Eerste Kamer: dinsdag vergaderdag

DINSDAG 13 NOVEMBER 2018 Op 27 mei 2019 worden verkiezingen gehouden voor de Eerste Kamer. Waarmee houdt de Eerste Kamer zich zoal bezig? Hieronder volgen de activiteiten van vandaag.

Dinsdag De Eerste Kamer heeft niet elke dag activiteiten. Er is wekelijks een vaste vergaderdag: de dinsdag. In sommige weken zijn er ook op de maandag vergaderingen. Deze week wordt er alleen op dinsdag – vandaag dus – vergaderd.

Wetsvoorstellen Vanmiddag is er een vergadering over het wetsvoorstel om de Grondwet te wijzigen. In dat wetsvoorstel wordt voorgesteld om de benoeming van de burgemeester uit de Grondwet te halen. Als de Eerste Kamer vergadert over een wetsvoorstel, dan betekent dit dat hetzelfde wetsvoorstel al in de Tweede kamer is aangenomen. Zodra het ook door de Eerste Kamer is aangenomen, wordt het wet (en in dit geval zelfs deel van de Grondwet). Elk wetsvoorstel moet door beide Kamers worden aangenomen, altijd eerst door de Tweede Kamer en pas daarna door de Eerste Kamer. De vergadering van vandaag begint volgens planning om half twee en gaat door tot in de late uurtjes.

Miljoenennota Dit is niet de enige vergadering vanmiddag, maar wel de enige plenaire vergadering. In een andere vergadering wordt de Miljoenennota besproken. De Miljoenennota wordt vanmiddag in een zogenaamd commissie besproken.

Commissies De Kamer heeft verschillende commissies, voor elk ministerie minstens één. Zo’n commissie bereidt voorstellen – waaronder wetsvoorstellen – voor die op een andere dag in een plenaire vergadering zullen worden besproken. Elke commissie bestaat uit een beperkt aantal Kamerleden. Hoeveel dat er zijn verschilt per commissie. Wel is het zo dat in elke commissie elke fractie met minstens één lid is vertegenwoordigd. Bovendien krijgen grotere fracties meestal meer commissieleden dan kleinere fracties. De Miljoenennota wordt besproken in de commissie voor Financiën.

Donorwet Ook de commissie voor Volksgezondheid vergadert vanmiddag. Op haar agenda staat onder andere de overheidscommunicatie over de (onlangs aangenomen) nieuwe Wet op de orgaandonatie.

Schonere lucht De commissie voor Omgeving vergadert vanmiddag over minder luchtverontreiniging.

Venezuela De commissie voor Koninkrijksrelaties bespreekt de opvang van Venezolaanse vluchtelingen in het Caribisch deel van ons koninkrijk.

Pensioenen De commissie Sociale Zaken vergadert over een wetsvoorstel. Het gaat over bedrijfspensioenen: het pensioen dat een werknemer opbouwt via zijn werkgever.

Openbaar Volgens de website van de Eerste Kamer zijn de commissievergaderingen niet openbaar. Volgens het reglement van orde zijn ze dat echter wel. De plenaire vergaderingen zijn sowieso openbaar; dat staat zelfs in de Grondwet.

Binnenhof De Eerste Kamer houdt haar plenaire vergaderingen in Den Haag, op het Binnenhof.

BRONNEN:

Artikel 85 Grondwet luidt (gedeeltelijk): Zodra de Tweede Kamer een voorstel van wet heeft aangenomen of tot indiening van een voorstel heeft besloten, zendt zij het aan de Eerste Kamer, die het voorstel overweegt zoals het door de Tweede Kamer aan haar is gezonden.

Artikel 87 luidt (gedeeltelijk): Een voorstel wordt wet, zodra het door de Staten-Generaal is aangenomen en door de Koning is bekrachtigd.

Artikel 51 luidt (gedeeltelijk): De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.

Artikel 32 Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (december 2017) luidt (gedeeltelijk): De schriftelijke of mondelinge voorbereiding van naar de Kamer gezonden en door deze in behandeling genomen voorstellen geschiedt door de vaste of bijzondere commissies die volgens de hierna volgende bepalingen daartoe zijn ingesteld en aangewezen

Artikel 34 luidt (gedeeltelijk): De Kamer stelt voor elk ministerie ten minste één vaste commissie in

Artikel 36 luidt (gedeeltelijk): De Voorzitter bepaalt het aantal leden van een commissie.

Met inachtneming van de getalsverhoudingen tussen de fracties en tevens met de bepaling dat elk der fracties in elke commissie vertegenwoordigd zij, tenzij de Kamer uitdrukkelijk en per geval anders heeft besloten, wijst de Voorzitter de leden en zo mogelijk plaatsvervangende leden van de commissie aan.

Artikel 1 luidt (gedeeltelijk): Een commissievergadering is «openbaar», de commissievergaderingen zijn toegankelijk voor publiek binnen de ruimtelijke mogelijkheden als ook, dan wel, te volgen via een livestream.

Artikel 66 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De vergaderingen van de Staten-Generaal zijn openbaar.

Eerste Kamer verkiezing: van 17 miljoen inwoners via 570 kiezers naar 75 senatoren

5 NOVEMBER 2018 Op 27 mei 2019 worden de verkiezingen gehouden voor de Eerste Kamer. Wie zijn de kiezers?

75 Senatoren De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden, ook wel senatoren geheten. Hun vergaderingen zijn op het Binnenhof.

Staten-Generaal De Eerste Kamer en de Tweede Kamer vormen samen de Staten-Generaal. De Staten-Generaal is het parlement van Nederland. De Eerste Kamer vergadert op het Binnenhof in Den Haag.

Provinciale Staten Het zijn de leden van Provinciale Staten die de Eerste Kamer kiezen. Provinciale Staten is de volksvertegenwoordiging in elke provincie, zeg maar het provinciale parlement. Het zijn de Nederlandse burgers die in die provincie wonen die de Provinciale Staten kiezen: de provinciale verkiezingen. Over ruim vier maanden (20 maart 2019) zijn er weer provinciale verkiezingen. De twaalf nieuwe Provinciale Staten kiezen enkele maanden daarna de Eerste Kamer.

