Prime majoritaire en het weren van kleine partijen bij gemeenteraadsverkiezingen

Vrijdag 30 november 2017. In Frankrijk stemt men bij gemeenteraadsverkiezingen op lijsten. Op een lijst kunnen de kandidaten staan van een enkele politieke partij of van verschillende politieke partijen die meestal wel aan elkaar verwant zijn. Bijvoorbeeld een gezamenlijke lijst van enkele gematigd linkse partijen of een gezamenlijke lijst van enkele gematigd rechtse partijen. De lijst die de meeste stemmen krijgt van de kiezers wordt altijd fors beloond. In gemeenten met meer dan 1000 inwoners bestaat die beloning uit de helft van de gemeenteraadszetels! Deze premie heet prime majoritaire. De andere helft van de raadszetels wordt naar evenredigheid verdeeld over alle lijsten die meededen aan de verkiezingen. Alle lijsten, dat is inclusief de lijst die de premie ontving. Die lijst beschikt daardoor automatisch over een riante meerderheid in de gemeenteraad. Zelfs als de kiezers niet in meerderheid op haar hebben gestemd, beschikken de partijen op die lijst over een riante meerderheid. Dat is zo geregeld in de Franse Kieswet, de Code électoral (1: zie hieronder). In Nederland is er geen premie voor de lijst met de meeste stemmen: elke lijst krijgt het zetelaantal dat evenredig is aan het aantal stemmen dat op die lijst is uitgebracht (2). Frankrijk kiest voor zo’n prime majoritaire omdat men vreest dat gemeenten anders onbestuurbaar worden.

Verkiezingsrondes

Gemeenteraadsverkiezingen verlopen in een of twee rondes. Als een lijst in de eerste ronde meer dan de helft van de stemmen krijgt, is er slechts een ronde nodig. Anders volgt nog een tweede ronde. Bij een tweede ronde krijgt de lijst met de meeste stemmen de premie. Meerderheid van de stemmen is dan niet meer nodig. De andere helft van de raadszetels wordt – zoals gezegd – naar evenredigheid van de uitgebrachte stemmen over alle lijsten verdeeld, inclusief de lijst die de prime majoritaire kreeg.

Weren van kleine partijen

Als ik zeg verdeling over ”alle lijsten” is dat niet helemaal juist. Ten eerste: bij een tweede ronde alleen de lijsten die aan die tweede ronde hebben meegedaan en een lijst mag alleen aan de tweede ronde meedoen als hij in de eerste ronde minstens 10% van de stemmen heeft gekregen (3). Ten tweede: een lijst moet minstens 5% van de stemmen hebben gekregen. Een lijst die in de eerste en enige ronde of in de tweede ronde 4% van de stemmen heeft gekregen, krijgt dus geen enkele raadszetel. Een lijst die in de eerste ronde 8% van de stemmen heeft gekregen, krijgt zetels als er geen tweede ronde volgt. Maar hij krijgt geen enkele raadszetel als er wel een tweede ronde volgt. Heel soms kan zo’n lijst in gewijzigde samenstelling toch weer wel meedoen aan de tweede ronde (4).

Zittingsduur en omvang gemeenteraden

De laatste gemeenteraadsverkiezingen dateren uit (maart) 2014. Overal in Frankrijk werden toen raadsverkiezingen gehouden. De zittingsduur bedraagt zes jaar (5), zodat de volgende verkiezingen pas weer in 2020 zijn. In Nederland is dat vier jaar (6). De volgende verkiezingen zijn in 2018, ook in maart trouwens. Het aantal raadsleden in een gemeente is net als in Nederland afhankelijk van het aantal inwoners. Gemeenten tussen 100.000 en 150.000 inwoners hebben 55 raadsleden (7), dat is inclusief burgemeester (maire) en wethouders (adjoints). In Nederland heeft zo’n gemeente 39 raadsleden (8), maar dat is dan exclusief burgemeester en wethouders.

