DONDERDAG 27 FEBRUARI 2020 In mei vorig jaar waren er in België parlementaire verkiezingen. Sindsdien wordt geprobeerd om een nieuwe regering te vormen. Negen maanden later is dat nog niet gelukt, en de geboorte van een nieuwe regering ligt evenmin in het verschiet.
LOPENDE ZAKEN Uiteraard heeft België ook nu een regering. Net als in Nederland blijft de oude regering van vóór de verkiezingen aan tijdens de formatie van een nieuwe. In Nederland wordt dan van een demissionaire regering gesproken, in België van een regering van lopende zaken.
VIJFTIEN MAX En net als in Nederland bestaat een Belgische regering uit ministers en staatssecretarissen, en is de premier regeringsleider. Maar anders dan in Nederland is het aantal ministers in België gemaximeerd: het mogen er niet meer zijn dan vijftien. Bovendien moeten er net zoveel Franstalige als Nederlandstalige ministers zijn. Hun premier wordt ook wel Eerste Minister genoemd; de Eerste Minister hoeft trouwens niet te worden meegeteld voor de verhouding Frans- en Nederlandstalige ministers.
VROUWEN De huidige regering van België bestaat uit dertien ministers. De Eerste Minister is Franstalig, net als zes andere. De overige zes zijn Nederlandstalig. Sophie Wilmès is sinds enkele maanden Eerste Minister. Zij is de eerste vrouwelijke premier van België. Daarmee is Nederland in dit deel van Europa het enige land dat nog nooit een vrouw als regeringsleider heeft gehad. Duitsland heeft natuurlijk Angela Merkel, het Verenigd Koninkrijk had tot voor kort Theresa May en al wat langer geleden Margaret Thatcher, en Denemarken heeft nu Mette Frederiksen.
VERTROUWEN Net als in Nederland is het de koning die de ministers en staatssecretarissen benoemt, maar is het wél nodig dat de regering steunt op een parlementaire meerderheid. Anders dan in Nederland moet die steun bij het aantreden van een nieuwe regering heel uitdrukkelijk blijken: het parlement moet namelijk een motie van vertrouwen aannemen. Als een motie van vertrouwen wordt verworpen, moet de regering haar ontslag aanbieden aan de koning.
MINDERHEID De huidige regering van België steunt op drie partijen: de Waalse MR en de Vlaamse CD&V en Open Vld. Deze partijen hebben nu geen meerderheid in het parlement, maar ook vóór de verkiezingen was dit al een minderheidsregering. Oorspronkelijk was het Vlaamse N-VA de vierde coalitiepartij waardoor de regering op een parlementaire meerderheid steunde, maar deze partij is een half jaar vóór de verkiezingen eruit gestapt. Al snel moest de regering toen haar ontslag aanbieden aan de koning.
KONING In België heeft de koning een belangrijke rol bij de formatie. Hij is degene die de informateurs en de formateur benoemt. In Nederland was dit tot zo’n tien jaar geleden ook het geval, maar sindsdien is het de Tweede Kamer die bij meerderheid informateurs en formateur aanwijst. Koning Filip heeft in deze formatie inmiddels tien informateurs, preformateurs en koninklijke opdrachthouders benoemd, meestal als duo. Sinds enkele weken is dat de Franstalige Sabine Laruelle en de Nederlandstalige Patrick Dewael.
SENAAT Er zijn veel omstandigheden die een kabinetsformatie in België moeilijker maken dan in Nederland. Wat het daarentegen makkelijker maakt, is de rol van de senaat. In Nederland is de senaat – de Eerste Kamer – een volwaardige medewetgever: om wet te worden moet elk wetsvoorstel zowel door de Tweede Kamer als door de Eerste Kamer zijn aangenomen. Sinds de coalitiepartijen niet meer automatisch een meerderheid hebben in de Eerste Kamer, zijn formaties moeilijker geworden. In België is de senaat geen volwaardige medewetgever: veel belangrijke wetsvoorstellen kunnen wet worden zonder dat ze zijn aangenomen in de senaat. Voldoende is dat ze zijn aangenomen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Een voorbeeld is de jaarlijkse regeringsbegroting.
ED NIJPELS De formatie duurt nu al negen maanden in België, zonder uitzicht op succes. Hoe nu verder? Afgelopen maandag berichtte dagblad De Standaard dat in kringen van regeringspartijen serieus wordt nagedacht over een zakenkabinet, oftewel “expertenkabinet”. Journalisten van deze krant zoeken een andere uitweg uit de impasse. Zij vragen zich af of de Nederlandse Klimaattafels als model zouden kunnen dienen. Daarom zijn ze afgereisd naar Den Haag voor een interview met Ed Nijpels, de voorzitter van de Klimaattafels. Daarvan is gisteren verslag gedaan, in een paginagroot artikel. Nijpels’ antwoord was kort en krachtig: neen.
(Mr. Leon)