Caribisch Nederland In 2019 mag voor de eerste keer ook Caribisch Nederland meestemmen: dat zijn de bijzondere gemeenten Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Geen stem hebben Aruba, Sint Maarten en Curaçao: zij behoren wel tot het koninkrijk maar niet tot Nederland.

15.00 uur De Statenleden van alle twaalf provincies brengen op dezelfde dag en op hetzelfde tijdstip hun stem uit, namelijk op maandag 27 mei 2019 om drie uur in de middag. Zij komen daartoe in een bijzondere vergadering bijeen: elk op hun eigen provinciehuis in de provinciehoofdsteden. Ik weet niet of die vergadering openbaar is.

Stembiljetten Er wordt schriftelijk gestemd. Er wordt gestemd met stembiljetten. Daarop moet het Statenlid het witte stipje rood maken vóór de kandidaat van zijn keuze. Hij of zij mag ook een blanco stem uitbrengen. Het stemmen gebeurt dus hetzelfde als voor gewone burgers in het stemlokaal. Zonder stemhokje evenwel.

570 Het electoraat – de kiezers – bestond bij de vorige Eerste Kamer verkiezingen in 2015 uit 570 personen. Iedereen heeft gestemd en alle stemmen waren geldig. Het aantal Statenleden per provincie verschilt. Zo had Zeeland er 39 en Zuid-Holland 55. Het aantal kiezers verschilt navenant. Zeeland heeft minder inwoners dan Zuid-Holland, en dus is het terecht dat deze provincie minder kiezers heeft dan Zuid-Holland. Zeeland had in 2015 380.000 inwoners. Zuid-Holland 3.600.000. Dat zijn er tien keer zoveel. Het aantal Statenleden is echter niet tien keer zoveel maar nog niet eens twee keer zoveel! Daarmee wordt dan ook rekening gehouden bij het tellen van de stemmen. Ik kom daarop in een volgende bijdrage terug.

BRONNEN

Artikel 51 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De Tweede Kamer bestaat uit honderdvijftig leden. De Eerste Kamer bestaat uit vijfenzeventig leden.

Artikel Q 1 Kieswet luidt (gedeeltelijk): De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten.

Artikel 7 Provinciewet luidt: Provinciale staten vertegenwoordigen de gehele bevolking van de provincie.

Artikel B 2 Kieswet luidt: De leden van provinciale staten worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van de provincie, mits zij Nederlander zijn en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.

Artikel Ya 30 Kieswet luidt (gedeeltelijk): De leden van de Eerste Kamer worden in de openbare lichamen gekozen door de leden van de kiescolleges.

Artikel Ya 2 Kieswet luidt (gedeeltelijk): In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

Artikel T 1 Kieswet luidt: De stemming vindt plaats op de vierendertigste dag na de kandidaatstelling. De stemming vindt plaats om vijftien uur (Europees-Nederlandse tijd).

Artikel Q 4 Kieswet: De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer vindt plaats op de dinsdag in de periode van 19 tot en met 25 april.

Artikel Q 1 Kieswet luidt (gedeeltelijk): De leden van provinciale staten komen per provincie in vergadering bijeen tot het uitbrengen van hun stem.

Artikel 23 Provinciewet luidt (gedeeltelijk): De vergadering van provinciale staten wordt in het openbaar gehouden. De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een tiende van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Provinciale staten beslissen vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Artikel T 2 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Op het bij de verkiezing te bezigen stembiljet (..)

Artikel T 4 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Een statenlid brengt zijn stem uit door een wit stipje, geplaatst vóór de kandidaat van zijn keuze, rood te maken.

Artikel T 5 Kieswet luidt: Na het uitbrengen van zijn stem levert het statenlid het stembiljet dichtgevouwen bij de voorzitter in.

Artikel T 8 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Blanco is de stem uitgebracht op een stembiljet dat door de kiezer is ingeleverd zonder dat hij geheel of gedeeltelijk een wit stipje in een stemvak rood heeft gemaakt en zonder dat hij anderszins op het stembiljet geschreven of getekend heeft.

Een man een man, een woord een woord? Verkiezingsprogramma en regeerakkoord

MAANDAG 15 OKTOBER 2018 In de krant van vorige week woensdag stond een uitgebreid artikel over een recent verschenen proefschrift. Daaruit blijkt dat (veel) verkiezingsbeloften die sinds midden jaren tachtig in verkiezingsprogramma’s worden gedaan niet terugkeren in de regeerakkoorden. Dat geldt zelfs voor verkiezingsbeloften die door álle coalitiepartijen zijn gedaan. Een regeerakkoord is een overeenkomst tussen de coalitiefracties in de Tweede Kamer. Een Tweede Kamer fractie bestaat uit leden van de Tweede Kamer. Sinds midden jaren ’80 hebben VVD, CDA, PvdA, D66 en ChristenUnie regeerakkoorden gesloten. Is een Kamerlid gebonden aan het verkiezingsprogramma van zijn partij?

Verkiezingsprogramma In alle vijf politieke partijen wordt het verkiezingsprogramma vastgesteld of goedgekeurd door het partijcongres. Goedkeuring is nodig bij ChristenUnie; vaststelling is nodig bij de andere partijen. Toegang en stemrecht tot het partijcongres hebben alle (gewone) leden. Alle leden hebben (slechts) één stem; bij ChristenUnie hebben afgevaardigden meerdere stemmen.

Statutaire gebondenheid Alle vijf partijen zijn verenigingen. In hun statuten en/of reglementen wordt in meer of mindere mate gebondenheid aan het verkiezingsprogramma geëist van de kandidaten op de lijst voor de Tweede Kamer. ChristenUnie eist gehoudenheid om het verkiezingsprogramma uit te dragen en te verdedigen. D66 eist gehoudenheid om het verkiezingsprogramma naar beste vermogen uit te voeren. CDA eist rekening houden met het verkiezingsprogramma, maar met behoud van ieders persoonlijke verantwoordelijkheid. PvdA eist inzet voor bevordering van de verwezenlijking van het doel van de partij, met inachtneming van hun staatsrechtelijke positie. VVD eist expliciet alleen volledige onderschrijving van het verkiezingsprogramma. CDA, PvdA en ChristenUnie eisen dat trouwens ook. Kandidaten kunnen in sommige partijen een voorbehoud maken bij onderdelen van het verkiezingsprogramma.

