Motie van wantrouwen voor Franse regering

VRIJDAG 5 AUGUSTUS 2022 In de Tweede Kamer van Frankrijk is op 11 juli gestemd over een motie van wantrouwen tegen de regering (motion de censure). Wie heeft het in die Tweede Kamer voor het zeggen en hoe gaat een Franse motie van wantrouwen in haar werk?

MINDERHEIDSREGERING De regering van Frankrijk is sinds de verkiezingen van afgelopen juni een minderheidsregering. Ze kan dus niet steunen op een meerderheid in de Tweede Kamer, Assemblée nationale geheten. De oppositie vormt nu de meerderheid daarin. Die oppositie bestaat uit zowel linkse partijen als rechtse partijen. Linkse oppositiepartijen zijn de LFI van Jean-Luc Mélenchon, de groenen, de sociaaldemocraten en de communisten. Rechtse oppositiepartijen zijn de RN van Marine Le Pen en de centrumrechtse LR.

PREMIER MINISTRE De regering wordt geleid door de Premier ministre; dat is sinds enkele maanden Elisabeth Borne. Een premier wordt benoemd door het staatshoofd. Die kan haar ook weer ontslaan. Staatshoofd is de président, nu Emmanuel Macron. Hij is volgens de grondwet vrij in wie hij tot premier benoemt. In Nederland is dat anders geregeld: weliswaar is het ook volgens onze grondwet zo dat de medewerking  van het staatshoofd (de koning) nodig is om een premier oftewel minister-president te benoemen en te ontslaan, maar deze medewerking wordt zo uitgelegd dat het slechts een formaliteit betreft. Ook de andere Franse ministers worden trouwens door de president benoemd, al gebeurt dat dan op voordracht van de premier.

MEERDERHEIDSREGERING I Als de partij van de president ook de partij is die de Kamermeerderheid bezit, dan heeft de president niet alleen volgens de Franse grondwet (alle) keuzevrijheid in wie hij tot premier benoemt, maar bezit hij ook feitelijk die vrijheid. Voor Macron was dat het geval in de eerste jaren van zijn presidentschap, toen zijn partij – LREM/Renaissance – een ruime absolute meerderheid bezat.

MEERDERHEIDSREGERING II Die meerderheid verdween in de laatste jaren van zijn (eerste) presidentschap doordat een aantal Kamerleden uit zijn partij stapten. Dankzij enkele andere partijen uit het politieke midden bleef een Kamermeerderheid de premier (en de rest van de regering) echter steunen. Ook in zo’n situatie heeft de president ook feitelijk veel keuzevrijheid in wie tot premier wordt benoemd.

COHABITATION Andere politieke verhoudingen kunnen de vrijheid van de président om een premier te kiezen feitelijk ernstig beperken, of zelfs tot nul reduceren. Dat is het geval als de Kamermeerderheid uit partijen bestaat die én tegen het regeringsbeleid zijn én het met elkaar eens zijn over een ander regeringsbeleid. Zo’n situatie wordt ‘cohabitation’ genoemd. Een motie van wantrouwen zal dan snel zijn ingediend en aangenomen. Net als in Nederland moet de Franse regering haar ontslag aanbieden als de Tweede Kamer een motie van wantrouwen aanneemt. De président kan bij ‘cohabitation’ weinig anders doen dan de door de eensgezinde oppositie gewenste premier te benoemen. Via die premier zal hij dan vrijwel geen invloed op het regeringsbeleid kunnen uitoefenen.  

VERDEELDE OPPOSITIE Van zulke politieke verhoudingen lijkt momenteel geen sprake in Frankrijk, ondanks dat er een minderheidsregering is. Weliswaar bezit de oppositie de meerderheid in de Tweede Kamer, maar hun onderlinge verschillen zijn zo groot dat ze het nooit eens zullen kunnen worden over een (ander) regeringsbeleid. Hoewel …. helemaal zeker is dat natuurlijk niet! Bovendien is het niet uitgesloten dat deze oppositiepartijen het over specifieke onderwerpen soms wél eens worden. Dat bleek al enkele weken geleden toen de hele oppositie eensgezind en zeer tegen de zin van de regering in een belangrijke bepaling uit een nieuw coronawetsvoorstel schrapte en dit aldus geamendeerde wetsvoorstel vervolgens werd aangenomen in de Tweede Kamer, Assemblée nationale geheten. 

MOTIE VAN WANTROUWEN: DE INDIENERS Zoals gezegd leidt zowel in Nederland als in Frankrijk een aangenomen motie van wantrouwen ertoe dat de regering haar ontslag moet aanbieden. Maar de details verschillen. In Nederland kan één enkel Kamerlid een motie van wantrouwen indienen. In Frankrijk zijn er minstens 58 Kamerleden nodig om een motie van wantrouwen in te dienen. Dat is een tiende van het totaal aantal Kamerleden (577). In Nederland kan een Kamerlid zo vaak hij of zij dat wil zo’n motie indienen. Een Frans Kamerlid kan dat slechts een beperkt aantal keren doen: slechts drie keer per gewone zitting en zo’n zitting duurt normaliter een vergaderjaar (het vergaderjaar loopt van begin herfst tot ergens in de zomer).  