Orléans

Besançon en Orléans zijn gemeenten met 55 raadsleden. In Orléans heeft een lijst bij de eerste ronde in 2014 de meerderheid van de stemmen gekregen. Op deze lijst stonden de kandidaten van twee gematigd rechtse partijen. Met 53% van de stemmen kregen deze twee partijen 80% van de raadszetels, namelijk 44 zetels. De gezamenlijke lijst van twee gematigd linkse partijen kreeg met 23% van de stemmen 10% van de zetels, namelijk 6 zetels. Een derde lijst met 8% van de stemmen kreeg slechts 3% van de zetels, namelijk 2 zetels. Dat is ook weinig, maar als een tweede verkiezingsronde nodig was geweest, had deze lijst geen enkele raadszetel gehad. In Nederland zou de zetelverdeling niet 44, 6 en 2 zijn geweest maar 29, 12 en 4 (en bovendien nog zetels voor heel kleine partijen)!

Besançon

In het Oost-Franse Besançon haalde geen enkele lijst de meerderheid en was dus een twee ronde nodig. Twee lijsten hadden in de eerste ronde 7% en 6% van de stemmen gehaald. In Nederland zouden zij elk tussen de 3 en 4 raadszetels hebben gekregen. In Frankrijk kregen zij geen enkele raadszetel, want ze hadden te weinig stemmen gekregen om aan de tweede ronde te mogen meedoen. Van de lijsten die wel mochten meedoen in de tweede ronde haalde de gezamenlijke lijst van gematigd linkse partijen met 47% de meeste stemmen. Die partijen kregen daarmee 74% van de raadszetels, namelijk 41. De gezamenlijke lijst van gematigd rechtse partijen kreeg met 44% van de stemmen (slechts 3% minder stemmen) slechts 21% van de raadszetels, namelijk 12. In Nederland zou de zetelverdeling niet 41 en 12 maar 25 en 24 zijn geweest! Ook hier nog daarbovenop zetels voor heel kleine partijen.

De volgorde op de lijst bepaalt in Frankrijk welke kandidaat op de lijst een raadszetel krijgt. De kiezer kan dus geen voorkeursstem uitbrengen (9). In Nederland kan dat wel (10).

1 artikel L 262 Code électoral

2 artikel 129 lid 2 Grondwet juncto artikel P6 Kieswet

3 artikel L 264 Code électoral

4 artikel L 264 Code électoral

5 artikel L 227 Code électoral

6 artikel 129 Grondwet en artikel C4 Kieswet

7 artikel L225 Code électoral juncto artikel L2121-2 Code général des collectivités territoriales

8 artikel 8 Gemeentewet

9 artikel L 273-8 Code électoral

10 artikel P 15 Kieswet

Verkiezingen op Corsica

Woensdag 15 november 2017. Het streven naar meer regionale autonomie komt niet alleen voor in Spanje. Ook Frankrijk heeft daarmee te maken. Een voorbeeld is Corsica, eiland van 300.000 inwoners in de Middellandse Zee en geboorteplaats van Napoleon. Het eiland bezit nu al relatief veel autonomie. Over enkele weken zijn er verkiezingen voor de volksvertegenwoordiging op het eiland. De partijen die streven naar onafhankelijkheid hebben nu al een grote stem in de politiek van het eiland en verwacht wordt dat die stem alleen maar groter wordt bij de verkiezingen begin december. Daarop vooruitlopend hebben Kamerleden die namens het eiland zitting hebben in de Franse Assemblée nationale de regering in Parijs gevraagd of die openstaat voor onafhankelijkheid. Minister Gérard Collomb heeft daarop diplomatiek geantwoord dat de regering openstaat voor meer autonomie maar dat Corsica wel deel van Frankrijk moet blijven (Le Figaro 4 november 2017).