Regeerakkoord voorleggen Bij PvdA is instemming nodig van het partijcongres voor het ontwerp regeerakkoord. Bij ChristenUnie is (voorafgaand) bespreking in het partijcongres nodig over het ontwerp regeerakkoord.

Grondwettelijke ongebondenheid? De Grondwet eist dat Kamerleden stemmen zonder last. Het verkiezingsprogramma maakt volgens mij deel uit van die ”last”.

BRONNEN

https://www.vvd.nl/content/uploads/2016/12/statuten_huishoudelijk.pdf

VVD: artikel 6 Statuten en artikelen 91.1 en 91.4 van het Huishoudeiijk Reglement

https://d2vry01uvf8h31.cloudfront.net/CDA/Documenten/2018/Diverse/CDA%20Statuten%20%26%20Huishoudelijk%20Reglement%20%282018%29.pdf

CDA: artikelen 31, 34, 77 en 78 Statuten

https://d66.nl/content/uploads/sites/2/2014/11/Statuten-Huishoudelijk-Reglement-November-2017.pdf

D66: artikelen 7.1 en 7.4 Huishoudelijk Reglement

https://www.pvda.nl/wp-content/uploads/2017/06/Statuten-en-Reglementen-2017.pdf

PvdA: artikelen 5 en 14 Statuten en artikelen 8.9 Huishoudelijk Reglement

https://www.christenunie.nl/reglementen

ChristenUnie: artikelen 17 en 19 Statuten en artikel 1 Reglement partijcongres en de Bewilligingsverklaring (november 2007)

Artikel 67 lid 3 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De kamers mogen alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden ter vergadering aanwezig is. De leden stemmen zonder last.

Alexander Pechtold verlaat Tweede Kamer

MAANDAG 8 OKTOBER 2018 Alexander Pechtold heeft zijn leiderschap van de D66-fractie in de Tweede Kamer neergelegd. Dat gebeurde afgelopen zaterdag op het partijcongres in Den Bosch. Ik lees in de krant dat hij sinds 2006 lijsttrekker was bij de verkiezingen. Wie kiest bij D66 de fractieleider en de lijsttrekker?

Tweede Kamer fractie De fractie in de Tweede Kamer bestaat uit 19 leden. Zij zijn verkozen in 2017; de volgende Tweede Kamer verkiezingen zijn in 2021. De fractieleden kiezen uit hun midden de nieuwe voorzitter. In de krant staat dat dit morgen gaat gebeuren. Fractieleider is synoniem voor fractievoorzitter. Pechtold vertrekt niet alleen als fractievoorzitter, maar ook als Kamerlid. Er zal dus een nieuw Kamerlid aantreden. Dat moet in elk geval iemand zijn die op de kandidatenlijst stond voor de verkiezingen in 2017. Ook het nieuwe Kamerlid mag tot fractievoorzitter worden gekozen.

Congres Het congres is de landelijke ledenvergadering die steeds ergens in het land wordt gehouden. Alle leden mogen die vergadering bijwonen en er een stem uitbrengen. Als ik me niet vergis, dan geldt voor het lidmaatschap geen minimumleeftijd. Op de eerstvolgende landelijke ledenvergadering moet de morgen gekozen fractievoorzitter worden geagendeerd. Dan moeten de leden aangeven of ze die keuze ”al dan niet bevestigen”. Wat de consequentie is van niet bevestigen, kan ik nergens ontdekken in Statuten of Huishoudelijk Reglement.

Lijsttrekker De lijsttrekker is de persoon die bij verkiezingen de lijst trekt. Zij of hij moet dus kandidaat zijn bij die verkiezingen en bovendien helemaal bovenaan op de lijst staan. Noch bij de aanstaande provinciale verkiezingen noch bij die van de Eerste Kamer verkiezingen stond Pechtold op de kandidatenlijsten. Zijn vertrek heeft natuurlijk wel gevolgen voor de verkiezingscampagnes. Het komt immers steeds meer voor dat fractieleiders in de Tweede Kamer een belangrijke rol spelen in de campagnes voor de provinciale en gemeentelijke verkiezingen.

Digitale verkiezing Het zijn overigens de leden die de lijsttrekkers voor de Eerste en Tweede Kamer verkiezingen en voor de Europese verkiezingen kiezen. Dat kan gebeuren op het congres maar het kan ook digitaal gebeuren (van huis uit). Dat is ter keuze aan de partij (dus niet aan het individuele lid). De leden kiezen doordat ze op het stembiljet een of meer kandidaten noteren. Wie meer kandidaten noteert, moet ook aangeven wie zijn (eerste) voorkeur heeft. De kandidaat die bij meer dan de helft van de stemmen de eerste voorkeur heeft, is de winnaar. Als geen van de kandidaten daaraan voldoet, is er ook een winnaar.

BRONNEN

Statuten en Huishoudelijk Reglement D66 (november 2017):

artikelen 5 en 10 Statuten en 2.3, 3.1, 6.16 en 6.23 Huishoudelijk Reglement

https://d66.nl/content/uploads/sites/2/2014/11/Statuten-Huishoudelijk-Reglement-November-2017.pdf

Artikel W 1 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Wanneer, anders dan bij de vaststelling van de uitslag van een verkiezing, in een opengevallen plaats moet worden voorzien, verklaart de voorzitter van het centraal stembureau bij een met redenen omkleed besluit, uiterlijk op de veertiende dag nadat dit te zijner kennis is gekomen, benoemd de daarvoor in aanmerking komende kandidaat die het hoogst is geplaatst op de lijst waarop degene die moet worden opgevolgd, is gekozen. Indien het lid in wiens plaats moet worden voorzien, ontslag heeft genomen met ingang van een bepaald tijdstip, vangt de termijn, bedoeld in de eerste volzin, aan op dat tijdstip.

