Parttime wethouders en gedeputeerden

DONDERDAG 28 NOVEMBER 2019 In de Volkskrant van afgelopen maandag stond een groot artikel over een gedeputeerde in de provincie Flevoland en twee wethouders in de gemeenten Veldhoven en Krimpenerwaard die gedeeltelijk wachtgeld kunnen ontvangen omdat ze voor hun werkzaamheden parttime beloond worden. Het krantenbericht gaat er vooral over of ze al dan niet recht op wachtgeld hebben. Mij gaat het hier om iets anders. In het artikel komen twee redenen ter sprake voor de aanwezigheid van parttimers in de dagelijkse besturen van gemeenten en provincies. Ten eerste: de wethouder of gedeputeerde wil om persoonlijke redenen niet fulltime werken. Ten tweede: de volksvertegenwoordigers van gemeente of provincie, dat zijn gemeenteraad respectievelijk provinciale staten, stellen te weinig geld beschikbaar om al hun dagelijkse bestuurders fulltime te belonen. Er had ook nog een derde reden kunnen zijn, en daarover gaat deze bijdrage.

DE WET Die derde reden hangt net als de tweede reden samen met de versplintering in de politiek, de veelheid aan partijen met volksvertegenwoordigers. Daardoor zijn voor het smeden van een meerderheidscoalitie veel partijen nodig, en elke coalitiepartij wil een eigen wethouder hebben (of gedeputeerde). De derde reden staat echter in de wet. Zowel in de Provinciewet als in de Gemeentewet staan namelijk maxima voor het aantal wethouders of gedeputeerden. Het aantal wethouders in het college van burgemeester en wethouders en het aantal gedeputeerden in gedeputeerde staten mag dit wettelijk maximum niet overschrijden. In beide wetten worden twee maxima genoemd: een maximum als er alleen maar fulltimers zijn en een maximum als er ook parttimers zijn. Het laatste maximum is hoger.

GEDEPUTEERDEN IN DE PROVINCIE Een provinciebestuur mag maximaal zeven gedeputeerden hebben, als er alleen fulltimers zijn. Maximaal negen, als er ook parttimers zijn. Daarbij maakt het niet uit hoe groot de provincie is en hoeveel Statenleden er zijn. Zowel kleine als grote provincies moeten zich aan deze maxima houden. Flevoland is een kleine provincie, want heeft maar zo’n 400.000 inwoners. De coalitie bestaat hier uit zes partijen: VVD, CDA, D66, PvdA, GroenLinks en ChristenUnie. Elke coalitiepartij heeft een eigen gedeputeerde. Met deze zes gedeputeerden blijft Flevoland dus onder het wettelijk maximum. Wettelijk gezien hadden ze alle zes fulltimers kunnen zijn.

WETHOUDERS IN DE GEMEENTE Het maximumaantal wethouders is wél afhankelijk van de grootte van de gemeente. Het is namelijk afhankelijk van het aantal gemeenteraadsleden, en dat hangt op zijn beurt weer af van het inwonertal. Het maximumaantal is 1/5 van het aantal raadsleden in de gemeente. Tenminste als er alleen fulltime wethouders zijn. Als er ook parttimers zijn, is het maximumaantal ¼. Gemeenten met vijf duizend inwoners hebben slechts elf raadsleden. Zij mogen maximaal twee wethouders hebben, want dat is afgerond 1/5 van elf. Er moet altijd worden ”afgerond tot het dichtstbijgelegen gehele getal”. Mét parttimers is het maximum voor deze gemeenten drie wethouders, want ¼ van elf is ”afgerond tot het dichtstbijgelegen gehele getal” drie. Eén wethouder meer dus. Een voorbeeld is het Utrechtse Renswoude, met drie wethouders. De grootste gemeenten zijn gemeenten met meer dan 200.000 inwoners en zij hebben daardoor 45 raadsleden. In hun college van burgemeester en wethouders mogen hooguit negen wethouders zitting hebben. Als er ook parttimers zijn, mogen dat er hooguit elf zijn, want ¼ van 45 is afgerond elf. Twee wethouders meer dus. Rotterdam heeft zo’n 640.000 inwoners en tien wethouders. Minstens één ervan moet dus parttimer zijn.