NUPES Bovenstaande motie van wantrouwen is ingediend door alle 150 Kamerleden van de linkse oppositie. Zoals gezegd bestaat de linkse oppositie uit verschillende partijen en fracties. Zij werken echter intensief met elkaar samen. Die samenwerking gaat terug op de verkiezingen van juni waaraan de linkse partijen onder gemeenschappelijke naam deelnamen: Nupes. Nupes wilde zoveel zetels verwerven dat Macron feitelijk niet anders zou kunnen doen dan de door Nupes gewenste premier te benoemen. Maar met 150 zetels is dat doel niet gehaald. Wat overblijft is dat Nupes de regering-Borne graag ten val wil brengen, bijvoorbeeld door zo vaak mogelijk een motie van wantrouwen in te dienen.

NUPES INDIENERS Waarom heeft Nupes dan haar eerste motie met twee maal zoveel indieners ingediend dan volgens de grondwet nodig is? Voor al die indieners betekent het dat ze daardoor in het lopende vergaderjaar één nieuwe motie van wantrouwen minder kunnen indienen. Ik zat er niet bij toen ze hierover vergaderden, maar het zal ermee te maken hebben dat hun motie van wantrouwen is behandeld tijdens een zogenaamde buitengewone zitting van de Tweede Kamer en een motie van wantrouwen die tijdens zo’n zitting wordt ingediend telt niet mee voor het aantal moties van wantrouwen dat tijdens een gewone zitting mag worden ingediend. Zonder medewerking van de regering is meer dan één buitengewone zitting per jaar trouwens niet mogelijk en bovendien mag zo’n buitengewone zitting maar kort duren. In oktober begint de volgende gewone zitting, het nieuwe vergaderjaar dus. Als ik het goed heb berekend, dan kan Nupes zonder hulp van andere oppositiepartijen in dat nieuwe vergaderjaar minstens zeven moties van wantrouwen indienen, tenminste als ze het aantal indieners zo laag mogelijk houdt.         

MOTIE VAN WANTROUWEN: AANNEMEN Deze motie van wantrouwen is niet aangenomen. Bij de stemming op 11 juli bleek er onvoldoende steun voor de motie. Voor het aannemen van een motie van wantrouwen is in Frankrijk de helft plus één van alle (577) Kamerleden nodig, dus 289. In Nederland hoeft slechts de helft van alle aanwezige Kamerleden zo’n motie te steunen, dat kunnen er dus (veel) minder zijn dan de helft plus één van alle Kamerleden.

MOTIE VAN WANTROUWEN: AFWIJZEN Slechts 146 van de Franse Kamerleden hebben deze motie van wantrouwen gesteund. Zelfs minder dan het aantal indieners. Dagblad Le Figaro berichtte dat enkele mede-indieners niet hebben deelgenomen aan de stemming. Het gaat om enkele sociaaldemocratische Kamerleden van Nupes. Buiten Nupes heeft slechts een enkel Kamerlid de motie gesteund. Met name oppositiepartijen LR en Le Pen’s RN hebben niet vóór de motie gestemd. Als zij dat wél hadden gedaan, dan was er voldoende steun geweest en had de regering-Borne haar ontslag moeten aanbieden. Macron was dan uiteraard president gebleven, want een président kan ook zonder het vertrouwen van de Assemblée nationale.

MÉLENCHON Jean-Luc Mélenchon is de partijleider van LFI, maar ook hij heeft niet vóór de motie gestemd. LFI bezit de helft van alle Nupes zetels. Daardoor is hij ook de ‘leider’ van  Nupes. Mélenchon was kandidaat bij de presidentsverkiezingen van afgelopen april en eindigde in de eerste ronde slechts enkele procenten achter Macron en Le Pen. Daarna heeft hij zich in de campagne voor de Tweede Kamer verkiezingen van juni  ‘verkiesbaar’ gesteld voor het premierschap in de (ijdel gebleken) hoop dat Nupes een Kamermeerderheid zou behalen. Sinds juni is hij evenwel ook geen Kamerlid meer en kon hij dus evenmin vóór de motie van wantrouwen stemmen.   

NAVOLGING? Zou het ook iets voor ons land zijn om voor een motie van wantrouwen een minimumaantal indieners voor te schrijven en een maximumaantal per indiener? Zulke beperkingen versterken de positie van de regering, want zij maken het moeilijker om de regering ten val te brengen. Die sterkere positie van de regering gaat noodzakelijkerwijs samen met een zwakkere positie van het parlement. In Frankrijk was dat bij invoering van de huidige grondwet in 1958 ook de uitdrukkelijke bedoeling. Is er in ons land in de afgelopen decennia reden geweest om de positie van de regering te versterken? In de jaren tachtig konden de kabinetten Lubbers grote maatschappelijke veranderingen doorvoeren, terwijl zij steunden op slechts een kleine meerderheid in de Tweede Kamer. Zelfs kabinetten die steunen op een coalitie van vier partijen met grote onderlinge verschillen (kabinetten Rutte) konden in de afgelopen jaren ingrijpende maatschappelijke veranderingen doorvoeren. Het lijkt er dan ook op dat de positie van Nederlandse regeringen niet hoeft te worden versterkt, en zeker niet ten opzichte van het parlement.  

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 2 september

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *