Aannemen van benoeming tot gemeenteraadslid in Harlingen

DONDERDAG 19 APRIL 2018. In de maand voorafgaande aan de gemeenteraadsverkiezingen heb ik de bestuurlijke vernieuwing in de verkiezingsprogramma’s van vijf gemeenten weergegeven: Dordrecht, Tilburg, Zutphen, Harlingen en Heerlen. In de komende weken zal ik een staatsrechtelijk onderwerp behandelen dat naar aanleiding van de officiële verkiezingsuitslagen in een van deze gemeenten speelt. In de afgelopen twee weken zijn Dordrecht (Restzetelverdeling in Dordrecht, Tilburg (Ongeldige en blanco stemmen in Tilburg) en Zutphen (Volmachtstemmen in Zutphen) besproken.

De Friese gemeente HARLINGEN is deze week aan de beurt. De gemeenteraad van deze gemeente bestaat uit 17 leden die in de nieuwe samenstelling zijn verdeeld over 9 fracties of groeperingen. Het onderwerp voor deze gemeente is aannemen van de benoeming. De gekozen kandidaat ontvangt schriftelijk bericht van het centraal stembureau dat hij is gekozen. Hij is niet verplicht om gemeenteraadslid te worden: hij hoeft zijn benoeming niet te aanvaarden. Sterker nog: als hij zijn benoeming wil aanvaarden, dan moet hij dat binnen tien dagen doen en wel door middel van een brief aan het centraal bureau. Als hij dat niet doet, wordt hij geacht zijn benoeming niet te hebben aanvaard. Dan wordt in zijn plaats benoemd de eerstvolgende kandidaat op de lijst (uitzonderingen daargelaten). Dat hoeft niet dezelfde lijst te zijn als de kandidatenlijst die de politieke partij heeft vastgesteld. Het centraal stembureau past de rangschikking op de lijst namelijk zodanig aan dat een kandidaat die genoeg voorkeursstemmen heeft gehaald automatisch die eerstvolgende kandidaat op de lijst wordt. Ook de (eerstvolgende) kandidaat hoeft zijn benoeming niet te aanvaarden. En zo voort. Het is daarom niet uitgesloten dat een gemeenteraad een of meer onvervulbare vacatures heeft. In de gemeente Harlingen hebben alle kandidaten hun benoeming aanvaard!

Artikel V 1 Kieswet luidt (gedeeltelijk): De voorzitter van het centraal stembureau geeft de benoemde schriftelijk kennis van zijn benoeming. De brief, houdende deze kennisgeving, wordt uitgereikt of aangetekend verzonden.

Artikel V 2 luidt (gedeeltelijk): De benoemde draagt er zorg voor dat uiterlijk op de tiende dag na de dagtekening van de kennisgeving van benoeming het vertegenwoordigend orgaan bij brief mededeling ontvangt dat hij de benoeming aanneemt. Is binnen die tijd de mededeling niet ontvangen, dan wordt hij geacht de benoeming niet aan te nemen.

Artikel W 1 luidt (gedeeltelijk): Wanneer in een opengevallen plaats moet worden voorzien, verklaart de voorzitter van het centraal stembureau benoemd de daarvoor in aanmerking komende kandidaat benoemd de kandidaat die in de volgorde, bedoeld in artikel P 19 het hoogst is geplaatst op de lijst waarop degene die moet worden opgevolgd, is gekozen.

Artikel P 19 luidt (gedeeltelijk): Het centraal stembureau rangschikt ten aanzien van iedere lijst de daarop voorkomende kandidaten. (Daarbij) worden, in de volgorde van de aantallen op hen uitgebrachte stemmen, gerangschikt de op de lijst voorkomende kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan 25% van de kiesdeler doch die niet zijn gekozen verklaard.

Artikel W 2 luidt (gedeeltelijk): Bij de toepassing van artikel W 1 wordt buiten rekening gelaten de kandidaat die is overleden of van wie door de voorzitter van het centraal stembureau een schriftelijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen

Artikel W 4 luidt (gedeeltelijk): Indien op geen van de lijsten een kandidaat meer voor benoeming in aanmerking komt, beslist het centraal stembureau dat geen opvolger kan worden benoemd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *