraad beslist welke ministers dat zijn, artikel 17 Reglement van orde voor de ministerraad. Een minister kan vast lid zijn van meerdere onderraden. 

RAeM Zo bestaat REA uit dertien vaste ministers, RFL uit twaalf vaste ministers, RAeM uit elf vaste ministers en de Vijfhoek bestaat uit vijf vaste ministers. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bijvoorbeeld is bij alle vier een vast lid. Ministers die geen vast lid zijn, mogen de onderraadvergaderingen trouwens wél bijwonen. Zij hebben dan dezelfde rechten als de vaste leden, artikel 20 Reglement van orde voor de ministerraad.  (Toevoeging 20 augustus: Sommige onderraden mogen ministers die geen vast lid zijn alleen op uitdrukkelijke uitnodiging bijwonen, zie het Blauwe boek.)

OOK 1 STEM Elke minister die een onderraadsvergadering bijwoont – al dan niet als vast lid – mag daarin het woord voeren en een stem uitbrengen, en ze hebben allemaal één stem, artikel 11 Reglement van orde voor de ministerraad. De minister-president is van elke onderraad lid en voorzitter, artikel 18 Reglement van orde voor de ministerraad. Bij het staken van stemmen is zijn stem beslissend, artikel 11 Reglement van orde voor de ministerraad. 

OOK BESLISSEN Stemmen? Ja, want een onderraad kan niet alleen aangelegenheden voor de ministerraad voorbereiden maar hij kan ook beslissingen nemen, artikel 17 Reglement van orde voor de ministerraad. Wél is er altijd goedkeuring nodig van de ministerraad voor de besluitenlijst van een onderraad, artikel 22 Reglement van orde voor de ministerraad. Die goedkeuring zal eerder worden verleend bij unanimiteit in de onderraad, zie ook de Algemene aanwijzingen inzake aangelegenheden van de ministerraad en onderraden

OOK BESLUITENLIJST? De besluitenlijst van een onderraad is niet openbaar. De besluitenlijst van de ministerraad is dat wel. Op de besluitenlijsten van de wekelijkse ministerraden van afgelopen juni staat de goedkeuring van de beslissingen van de onderraden steeds vermeld onder een van de laatste agendapunten. Die beslissingen worden daarin ‘conclusies’ genoemd en hun goedkeuring wordt daarin aangeduid met ‘aangenomen’. De onderraden staan onder hun afkorting vermeld. 

COMMISSIES Er zijn niet alleen onderraden maar ook commissies die uit een beperkt aantal ministers bestaan. Zij mogen geen beslissingen nemen, artikel 25 Reglement van orde voor de ministerraad. Op de site van de rijksoverheid worden commissies ‘ministeriële overleggen’ genoemd. Zo is er een ministeriële commissie Groningen (MCG) en een ministeriële commissie Publieke Dienstverlening (MCPD).

Mr. Leon

Volgende bijdrage over twee weken.

De bordesfoto

VRIJDAG 5 JULI 2024 Het nieuwe kabinet is deze week geïnstalleerd. Afgelopen dinsdag was de bordesscène bij Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. De bordesscène is het fotomoment direct na installatie van alle nieuwe bewindslieden. De (bordes)foto stond de dag erna in alle kranten. Wie staan er op de bordesfoto?

DE KONING In het midden staat de Koning. Hij heeft kort daarvoor de ministers beëdigd. Ministers moeten namelijk bij de aanvaarding van hun ambt ten overstaan van de Koning een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering afleggen en trouw zweren of beloven aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt, zie artikel 49 Grondwet.

DE MINISTERS De Koning staat net als de anderen op de foto op de trappen voor Paleis Huis ten Bosch, zijn woonpaleis.  Om hem heen staan de ministers van het nieuwe kabinet. De minister-president staat naast hem. Het lijkt er trouwens op dat ze allemaal heel wat dichter bij elkaar staan dan op de bordesfoto van tweeënhalf jaar geleden, na de installatie van het kabinet-Rutte IV. Maar dat was dan ook nog tijdens de (laatste) coronalockdown (met het anderhalve meter gebod!). 

DE MINISTERRAAD De ministers vormen met elkaar de ministerraad, zie artikel 45 Grondwet. De ministerraad vergadert minstens eens per week, met als vaste vergaderdag de vrijdag, zie artikel 8 Reglement van Orde voor de ministerraad. De minister-president (Dick Schoof) is de voorzitter van de vergadering. De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid.

DE REGERING De ministerraad moet niet worden verward met de regering. De ministerraad bestaat uit alle ministers; anderen dan ministers kunnen er geen lid van zijn. Voor de regering gaat dit niet op. De regering kan weliswaar uit alle ministers bestaan, maar de regering kan ook uit slechts één of enkele ministers bestaan. Verder bestaat de regering niet alleen uit ministers, want ook de Koning is namelijk lid van de regering, zie artikel 42 Grondwet. Voor de bordesfoto bestaat de regering uit de Koning en alle ministers, maar in andere gevallen kan de regering bestaan uit de Koning en slechts een of enkele ministers.

STAATSSECRETARISSEN? Op de bordesfoto staat dus met andere woorden zowel de ministerraad mét de Koning als de regering. Wie niet op de foto staan, dat zijn de staatssecretarissen. Staatssecretarissen zijn namelijk geen lid van de ministerraad. Staatssecretarissen zijn in zoverre wél lid van de regering dat hij (of zij) koninklijke besluiten mag ondertekenen. Dat zijn besluiten van de regering waar de handtekening van de Koning en van een of meer ministers en/of staatssecretarissen onder moeten staan, zie artikel 47 Grondwet. Bijvoorbeeld het koninklijk besluit waarbij een burgemeester wordt benoemd.