In het Franse staatsrecht is Corsica een collectivité territoriale. De meeste collectivités territoriales zijn gemeenten, departementen of regio’s in de zin van artikel 74 Constitution de la République française. Corsica is geen van drieën. De Collectivité territoriale de Corse dankt haar bestaan aan een bijzondere wet uit begin jaren negentig. De CTC heeft een eigen parlement en dagelijks bestuur.

De inwoners kiezen om de zes jaar een nieuw parlement (assemblée). Niet alle politieke partijen op Corsica streven naar onafhankelijkheid: alleen Femu a Corsica en Corsica Libera doen dat. Deze twee partijen hebben nu 47% van de zetels in het parlement in handen, namelijk 24 van de 51 zetels. Hoewel op Corsica het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging geldt en net als in Nederland het hele eiland een enkel kiesdistrict is, is dit succes behaald met slechts 35% van de stemmen. Dat komt doordat de grootste partij een bonus krijgt van negen extra zetels (de zogenaamde prime majoritaire). Toch had het allemaal anders kunnen lopen: op de tweede plaats stond met 28,5 % namelijk Divers Gauche. Die partij is geen voorstander van een onafhankelijk Corsica. Divers Gauche doet echter niet mee bij de aanstaande verkiezingen. Femu a Corsica en Corsica Libera doen uiteraard wel mee, onder de nieuwe gemeenschappelijke naam Pè a Corsica (Voor Corsica). Bij de laatste verkiezingen hebben 60% van alle potentiële kiezers hun stem uitgebracht.

Het parlement kiest uit haar midden het dagelijks bestuur (conseil exécutif). Eerst wordt de president gekozen en daarna enkele vice-presidenten. President is nu Jean-Guy Talamoni van de partij Corsica Libera. De twee vice-presidenten zijn van de andere onafhankelijkheidspartij Femu a Corsica. Het parlement kan het dagelijks bestuur ontslaan als het daarin geen vertrouwen meer heeft. In Nederland kennen wij ook deze vertrouwensregel. Verschil met ons land is wel dat het Corsicaans parlement alleen het hele dagelijks bestuur kan ontslaan en bovendien alleen als zij tegelijkertijd een nieuw dagelijks bestuur kiest (artikel L4422-31 Code électoral).

Corsica heeft meer overheidstaken en bevoegdheden dan de regio’s, zoals op het gebied van ruimtelijke ordening, economie, cultuur en onderwijs. Erkenning van buitenlandse staten hoort daar evenwel niet bij. Toch heeft President Talamoni begin november de geboorte van de republiek Catalonië erkend! (Le Figaro 4 november 2017).

Vanaf 1 januari aanstaande krijgen parlement en dagelijks bestuur nog meer verantwoordelijkheid, want dan verdwijnen de departementen op Corsica. Alle departementale taken en bevoegdheden gaan over op parlement en dagelijks bestuur van Corsica. Bovendien groeit het aantal parlementszetels dan van 51 naar 63.

Senaatsverkiezingen in Frankrijk: tegenvaller voor Emmanuel Macron

12 oktober 2017 Op 24 september waren er niet alleen verkiezingen in Duitsland (Bundestag) maar ook in Frankrijk. In Frankrijk betrof het de helft van de senaat. Het werd de eerste tegenvaller voor de partij van Emmanuel Macron, La république en marche (LREM). Steun voor zijn grondwetsherzieningsplannen is daardoor ingewikkelder geworden.

Nieuwkomer LREM heeft in juni een ruime meerderheid in de Assemblée nationale behaald, zeg maar de Tweede Kamer. Na dit succes hebben 29 senatoren afkomstig van andere partijen een eigen LREM fractie opgericht, in afwachting van de senaatsverkiezingen. Niemand in LREM voorspelde voor de senaat een absolute meerderheid. De senaat wordt namelijk niet door de burgers maar door (vooral) gemeenteraadsleden gekozen. LREM bestond nog niet ten tijde van de laatste raadsverkiezingen, terwijl oppositiepartij Les Républicains (LR) toen juist veel raadszetels won.

