VRIJDAG 25 JUNI 2021 Meer dan 500 leden van het CDA hebben inmiddels de brief ondertekend van de Stichting voor Sociale Christendemocratie van vorige week zondag. Daarin wordt het partijbestuur van het CDA verzocht om een congres te houden n.a.v. ‘het lekken van het interne memo van Pieter Omtzigt, en vooral de inhoud daarvan, de opmerkingen in de media door anonieme partijleden dat diens positie nu onhoudbaar is, en vervolgens het feit dat Pieter Omtzigt zijn lidmaatschap heeft opgezegd’. Het congres moet zo spoedig mogelijk en uiterlijk in de eerste week van augustus worden gehouden. Tot op heden heeft het partijbestuur hierop niet positief of negatief gereageerd volgens de briefschrijvers. Volgens de Volkskrant heeft het partijbestuur reeds vorige week dinsdag laten weten dat een congres pas eind september kan plaatsvinden. Dat is dus veel later dan de briefschrijvers en de 500 leden zouden willen. Staat het partijbestuur in haar recht?
VERENIGINGSRECHT Het recht dat hier toepasselijk is, is het verenigingsrecht. Het CDA is namelijk een vereniging, zoals ook zoveel andere politieke partijen dat zijn, net als ook een fanfare, sportclub en omroepvereniging. De regels die voor verenigingen gelden, staan in het Burgerlijk Wetboek. Een vereniging moet leden hebben en een bestuur. Af en toe moeten er een algemene (leden) vergadering worden gehouden, bij politieke partijen vaak congres of partijcongres genoemd. De algemene (leden) vergadering kan worden beschouwd als het belangrijkste orgaan van de vereniging. Alle leden mogen daarin het woord voeren en meestemmen over voorstellen. De CDA-leden die om een congres hebben verzocht, willen dat de leden die het congres bezoeken ‘richtinggevende uitspraken doen over de ontstane situatie en hoe daarmee om te gaan’.
STATUTEN en HUISHOUDELIJKE REGLEMENT Verenigingen zoals politieke partijen zijn niet alleen gebonden aan de wettelijke regels, maar ook aan de regels die ze zelf in hun statuten en (huishoudelijke) reglementen hebben opgenomen. Daarin worden de wettelijke regels uitgewerkt en aangevuld. Van sommige wettelijke regels kan zelfs worden afgeweken.
BURGERLIJK WETBOEK Op grond van het Burgerlijk Wetboek is het bestuur van een vereniging verplicht om een algemene (leden) vergadering te houden als daarom wordt verzocht door ‘een zodanig aantal leden (..) als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering’. Zo’n vergadering moet dan ‘binnen vier weken na het verzoek’ worden gehouden. Het CDA heeft (ongeveer) 37.500 leden. Volgens deze wettelijke regel moet een verzoek voor het houden van een congres dus door (ongeveer) 3.750 leden worden gesteund, want elk lid heeft één stem. Dat is met (iets) meer dan 500 leden (nog) niet het geval. Deze wettelijke regel is dus (nog) niet van toepassing op het CDA.
STATUTEN Op grond van het Burgerlijk Wetboek is het bestuur van een vereniging soms verplicht om ook bij een verzoek door een (veel) kleiner aantal leden een congres te houden binnen vier weken. Dat is alleen het geval als in de statuten van die vereniging een (veel) kleiner aantal leden is genoemd dat voor zo’n verzoek nodig is. Het CDA heeft in haar interne regels bepaald dat een verzoek voor een congres slechts door 1% van de leden hoeft te worden gesteund. 1% van de CDA-leden, dat zijn zo’n 375 leden. De brief van zondag 13 juni is ondertekend door meer dan 500 leden. Dat zijn er meer dan de benodigde 375. Toch hoeft het partijbestuur ook nu weer niet binnen vier weken een congres te houden. Waarom niet? Omdat het lagere aantal leden dat nodig is voor een congres niet in de CDA-statuten is genoemd, maar alleen maar in haar huishoudelijk reglement.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT Het partijbestuur is dus niet verplicht om uiterlijk binnen vier weken een congres te houden, dus vóór half juli. In de brief van zondag 13 juni is dat ook niet verzocht. Daarin staat het verzoek om zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen acht weken een congres te houden. Hoe komt men nu aan die termijn van acht weken? Die staat in het huishoudelijk reglement. Daarin staat dat het partijbestuur op verzoek van 1% van de leden binnen acht weken een congres moet houden. Is het partijbestuur dan wél verplicht om binnen acht weken een congres te houden, dus voor half augustus?
STATUTEN versus HUISHOUDELIJK REGLEMENT Ook daarop is het antwoord: nee. Waarom wederom niet? Omdat een lager aantal leden dan volgens de wet nodig is – volgens de wet is zoals gezegd 10% van de leden nodig – wordt beschouwd als een afwijking van die wet, en zo’n afwijking kan alleen geldig in statuten worden opgenomen. Een afwijking is ongeldig als hij (alleen) in het huishoudelijk reglement is opgenomen. Irrelevant is dat zowel het huishoudelijk reglement als de statuten door het congres worden vastgesteld. Een ongeldige bepaling in het huishoudelijk reglement geldt niet. Het partijbestuur staat dus in haar recht als ze niet wil voldoen aan het verzoek van de door meer dan 500 leden ondertekende brief van de Stichting voor Sociale Christendemocratie. Een andere vraag is of dit ook wijs is. Het partijbestuur hoeft niet maar mág wél besluiten om vóór half augustus een congres te houden. En zou het misschien niet ook kunnen zijn dat de huidige omstandigheden ertoe leiden dat door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd dat het partijbestuur dit daadwerkelijk besluit? Niet per se driewerf nee dus! Het partijbestuur wordt trouwens over enige tijd waarschijnlijk opgesplitst in een landelijk bestuur en een verenigingsraad.
BIJ ANDERE POLITIEKE PARTIJEN Hoe hebben andere politieke partijen dit onderwerp geregeld? Anders dan het CDA hebben de partijen die tijdens de kabinetsformatie steeds in beeld zijn – daar beperk ik me hier toe – het wél in hun statuten geregeld, en soms daarnaast ook in het huishoudelijk reglement.
VVD en GROENLINKS schrijven in hun statuten dat het bestuur verplicht is om een congres te houden als 10% van de leden daarom verzoeken. Dat is dus een even hoog percentage als in de wet staat. In de statuten van de VVD staat – ook weer conform de wet – verder dat dan binnen vier weken het congres moet worden gehouden, bij deze partij trouwens algemene leden vergadering genoemd. Daarentegen staat in de statuten van GroenLinks dat het congres (pas) ná minstens dertig dagen mág worden gehouden; hier dus geen maximumtermijn van vier weken maar een minimumtermijn van een maand. Op dit punt lijken de statuten van GroenLinks me daarom in strijd met de wet; in plaats daarvan geldt daar dan ook de regel uit de wet, namelijk dat binnen vier weken het congres moet worden gehouden, bij deze partij trouwens initiatiefcongres genoemd.
D66 en PVDA nemen wél met een lager aantal verzoekende leden genoegen. Zij hebben in hun statuten geregeld dat het bestuur al bij een verzoek door (omgerekend) 3,5% respectievelijk minder dan 2% van de leden een congres moet houden. Maar net als bij GroenLinks is de uiterlijke termijn waarop het congres moet worden gehouden ook bij hen te lang. In de PvdA-statuten wordt namelijk gesproken over ‘een volgend congres’, terwijl het congres volgens het huishoudelijk reglement van D66 ‘binnen drie maanden’ moet worden gehouden. Op dit punt lijken de PvdA-statuten en het D66-reglement me daarom in strijd met de wet en geldt in plaats daarvan de regel uit de wet dat het congres binnen vier weken moet worden gehouden.
CHRISTENUNIE Last, but not least! De statuten van deze partij hebben namelijk de (voor de verzoekende leden) gunstigste regeling: het bestuur moet binnen vier weken een partijcongres houden als (omgerekend) minder dan 1% van de leden daarom verzoekt.
(Mr. Leon)
Volgend blog: vrijdag 2 juli