KRIMPENERWAARD is een Zuid-Hollandse gemeente met ongeveer 56.000 inwoners en de gemeenteraad bestaat daarom uit 31 leden. Er zijn elf fracties in de raad en vijf daarvan vormen de coalitie. Krimpenerwaard mag zes fulltime wethouders hebben. Het college van B&W bestaat uit zes wethouders. Vanuit de Gemeentewet gezien hadden ze allen fulltimer mogen zijn.

VELDHOVEN is een gemeente in Noord-Brabant met (nu) iets meer dan 45.000 inwoners. In het jaar voorafgaand aan de laatste gemeenteraadsverkiezingen waren dat er iets minder dan 45.000. Daarom heeft Veldhoven 27 gemeenteraadsleden. De gemeenteraad bestaat uit negen fracties en drie daarvan vormen de coalitie. Veldhoven mag dus hooguit vijf fulltime wethouders hebben. Het college van B&W bestaat uit vijf wethouders. Vanuit de Gemeentewet gezien hadden ze allen fulltimer mogen zijn.

SCHIERMONNIKOOG De kleinste gemeente van ons land is Schiermonnikoog, met nog geen duizend inwoners. Gemeenten met minder dan drieduizend inwoners hebben negen raadsleden. Het waddeneiland heeft dus negen raadsleden. Er mogen dan maximaal twee fulltime wethouders zijn. Ook mét parttimers mogen het er niet meer zijn, want afgerond is ¼ van negen nog steeds twee. Had het eiland ook voor één wethouder mogen opteren? Nee. De wet eist namelijk minimaal twee wethouders, hoe klein of groot een gemeente ook is.

MINISTERS Anders dan het aantal wethouders en gedeputeerden is het aantal ministers in de regering niet wettelijk gemaximeerd.

(Mr. Leon)

Facebook weigert advertentie voor biografie over burgemeester Aboutaleb

DONDERDAG 21 NOVEMBER 2019 Uitgeverij De Bezige Bij wilde op Facebook een advertentie plaatsen van de onlangs verschenen biografie over de burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb – Overal de eerste geschreven door Elisa Hermanides en Ruben Koops. Afgelopen maandag stond in de Volkskrant dat Facebook de advertentie heeft geweigerd, omdat het gaat over maatschappelijke kwesties, verkiezingen of politiek. Wat is hier aan de hand?

DE KLEINE LETTERTJES Wie Facebook gebruikt moet zich houden aan diverse algemene voorwaarden, zoals de Servicevoorwaarden. Tot voor kort geheten Verklaring van rechten en verantwoordelijkheden. Facebook mag berichten, foto’s, video’s en andere inhoud die met deze voorwaarden in strijd is verwijderen en blokkeren. Die voorwaarden zijn gemaakt door Facebook zelf. Overheden, wetgevers en consumentenorganisaties zijn daarbij – voor zover ik weet – niet betrokken geweest. Facebook kan ook commercieel worden gebruikt. Daarvoor kunnen dan extra voorwaarden gelden; ook deze aanvullende voorwaarden zijn weer alleen door Facebook zelf gemaakt.

ADVERTENTIES Wie bijvoorbeeld als uitgeverij een advertentie voor een nieuw verschenen boek wil plaatsen moet zich ook houden aan de Commerciële voorwaarden en aan het Advertentiebeleid. Daarbij geldt dat advertenties over maatschappelijke kwesties, verkiezingen of politiek pas mogen worden geplaatst nadat Facebook zijn akkoord heeft gegeven. Dat gebeurt door middel van het zogenaamde verificatieproces. Dit proces kan van land tot land verschillen.

VERIFICATIEPROCES Voor de meeste EU-landen – waaronder Nederland – is het proces als volgt. Verificatie is een combinatie van mensenwerk en kunstmatige intelligentie (algoritmen). Eerst wordt vastgesteld wie achter de advertentie zit. Daarna wordt de advertentie inhoudelijk beoordeeld. Daarbij wordt niet alleen gelet op tekst en afbeeldingen in de advertentie maar ook op de pagina waar de advertentie geplaatst wordt. Zonder hier op die inhoudelijke beoordeling verder in te gaan, is het in elk geval zo dat advertenties over politiek dus pas geplaatst mogen worden nadat ze door Facebook zijn geverifieerd en akkoord bevonden. Als zulke advertenties zonder verificatie zijn geplaatst, maakt Facebook ze “inactief”. Van een politieke advertentie is sprake als de advertentie gaat over een “politieke partij”, “politiek kandidaat”, “voormalige politicus” of “huidige politicus”.

