Vrijdag 12 januari 2018. Vorige week donderdag staakten de buschauffeurs in het hele land, ook in Zuid-Holland. Dat gebeurde onder andere vanwege het hoge werktempo. Als een buschauffeur op zijn ritten vertraging oploopt, gaat die tijd af van zijn lunchpauze en plaspauzes. Een belangrijke rol in het openbaar vervoer per bus is weggelegd voor provincies.
Concessie van de provincie De buschauffeurs zijn weliswaar in dienst van particuliere ondernemingen (zoals Connexxion en Arriva) maar deze vervoerders hebben om busdiensten te rijden een vergunning nodig van de provincie . Dat is zo geregeld in de Wet Personenvervoer 2000 (1). Die vergunning heet in deze wet concessie.
Medebewindstaak voor gedeputeerde staten Het zijn gedeputeerde staten (1a) die besluiten aan welke vervoerder de concessie wordt verleend. Deze wettelijke taak van GS is een voorbeeld van medebewind (2). De gekozen vervoerder is de concessiehouder; gedeputeerde staten zijn de concessieverlener, en daarmee de OV-autoriteit. OV staat hier voor openbaar vervoer.
Concessiegebieden in Zuid-Holland Met uitzondering van Den Haag en Rotterdam en omgeving is Zuid-Holland verdeeld in drie concessiegebieden over land: Zuid-Holland Noord, Drechtsteden/Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (DAV) en Hoekschewaard/Goeree-Overflakkee. Gedeputeerde staten mogen in een concessiegebied slechts één vervoerder concessiehouder maken (3). Die vervoerder bezit in dat gebied dus een wettelijk monopolie; daarin rijdt op alle buslijnen dezelfde vervoerder. In de eerste twee gebieden is dat Arriva; in de laatste Connexxion. De concessies zijn voor meerdere jaren verleend.
DAV-concessie Binnenkort loopt de concessie voor DAV af. Hij is in 2007 verleend en loopt tot eind dit jaar. Gedeputeerde staten (GS) hebben nog geen keuze gemaakt uit de drie vervoerders die zich afgelopen zomer hebben ingeschreven voor de race: EBS, Qbuzz en de huidige concessiehouder Arriva.
Programma van Eisen De concessiehouder zal in elk geval het programma van eisen moeten naleven (4). Het programma van eisen (PvE) is vastgesteld door GS. Vaststelling van een PvE is een wettelijke taak voor GS (5); ook hier dus medebewind voor GS. GS van Zuid-Holland hebben het PvE in maart vorig jaar vastgesteld.
Zuid-Hollandse taak voor provinciale staten In de wet is er voor provinciale staten (5a) geen rol weggelegd bij vergunningverlening of vaststelling PvE. Natuurlijk moeten GS aan provinciale staten ook over de uitvoering van medebewindstaken verantwoording afleggen en vragen van individuele statenleden beantwoorden (6). In Zuid-Holland hebben provinciale staten echter van GS afgedwongen dat het PvE wordt gebaseerd op een beleidskader dat provinciale staten hebben vastgesteld. Het beleidskader voor de DAV-concessie is in november 2016 vastgesteld. Provinciale staten konden op die manier toch invloed uitoefenen op het busvervoer. Ik heb in beleidskader of PvE niets kunnen vinden over werktempo en het lijkt erop dat regeling van zo’n onderwerp in PvE of in concessievoorschriften wel degelijk juridisch mogelijk is (7).
Noten:
1: artikelen 19 lid 1 en 22 lid 2 Wet Personenvervoer 2000 (WPV)
1a: zie mijn blog over gedeputeerde staten Gedeputeerde staten
2: artikel. 124 lid 2 Grondwet
3: artikel 1 definitie concessie WPV
4: artikel 34 lid 1 WPV
5: art 44 lid 1 WPV
5a: zie mijn blog over provinciale staten Provinciale staten
6: artikel 176 Provinciewet. Zie ook mijn blog over de verhouding gedeputeerde staten en provinciale staten in het algemeen Gedeputeerde staten
7: artikelen 44 en 32.