Het ene overleg van fractievoorzitters is niet het andere

VRIJDAG 28 SEPTEMBER 2018. Op 27 mei 2019 worden de verkiezingen gehouden voor de Eerste Kamer. In de komende maanden zal over de staatsrechtelijke achtergronden van deze verkiezingen en van de Eerste Kamer worden bericht. Afgelopen dinsdag stond er een groot artikel in de krant over Eerste Kamerleden die over wetsvoorstellen hebben meegestemd hoewel ze ”betrokken” zijn geweest bij de voorbereiding ervan. Een fractievoorzitter stelt voor om dit onderwerp binnenkort te bespreken in het Seniorenberaad. Wat is het Seniorenberaad? En – ter vergelijking – hebben ook Provinciale Staten een Seniorenberaad?

75 Senatoren De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden, ook wel senatoren geheten. Hun vergaderingen zijn op het Binnenhof.

12 Fracties Elke senator maakt deel uit van een fractie. Er zijn twaalf fracties, In volgorde van grootte (grootste voorop): VVD, CDA, D66, PVV, SP, PvdA, GroenLinks, Christen-Unie, Partij voor de Dieren, SGP, 50PLUS en de Onafhankelijke Senaatsfractie. De laatste fractie is een samenwerkingsverband van enkele regionale partijen.

Staten-Generaal De Eerste Kamer en de Tweede Kamer vormen samen de Staten-Generaal. De Staten-Generaal is het parlement van Nederland.

Reglement van Orde Eerste Kamer De Eerste Kamer heeft een reglement van orde. De Kamer bepaalt zelf wat erin wordt geregeld.

College van Senioren Het Seniorenberaad waarvan in de krant sprake is, heet in het reglement College van Senioren. Het bestaat uit alle (twaalf) fractievoorzitters ; een fractievoorzitter mag in haar plaats een vervanger sturen. Ook de (twee) ondervoorzitters van de Kamer zijn altijd uitgenodigd.

Advies aan Kamervoorzitter Het College van Senioren adviseert de Kamervoorzitter bij haar werkzaamheden. Kamervoorzitter is mevrouw Ankie Broekers-Knol. De werkzaamheden van de Kamervoorzitter zijn divers en bestaan onder andere uit het nemen van allerhande besluiten. Ter illustratie: de Eerste Kamer heeft voor elk ministerie een Kamercommissie ingesteld. De Kamervoorzitter besluit uit hoeveel leden zo’n commissie bestaat en wie daarvan de voorzitters en ondervoorzitters worden.

Vergaderen Het College van Senioren vergadert op verzoek van de Kamervoorzitter of op verzoek van vier collegeleden. De Kamervoorzitter zit de vergaderingen voor.

”Betrokkene” stemt mee Kan het meestemmen over een wetsvoorstel in geval van betrokkenheid bij de voorbereiding ervan een agendapunt zijn voor het College van Senioren? Afgaande op het reglement, hangt het er vanaf – zou ik zeggen – of het tot de werkzaamheden van de Kamervoorzitter behoort om er op toe te zien dat dit niet gebeurt. Ik denk niet dat het tot haar werkzaamheden behoort, want meestemmen is in zo’n geval immers niet verboden. Het reglement geeft wel het individuele Kamerlid een opdracht mee in artikel 156a.

Tot zover de Eerste Kamer Hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland en Gelderland in hun reglementen van orde ook een College van Senioren/Seniorenberaad?

Provinciale Staten Provinciale Staten zijn als het ware het parlement van een provincie. Het aantal volksvertegenwoordigers kan per provincie verschillen. Gelderland en Zuid-Holland hebben 55 Statenleden, verdeeld over respectievelijk 11 en 12 fracties.

Commissaris Voorzitter van Provinciale Staten is de commissaris van de Koning.

Reglement van orde Provinciale Staten stelt op grond van de Provinciewet een reglement van orde vast voor haar plenaire vergaderingen.

Overleg van fractievoorzitters Wat er in beide provincies nog het meest op het Seniorenberaad lijkt, is het (Zuid-Hollandse) Fractievoorzittersoverleg en het (Gelderse) Presidium. Ze bestaan hoofdzakelijk uit alle fractievoorzitters en worden voorgezeten door de voorzitter van Provinciale Staten. Tot zover de overeenkomsten. Echter, ze geven geen adviezen aan de voorzitter maar nemen zelf bij meerderheid besluiten. Bovendien gaan die besluiten over heel andere zaken dan de adviezen van het College van Senioren in de Eerste Kamer.

 

BRONNEN

Artikel 51 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De Tweede Kamer bestaat uit honderdvijftig leden. De Eerste Kamer bestaat uit vijfenzeventig leden.

Artikel 72 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De kamers stellen elk afzonderlijk een reglement van orde vast.

Artikel 17 Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (hieronder afgekort tot RvO EK): luidt (gedeeltelijk): Er is een College van Senioren. Het College van Senioren bestaat uit de voorzitters van de (..) fracties. Zij kunnen zich doen vervangen. De Ondervoorzitters van de Kamer worden uitgenodigd tot de vergaderingen van het College.

Artikel 18 RvO EK luidt: De Voorzitter roept het College samen zo dikwijls hij het nodig oordeelt. Op verzoek van ten minste vier leden van het College roept hij het eveneens samen.

Artikel 19 RvO EK luidt (gedeeltelijk): Het College van Senioren staat de Voorzitter bij in het leiden van de werkzaamheden van de Kamer. De Voorzitter raadpleegt daartoe het College inzake de besluiten en voorstellen, die hij krachtens dit reglement neemt of doet.

Artikel 11 RvO EK luidt (gedeeltelijk): De Voorzitter zit de bijeenkomsten van het College van Senioren voor.

Artikel 34 RvO EK luidt (gedeeltelijk): De Kamer stelt voor elk ministerie ten minste één vaste commissie in.

Artikel 36 RvO EK luidt (gedeeltelijk): De Voorzitter bepaalt het aantal leden van een commissie.

Artikel 37 RvO EK luidt (gedeeltelijk): De Voorzitter benoemt een voorzitter en een ondervoorzitter van de commissie.

Artikel 156a RvO EK luidt (gedeeltelijk): Ieder lid geeft zich rekenschap van de belangen die hij anders dan als lid van de Kamer heeft en waakt ervoor dat deze belangen niet leiden tot het op oneigenlijke wijze uitoefenen van zijn functie.

Artikel 9 Provinciewet luidt: De commissaris van de Koning is voorzitter van provinciale staten.

Artikel 16 Provinciewet luidt: Provinciale staten stellen een reglement van orde voor hun vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

Artikel 90 Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (2017) luidt (gedeeltelijk): Er is een Fractievoorzittersoverleg, waarin de fractievoorzitters (..) of hun plaatsvervangers zitting hebben. De voorzitter van Provinciale Staten is voorzitter van het Fractievoorzittersoverleg.

Artikel 91 van dit reglement luidt (gedeeltelijk): Het Fractievoorzittersoverleg heeft tot taak het bespreken van vertrouwelijke aangelegenheden, en voorts: a. het doen van voorstellen of voordrachten aan Provinciale Staten omtrent noodzakelijke besluitvorming van personele, organieke en procedurele aard; b. het adviseren over en bewaken van bestuurlijke procedures; j. het vanuit zijn midden voeren van functioneringsgesprekken met de commissaris van de Koning; k. het bespreken van onderwerpen betreffende de gedragscode.

Artikel 3 Rectificatie Besluit van Provinciale Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent het reglement van orde Reglement van Orde provinciale Staten van Gelderland 2017 luidt (gedeeltelijk): Provinciale Staten hebben een Presidium. Lid van het Presidium zijn de voorzitters van de fracties als bedoeld in artikel 5, derde lid en de eerste plaatsvervangend voorzitter. Het Presidium wordt voorgezeten door de voorzitter of een op grond van artikel 2, eerste lid be-noemde plaatsvervangend voorzitter. Het Presidium heeft tot taak: het regelen van de werkzaamheden van Provinciale Staten; het adviseren van de commissies van Provinciale Staten over hun werkzaamheden; het doen van voorstellen aan Provinciale Staten over regelingen die het functioneren van Provinciale Staten dan wel de griffie aangaan; het doen van voorstellen aan Provinciale Staten in het kader van de Kieswet. Het Presidium beslist bij meerderheid van stemmen.

Eerste Kamer: naam, omvang en fracties

DONDERDAG 20 SEPTEMBER 2018 Op 27 mei 2019 worden de verkiezingen gehouden voor de Eerste Kamer. In de komende maanden zal over de staatsrechtelijke achtergronden van deze verkiezingen en van de Eerste Kamer worden bericht. Vandaag gaat het over naam en omvang van de Kamer en over indeling van de Kamerleden.

Staten-Generaal De Eerste Kamer en de Tweede Kamer vormen samen de Staten-Generaal. De Staten-Generaal is het parlement van Nederland.

Twee Kamers Het Nederlandse parlement bestaat dus uit twee Kamers. Dat is ook het geval in de meeste van onze buurlanden. Zo heeft Duitsland de Bundestag en Bundesrat, Frankrijk de Assemblée nationale en Sénat, Groot-Brittannië de House of Commons en House of Lords en België de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat. Luxemburg heeft slechts één Kamer, de Chambre des Députés. Als een buurland net als Nederland twee Kamers heeft, hoeft dat niet te betekenen dat inrichting, samenstelling, werkwijze, bevoegdheden en taken van die Kamers dezelfde zijn.

Senaat De Eerste Kamer wordt ook wel Senaat genoemd. In Frankrijk en in België heet een van beide Kamers ook Sénat of Senaat. Zelfs dat hoeft niet te betekenen dat inrichting, samenstelling enzovoorts van die Kamer dezelfde is als van de Nederlandse Senaat.

75 Senatoren De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden, ook wel senatoren geheten. Hun vergaderingen zijn op het Binnenhof.

12 Fracties Elke senator maakt deel uit van een fractie. Er zijn twaalf fracties, In volgorde van grootte (grootste voorop): VVD, CDA, D66, PVV, SP, PvdA, GroenLinks, Christen-Unie, Partij voor de Dieren, SGP, 50PLUS en de Onafhankelijke Senaatsfractie. De laatste fractie is een samenwerkingsverband van enkele regionale partijen.

BRONNEN

Artikel 51 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De Tweede Kamer bestaat uit honderdvijftig leden. De Eerste Kamer bestaat uit vijfenzeventig leden.

Artikel 23 Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal luidt: De leden die gekozen zijn op lijsten boven welke dezelfde naam of aanduiding van een politieke groepering geplaatst is, worden bij de aanvang van de zitting als een fractie beschouwd. Is onder een benaming of een nummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

 

Prinsjesdag 2018

PRINSJESDAG (DINSDAG) 18 SEPTEMBER 2018 Vandaag is het Prinsjesdag. Prinsjesdag wordt altijd gehouden op de derde dinsdag van september. Het is de dag van de Troonrede, de Verenigde Vergadering en de Miljoenennota.

Troonrede Koning Willem-Alexander geeft vandaag – gezeten op een troon – een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid: de Troonrede. Deze uiteenzetting valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid.

Verenigde Vergadering De Troonrede wordt uitgesproken ten overstaan van onder andere het parlement, dat wil zeggen de Tweede Kamer én de Eerste Kamer. De leden van beide Kamers (225 in totaal) luisteren ernaar in dezelfde zaal: de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal. Zo’n Verenigde Vergadering komt in Nederland buiten de jaarlijkse Prinsjesdag maar weinig voor. Een Verenigde Vergadering kan ook beraadslagen en besluiten nemen, maar dat gebeurt niet op Prinsjesdag. De vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol.

Ridderzaal De Troonrede wordt uitgesproken in de Ridderzaal, een historisch gebouw op het (Haagse) Binnenhof. De Kamers afzonderlijk vergaderen weliswaar ook op het Binnenhof (althans nóg wel), maar niet in de Ridderzaal.

Miljoenennota Na afloop van de Troonrede wordt de Verenigde Vergadering ontbonden. Later op de dag wordt (het voorstel voor) de rijksbegroting van volgend kalenderjaar ingediend. De rijksbegroting bestaat uit wetsvoorstellen; de rijksbegroting wordt namelijk per wet vastgesteld. Er is ook een samenvatting van: de Miljoenennota. Indiening van deze wetsvoorstellen gebeurt in de Tweede Kamer; die is dan weer in haar eigen vergaderzaal bijeen. Volgens de Grondwet moeten de wetsvoorstellen door of vanwege de Koning worden ingediend. In de praktijk gebeurt dat altijd vanwege de Koning: namelijk door de minister van Financiën, Wopke Hoekstra.

BRONNEN

Artikel 65 Grondwet luidt: Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven.

Artikel 42 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.

Artikel 51 Grondwet luidt: De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De Tweede Kamer bestaat uit honderdvijftig leden. De Eerste Kamer bestaat uit vijfenzeventig leden. Bij een verenigde vergadering worden de kamers als één beschouwd.

Artikel 53 Reglement van Orde voor de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal luidt (gedeeltelijk): Op vergaderingen, waarin naar het oordeel van de Voorzitter niet zal worden beraadslaagd of besloten, zijn slechts artikel 3 en 54 van dit Reglement van toepassing.

Artikel 54 Reglement luidt: In deze vergaderingen als bedoeld in het eerste lid van artikel 53 bestaat de taak van de Voorzitter voornamelijk uit het desgewenst benoemen van een commissie van in- en uitgeleide van degene, die de Vergadering zal toespreken, uit het leiden van de Vergadering en het handhaven van de orde. De Voorzitter kan een lid, dat zulk een vergadering verstoort, uitsluiten van de verdere bijwoning der vergadering.

Artikel 3 Reglement luidt: Het voorzitterschap wordt gedurende die rede alsmede bij afwezigheid of onstentenis van de Voorzitter waargenomen volgens de regels, welke het Reglement van Orde van de Eerste Kamer stelt voor de plaatsvervanging van de Voorzitter van die Kamer.

Artikel 105 Grondwet luidt: De begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk wordt bij de wet vastgesteld. Jaarlijks worden voorstellen van algemene begrotingswetten door of vanwege de Koning ingediend op het in artikel 65 bedoelde tijdstip.

Rigide Grondwet? Hans Engels en de buurlanden

MAANDAG 17 SEPTEMBER 2018 Vorige week stond er een pleidooi in de krant van Eerste Kamerlid en tevens staatsrechtgeleerde Hans Engels voor een minder rigide Grondwet in Nederland. Met andere woorden: een pleidooi voor een Grondwet gemakkelijker gewijzigd kan worden. Wat is er nu nodig voor de wijziging van onze Grondwet en hoe is dat in landen om ons heen geregeld?

Grondwet In een wet die met gewone meerderheid is aangenomen verklaren Tweede en Eerste Kamer beide dat de voorgestelde wijziging van de Grondwet overwogen wordt. Dit is de zogenaamde eerste lezing. Daarna moeten er Tweede Kamer verkiezingen worden gehouden. Ten slotte wordt de in eerste lezing aangenomen wet aan de (nieuwe) Tweede Kamer voorgelegd en opnieuw aan de (oude) Eerste Kamer. In deze tweede lezing dienen beide Kamers met minstens 2/3 meerderheid die wet wederom aan te nemen, dat wil zeggen 2/3 van de uitgebrachte stemmen. De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen door de burger; de Eerste Kamer (Senaat) wordt gekozen door Provinciale Staten (zeg maar de parlementen van onze provincies).

Grundgesetz De Duitse Grondwet kan alleen uitdrukkelijk worden gewijzigd. Dat gebeurt in een wet die met minstens 2/3 van de leden van de Bundestag en 2/3 van de stemmen van de Bundesrat wordt aangenomen. De Bundestag is rechtstreeks gekozen door de burgers. Sommige onderdelen van de Grondwet mogen nimmer worden gewijzigd. De Bundesrat bestaat uit vertegenwoordigers van de regeringen van de deelstaten.

Belgische Grondwet Wijziging van de Belgische Grondwet lijkt heel erg op die van Nederland. Zo zijn er twee lezingen nodig en wordt de wet in eerste lezing aangenomen met een gewone meerderheid in beide Kamers van het parlement. Daarna moeten er verkiezingen worden gehouden, zij het – meer rigide dan in Nederland – voor beide Kamers. Ten slotte wordt de in eerste lezing aangenomen wet aan de nieuwe Kamers voorgelegd en dient de wet in beide Kamers met minstens 2/3 van de uitgebrachte stemmen te worden aangenomen, zij het – wederom meer rigide dan in Nederland – dat minstens 2/3 van de Kamerleden aanwezig moet zijn. De Kamer van Volksvertegenwoordigers is rechtstreeks gekozen door de burger; de andere Kamer – de Senaat – is gekozen door de parlementen van de deelstaten.

La Constitution Voor wijziging van de Franse Grondwet is nodig een wet die met gewone meerderheid in beide Kamers is aangenomen en die wordt gevolgd door óf een bindend goedkeurend (!) referendum óf een verenigde vergadering van beide Kamers (Congrès) waarin de wet wederom wordt aangenomen maar nu met 3/5 van de uitgebrachte stemmen. Het is aan de président om een keuze te maken. Sommige onderdelen van de Grondwet mogen nimmer worden gewijzigd. Het Franse parlement bestaat uit de door de burgers rechtstreeks gekozen Assemblée nationale en uit de door de (voornamelijk) gemeenteraadsleden gekozen Sénat.