ADVERTENTIE OVER EEN POLITICUS? In de advertentie van De Bezige Bij zou het dan moeten gaan om een “advertentie over een huidige politicus”. Volgens de Volkskrant is het verificatieproces voor deze advertentie negatief verlopen: Facebook heeft de advertentie geweigerd. Waarom is niet helemaal duidelijk. Of liever gezegd: is helemaal niet duidelijk. Afgezien van deze negatieve uitkomst van het verificatieproces, kun je je afvragen waarom deze advertentie überhaupt moest worden onderworpen aan het verificatieproces. Je zou namelijk het Advertentiebeleid zo kunnen uitleggen dat een advertentie voor een boek dat een biografie is over een politicus – een voormalig wethouder en staatssecretaris en nu de burgemeester van Rotterdam – helemaal geen “advertentie over een politicus” is. Of dat nu een geautoriseerde biografie is of niet. En een advertentie die niet over een politicus gaat, hoeft niet aan het verificatieproces van Facebook te worden onderworpen. (Tenzij daarvoor volgens het Advertentiebeleid weer een andere reden is.)

GOING TO THE USA Wat kan De Bezige Bij doen als ze zich niet bij de weigering van Facebook wil neerleggen? Een optie is om naar de rechter te stappen. De rechter kan er zich bijvoorbeeld over uitspreken of de commerciële advertentie van De Bezige Bij (redelijkerwijs) kan worden gezien als “een advertentie over een politicus. Maar de rechter kan er zich ook over uitspreken of het Advertentiebeleid van Facebook wel in overeenstemming is met het recht, zoals de vrijheid van meningsuiting. De Bezige Bij loopt dan echter tegen een extra obstakel op. De Amsterdamse rechtbank – de uitgeverij is in Amsterdam gevestigd – is namelijk geen optie. Volgens de Commerciële voorwaarden van Facebook is alleen een rechter in Californië bevoegd. De uitgever zal dus in Californië een rechtszaak moeten aanspannen. Bovendien is het ook nog eens zo dat niet het Nederlandse recht maar het recht van Californië van toepassing is. Ook dat staat namelijk in de Commerciële voorwaarden. Een heel gedoe dus om in rechte Facebook’s weigering de advertentie te plaatsen aan te vechten!

Mr. Leon

CDA-gedeputeerden in Brabant opgestapt door stikstofcrisis

DONDERDAG 14 NOVEMBER 2019 Protesterende boeren en bouwvakkers. Stilliggende woningbouwprojecten. Niet meer mogen scheuren over onze snelwegen. En last maar zeker niet least: ernstige aantasting van onze natuur. Voorlopig komt er nog geen einde aan het drama van de stikstofcrisis. Ook de eerste politici zijn er nu over gevallen. In Noord-Brabant is dat met twee gedeputeerden gebeurd: CDA’ers Renze Bergsma en Marianne van der Sloot zijn afgelopen zaterdag opgestapt, omdat hun eigen fractie in provinciale staten vond dat het provinciaal stikstofbeleid te streng was voor veehouders. Hoe ziet het Brabants provinciebestuur eruit? En wat is hier aan de hand?

COALITIE Het Brabantse parlement – de provinciale staten – bestaat uit 55 leden. Deze 55 volksvertegenwoordigers zijn sinds de laatste verkiezingen (maart van dit jaar) verdeeld over twaalf fracties. Vijf daarvan hebben begin juni een coalitieakkoord gesloten: VVD, CDA, PvdA, D66 en GroenLinks. Tezamen bezetten ze 31 zetels. Dat is genoeg, want voor de absolute meerderheid zijn er 28 nodig. De grootste partij VVD heeft tien Statenleden, CDA acht, D66 en GroenLinks elk vijf en PvdA heeft er drie.