REGERING en MINISTERRAAD Er zijn heel wat koninklijke besluiten waarover eerst in de ministerraad wordt vergaderd voordat ze worden ondertekend. Dat geldt bijvoorbeeld voor de benoeming van de burgemeester van een grotere stad, zie artikel 4 Reglement van Orde voor de ministerraad. Zo’n besluit wordt pas ondertekend nadat de ministerraad akkoord is gegaan. Pas dan zal de regering het koninklijk besluit van de burgemeestersbenoeming ondertekenen. In dit geval bestaat de regering uit de Koning en de minister van Binnenlandse Zaken. Anders dan de ministerraad vergadert de regering niet: Koning en minister vergaderen niet met elkaar over de burgemeestersbenoeming, zij plaatsen hun handtekening, en dat is het dan. Over de benoeming van de burgemeester voor een gemeente van minder dan 50.000 inwoners wordt niet eerst vergaderd in de ministerraad. De benoeming komt tot stand buiten de ministerraad om. Wél is ook hier de benoeming een koninklijk besluit dat door de regering wordt ondertekend. Ook in dit geval bestaat de regering uit de Koning en de minister van Binnenlandse Zaken.

KABINET? Tot zover de Koning, de ministers, de staatssecretarissen, de ministerraad en de regering. Maar wat is nu het kabinet? Het kabinet bestaat uit álle ministers en álle staatssecretarissen. De Koning maakt hier geen deel van uit. Het kabinet staat dus niet op de bordesfoto! Trouwens, net als de regering vergadert het kabinet niet. NB: in krant, op televisie en op sociale media worden de termen kabinet, regering en ministerraad abusievelijk vaak door elkaar gebruikt. Dat is jammer.

BORDES? De termen bordesscène en bordesfoto zijn ook problematisch. Volgens mij is een bordes namelijk een platform dat de trap onderbreekt. Ik kan op de foto niet goed zien of de trap van Paleis Huis ten Bosch een bordes heeft, maar de mensen op de bordesfoto’s staan sowieso niet op een bordes; zij staan namelijk gewoon op de treden van de trap.  

CONCLUSIE Op de bordesfoto staan alleen de ministerraad en de regering.

BRONNEN Naast bovengenoemde artikelen zijn geraadpleegd Wikipedia (bordesscène, Paleis Huis ten Bosch, bordes), Rijksoverheid.nl (Kabinet-Rutte IV beëdigd), P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018.

Mr. Leon

Volgend week weer een nieuwe bijdrage.

In de ministerraad van het kabinet-Schoof

WOENSDAG 19 JUNI 2024 Er lijkt weinig meer in de weg te staan aan de officiële (koninklijke) benoeming van het kabinet-Schoof. Een nieuw kabinet betekent ook een nieuwe ministerraad. Hoe zien de politieke verhoudingen eruit in de nieuwe ministerraad?

HOMOGENITEIT Om te beginnen eerst de vraag: wat doet de ministerraad eigenlijk? De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid, artikel 45 Grondwet. Dat klinkt vrij vaag maar betekent o.a. dat in de ministerraad wordt beraadslaagd en besloten over alle wetsvoorstellen voordat een minister ze bij de Tweede Kamer indient, en eventueel nog een keer terwijl ze al in het parlement worden behandeld, artikel 4 Reglement van orde voor de ministerraad. Ook wordt in de ministerraad beraadslaagd en besloten over bijvoorbeeld verdragen en benoeming/ontslag van hoge ambtenaren, hoge rechters en burgemeesters van de grotere gemeenten. En over bijvoorbeeld het Nederlands standpunt dat in de vergaderingen van de Europese Raad en van de Raad van de Europese Unie zal worden ingenomen. De ministerraad is dus heel belangrijk! Er zijn echter ook heel wat besluiten die een minister zelfstandig kan nemen en niet eerst hoeft voor te leggen aan de ministerraad.

MINISTERS Neemt het hele kabinet deel aan de beraadslagingen en het nemen van besluiten in de ministerraad? De ministers wél: de ministerraad bestaat uit de minister-president en de andere ministers, artikel 45 Grondwet. In de vergaderingen van de ministerraad mogen zij het woord nemen en hebben ze stemrecht bij het nemen van besluiten, artikel 11 reglement. In beginsel wordt er tenminste elke vrijdag vergaderd, artikel 8 reglement.

STAATSSECRETARISSEN Staatssecretarissen mogen soms deelnemen aan de vergaderingen van de ministerraad. Maar dan alleen om te adviseren. Ze hebben nooit stemrecht bij het nemen van besluiten, artikel 3 reglement. Ministerraad en kabinet is dus niet hetzelfde!

5/4/4/2/1 Voor de politieke verhoudingen in de ministerraad is het dus belangrijk hoe de ministersposten zijn verdeeld over de vier coalitiepartijen. Het aanstaande kabinet-Schoof bestaat uit zestien ministers (en 13 staatssecretarissen). Er komen vijf PVV-ministers, vier VVD-ministers en vier NSC-ministers, en twee BBB-ministers. De minister-president of te wel premier (Dick Schoof) is partijloos. Gezamenlijk hebben VVD en NSC dus één minister meer dan PVV en BBB.

HELFT PLUS 1 In de ministerraad worden besluiten zoveel mogelijk unaniem genomen zodat alle ministers kunnen instemmen met het voorgestelde besluit, artikel 11 reglement. Maar het kan gebeuren dat er geen eensgezindheid is. Als dat er niet is, wordt er gestemd over het voorstel. Daarbij heeft elke minister één stem. Ook de minister-president. Voor het nemen van een besluit is de gewone meerderheid (de helft plus een) voldoende. Dat is de helft plus een van de stemmen van de ministers die in de vergadering aanwezig zijn. Er geldt bij stemming ook een quorumeis: minstens de helft van de ministers moet present zijn; in het kabinet-Schoof is de quorumeis dus acht ministers. Als er elf ministers aanwezig zijn, dan is voor het aannemen van een voorgesteld besluit voldoende dat zes ministers vóór stemmen.   

1 = 2 Bij het staken van de stemmen volgt er uitstel en wordt in de volgende vergadering opnieuw gestemd. Als uitstel niet mogelijk is of als alle (zestien) ministers aanwezig zijn, is de stem van de minister-president doorslaggevend, artikel 11 reglement. Volgens het Handboek voor bewindspersonen dienen ministers de hele vrijdag beschikbaar te zijn voor het bijwonen van de ministerraadsvergaderingen. In een voltallige vergadering heeft de minister-president bij het staken der stemmen de doorslaggevende stem. In zo’n geval staken de stemmen bijvoorbeeld als de vier VVD-ministers en de vier NSC-ministers anders stemmen dan de vijf PVV-ministers, de twee BBB-ministers en de premier. Dan zal dus worden besloten in overeenstemming met wat de ministers van PVV, BBB en premier hebben gestemd.      

HOMOGENITEIT De minister die tegen een aangenomen voorstel heeft gestemd, mag in geen geval in strijd handelen met dat besluit, artikel 12 reglement. Dat geldt ook voor de staatssecretarissen. Als bijvoorbeeld de vier NSC-ministers zich niet kunnen vinden in een besluit van de ministerraad, dan moeten zij zich er toch bij neerleggen. Ze mogen dan zelfs niet naar buiten toe laten blijken dat ze het er niet mee eens zijn, artikel 26 reglement.

BRONNEN Naast de genoemde artikelen en het Handboek voor bewindspersonen (2022) is geraadpleegd P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018.

Mr. Leon

Volgende week weer een nieuwe bijdrage!

Wanneer is er ‘echt’ het kabinet-Schoof?

VRIJDAG 7 JUNI 2024 Het einde van de kabinetsformatie komt in zicht. De fractieleiders van de formerende partijen zijn al dagenlang druk met het verdelen van de ministersposten en hebben zo goed als zeker hun namenlijstje al een tijdje klaarliggen, aldus dagblad NRC afgelopen woensdag. Als iemand die gevraagd wordt om minister te worden daarmee instemt en vervolgens door screening en hoorzitting in de Tweede Kamer heen komt, is zij of hij dan ‘echt’ minister geworden?

BESLUIT Nee. Om minister te worden, moet je namelijk ook nog worden benoemd. Voor die benoeming is een schriftelijk besluit nodig. Is het de Tweede Kamer die dit besluit neemt? 

KONINKLIJK BESLUIT Nee. Ministers worden bij koninklijk besluit benoemd, zie artikel 43 Grondwet. Een koninklijk besluit wordt ondertekend door de Koning, zie artikel 47 Grondwet. Is de handtekening van de Koning voldoende?

MEDEONDERTEKENING Nee. Er is ook een contraseign nodig, dat wil zeggen een medeondertekening. Die medeondertekening komt hier van de nieuwe minister-president, zie artikel 48 Grondwet. Naar alle waarschijnlijkheid wordt Dick Schoof de nieuwe minister-president of te wel premier. Ook zijn handtekening moet dus onder het koninklijk besluit staan waarmee ministers worden benoemd. Is daarmee de minister ‘echt’ minister geworden? Ja.

BEËDIGING? Beëdiging van de nieuwe ministers is namelijk niet nodig om ‘echt’ minister te worden. Beëdiging is het ten overstaan van de Koning afleggen van een eed, dan wel een verklaring en belofte, van zuivering en het trouw zweren of beloven aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van het ministersambt, zie artikel 49 Grondwet.

BORDESSCÈNE? Na beëdiging vindt op dezelfde dag de bordesscène plaats. Dat is de presentatie van alle ministers met in hun midden de Koning op de trappen van (waarschijnlijk) Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. Hiervan wordt altijd een officiële foto gemaakt die de dag erna in alle dagbladen staat. Het is niet nodig om aanwezig te zijn bij de bordesscène om ‘echt’ minister te worden.

REGERINGSVERKLARING? Daarvoor is ook de regeringsverklaring niet nodig. De regeringsverklaring is de presentatie van het nieuwe kabinet in het parlement en bij die presentatie worden de hoofdlijnen van het regeringsbeleid voor de komende kabinetsperiode uiteengezet.

EN DE PREMIER? Het koninklijk besluit van benoeming dat is ondertekend door Koning en nieuwe minister-president voldoet dus voor de benoeming van een minister. Maar wat is nodig voor de benoeming van de nieuwe minister-president of te wel premier?

DIE OOK PER KB Ook daarvoor is nodig en voldoende een koninklijk besluit dat is ondertekend door de Koning en de minister-president, zie artikelen 47 en 48 Grondwet. Wordt hier met de minister-president de zittende premier bedoeld? De zittende minister-president is sinds twaalf jaar Mark Rutte. Nee, het is niet de zittende premier. In artikel 48 Grondwet wordt met de minister-president bedoeld de beoogde minister-president. Het is dus de beoogde premier die zijn eigen benoemingsbesluit medeondertekent! 

RUTTE I Toen Mark Rutte tweeënhalf jaar geleden minister-president werd van het kabinet Rutte IV, was het Rutte die zijn eigen benoemingsbesluit medeondertekende. Mark Rutte was toen echter al minister-president, namelijk van het kabinet Rutte III. Dat is het verschil met Dick Schoof straks: hij zal bij de medeondertekening van zijn eigen benoemingsbesluit nog geen minister-president zijn. Dat wordt hij pas door die medeondertekening. Diezelfde situatie deed zich bij Mark Rutte in 2010 voor. Rutte werd toen minister-president van het kabinet Rutte I. Hij medeondertekende zijn eigen benoemingsbesluit, terwijl hij bij het plaatsen van zijn handtekening nog geen premier was.           