Hans Engels stelt het volgende voor: voor wijziging van de Grondwet kan worden volstaan met een wet die met gewone meerderheden in Tweede en Eerste Kamer is aangenomen. Eén lezing voldoet dus, net als bij gewone wetten. Echter, na een aangenomen Grondwetswijziging kan nog een bindend referendum volgen. En als de burgers zich daarin tegen de aangenomen Grondwetswijziging uitspreken, komt die er alsnog niet (bindend correctief referendum). Zijn voorstel lijkt dus enigszins op de Franse procedure. Daarbij moet wel bedacht worden dat de Franse Sénat heel anders wordt gekozen dan de Nederlandse Eerste Kamer en dat het bindend referendum in Frankrijk is verplicht en goedkeurend (dus niet correctief).

Great Britain Groot-Brittannië heeft geen Grondwet.

BRONNEN

Artikel 137 Grondwet luidt (gedeeltelijk): Lid 1. De wet verklaart, dat een verandering in de Grondwet, zoals zij die voorstelt, in overweging zal worden genomen. Lid 3. Na de bekendmaking van de wet, bedoeld in het eerste lid, wordt de Tweede Kamer ontbonden. Lid 4. Nadat de nieuwe Tweede Kamer is samengekomen, overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 79 Grundgesetz luidt (gedeeltelijk): Das Grundgesetz kann nur durch ein Gesetz geändert werden, das den Wortlaut des Grundgesetzes ausdrücklich ändert oder ergänzt. Ein solches Gesetz bedarf der Zustimmung von zwei Dritteln der Mitglieder des Bundestages und zwei Dritteln der Stimmen des Bundesrates. Eine Änderung dieses Grundgesetzes, durch welche die Gliederung des Bundes in Länder, die grundsätzliche Mitwirkung der Länder bei der Gesetzgebung oder die in den Artikeln 1 und 20 niedergelegten Grundsätze berührt werden, ist unzulässig.

Artikel 195 van de Belgische Grondwet luidt (gedeeltelijk): De federale wetgevende macht heeft het recht te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van zodanige grondwettelijke bepaling als zij aanwijst. Na deze verklaring zijn beide Kamers van rechtswege ontbonden. Twee nieuwe Kamers worden overeenkomstig artikel 46 bijeengeroepen. Deze Kamers beslissen, in overeenstemming met de Koning, over de punten die aan herziening zijn onderworpen. In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste twee derden van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en een verandering is alleen dan aangenomen, indien zij ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.

Article 89 Constitution luidt (gedeeltelijk): Onderstaande wetsbepalingen zijn afkomstig van DILA. Constitution Version consolidée au 8 mars 2018 https://www.legifrance.gouv.fr/Droit-francais/Constitution.

L’initiative de la révision de la Constitution appartient concurremment au Président de la République sur proposition du Premier ministre et aux membres du Parlement.

Le projet ou la proposition de révision doit être voté par les deux assemblées en termes identiques. La révision est définitive après avoir été approuvée par référendum.

Toutefois, le projet de révision n’est pas présenté au référendum lorsque le Président de la République décide de le soumettre au Parlement convoqué en Congrès; dans ce cas, le projet de révision n’est approuvé que s’il réunit la majorité des trois cinquièmes des suffrages exprimés.

Aucune procédure de révision ne peut être engagée ou poursuivie lorsqu’il est porté atteinte à l’intégrité du territoire.

La forme républicaine du Gouvernement ne peut faire l’objet d’une révision.

Raad van State

MAANDAG 14 MEI 2018. De Raad van State krijgt de laatste dagen veel media-aandacht. Er komt een vacature voor het vicevoorzitterschap, het gezag dat het in de politiek heeft zou zijn afgenomen en er is het intern rapport uit 2016 dat kritisch zou zijn en waar tot op heden weinig mee zou zijn gedaan. Wat staat er zoal in de Grondwet over de Raad van State? Bijvoorbeeld: De regering moet de raad in beginsel om advies vragen over wetsvoorstellen. Die adviezen zijn openbaar. De leden van de raad worden in beginsel voor hun leven benoemd. De regering beslist wie in de raad komt te zitten. Voorzitter van de raad is de Koning. De Kroonprinses is vanaf haar achttiende lid. Allerhande details moeten bij wet worden geregeld: die wettelijke regeling heeft grotendeels haar beslag gekregen in de Wet op de Raad van State. Daarin staat bijvoorbeeld dat er hooguit tien leden kunnen zijn die adviseren over wetsvoorstellen. Naast deze leden zijn er staatsraden. Er zijn hooguit twintig staatsraden. Zij hebben dezelfde bevoegdheden als leden, zoals het recht om mee te praten en mee te beslissen over de adviezen. Er zijn ”staatsraden” en ”staatsraden in buitengewone dienst”, van elk hooguit tien. De beslissingen over hoe een advies komt te luiden, wordt genomen bij meerderheid van de stemmen van leden, staatsraden en staatsraden in buitengewone dienst.

Artikel 73 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De Raad van State of een afdeling van de Raad wordt gehoord over voorstellen van wet en ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur, alsmede over voorstellen tot goedkeuring van verdragen door de Staten-Generaal. In bij de wet te bepalen gevallen kan het horen achterwege blijven.

Artikel 80 luidt (gedeeltelijk): De adviezen worden openbaar gemaakt volgens regels bij de wet te stellen. Adviezen, uitgebracht ter zake van voorstellen van wet die door of vanwege de Koning worden ingediend, worden, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen, aan de Staten-Generaal overgelegd.

Artikel 74 luidt: De Koning is voorzitter van de Raad van State. De vermoedelijke opvolger van de Koning heeft na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar van rechtswege zitting in de Raad. Bij of krachtens de wet kan aan andere leden van het koninklijk huis zitting in de Raad worden verleend. De leden van de Raad worden bij koninklijk besluit voor het leven benoemd. Op eigen verzoek en wegens het bereiken van een bij de wet te bepalen leeftijd worden zij ontslagen. In de gevallen bij de wet aangewezen kunnen zij door de Raad worden geschorst of ontslagen. De wet regelt overigens hun rechtspositie.

Artikel 47 luidt (gedeeltelijk): Alle koninklijke besluiten worden door de Koning en door een of meer ministers of staatssecretarissen ondertekend.