GEDEPUTEERDEN Elke coalitiepartij kreeg een of twee gedeputeerden, de dagelijkse bestuurders van de provincie. Gedeputeerde Staten bestond uit twee gedeputeerden van VVD en CDA en een gedeputeerde van de andere drie partijen, zeven in totaal, plus de commissaris van de Koning. Zonder de CDA-gedeputeerden bestaat gedeputeerde staten dus nog slechts uit vijf gedeputeerden. Bovendien dreigt de huidige coalitie die begin juni is gevormd haar absolute meerderheid in provinciale staten te verliezen. Maar de CDA-fractie is ondanks het opstappen van haar gedeputeerden nog niet uit de coalitie gestapt.

MOTIE De CDA-fractie diende tijdens de Statenvergadering van vorige week vrijdag een motie in. Dat gebeurde bij de behandeling van de provinciale begroting voor 2020. Dat is de motie Pas op de plaats. Daarin wordt gedeputeerde staten onder andere opgedragen om bestaande veehouderijen meer tijd te geven om een vergunningaanvraag voor de bouw van een milieuvriendelijkere stal te doen. Momenteel geldt daarvoor de deadline van 1 april 2020. Die deadline moet volgens de motie van de baan.

ONTSLAGNAME De motie haalde het niet, maar voor de twee CDA-gedeputeerden was het genoeg reden om aan het einde van de vergadering – in de kleine uurtjes – ontslag in te dienen: de motie maakt volgens hen duidelijk dat de eigen fractie afstand heeft genomen van het coalitieakkoord.

COALITIEAKKOORD Dat coalitieakkoord heet Kiezen voor kwaliteit voor de Brabanders van nu en van de toekomst, en is begin juni van dit jaar gesloten. Daarin staat dat de strenge maatregelen die de vorige coalitie voor veehouders heeft genomen van kracht moeten blijven. De vorige coalitie is de coalitie die tussen 2015 en 2019 aan de macht was in Brabant. Een van die strenge maatregelen is de deadline voor bestaande veehouderijen om uiterlijk in het eerste kwartaal van 2020 een vergunning aan te vragen voor de bouw van een milieuvriendelijkere stal.

DEADLINES Oorspronkelijk stond die deadline op 1 januari 2020, dus drie maanden vroeger dan nu het geval is. Tweeënhalf jaar lang heeft hij op die datum gestaan. Het is pas twee weken geleden dat hij officieel op 1 april 2020 gezet. Een deadline (ergens) in het eerste kwartaal van 2020 was dus geen nieuw beleid van de huidige coalitie, maar bestaand beleid dat al onder de vorige coalitie is ingezet. Dus ook lang voordat de Raad van State haar bekende stikstofuitspraak deed. Niet alleen bestaat die deadline nu al tweeënhalf jaar, maar bovendien is hij al die tijd in een provinciale verordening opgenomen geweest.

Trouwens, de huidige coalitie heeft kort na het sluiten van het coalitieakkoord aanvullende afspraken gemaakt, ”ter uitwerking” van het akkoord. Ze lijken echter de maatregelen van de vorige coalitie minder streng te maken. Over uitstel van de deadline (tot 1 april) gaan ze echter niet. Toch heeft gedeputeerde staten een maand later besloten om de deadline uit te stellen tot 1 april. Begin november is de nieuwe deadline opgenomen in een provinciale verordening.

COALITIE 2015 – 2019 De vorige coalitie had een andere politieke samenstelling dan de huidige. Tussen 2015 en 2019 was er een vierpartijencoalitie, die bestond uit VVD, PvdA, SP en D66. CDA maakte er dus geen deel van uit.

BRIEF Twee gedeputeerden hebben nu hun werkzaamheden dus beëindigd. Aan het functioneren van een gedeputeerde kan op verschillende manieren een einde komen. Zo kunnen provinciale staten het vertrouwen in hem of haar opzeggen, anders gezegd de gedeputeerde naar huis sturen. De gedeputeerde moet dan onmiddellijk ontslag nemen. Een gedeputeerde kan ook om andere redenen ontslag nemen. Bergsma en Van der Sloot hebben om dit soort andere redenen ontslag genomen. In dat geval moet een gedeputeerde daarvan schriftelijk mededeling doen aan provinciale staten. Bergsma en Van der Sloot hebben een brief gestuurd waarin ze hun ontslagname motiveren. Het ontslag is voor hen onmiddellijk ingegaan, omdat ze dat zelf zo wilden. Anders waren ze nog enige tijd aangebleven, bijvoorbeeld tot een opvolger is benoemd.

OPVOLGERS? Het ziet er niet naar uit dat snel een opvolger zal worden benoemd. De fractieleider van grootste partij VVD wil daar voorlopig niet aan, en wil sowieso eerst afwachten hoe de CDA-fractie met de ontstane situatie gaat omgaan. Wordt hiermee de Provinciewet geen geweld aangedaan? Daarin staat immers dat ontstane vacatures zo spoedig mogelijk moeten worden vervuld, tenzij provinciale staten besluiten om het aantal gedeputeerden te verminderen. Hoe dan ook: ondertussen zijn de bestuurlijke verantwoordelijkheden van de opgestapte gedeputeerden verdeeld onder de overige collegeleden.

RUTTE III De motie van de CDA-fractie gaat niet alleen over deadlines, maar ook over het maken van nieuw provinciaal stikstofbeleid dat in lijn is met het landelijke stikstofbeleid voor veehouderijen. Het is nog niet bekend hoe dat laatste eruit ziet. Daarom is het evenmin onbegrijpelijk dat wordt gevraagd om een provinciale Pas op de plaats.

(Mr. Leon)

Impeachment procedure tegen Donald Trump

VRIJDAG 8 NOVEMBER 2019 Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden – House of Representatives – heeft vorige week donderdag de regels vastgesteld die gaan gelden tijdens de impeachment procedure voor Donald Trump. Impeachment betekent aanklacht of beschuldiging.

DEMOCRATEN en REPUBLIKEINEN Een ruime meerderheid in het Huis is vorige week akkoord gegaan met deze regels. Vrijwel alle Democratische afgevaardigden zijn akkoord gegaan, tegelijkertijd is geen enkele Republikeinse afgevaardigde akkoord gegaan, aldus een bericht in USA Today van afgelopen maandag. De Democraten bezetten een ruime meerderheid van de zetels in het Huis.

CONGRESS Het vaststellen van deze regels betekent nog niet dat de president al is afgezet. Voor afzetting van een president is namelijk steun nodig van het Huis van Afgevaardigden én van de Senaat. Congress, dat is het Amerikaanse parlement, bestaat net als de Nederlandse Staten-Generaal uit twee kamers. Wij hebben op het Haagse Binnenhof de Tweede Kamer en de Eerste Kamer; de Amerikanen hebben op Capitol Hill in Washington het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Zowel de leden van het Huis als die van de Senaat zijn door het volk gekozen.

HOUSE OF REPRESENTATIVES Het Huis gaat nu onderzoeken of de president officieel in staat van beschuldiging zal worden gesteld. Bij dat onderzoek gelden de regels die vorige week zijn vastgesteld. Trump zou bijvoorbeeld druk hebben uitgeoefend op de Oekraïense regering om een onderzoek in te stellen naar (de zoon van) Joe Biden; vader Biden is kandidaat voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van volgende jaar, net als de zittende president. Daardoor zou de president een ambtsdelict hebben begaan. Na afloop van het onderzoek zal het Huis beslissen of de president daadwerkelijk in staat van beschuldiging wordt gesteld. Daarvoor is een gewone meerderheid van de afgevaardigden nodig, dat wil zeggen de helft plus een. Het Huis functioneert hier als een soort van officier van justitie.

SENATE Daarna is de Senaat aan de beurt. De Senaat gaat te zijner tijd beslissen of het Huis de president terecht in staat van beschuldiging heeft gesteld. Daarvoor is meer nodig dan een gewone meerderheid van de senatoren. Er is namelijk een 2/3 meerderheid nodig. In de Senaat bezetten de Republikeinen nu de meerderheid van de zetels. Trump is Republikein. De vergadering waarin de Senaat deze beslissing neemt, wordt voorgezeten door de opperrechter van het Amerikaanse Hooggerechtshof. Als de Senaat beslist dat de beschuldiging terecht is, wordt de president afgezet. Waar hier het Huis van Afgevaardigden als een soort van officier van justitie functioneert, functioneert de Senaat als een soort van rechter. De Senaat kan de president wel afzetten, maar kan hem geen (gevangenis)straf opleggen. Een eventuele strafrechtelijke vervolging is namelijk overgelaten aan de rechterlijke macht.

