MAANDAG 17 SEPTEMBER 2018 Vorige week stond er een pleidooi in de krant van Eerste Kamerlid en tevens staatsrechtgeleerde Hans Engels voor een minder rigide Grondwet in Nederland. Met andere woorden: een pleidooi voor een Grondwet gemakkelijker gewijzigd kan worden. Wat is er nu nodig voor de wijziging van onze Grondwet en hoe is dat in landen om ons heen geregeld?
Grondwet In een wet die met gewone meerderheid is aangenomen verklaren Tweede en Eerste Kamer beide dat de voorgestelde wijziging van de Grondwet overwogen wordt. Dit is de zogenaamde eerste lezing. Daarna moeten er Tweede Kamer verkiezingen worden gehouden. Ten slotte wordt de in eerste lezing aangenomen wet aan de (nieuwe) Tweede Kamer voorgelegd en opnieuw aan de (oude) Eerste Kamer. In deze tweede lezing dienen beide Kamers met minstens 2/3 meerderheid die wet wederom aan te nemen, dat wil zeggen 2/3 van de uitgebrachte stemmen. De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen door de burger; de Eerste Kamer (Senaat) wordt gekozen door Provinciale Staten (zeg maar de parlementen van onze provincies).
Grundgesetz De Duitse Grondwet kan alleen uitdrukkelijk worden gewijzigd. Dat gebeurt in een wet die met minstens 2/3 van de leden van de Bundestag en 2/3 van de stemmen van de Bundesrat wordt aangenomen. De Bundestag is rechtstreeks gekozen door de burgers. Sommige onderdelen van de Grondwet mogen nimmer worden gewijzigd. De Bundesrat bestaat uit vertegenwoordigers van de regeringen van de deelstaten.
Belgische Grondwet Wijziging van de Belgische Grondwet lijkt heel erg op die van Nederland. Zo zijn er twee lezingen nodig en wordt de wet in eerste lezing aangenomen met een gewone meerderheid in beide Kamers van het parlement. Daarna moeten er verkiezingen worden gehouden, zij het – meer rigide dan in Nederland – voor beide Kamers. Ten slotte wordt de in eerste lezing aangenomen wet aan de nieuwe Kamers voorgelegd en dient de wet in beide Kamers met minstens 2/3 van de uitgebrachte stemmen te worden aangenomen, zij het – wederom meer rigide dan in Nederland – dat minstens 2/3 van de Kamerleden aanwezig moet zijn. De Kamer van Volksvertegenwoordigers is rechtstreeks gekozen door de burger; de andere Kamer – de Senaat – is gekozen door de parlementen van de deelstaten.
La Constitution Voor wijziging van de Franse Grondwet is nodig een wet die met gewone meerderheid in beide Kamers is aangenomen en die wordt gevolgd door óf een bindend goedkeurend (!) referendum óf een verenigde vergadering van beide Kamers (Congrès) waarin de wet wederom wordt aangenomen maar nu met 3/5 van de uitgebrachte stemmen. Het is aan de président om een keuze te maken. Sommige onderdelen van de Grondwet mogen nimmer worden gewijzigd. Het Franse parlement bestaat uit de door de burgers rechtstreeks gekozen Assemblée nationale en uit de door de (voornamelijk) gemeenteraadsleden gekozen Sénat.
Hans Engels stelt het volgende voor: voor wijziging van de Grondwet kan worden volstaan met een wet die met gewone meerderheden in Tweede en Eerste Kamer is aangenomen. Eén lezing voldoet dus, net als bij gewone wetten. Echter, na een aangenomen Grondwetswijziging kan nog een bindend referendum volgen. En als de burgers zich daarin tegen de aangenomen Grondwetswijziging uitspreken, komt die er alsnog niet (bindend correctief referendum). Zijn voorstel lijkt dus enigszins op de Franse procedure. Daarbij moet wel bedacht worden dat de Franse Sénat heel anders wordt gekozen dan de Nederlandse Eerste Kamer en dat het bindend referendum in Frankrijk is verplicht en goedkeurend (dus niet correctief).
Great Britain Groot-Brittannië heeft geen Grondwet.
BRONNEN
Artikel 137 Grondwet luidt (gedeeltelijk): Lid 1. De wet verklaart, dat een verandering in de Grondwet, zoals zij die voorstelt, in overweging zal worden genomen. Lid 3. Na de bekendmaking van de wet, bedoeld in het eerste lid, wordt de Tweede Kamer ontbonden. Lid 4. Nadat de nieuwe Tweede Kamer is samengekomen, overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
Artikel 79 Grundgesetz luidt (gedeeltelijk): Das Grundgesetz kann nur durch ein Gesetz geändert werden, das den Wortlaut des Grundgesetzes ausdrücklich ändert oder ergänzt. Ein solches Gesetz bedarf der Zustimmung von zwei Dritteln der Mitglieder des Bundestages und zwei Dritteln der Stimmen des Bundesrates. Eine Änderung dieses Grundgesetzes, durch welche die Gliederung des Bundes in Länder, die grundsätzliche Mitwirkung der Länder bei der Gesetzgebung oder die in den Artikeln 1 und 20 niedergelegten Grundsätze berührt werden, ist unzulässig.
Artikel 195 van de Belgische Grondwet luidt (gedeeltelijk): De federale wetgevende macht heeft het recht te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van zodanige grondwettelijke bepaling als zij aanwijst. Na deze verklaring zijn beide Kamers van rechtswege ontbonden. Twee nieuwe Kamers worden overeenkomstig artikel 46 bijeengeroepen. Deze Kamers beslissen, in overeenstemming met de Koning, over de punten die aan herziening zijn onderworpen. In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste twee derden van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en een verandering is alleen dan aangenomen, indien zij ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.
Article 89 Constitution luidt (gedeeltelijk): Onderstaande wetsbepalingen zijn afkomstig van DILA. Constitution Version consolidée au 8 mars 2018 https://www.legifrance.gouv.fr/Droit-francais/Constitution.
L’initiative de la révision de la Constitution appartient concurremment au Président de la République sur proposition du Premier ministre et aux membres du Parlement.
Le projet ou la proposition de révision doit être voté par les deux assemblées en termes identiques. La révision est définitive après avoir été approuvée par référendum.
Toutefois, le projet de révision n’est pas présenté au référendum lorsque le Président de la République décide de le soumettre au Parlement convoqué en Congrès; dans ce cas, le projet de révision n’est approuvé que s’il réunit la majorité des trois cinquièmes des suffrages exprimés.
Aucune procédure de révision ne peut être engagée ou poursuivie lorsqu’il est porté atteinte à l’intégrité du territoire.
La forme républicaine du Gouvernement ne peut faire l’objet d’une révision.