VRIJDAG 7 AUGUSTUS 2020 Sinds afgelopen woensdag wordt in delen van Rotterdam en Amsterdam op straten en pleinen en in winkels een mondkapjesplicht opgelegd. Dat is gebeurd door een wijziging van de geldende coronanoodverordeningen. Uit berichten in de Volkskrant blijkt dat men het in de staatsrechtelijke wereld niet eens is of dit conform de Grondwet is. Volgens sommigen is het grondwettig, volgens sommige anderen is het ongrondwettig. Wat speelt er staatsrechtelijk bij de Rotterdamse en Amsterdamse mondkapjesplicht? En wat staat er in de a.s. Coronawet over zo’n mondkapjesplicht?
ARTIKEL 2.5A In de coronanoodverordeningen voor Rotterdam en Amsterdam staat de mondkapjesverplichting in artikel 2.5a. Deze verplichting geldt in beginsel voor iedereen vanaf 13 jaar. Zo’n mondkapje moet in elk geval mond en neus volledig bedekken, maar het mag ook weer geen medisch mondkapje zijn. Hij geldt niet voor de hele gemeente en hoeft evenmin op elk tijdstip van de dag te gelden. De burgemeester mag de gebieden en locaties aanwijzen waar en wanneer het mondkapje verplicht is. Achmed Aboutaleb heeft o.a. een deel van het centrumgebied aangewezen, zoals straten, stoepen en pleinen weerszijde van de Coolsingel, tussen zes uur in de ochtend en tien uur in de avond. Femke Halsema heeft o.a. het Wallengebied en (delen van) de Kalverstraat aangewezen, en dat 24/7.
VEILIGHEIDSREGIO De voorzitters van de veiligheidsregio’s Rotterdam-Rijnmond en Amsterdam-Amstelland hebben deze wijziging van de noodverordeningen in het leven geroepen. Die voorzitters zijn de burgemeesters van Rotterdam en Amsterdam. Zij zijn op grond van de Wet veiligheidsregio’s en de Wet publieke gezondheid bevoegd om vanwege de corona noodverordeningen te maken voor hun eigen gemeente en voor de andere gemeenten die tot hun veiligheidsregio behoren. De eergisteren ingevoerde mondkapjesplicht is (vooralsnog) beperkt tot delen van hun eigen gemeenten.
GRONDWET EN GRONDRECHT Bijzonder aan een noodverordening is dat daarin mag worden afgeweken van parlementaire wetten. Dat zijn wetten die regering, Tweede en Eerste Kamer samen hebben gemaakt. De afwijkingsbevoegdheid staat expliciet in de Gemeentewet. In de officiële toelichting staat echter net zo expliciet dat NIET worden afgeweken van de Grondwet. Grondwettelijke voorschriften waarmee artikel 2.5a in strijd zou kunnen zijn, zijn de grondrechten. Grondrechten zijn mensenrechten die in de Grondwet staan. Het grondrecht dat in dit verband steeds wordt genoemd is dat van de privacy. Het recht op privacy wordt in artikel 10 van de Grondwet als volgt omschreven: Ieder heeft (…) recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
ONGRONDWETTIG? Valt het niet hoeven dragen van een mondkapje op straten en pleinen en in winkels onder de privacy? Ja. Die vraag wordt eensgezind bevestigend beantwoord. De mondkapjesplicht is een beperking van het privacygrondrecht. Betekent dit automatisch dat met de Rotterdamse en Amsterdamse mondkapjesplicht dus wordt afgeweken van de Grondwet? Sommigen trekken die conclusie; volgens hun is de mondkapjesplicht ongrondwettig. Sommige anderen trekken die conclusie niet; volgens hun is de mondkapjesplicht misschien niet ongrondwettig.
GRONDWETTIG? Volgens de laatsten mag een noodverordening het privacygrondrecht beperken. Dat kan volgens hun op twee manieren. De eerste manier is dat (volgens hun) een noodverordening mag afwijken van een grondrecht als in dat grondrecht staat dat een parlementaire wet een lagere overheid de bevoegdheid mag geven om het grondrecht te beperken. In het privacygrondrecht staat dit inderdaad.