BINNENHOF In Nederland kennen wij geen vergelijkbare afzettingsprocedure. Als de premier of een andere minister een ambtsdelict gaat, dan kunnen zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer het vertrouwen in hem opzeggen; daarna moet hij zijn ontslag aanbieden aan de koning. In ons land kunnen de kamers om elke reden het vertrouwen opzeggen in de premier (of een andere minister), bijvoorbeeld omdat het regeringsbeleid te veel verschilt van wat de kamer wil. De kamer kan haar vertrouwen met een gewone meerderheid opzeggen. In Nederland kan een premier dus veel eenvoudiger en veel vaker door de volksvertegenwoordiging naar huis worden gestuurd dan in de Verenigde Staten het geval is. Dat is ook niet zo vreemd: anders dan de Amerikaanse president is onze premier niet door het volk gekozen. Trouwens, in ons land is geen enkele premier vanwege een ambtsdelict naar huis gestuurd.

(Mr. Leon)

Voorzitterschap van de Tweede Kamer (en van het Britse Lagerhuis)

VRIJDAG 1 NOVEMBER 2019 De voorzitter van het Britse Lagerhuis – tot gisteren John Bercow – was de laatste jaren vaak in het nieuws, ook in Nederland. Een voorzitter leidt de vergaderingen van het Lagerhuis en zorgt ervoor dat de interne regels worden nageleefd. Hij wordt genoemd Speaker of the House of Commons. Speaker Bercow is wereldwijd bekend geworden door de opvallende manier waarop hij met het uitspreken van de woorden Order! Order! Kamerleden tot de orde roept. In het Verenigd Koninkrijk is hij bovendien beroemd (bij remainers) en berucht (bij brexiteers) vanwege het gebruik van zijn voorzittersbevoegdheden als het over de brexit gaat. Ook de Tweede Kamer in Nederland heeft een vaste voorzitter: mevrouw Khadij Arib. Er zullen niet veel Britten zijn die weten wie hier te lande Kamervoorzitter is.

WIE KIEST DE VOORZITTER? Zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk is het de kamer zelf die haar voorzitter kiest. In beide landen kan alleen een Kamerlid tot voorzitter worden gekozen. Dat kan zowel een Kamerlid voor een regeringspartij zijn als voor een oppositiepartij. Bercow was bij zijn verkiezing in 2009 – tijdens de Labourregering van Gordon Brown – Kamerlid voor oppositiepartij Conservative Party. Arib was bij haar verkiezing in 2016 – tijdens Rutte II VVD/PvdA – Kamerlid voor regeringspartij PvdA. Anno 2019 is het in beide landen omgekeerd.

ONDERVOORZITTERS Zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Nederland wordt de Kamervoorzitter ondersteund door enkele ondervoorzitters. Het Lagerhuis heeft drie ondervoorzitters, deputy speakers genaamd. De Tweede Kamer bezit er acht. Een ondervoorzitter neemt het voorzitterschap waar als de voorzitter niet beschikbaar is. Het ligt in beide landen op voorhand vast wie van hen dat doet. Er is namelijk een (vaste) eerste ondervoorzitter, tweede ondervoorzitter, derde ondervoorzitter enzovoorts.

In het Verenigd Koninkrijk is er de regel dat als een Kamerlid voor een regeringspartij tot voorzitter is gekozen, dan moet de eerste ondervoorzitter worden gekozen uit de Kamerleden voor een oppositiepartij, de tweede ondervoorzitter weer regeringspartij en de derde ondervoorzitter weer oppositiepartij zijn. De eerste ondervoorzitter is nu Lindsay Hoyle (Labour Party). In ons land is de eerste ondervoorzitter mevrouw Tellegen (VVD), tweede ondervoorzitter is de heer Bosma (PVV) en derde ondervoorzitter is mevrouw Van Toorenburg (CDA). Momenteel is de situatie in Nederland dus zo dat de Kamervoorzitter Kamerlid is voor een oppositiepartij, de eerste ondervoorzitter dat is voor een regeringspartij, de tweede ondervoorzitter voor een oppositiepartij en de derde ondervoorzitter voor een regeringspartij. De situatie is daardoor in overeenstemming met de regel die in het Verenigd Koninkrijk geldt. Maar in Nederland bestaat deze regel niet. Zo waren tijdens het vorige kabinet (Rutte II VVD-PvdA) zowel voorzitter als eerste ondervoorzitter Kamerlid voor een regeringspartij. Momenteel zijn de overige vijf ondervoorzitters Kamerlid voor achtereenvolgens D66, GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren en PvdA.