Fractieleider François Patriat voorspelde 60 senaatszetels. Het werden er 24, en uiteindelijk slechts 21 omdat drie senatoren inmiddels naar een andere fractie zijn overgestapt.

Voor een grondwetswijziging via de parlementaire weg is een meerderheid nodig in elk van beide kamers, plus 3/5 in de verenigde vergadering. De senaat bestaat uit 348 leden. Het overgrote deel van hen maakt nu deel uit van fracties die zich officieel tot oppositiepartij hebben verklaard. LR is met 144 leden met stip de grootste partij. De tweede partij is Parti socialiste met 78 leden, ook oppositiepartij. Natuurlijk is niet uitgesloten dat een oppositiepartij de grondwetswijziging steunt. Die kans is erg klein bij LR. Zonder steun van (een aantal) LR-senatoren zal het echter moeilijk worden. LR is een partij rechts van het midden, waaraan bekende namen zijn verbonden als Fillon, Sarkozy, Chirac en Juppé. De partij heeft altijd een rechtse vleugel en een centrumrechtse vleugel gehad. In de senaatsfractie domineert de rechtse vleugel; die wil Macron niet steunen. Fractiediscipline doet de rest. Toch kan het allemaal nog heel anders gaan lopen. Eind dit jaar wordt namelijk een nieuwe partijvoorzitter gekozen. De kandidaat van de rechtse vleugel, Laurent Wauquiez, lijkt het te gaan worden. In dat geval zal een deel van de centrumrechtse vleugel waarschijnlijk een nieuwe partij oprichten, waar de centrumrechtse senatoren zich bij aansluiten. Dan is de kans groot dat zij ook samen een eigen fractie gaan vormen en is de weg toch nog vrij gemaakt voor hun steun aan de grondwetsherziening. Journalisten zien in Wauquiez dan ook Macron’s grootste vriend.

Als de parlementaire weg toch niet lukt, kan Macron ook kiezen voor grondwetsherziening via referendum (artikel 11 Constitution). Alleen De Gaulle heeft dat in de jaren ’60 eerder geprobeerd. Macron wil deze weg uitdrukkelijk niet uitsluiten, omdat hij de herziening nog in 2018 wil realiseren. Hij wil niet wachten tot na de volgende senaatsverkiezingen, in september 2020. In maart van datzelfde jaar worden gemeenteraadsverkiezingen gehouden. LREM neemt daaraan deel.

Macron wil dat in de grondwet het aantal leden van de Assemblée nationale met 1/3 wordt teruggebracht. In de huidige Grondwet staat slechts een maximumaantal. Grondwetsherziening en instemming van de Senaat is daarom niet per sé nodig, maar wel duurzaam. Hij wil ook het kiesstelsel veranderen. Nu is er een meerderheidsstelsel: in elk van de 577 kiesdistricten wordt een Kamerlid gekozen. Dat is zeer nadelig voor kleinere partijen, zoals Front national (Le Pen) dat met 10 à 15% van de stemmen geen of hooguit een zetel behaalde in de afgelopen decennia. Daarom wil Macron ”une dose de proportionnelle” toevoegen. Wat hij daarmee precies bedoelt, is niet duidelijk. Een minister sprak over twee stemmen voor de burger, een op een kandidaat in het kiesdistrict en een op een landelijke lijst, waarbij de laatste stemmen 25% van de zetels vormen. De huidige Grondwet zegt niets over het kiesstelsel, zodat ook hiervoor geldt: grondwetsherziening is niet nodig, maar wel duurzaam. In Nederland is zowel het aantal Kamerleden als het kiesstelsel (van evenredige vertegenwoordiging) duurzaam vastgelegd, in de artikelen 51 en 53 Grondwet.