DINSDAG 4 DECEMBER 2018 In de Eerste Kamer staat vanmiddag het wetsvoorstel Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement op de agenda van de commissie Binnenlandse Zaken. Waar gaat het over?
28 juni 2018 De Europese Raad heeft op 28 juni van dit jaar besloten dat Nederland drie extra zetels krijgt in het nieuwe Europees Parlement, nadat Groot-Brittannië zich uit de Europese Unie heeft teruggetrokken. In de laatste week van mei volgend jaar zijn er de verkiezingen voor het Europees Parlement; in Nederland is dat op 23 mei. Het is natuurlijk nog niet zeker of Groot-Brittannië zich terugtrekt, en als if so is evenmin duidelijk when. Er is weliswaar een schema; volgens schema gebeurt de terugtrekking op 29 maart volgend jaar, maar het is dus de vraag of hij volgens schema zal verlopen.
29 maart 2019 Als het allemaal volgens schema verloopt, dan is de terugtrekking een feit vóór de verkiezingen van het Europees Parlement. In dat geval zal de kiesdeler voor Nederland kleiner worden. De kiesdeler is het aantal stemmen op een kandidatenlijst (stemcijfer) dat gegarandeerd een zetel oplevert voor die lijst. Als op een lijst zoveel (geldige) stemmen zijn uitgebracht dat twee keer de kiesdeler is gehaald, dan worden aan die lijst gegarandeerd twee zetels toegedeeld, enzovoorts. Nederland gaat met de drie extra zetels van 26 naar 29 zetels. Een toename dus van ongeveer 10% en dus wordt de kiesdeler ook ongeveer 10% kleiner. Een kandidatenlijst heeft straks dus 10% minder stemmen nodig voor een gegarandeerde zetel, een 10% lager stemcijfer dus.
23 mei 2019 Als het allemaal niet volgens schema verloopt, dan is de terugtrekking nog geen feit vóór de verkiezingen van het Europees Parlement (23 mei volgend jaar). Als de terugtrekking tot ergens na die datum wordt uitgesteld, dan is er een probleem. Het wetsvoorstel Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees parlement wil voor dat probleem een oplossing bieden. Vanmiddag behandelt de Eerste Kamer commissie dit wetsvoorstel. De Tweede Kamer heeft het al aangenomen, met ruime meerderheid. Het wetsvoorstel zoekt aansluiting bij de (bestaande) wettelijke regeling voor de restzetelverdeling, zoals die geldt bij diverse verkiezingen. Een restzetel is een (extra) zetel voor een kandidatenlijst die niet (voor die extra zetel) de kiesdeler heeft gehaald. De wettelijke regeling voor de restzetelverdeling staat in de Kieswet. De restzetel(s) gaan volgens die wet naar de lijsten met het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel. Diezelfde regeling wordt nu dus in het wetsvoorstel voorgesteld voor de verdeling van de drie extra zetels in het Europees Parlement. Strikt genomen zijn het evenwel geen restzetels. De regering heeft ook andere opties overwogen, zoals het houden van aparte verkiezingen voor de drie extra zetels.
BRONNEN:
Artikel 3 van het Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van 28 juni 2018 inzake de samenstelling van het Europees Parlement luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Voor de zittingsperiode 2019-2024 wordt het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers in het Europees Parlement als volgt vastgesteld: Nederland 29.
Lid 2. Indien evenwel het Verenigd Koninkrijk aan het begin van de zittingsperiode 2019-2024 nog steeds een lidstaat van de Unie is, is het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers dat het ambt aanvaardt het aantal dat bepaald is in artikel 3 van Besluit 2013/312/EU van de Europese Raad (2), totdat de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie rechtsgeldig wordt. Zodra de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie rechtsgeldig wordt, is het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers in het Europees Parlement het aantal als bepaald in lid 1 van dit artikel.
Artikel 1 van het wetsvoorstel Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement (wetsvoorstel nummer 35016) luidt: Deze wet geldt indien de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie plaatsvindt in de periode tussen 23 mei 2019 en de dag van de eerste zitting van het Europees parlement in de periode 2024–2029.
Artikel 3 van het wetsvoorstel luidt (gedeeltelijk): Lid 2. De extra zetels vallen toe aan de lijst of lijsten die, na toewijzing van de laatst toegewezen restzetel bij de vaststelling van de uitslag van de verkiezing van de leden van het Europees parlement in mei 2019, bij voortgezette toepassing van de artikelen P 7, P 10 tot en met P 18, P 19, eerste tot en met het vierde lid, P 19a en Y 23a van de Kieswet achtereenvolgens als eerste in aanmerking komen voor de toewijzing van de extra zetels.
Artikel 6 van het wetsvoorstel luidt: Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Deze wet vervalt met ingang van 1 september 2024.
Artikel P 6 van de Kieswet luidt: Zoveel maal als de kiesdeler is begrepen in het stemcijfer van een lijst wordt aan die lijst een zetel toegewezen.
Artikel P 7 luidt (gedeeltelijk): De overblijvende zetels, die restzetels worden genoemd, worden, indien het aantal te verdelen zetels negentien of meer bedraagt, achtereenvolgens toegewezen aan de lijsten die na toewijzing van de zetel het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegewezen zetel hebben. Indien gemiddelden gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.