VOORZITTER ÉN KAMERLID? De Speaker of the House of Commons is alleen nog maar Kamervoorzitter: hij mag niet meer het woord voeren als Kamerlid en hij mag ook niet meer zijn stem uitbrengen over wetsvoorstellen en zo. Hij moet zelfs zijn lidmaatschap van de politieke partij opzeggen. John Bercow is dus al tien jaar geen lid meer van de Conservative Party. Ook deputy speakers mogen niet meer het woord voeren als Kamerlid of hun stem uitbrengen over wetsvoorstellen. Zij hoeven echter niet het lidmaatschap van de politieke partij op te zeggen.

In Nederland is dit heel anders geregeld. Zowel de Kamervoorzitter als de ondervoorzitters mogen het woord blijven voeren als Kamerlid en hun stem uitbrengen over wetsvoorstellen. Maar wie dat bij een onderwerp wil doen, mag niet de voorzittershamer hanteren. De Kamervoorzitter die over een onderwerp het woord wil voeren als Kamerlid, moet tijdens de hele behandeling van dat onderwerp worden waargenomen door een ondervoorzitter. Het uitbrengen van een stem over wetsvoorstellen en zo kan zelfs gebeuren vanuit de voorzittersstoel. Voorzitter en ondervoorzitters behouden in ons land dus hun rechten als Kamerlid. Ze blijven uiteraard ook lid van een politieke partij.

BEVOEGDHEDEN VAN DE VOORZITTER De bevoegdheden van Speaker of the House of Commons en waarnemende deputy speakers gaan heel wat verder dan het roepen van Order! Zij nemen beslissingen met vergaande gevolgen. Dat blijkt wel uit de beslissingen die Speaker Berlow en eerste deputy speaker Lindsay Hoyle in de afgelopen weken hebben genomen over het al dan niet in stemming mogen brengen van voorstellen die met de brexit te maken hebben. Dat zijn beslissingen waarmee niet iedereen het eens was, to put it mildly. Voorzittersbeslissingen berusten op bevoegdheden die ruimte geven voor eigen beoordeling (beoordelingsruimte) en eigen beleid (beleidsruimte) van de voorzitter. Ook de voorzitter van de Nederlandse Tweede Kamer neemt beslissingen bij het leiden van de vergaderingen en bij het ervoor zorgen dat de interne regels worden nageleefd. Kunnen dat ook beslissingen zijn die rusten op bevoegdheden met beoordelingsruimte en beleidsruimte? Jazeker, al lijken ze wel minder vergaand dan bij onze westerburen.

BEVOEGDHEDEN VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER Enkele voorbeelden daarvan. De (beleids)beslissing om interrupties van een Kamerlid toe te laten. Een interruptie mag alleen een korte opmerking zijn of een vraag zonder inleiding. De (beoordelings)beslissing of een schriftelijke vraag die een Kamerlid aan de minister wil stellen kort en duidelijk genoeg is. De (beleids)beslissing die de volgorde bepaalt van de onderwerpen die tijdens het wekelijkse mondelinge vragenuur met de minister aan de orde kunnen komen. Elk Kamerlid mag een onderwerp aandragen, maar het vragenuur duurt te kort om alle onderwerpen te behandelen! De (beoordelings)beslissing dat een Kamerlid die daarom vraagt het woord zittend in plaats van staand mag voeren. De (beleids)beslissing op welke dag een dertigledendebat wordt gehouden. De (beoordelings)beslissing om een Kamerlid het woord te ontnemen als hij ondanks waarschuwing blijft afwijken van het onderwerp dat aan de orde is of beledigende taal blijft gebruiken.

(Mr. Leon)