VRIJDAG 9 NOVEMBER 2018 De burgemeesters van onder andere Rotterdam, Den Bosch, Haarlem en Zoetermeer hebben de Eerste Kamer gevraagd om de burgemeestersbenoeming in de Grondwet te laten. De Eerste Kamer buigt zich volgende week over het wetsvoorstel om de benoeming van burgemeesters en commissarissen van de Koning uit de Grondwet te halen.
Deconstitutionaliseren Als een regeling uit de Grondwet wordt gehaald, spreekt men ook wel van deconstitutionaliseren. Een ander woord voor grondwet is constitutie.
Grondwet nu In de Grondwet staat nu (nog) dat de burgemeester wordt benoemd bij koninklijk besluit. Dat betekent dat de burgemeester wordt benoemd door de regering.
Gemeentewet In de Gemeentewet staat dat de gemeenteraad twee kandidaten aanbeveelt voor het burgemeesterschap waarbij de eerste kandidaat de voorkeur geniet. De minister draagt in beginsel die kandidaat voor om te worden benoemd. De regering hoeft deze voordracht evenwel niet over te nemen, ook niet in beginsel. Als de regering de door de minister voorgedragen persoon altijd wél zou moeten benoemen en de minister de aanbeveling van de gemeenteraad altijd wél zou moeten overnemen in zijn voordracht, dan was de Gemeentewet hier in strijd met de Grondwet. Daarin staat immers dat de regering de burgemeester benoemt. De regering mag van elke voordracht afwijken. Uit de krant begrijp ik dat de regering de voordracht van de minister meestal overneemt.
Grondwet straks Als de Eerste Kamer het wetsvoorstel aanneemt, dan komt er in de Grondwet te staan dat de burgemeester wordt aangesteld, geschorst en ontslagen op een bij de wet te bepalen wijze, en dat krachtens de wet nadere regels kunnen worden gesteld over de daarbij te volgen procedures. De voorgestelde Grondwetsbepaling maakt het dus mogelijk dat de regering geen enkele betrokkenheid meer heeft bij de burgemeestersbenoeming. Dan moet de Gemeentewet wel worden gewijzigd. Zolang dat niet gebeurt, verandert de benoeming ook na de deconstitutionalisering niet. Opvallend is trouwens dat de Grondwettelijke regeling van de burgemeestersbenoeming ná deconstitutionaliseren uit veel meer woorden bestaat!
Tweede Lezing Een wetsvoorstel waarin de Grondwet wordt gewijzigd moet niet één keer maar twee keer door het parlement worden aangenomen. Bovendien is de tweede keer een 2/3 meerderheid van de uitgebrachte stemmen nodig. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel inmiddels twee keer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel de eerste keer in april 2015 aangenomen. Met 48 stemmen voor en 21 stemmen tegen. Dat is genoeg voor een gewone meerderheid. Dat is ook genoeg voor een 2/3 meerderheid. Bij die stemming was echter niet iedereen aanwezig: slechts 69 van de 75 Kamerleden. Bovendien waren er een maand later verkiezingen voor de Eerste Kamer waardoor de samenstelling is gewijzigd. In april 2015 stemden de fracties van CDA, ChristenUnie, SGP en een deel van de PvdA tegen.
BRONNEN:
Artikel 131 Grondwet: De commissaris van de Koning en de burgemeester worden bij koninklijk besluit benoemd.
Artikel 47 Grondwet luidt: Alle wetten en koninklijke besluiten worden door de Koning en door een of meer ministers of staatssecretarissen ondertekend.
Artikel 42 Grondwet luidt: De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
Artikel 61 Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): De raad zendt Onze Minister binnen vier maanden nadat de gelegenheid tot sollicitatie voor de functie is gegeven een aanbeveling inzake de benoeming. Deze aanbeveling omvat twee personen. In een bijzonder, door de raad te motiveren geval, kan worden volstaan met een aanbeveling waarop één persoon vermeld staat. Onze Minister slaat geen acht op een enkelvoudige aanbeveling, indien naar zijn oordeel geen sprake is van een bijzonder geval. Onze Minister volgt in zijn voordracht in beginsel de aanbeveling, met inbegrip van de daarop gehanteerde volgorde, tenzij zwaarwegende gronden aanleiding tot afwijking geven. Een afwijking wordt gemotiveerd.
Wetsvoorstel waarover Eerste Kamer zich volgende week buigt: Artikel 131 van de Grondwet komt te luiden als volgt: De commissaris van de Koning en de burgemeester worden aangesteld, geschorst en ontslagen op een bij de wet te bepalen wijze. Krachtens de wet kunnen nadere regels worden gesteld over de daarbij te volgen procedures.
Artikel 137 Grondwet luidt (gedeeltelijk): Nadat de nieuwe Tweede Kamer is samengekomen, overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.