REDELIJKE UITLEG? De tweede manier is dat de ongrondwettigheid van de Rotterdamse en Amsterdamse mondkapjesplicht neerkomt op een onredelijke uitleg van het privacygrondrecht, zoals het ook onredelijk zou zijn om brandveiligheidseisen ongrondwettig te oordelen omdat zij de vrijheid van vergadering beperken. De vrijheid van vergadering is ook een grondrecht. Brandveiligheidseisen die aan een vergaderruimte worden gesteld kunnen ertoe leiden dat een vergadering niet mag doorgaan of slechts met een beperkt aantal deelnemers. Dat is een beperking van de vergadervrijheid. Brandveiligheidseisen zijn geoorloofd, omdat ze nuttig en nodig zijn voor de veiligheid. Motief voor deze eisen is dus de (brand)veiligheid; beperking van de vergadervrijheid is daarvan een (onbedoeld) neveneffect. Uiteraard mag zo’n (onbedoelde) beperking nimmer verder gaan dan nuttig en strikt nodig is. De wetenschappelijke oordelen – epidemiologisch, virologisch, gedragswetenschappelijk – over nut en noodzaak van de Rotterdamse en Amsterdamse mondkapjesplicht lopen uiteen. Welke motivering geven de burgemeesters zelf in hun officiële toelichting op de invoering van de mondkapjesplicht? ‘’Vanwege de toegenomen drukte, het niet altijd na kunnen leven van de 1,5 meter en het oplopend aantal besmettingen met het coronavirus kan het noodzakelijk zijn om gebieden of concrete locaties aan te wijzen waar personen van 13 jaar en ouder verplicht zijn een niet medisch mondkapje te dragen. … Het gebruik van enkel een niet-medisch mondkapje volstaat niet en moet steeds gepaard gaan met de andere preventiemaatregelen. Social distancing blijft een belangrijke preventiemaatregel.’’ Shall it stand up in court?
CORONAWET Tot zover de mondkapjesplicht in de noodverordeningen van Rotterdam-Rijnmond en Amsterdam-Amstelland. Wat staat er over de mondkapjesplicht in het wetsvoorstel Coronawet? Officieel heet die wet Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19). Een mondvol! Dat wetsvoorstel is enkele weken geleden bij de Tweede Kamer ingediend en zal daar na het zomerreces worden behandeld. In het voorstel komt het woord mondkapje trouwens niet voor. In de officiële toelichting op het wetsvoorstel wordt het wel genoemd. Daarin staat dat het mondkapje een beschermingsmiddel is.
MINISTERIËLE REGELING In het wetsvoorstel staat dat per ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld over het gebruik van beschermingsmiddelen. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, komt dat te staan in de Wet publieke gezondheid, en wel in het nieuwe artikel 58j. Dit wetsartikel zal het expliciet mogelijk maken om ter bestrijding van de corona het privacygrondrecht te beperken door middel van een mondkapjesplicht op straten, stoepen en pleinen en in winkels. Helemaal conform de grondwettelijke beperkingensystematiek.
MAATWERK Zo’n ministeriële regeling moet dan een gezamenlijk product zijn van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken. Bovendien moet de ministerraad erachter staan en hebben de Kamers vooraf inzage. Raymond Knops en Ferdinand Grapperhaus mogen straks dus een regeling vaststellen waarin een mondkapjesplicht op straten en pleinen wordt opgelegd. Ze kunnen dat doen voor alle plekken in alle gemeenten, maar ook alleen voor drukke plekken of in de ene gemeente wel en in de andere niet. Levering van maatwerk ofte wel differentiatie is dus heel goed mogelijk, maar er is niet voor gekozen om de burgemeester of de voorzitter van de veiligheidsregio (expliciet) bevoegd te maken.
(Mr. Leon)