BRONNEN Naast bovenstaande grondwetsartikelen zijn geraadpleegd P.P.T. Bovend’Eert & H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlement, Wolters Kluwer: 2017; P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018.

Mr. Leon

Volgende week vrijdag 14 juni weer een nieuwe bijdrage!

Hoe lang mag de kabinetsformatie nog duren?

VRIJDAG 15 MAART 2024 De laatste Tweede Kamerverkiezingen waren eind november vorig jaar. Sinds die tijd onderhandelen PVV, VVD, NSC en BBB over de vorming van een nieuw kabinet. De vorige kabinetsformatie is nog maar twee jaar en enkele maanden geleden afgerond. En dat na een formatie die bijna tien maanden duurde; waarna dit kabinet al na anderhalf jaar ten val kwam. Is er voor de lopende kabinetsformatie iets geregeld over termijnen waaraan de onderhandelende partijen zich moeten houden?

GRONDWET? In de Grondwet of enige andere wet komen dergelijke regelingen niet voor. In het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een heel hoofdstuk gewijd aan de kabinetsformatie. Ook daarin worden geen termijnen genoemd, met uitzondering van een termijn helemaal aan het begin van de kabinetsformatie, zie artikel 11.1 lid 1.  

REGLEMENT TWEEDE KAMER Wat daar wél in staat, in dit Reglement van Orde van de Tweede Kamer, is dat de kamer aan elke informateur een termijn moet meegeven waarbinnen zij of hij de informatieopdracht zal moeten afronden. Deze termijn is niet verlengbaar, zie artikel 11.1 lid 2.

NIEUWE OPDRACHT Als de informateur de opdracht niet binnen de gegeven termijn afrondt, moet de Tweede Kamer een nieuwe informatieopdracht geven, al dan niet aan een andere informateur. Dat moet in beginsel binnen een week na het verstrijken van de termijn gebeuren, zie artikel 11.1 lid 4.

VIER WEKEN en ACHT WEKEN In de lopende kabinetsformatie zijn tot nu toe twee informatieopdrachten gegeven. De eerste was op 13 december aan Ronald Plasterk. Volgens die opdracht moest hij dat ‘uiterlijk begin februari’ hebben afgerond. Het werd uiteindelijk 12 februari. Na acht weken dus. De tweede informatieopdracht werd gegeven op 14 februari aan Kim Putters. Volgens die opdracht moest hij dat binnen vier weken afronden, ‘of zoveel eerder als mogelijk is’. Dat laatste was blijkbaar niet mogelijk, want Putters heeft zijn opdracht gisteren afgerond. Precies vier weken dus.

HOEVEEL WEKEN STRAKS? Waarschijnlijk volgende week gaat de Tweede Kamer debatteren over Putters’ verslag; waarschijnlijk wordt dan ook een nieuwe informatieopdracht gegeven aan een al dan niet andere informateur. En natuurlijk een termijn waarbinnen die opdracht zal moeten zijn afgerond. Afwachten hoeveel weken die termijn zal zijn!

GEEN TERMIJN NODIG In het Reglement van Orde staat dus dat de Tweede Kamer bij elke informatieopdracht een termijn geeft waarbinnen informateur zijn of haar opdracht moet hebben afgerond. Tot voor kort stond dat er niet in. Dat is namelijk pas sinds eind vorig jaar het geval. Het stond er dus ook nog niet in tijdens de vorige kabinetsformatie, de formatie die heeft geleid tot het huidige kabinet Rutte IV.

WEL TERMIJN NODIG Die wijziging is in het Reglement van Orde aangebracht vanwege de zeer lange lang formatieduur van Rutte IV. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft een externe commissie de formatie onderzocht. In haar rapport van 21 februari 2023 – ‘Evaluatie van de kabinetsformatie 2021’ – deed de commissie de aanbeveling om in het kamerreglement te regelen dat aan informatieopdrachten een termijn moet worden verbonden. De Tweede Kamer heeft die aanbeveling dus overgenomen.

MAXIMUM TERMIJN? Deze wijziging laat de Tweede Kamer echter vrij in de termijnduur. Hierboven bleek dat informateur Putters vier weken de tijd kreeg en informateur Plasterk zes tot acht weken. Volgens het Reglement van Orde mag de kamer ook een (veel) langere termijn meegeven. Zo’n veel langere termijn lijkt niet bevorderlijk voor een kortere kabinetsformatie. Enkele Kamerleden – waaronder Pieter Omtzigt – wilden daarom nog verder gaan en in het kamerreglement opnemen dat die termijn maximaal zes weken bedraagt. Zo ver wilde de kamer echter niet gaan.

CONCLUSIE Ja, er is dus iets geregeld over termijnen, namelijk in het kamerreglement. Het is de informateur die zich daaraan moet houden. De Tweede Kamer bepaalt de termijn en is daarbij helemaal vrij in hoe lang die termijn is.

BRONNEN Behalve bovenstaande artikelen uit het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, uit het genoemde rapport en verder Wikipedia zijn ook geraadpleegd Alexander van Kessel, in: De Grondwet van 1848 tot nu. Hoofdstuk 5. De zwakke stee in het staatsbestel?, Boom Juridisch: 2023, p 65 e.v. en ten slotte Kamerstukken II 2022/23, 35980, nr. 5 (Nota van Wijziging).

Mr. Leon

Volgend blog: volgende week vrijdag 22 maart

Tijd voor nieuwe Tweede Kamerverkiezingen

VRIJDAG 1 MAART 2024 Er lijkt weinig schot te zitten in de kabinetsformatie. Inmiddels zijn ruim drie maanden verstreken sinds de Tweede Kamerverkiezingen van november vorig jaar. Het kabinet was toen trouwens al vijf maanden demissionair, door een kabinetscrisis in de zomer van datzelfde jaar. Wie weet helpt het als er snel nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden. Maar is dat toegestaan? Is het (staatsrechtelijk) geoorloofd om nu al nieuwe verkiezingen te houden? Zo ja, wie beslist er dan over dát en wanneer er nieuwe verkiezingen worden gehouden?