Artikel 75 luidt (gedeeltelijk): De wet regelt de inrichting, samenstelling en bevoegdheid van de Raad van State.

Artikel 2 derde lid Wet op de Raad van State luidt (gedeeltelijk): Het aantal leden bedraagt ten hoogste 10.

Artikel 8 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Er kunnen staatsraden worden benoemd. Lid 2. Zij worden gekozen uit hen, die bekwaamheid of deskundigheid hebben bewezen op het gebied van wetgeving (of) bestuur dan wel in aangelegenheden die daaraan raken. Lid 3. De staatsraden worden bij koninklijk besluit voor een bepaalde tijd van ten minste drie jaren worden benoemd. Lid 4. De artikelen 2, derde lid, (is) op hen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 luidt: De staatsraden hebben bij de vervulling van hun taak de bevoegdheden van een lid van de Raad.

Artikel 10 luidt (gedeeltelijk): Er kunnen staatsraden in buitengewone dienst worden benoemd. Een staatsraad in buitengewone dienst neemt slechts deel aan de werkzaamheden van de Raad of van een van zijn afdelingen, voorzover hij daartoe door de vice-president is opgeroepen. De artikelen 2, derde lid, 8 tweede en derde lid (en) 9 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 27a luidt (gedeeltelijk): De Afdeling advisering beslist bij meerderheid van stemmen.

Officiële uitslag referendum over Wiv

Donderdag 29 maart 2018. Vorige week woensdag is (ook) het referendum over de sleepwet gehouden, dat wil zeggen over de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv). De Kiesraad maakt op grond van de Wet raadgevend referendum de officiële uitslag bekend. Die uitslag geldt als een raadgevende uitspraak tot afwijzing, als de meerderheid tegen de wet heeft gestemd en minstens 30% procent van de kiezers heeft gestemd. De Kiesraad heeft de officiële uitslag vanochtend bekendgemaakt. Wat blijkt: zo’n 46,5 % heeft voor de sleepwet gestemd en zo’n 49,5 % heeft tegen de sleepwet gestemd. De meerderheid heeft dus tegen de sleepwet gestemd. Bovendien is 51,5 % van de kiezers gaan stemmen; ruim boven de 30% van de opkomstdrempel. Conclusie: de officiële uitslag van het referendum geldt als een raadgevende uitspraak tot afwijzing. En nu? De regering moet nu op grond van dezelfde Wet raadgevend referendum een nieuw wetsvoorstel indienen dat óf de sleepwet intrekt óf regelt wanneer de sleepwet in werking treedt. Regering en parlement kunnen dus nog alle kanten op, maar moeten wel een keuze maken tussen invoering of intrekking van de wet. De wetgever moet dus de sleepwet gaan heroverwegen. De regering moet het wetsvoorstel zo snel mogelijk indienen nadat de officiële uitslag van vanmorgen onherroepelijk is vastgesteld. Dat is het geval als niemand binnen een week de uitslag aanvecht bij de raad van state. Als iemand dat wel doet, moet de uitspraak van de raad van state worden afgewacht. Dat mag geen jaren duren, want de raad van state moet die rechtszaak versneld behandelen, zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 26 Wet raadgevend referendum luidt: De Kiesraad treedt op als centraal stembureau voor het houden van een referendum.

Artikel 3 Wet raadgevend referendum luidt: De uitslag van een referendum geldt als een raadgevende uitspraak tot afwijzing, indien een meerderheid zich in afwijzende zin uitspreekt en de opkomst bij het referendum ten minste dertig procent van het totale aantal kiesgerechtigden bedraagt.

Artikel 79 Wet raadgevend referendum luidt: Het centraal stembureau stelt vast:

  • a. het totale aantal stemmen dat voor de aan het referendum onderworpen wet is uitgebracht;
  • b. het totale aantal stemmen dat tegen de aan het referendum onderworpen wet is uitgebracht;
  • c. het totale aantal blanco stemmen dat is uitgebracht;
  • d. de som van de onder a, b en c bedoelde aantallen stemmen, zijnde het totale aantal geldig uitgebrachte stemmen;
  • e. het totale aantal ongeldige stemmen;
  • f. het totale aantal kiesgerechtigden;
  • g. het totale aantal stemmen dat bij volmacht is uitgebracht;
  • h. het verschil tussen het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten en het aantal stemmen dat is geteld vast. Voor zover mogelijk geeft het centraal stembureau hiervoor een verklaring.

Artikel 80 Wet raadgevend referendum luidt: Het centraal stembureau stelt de opkomst vast door de som van het totale aantal geldige en het totale aantal ongeldige stemmen te delen door het totale aantal kiesgerechtigden.

Artikel 81 Wet raadgevend referendum luidt: Het centraal stembureau stelt vervolgens vast hoeveel procent van de kiezers die een geldige stem hebben uitgebracht zich voor en hoeveel procent van de kiezers die een geldige stem hebben uitgebracht zich tegen de aan het referendum onderworpen wet hebben uitgesproken.

Artikel 11 Wet raadgevend referendum luidt: Indien onherroepelijk is vastgesteld dat een referendum heeft geleid tot een raadgevende uitspraak tot afwijzing, wordt zo spoedig mogelijk een voorstel van wet ingediend dat uitsluitend strekt tot intrekking van de wet of tot regeling van de inwerkingtreding van de wet.

Artikel 91 Wet raadgevend referendum luidt (gedeeltelijk): Bij besluiten als bedoeld in de artikelen 79, 80 en 81 gelden de volgende afwijkingen van de Algemene wet bestuursrecht:

  • a. In afwijking van artikel 6:7 bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes dagen.
  • b. Titel 8.3 is niet van toepassing. (vovo)
  • d. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelt de zaak met toepassing van afdeling 8.2.3.

In afdeling 8.2.3. van de Algemene wet bestuursrecht staat onder andere artikel 8:52. Artikel 8:52 Algemene wet bestuursrecht luidt (gedeeltelijk): De bestuursrechter kan, indien de zaak spoedeisend is, bepalen dat deze versneld wordt behandeld.