VERVROEGDE VERKIEZINGEN Volgens de Grondwet is de zittingsduur van de Tweede Kamer vier jaren, zie artikel 52 (uitzonderingen daargelaten). Na die periode zijn er sowieso altijd nieuwe verkiezingen nodig. Het is echter niet verboden om ze al eerder te houden. In dat geval bedraagt de zittingsduur van de Tweede Kamer korter dan vier jaren. De huidige Tweede Kamer ‘zit’ er pas drie maanden. Zo’n korte duur staat echter niet in de weg aan het houden van vervroegde verkiezingen.

GROOTSTE FRACTIE? Wie beslist over het houden van vervroegde verkiezingen? Is dat de grootste fractie in de Tweede Kamer? Nee, die gaat daar niet over. Weliswaar is het (in de praktijk zo) dat de grootste fractie het initiatief krijgt in de kabinetsformatie en bepaalt wie de verkenner/kabinetsinformateur wordt, maar deze fractie gaat niet over het houden van tussentijdse verkiezingen. 

TWEEDE KAMER? Is het dan misschien de hele Tweede Kamer die beslist over het houden van vervroegde verkiezingen? Nee, ook dat is niet het geval. Het is niet de meerderheid van de Tweede Kamer die daarover gaat. Zelfs als de Tweede Kamer eensgezind (unaniem) tussentijdse verkiezingen zou willen, dan kan zij daar toch niet toe beslissen. Ze kan er niet toe beslissen, en ze kan het evenmin tegenhouden dat er tussentijdse verkiezingen worden gehouden. Het is overigens in de afgelopen decennia wel gebruikelijk geworden dat de Tweede Kamer wordt gevraagd of zij tussentijdse verkiezingen wenselijk vindt nadat het kabinet is gevallen door een conflict met diezelfde kamer.   

REGERING Als het niet de grootste fractie is en evenmin de hele Tweede Kamer, en het trouwens ook niet de Eerste Kamer is: wie gaat er dan wél over? De regering! Het is de regering die gaat over het houden van vervroegde verkiezingen, zie artikel 64 van de Grondwet. Het besluit tot het houden van vervroegde verkiezingen (en de datum waarop ze worden gehouden) wordt ondertekend door de Koning en een minister; het is dan ook een koninklijk besluit.

MINISTERRAAD Of er zo’n koninklijk besluit komt, beslist de ministerraad. Het is dus de ministerraad die beslist over het houden van vervroegde verkiezingen. Als het op een stemming aankomt wordt daarin bij meerderheid besloten, en daarbij heeft elke minister één stem, zie artikel 11 Reglement van orde voor de ministerraad.

GEWOONTE? Er zijn allerhande omstandigheden waarin het houden van vervroegde verkiezingen een gewoonte is geworden. In die omstandigheden is de beslissing van de ministerraad over het al dan niet houden van tussentijdse verkiezingen slechts een formaliteit. Zo’n omstandigheid is bijvoorbeeld een kabinetscrisis. Na een kabinetscrisis is het de gewoonte om (te beslissen tot) vervroegde verkiezingen. Dat was bijvoorbeeld in juli vorig jaar het geval toen het kabinet viel over asielzoekersopvang, en een week later werd besloten tot het houden van verkiezingen in november. Van zulke omstandigheden is nu echter geen sprake. Er is nu geen kabinetscrisis. Er is nu eerder sprake van een Tweede Kamer crisis. Een beslissing over vervroegde verkiezingen zou nu dan ook geen formaliteit zijn. 

DEMISSIONAIR De huidige ministerraad bestaat uit ministers die allemaal demissionair zijn, inclusief de minister-president. Het zijn immers allemaal ministers voor wie vanwege de kabinetscrisis in juli vorig jaar ontslag is aangevraagd bij de Koning. Kan ook een demissionaire ministerraad beslissen tot vervroegde verkiezingen? De bevoegdheid die in artikel 64 Grondwet staat (zie hierboven) is er niet alleen voor een missionair kabinet, maar ook voor demissionaire bewindslieden. Ik beantwoord die vraag dus met ja. 

BRONNEN Behalve genoemde artikelen uit Grondwet en Reglement van orde voor de ministerraad en andere officiële stukken is voor dit blog literatuur geraadpleegd, namelijk van P.P.T. Bovend’Eert, Tekst en Commentaar Grondwet en Statuut, artikel 64, aantekeningen 1, 2, 3 en 6, Wolters Kluwer Nederland: 2018 en van Alexander van Kessel, De zwakke stee in het staatsbestel? in: De Grondwet van 1848 tot nu, Boom Juridisch Den Haag: 2023.

Mr. Leon

Volgend blog: over twee weken.

Volgende week is er nieuw blog op http://privaatrechtpraktijk.nl

De ministers die opstapten

VRIJDAG 19 JANUARI 2024 Een half jaar geleden is het kabinet gevallen. In die tijd zijn vier bewindslieden opgestapt, o.a. omdat ze een functie elders ambieerden. Hoe verliep hun ontslag staatsrechtelijk? 

MINISTERS Het gaat om drie ministers (Hoekstra, Kaag en Kuipers) en een staatssecretaris (Uslu). Staatsrechtelijk verloopt een ontslag van een staatssecretaris op dezelfde manier als dat van een minister. Hieronder heb ik het daarom gemakshalve alleen over ministers.

KB Een minister wordt ontslagen bij koninklijk besluit, zie artikel 43 Grondwet. Een koninklijk besluit wordt ondertekend door de Koning en door de minister-president, zie artikelen 47 en 48 Grondwet. Koninklijk besluit wordt vaak afgekort tot KB.

CONTRASEIGN Het ontslag van een minister gebeurt dus schriftelijk. Bij het ontslagbesluit staat de handtekening van de Koning en van de minister-president. De handtekening van de minister-president heet hier contraseign of medeondertekening. Zonder dit contraseign is een ontslagbesluit ongeldig.

FUNCTIE ELDERS Er gelden geen andere vormvereisten voor het ontslagbesluit. De handtekening van de ontslagen minister staat dus niet onder dit besluit. Zelfs niet als de minister op eigen verzoek wordt ontslagen, bijvoorbeeld vanwege een gewenste functie elders.

OPZEGGING Een minister kán geen ontslag nemen zonder zo’n ontslagbesluit. Hij of zij kán haar ministerschap dus niet beëindigen door het alleen maar op te zeggen.

VOORDRACHT Het initiatief voor zo’n ontslagbesluit ligt bij de minister-president. Hij doet voor dit besluit de voordracht aan de Koning die het vervolgens ondertekent.

MINISTERRAAD De minister-president beslist niet eigenmachtig over het al dan niet doen van zo’n voordracht. In artikel 4 lid 2 sub k van het Reglement voor de ministerraad staat hierover namelijk dat de ministerraad beraadslaagt en besluit over voordrachten tot ontslag van ministers.  

ALLE MINISTERS Met de ministerraad worden hier alle ministers bedoeld, terwijl de staatssecretarissen geen stemrecht hebben, zie artikel 1 reglement. De ministers die in de vergadering van de raad aanwezig zijn, kunnen het ontslagverzoek van een collega dus tegenhouden.

DEMISSIONAIR De vier bewindslieden waarvoor in het afgelopen half jaar een ontslagbesluit is genomen waren al sinds 7 juli demissionair. Het kabinet is namelijk op 7 juli 2023 gevallen omdat men het niet eens kon worden over maatregelen op de terreinen van arbeid-, studie- en asielmigratie. Daarom heeft minister-president Mark Rutte op die dag ‘het ontslag van alle ministers en staatssecretarissen aangeboden aan de Koning. De Koning heeft deze ontslagaanvraag in overweging genomen en de minister-president, ministers en staatssecretarissen verzocht al datgene te blijven verrichten, wat zij in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk achten’, zo staat te lezen op de website van de rijksoverheid. We kunnen dagelijks in de krant lezen en op televisie zien dat het demissionair kabinet een heel actief kabinet is. Een demissionaire minister of staatssecretaris is dus zeker geen ontslagen bewindspersoon!

DUBBELE VOORDRACHT De minister-president had de drie ministers en staatssecretaris dus al in juli vorig jaar bij de Koning voorgedragen voor ontslag. Zij zijn toen echter net als hun collega’s niet ontslagen, want er is toen geen ontslagbesluit genomen. Dat is pas gebeurd toen zij in de maanden daarna op eigen verzoek ontslagen wilden worden. Minister-president Rutte heeft daarvoor in het afgelopen half jaar opnieuw een voordracht gedaan aan de Koning.  

BRONNEN Zie behalve bovenstaande grondwetsartikelen ook het commentaar van professor Paul Bovend’Eert in het boek Grondwet en Statuut, Tekst & Commentaar, vijfde druk (2018).

Mr. Leon

Volgend blog hier: op of voor vrijdag 16 februari.

Er is ook het blog privaatrechtpraktijk.nl

Kabinet van PVV, BBB, NSC en VVD

VRIJDAG 1 DECEMBER 2023 Na de verkiezingen van vorige week is van de week met de kabinetsformatie een begin gemaakt. Wilders PVV is de grootste partij geworden en hij geeft de voorkeur aan een coalitie met Van der Plas BBB, Omtzigts NSC en de VVD. VVD en NSC hebben hun bedenkingen. Maar stel dat dat kabinet straks wordt benoemd en beëdigd, wat kunnen Kamerleden die dit kabinet niet zien zitten dan doen?

VERTROUWEN Een nieuw kabinet kan niet aan de slag gaan zonder het vertrouwen van een parlementaire meerderheid. Dat vertrouwen is zowel in de Tweede Kamer als in de Eerste Kamer nodig, zie professor Paul Bovend’Eert, Tekst en Commentaar Grondwet en Statuut, 2018, pagina 102.

GEEN VERTROUWEN Het is echter niet nodig dat dit vertrouwen expliciet wordt uitgesproken. Voldoende is dat het tegendeel – dat is het ontbreken van dit vertrouwen – niet blijkt, zie Bovend’Eert p 101.

NEGATIEF VERTROUWEN Het ontbreken van vertrouwen mag niet blijken bij de start van een kabinet. Maar evenmin op een later moment: zolang het kabinet regeert mag er geen blijk zijn van het ontbreken van vertrouwen. Het ontbreken van vertrouwen wordt ook wel negatief vertrouwen genoemd, zie Bovend’Eert p 100.

VERTROUWENSREGEL Zodra wél blijkt van negatief vertrouwen moet het kabinet haar ontslag aanbieden aan de Koning. Dat is de vertrouwensregel. Dankzij de vertrouwensregel heeft in ons land het parlement bij een conflict met het kabinet altijd het laatste woord, zie Bovend’Eert p 100.

KAMERONTBINDING Maar ik ben hier niet volledig: dat is slechts de vertrouwensregel tot op zekere hoogte. Een toevoeging is nodig. Als blijkt van negatief vertrouwen moet het kabinet zijn ontslag aanbieden aan de Koning (en wordt daardoor demissionair), tenzij de regering de Tweede Kamer ontbindt. De regering mag de Tweede Kamer namelijk ontbinden, zie artikel 64 van de Grondwet. Het kabinet blijft dan gewoon zitten en wordt niet demissionair. Wel is het zo dat daarna binnen enkele maanden Tweede Kamerverkiezingen moeten worden gehouden. Als na die verkiezingen blijkt dat ook de nieuwe Tweede Kamer geen vertrouwen heeft in het kabinet, dan moet het kabinet toch echt haar ontslag aanbieden aan de Koning, zie Bovend’Eert p 100.

NIET IN GRONDWET De vertrouwensregel is ruim anderhalve eeuw geleden ontstaan, in de jaren zestig van de negentiende eeuw. De regel is in de parlementaire praktijk ontstaan. Ze stond toen namelijk niet in de grondwet. Ze staat daar trouwens nog steeds niet in. Het is dan ook een regel van ongeschreven staatsrecht, zie Paul Bovend’Eert en Henk Kummeling, Het Nederlands parlement, 2017, p 430-433.

MOTIE Hoe kan dat negatief vertrouwen blijken? Op allerlei manieren. Elke manier voldoet. Ik noem hier twee tamelijk ‘harde’ manieren. Te denken valt bijvoorbeeld aan een motie van wantrouwen. Zo’n motie werd aangenomen in 1939. Ze leidde toen tot de val van het vijfde kabinet Colijn. Colijn V bestond slechts twee dagen (!), zie professor P.J. Oud, Honderd jaren, 1971, p 304 e.v.

BEGROTING Een andere manier voor een parlementaire meerderheid om haar negatief vertrouwen te laten blijken is naar gangbare opvatting de verwerping van (delen van) de rijksbegroting, zie Bovend’Eert p 101. Dit was de manier waarop de Tweede Kamer haar negatief vertrouwen liet blijken in de jaren zestig van de negentiende eeuw, waarmee de vertrouwensregel ontstond. De begroting werd verworpen in het kader van de zogenaamde Luxemburgse kwestie. Luxemburg is hier niet een persoon, maar het land Luxemburg. Het parlement had toen (en nu nog steeds) begrotingsrecht, ook wel budgetrecht genaamd, zie voor nu artikel 105 Grondwet (destijds artikel 119). Dit recht houdt in dat de regering zonder parlementaire medewerking geen begroting mag vaststellen. Een kabinet mag slechts de uitgaven doen en voor de doelen die in een vastgestelde begroting staan, zie Bovend’Eert. Zonder uitgaven te doen kan een regering niet regeren.

PARLEMENTAIR STELSEL Kamerleden kunnen dus iets doen aan een kabinet dat ze niet zien zitten. Ze kunnen gaan werken aan een meerderheid. Dat kan bij de start van het kabinet (zoals het kabinet Colijn V overkwam), maar het kan ook later en zelfs veel later. Elk Kamerlid telt voor één (stem); ook Kamerleden van een coalitiefractie tellen mee. Een parlementaire meerderheid in de Eerste Kamer óf in de Tweede Kamer voldoet. In een parlementair stelsel heeft het parlement altijd het laatste woord!

Mr. Leon

Volgend blog: vrijdag 12 januari 2024

Wie neemt over enkele weken het initiatief voor een nieuw kabinet?

VRIJDAG 3 NOVEMBER 2023 Over nog geen drie weken – op 22 november – zijn er weer (!) verkiezingen voor de Tweede Kamer. Daarna volgt het formatieproces dat uitmondt in een nieuw kabinet. Wie zet de eerste stappen in het formatieproces? Wie neemt het initiatief tot de vorming van een nieuw kabinet na de verkiezingen?

KB In de grondwet staat dat de leden van het nieuwe kabinet worden benoemd met een schriftelijk besluit dat is getekend door de koning en de nieuwe minister-president, een koninklijk besluit dus. Het kabinet bestaat uit de minister-president, alle (andere) ministers en de staatssecretarissen, zie de artikelen 43 en 48.

BORDESSCENE De benoemingen vinden plaats op dezelfde dag als de bekende bordesscene waarin alle ministers gezamenlijk op de trappen staan van (meestal) het Haagse Paleis Huis ten Bosch, met in hun midden de Koning. Bekend, omdat het ook een vast fotomoment is voor de vaderlandse pers (de bordesfoto). Maar dat alles gebeurt pas helemaal aan het einde van het formatieproces. Wie zijn degenen die aan het begin van dat proces staan?  

VERKENNING De rest van het formatieproces – dus ook het begin ervan – is niet grondwettelijk geregeld. Uit een advies van de Afdeling advisering van de Raad van State (van 11 oktober jl.) blijkt dat bij de laatste drie Tweede Kamerverkiezingen – die van 2021, 2017 en 2012 – het formatieproces begon op de eerste dag na de verkiezingen. Het begon volgens (dit advies van) de Raad van State met de verkenning. De verkenning is niet alleen niet in de grondwet geregeld maar evenmin is het elders geregeld. 

FUNCTIE ELDERS Tijdens de verkenning hebben verkenners een belangrijke rol. Na de laatste verkiezingen (2021) waren dat in eerste instantie Annemarie Jorritsma en Kajsa Ollongren. Onder hun verantwoordelijkheid kwam de notitie ‘positie Omtzigt, functie elders’ tot stand. Uit deze notitie bleek dat deze verkenners een heel brede invulling gaven aan de verkenning. Volgens het rapport van de externe commissie die deze verkenning op verzoek van de Tweede Kamer evalueerde (de evaluatiecommissie) was dat té breed.

KLAVER/SNELLER Dat oordeel heeft de Tweede Kamer anderhalve week geleden overgenomen. Op 24 oktober jl. werd namelijk de motie Klaver/Sneller aangenomen. In deze motie wordt uitgesproken dat tijdens de verkenning ‘op basis van getalsmatige mogelijkheden en een eerste inhoudelijke richting wordt verkend welke partijen met elkaar kunnen gaan informeren’. Daarvoor zal de verkenner gesprekken moeten voeren met de lijsttrekkers. De motie is met een ruime meerderheid aangenomen: 97 van de 150 Kamerleden stemden vóór.

(IN)FORMATIE Volgens de Raad van State mag de verkenning slechts twee tot drie weken duren. Daarna begint de informatie; daarin gaat het om ‘informeren’ en wordt op basis van inhoudelijke gesprekken geprobeerd om met verschillende Tweede Kamerfracties tot een coalitie en coalitieakkoord te komen; tijdens de informatie is er geen verkenner maar een informateur. Na afloop van de informatie begint de formatie; daarin wordt geprobeerd om tot de vorming van een kabinet te komen (wie wordt minister-president en wie worden minister); tijdens de formatie is er de formateur.

KAMERVOORZITTER Informatie en formatie komen hier verder niet ter sprake. Ik keer terug naar de verkenning en stel de vraag wie de verkenner benoemt. Bij de afgelopen drie Tweede Kamerverkiezingen was dat de voorzitter van de Tweede Kamer. De Raad van State heeft uitgelegd hoe de Kamervoorzitter tot zo’n besluit kwam.

LIJSTTREKKERS Hoe kwam de Kamervoorzitter tot de benoeming van de verkenner? Zoals gezegd bestonden hiervoor geen regels die waren vastgelegd. De feitelijke gang van zaken was echter als volgt. De lijsttrekker van de grootste fractie deed een voorstel. Dat voorstel werd vervolgens besproken in een vergadering waarvoor alle lijsttrekkers waren uitgenodigd. Uiteraard ging het hier alleen om de lijsttrekkers van de partijen die een of meer Kamerzetels hadden gewonnen. Ten slotte benoemde de Kamervoorzitter met instemming van de andere lijsttrekkers deze persoon tot verkenner.

UNANIMITEIT? De Raad van State merkt op dat er na de verkiezingen in 2012 en 2021 vooroverleg was geweest tussen de twee grootste fracties. Daaruit leid ik af dat de Raad van State betwijfelt of er toen wel écht sprake was instemming van alle overige lijsttrekkers. M.a.w: twijfel of er sprake was van unanimiteit bij de benoeming van de verkenner.

NEE In de motie Klaver/Sneller wordt unanimiteit niet langer tot uitgangspunt genomen. In de motie wordt namelijk uitgesproken dat benoeming plaatsvindt op basis van zo breed mogelijk draagvlak in de vergadering van lijsttrekkers (na een voordracht van de grootste fractie).

DRAAGVLAK? Unanimiteit is dus niet nodig, maar wat betekent het verder dat het draagvlak zo breed mogelijk moet zijn? Volgens mij dat minstens een meerderheid nodig is. De grootste fractie heeft praktisch nooit meer dan de helft van alle Tweede Kamerzetels. Ook dat er een heuse inspanning wordt verricht voor een groter draagvlak dan de meerderheid. En ook dat serieus wordt genomen wat de kleinere fracties en de nieuwe fracties te zeggen hebben.

BINDEND? Ik ga ervan uit dat de Tweede Kamer zich politiek gebonden acht aan de motie Klaver/Sneller. Is de Tweede Kamer in het a.s. formatieproces er ook juridisch aan gebonden? Ik denk van niet. Een aangenomen motie is voor de Tweede Kamer juridisch niet bindend. Bovendien is de motie Klaver/Sneller een motie van de oude Tweede Kamer, terwijl er in het a.s. formatieproces een nieuwe Tweede Kamer zal zijn. 

BRINK  In de vergadering van anderhalve week geleden zijn meer moties in stemming gebracht, zoals de motie Van den Brink c.s. In die laatste motie wordt uitgesproken dat de Koning wordt gevraagd om als verkenner op te treden. De motie is verworpen, door 120 (van de 150) Kamerleden.

DE KONING De motie Van den Brink c.s. is dus met ruime meerderheid verworpen. Wat in deze motie wordt uitgesproken was echter tot zo’n tien jaar geleden de feitelijke gang van zaken na Tweede Kamerverkiezingen! Tot 2012 was het namelijk de Koning die het initiatief nam tot het formatieproces. De Koning nam het initiatief door advies in te winnen over de verkiezingsuitslag en de richting van de kabinetsformatie, bijvoorbeeld advies bij de Kamervoorzitters en de vicevoorzitter van de Raad van State.

TOT RUTTE I De verkennende gesprekken met de lijsttrekkers werden door een door de Koning aangewezen persoon gevoerd (en dus niet door de Koning persoonlijk gevoerd), schrijft de Evaluatiecommissie. Koning Willem-Alexander heeft nooit het initiatief genomen tot het formatieproces, maar zijn moeder Koningin Beatrix heeft dat steeds wél gedaan. Voor het laatst was dat in 2010. Dat formatieproces leidde uiteindelijk tot Rutte I. De  formatieprocessen van de afgelopen tien jaar duurden gemiddeld veel langer dan die van de tien jaar daarvoor.

VICEVOORZITTER De Raad van State raadt de Tweede Kamer aan om met een vaste verkenner te gaan werken. Dan heeft elke kabinetsformatie dezelfde (ambtsdrager als) verkenner. Dat zou (weer) de Koning kunnen zijn, maar uit recente moties van de Tweede Kamer leidt de Raad van State af dat daarvoor momenteel onvoldoende draagvlak bestaat. Daarom denkt de Raad van State nu eerder aan de voorzitter van de Eerste Kamer of aan haar eigen vicevoorzitter als vaste verkenner.

Mr. Leon

Volgend blog op 1 december

Kijk ook eens op http://privaatrechtpraktijk.nl