VRIJDAG 2 OKTOBER 2020 De Eerste Kamer buigt zich momenteel over aanpassing van de Mediawet. De Mediawet wet gaat over de televisie- en radio-omroepen. Onderdeel van de aanpassing is de invoering van een verbod voor landelijke bestuurders van politieke partijen om bestuurder of commissaris van een publieke omroeporganisatie te worden. Wat is hier aan de hand?
PUBLIEK Niet alle omroeporganisaties in Nederland zijn publieke omroeporganisaties. Zo zijn bijvoorbeeld SBS6, Net5 en Veronica geen publieke maar commerciële omroeporganisaties. Het verbod uit het wetsvoorstel betreft alleen de publieke omroep. AVROTROS, BNNVARA, KRO-NCRV, EO, VPRO en MAX zijn wél publieke omroeporganisaties.
TWEEDE KAMER De Tweede Kamer heeft vorig jaar ingestemd met aanpassing van de Mediawet, officieel Mediawet 2008 geheten. Hoewel het wetsvoorstel daarvoor van de regering kwam, was daarin geen verbod opgenomen voor bestuurders van politieke partijen om bestuurder of commissaris van een publieke omroeporganisatie te zijn. Dat verbod is er pas in opgenomen door een amendement van de Tweede Kamer.
AMENDEMENT Een amendement is een wijziging van een wetsvoorstel. Het amendement was voorgesteld door de Tweede Kamerleden Thierry Aartsen (VVD) en Harry van der Molen (CDA). Zij vonden het onwenselijk dat bestuurdersleden van politieke partijen invloed mogen uitoefenen bij een publieke omroeporganisatie, omdat een vrije pers gevrijwaard dient te blijven van politieke bemoeienis, en vermenging van politiek en media onwenselijk is. De Tweede Kamer heeft het amendement (unaniem) aangenomen.
EERSTE KAMER Een wetsvoorstel dat door de Tweede Kamer is aangenomen, gaat geamendeerd naar de Eerste Kamer. Voor de totstandkoming van een wet is namelijk instemming van Tweede én Eerste Kamer nodig. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer bleek dat een grote meerderheid van de Eerste Kamer moeite had met het amendement Aartsen/Van der Molen. Met de rest van het wetsvoorstel had zij geen moeite. De Eerste Kamer deed daarom een beroep op de Raad van State. Zij wilde van de Raad van State horen of het amendement schending van de (grondwettelijke) verenigingsvrijheid oplevert.
VERENIGINGSVRIJHEID Alle publieke omroeporganisaties zijn verenigingen volgens het burgerlijk recht. Verenigingsvrijheid is een mensenrecht en een grondrecht. In de Grondwet is het geregeld in artikel 8. Dat artikel luidt als volgt: Het recht tot vereniging wordt erkend. Bij de wet kan dit recht worden beperkt in het belang van de openbare orde. De Raad van State gaf het volgende oordeel. Het amendement Aartsen/Van der Molen beperkt de mogelijkheid om te worden gekozen tot lid van een orgaan van een vereniging, zoals het bestuur en de raad van toezicht. Beperkt wordt zowel de mogelijkheid om tot bestuurder van een politiek partij te worden gekozen als de mogelijkheid om tot bestuurder of interne toezichthouder van een publieke omroeporganisatie te worden gekozen. Daardoor is het amendement een beperking van de verenigingsvrijheid. Nu is het niet zo dat elke beperking van de verenigingsvrijheid ook altijd een schending van die verenigingsvrijheid oplevert. Net als veel andere grondrechten kan de verenigingsvrijheid namelijk rechtmatig worden beperkt. Voor de verenigingsvrijheid mag dat echter alleen gebeuren in het belang van de openbare orde. De beperkingen uit het amendement zijn niet in het belang van de openbare orde. De Raad van State concludeert dan ook dat het amendement in strijd is met (het grondrecht van) de verenigingsvrijheid.
LEDEN De Raad van State kijkt voor wat betreft de verenigingsvrijheid naar het recht om gekozen (en benoemd) te worden in het bestuur of de raad van toezicht van een vereniging. Maar wie kiest eigenlijk die bestuurders en die commissarissen? Commissarissen zijn de leden van de raad van toezicht van een vereniging. In beginsel is dat de Algemene (Leden) Vergadering; dat staat zo in het Burgerlijk Wetboek. Dat is de vergadering waar elk lid zijn (ene) stem mag uitbrengen en besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen, bijvoorbeeld de benoeming van het bestuur. In beginsel, want in de statuten van de vereniging mag hiervan tot op zekere hoogte worden afgeweken, bijvoorbeeld door daarin te regelen dat alleen afgevaardigden mogen stemmen op de Algemene Vergadering. Een Algemene Vergadering die uit afgevaardigden bestaat heet dan ook geen Algemene Leden Vergadering, maar bijvoorbeeld verenigingsraad of ledenraad. Die afgevaardigden moeten op hun beurt trouwens wél door de leden zijn gekozen. In de statuten mag zelfs geregeld zijn dat de helft van de bestuurders en de helft van de commissarissen door anderen dan de leden (of hun afgevaardigden) wordt gekozen.
GEEN AMENDEMENTSRECHT Waarschijnlijk zou voor de Eerste Kamer het oordeel van de Raad van State over de schending van de verenigingsvrijheid reden zijn geweest om het wetsvoorstel te verwerpen. De Eerste Kamer mag een wetsvoorstel namelijk alleen aannemen of verwerpen. Het mag dus niet slechts het geamendeerde deel van het wetsvoorstel verwerpen en de rest van het wetsvoorstel aannemen. Dat zou een verkapt amendementsrecht opleveren. De Eerste Kamer heeft geen amendementsrecht; alleen de Tweede Kamer heeft dat. De regering heeft het niet zo ver willen laten komen dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel verwerpt.
NOVELLE Zij heeft namelijk bij de Tweede Kamer een novelle ingediend. Wat is een novelle? Een novelle is een wetsvoorstel dat een door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel wil verbeteren of aanvullen. De Eerste Kamer mag zelf geen novelle indienen. De regering dient een novelle in om te voorkomen dat de Eerste Kamer een wetsvoorstel verwerpt. Nadat de Tweede Kamer met een novelle heeft ingestemd, wordt die aan de Eerste Kamer voorgelegd. Normaliter neemt de Eerste Kamer vervolgens zowel die novelle aan als het wetsvoorstel zoals dat door de Tweede Kamer is aangenomen. De combinatie van novelle en wetsvoorstel levert de wet op die de Eerste Kamer graag ziet. Novelles komen niet vaak voor. Jaarlijks gaat het volgens Wikipedia om twee tot drie. Een novelle lijkt op een verkapt amendementsrecht voor de Eerste Kamer. Zoals gezegd ontbreekt het de Eerste Kamer aan dat recht. Staatsrechtelijk zou de novelle dus problematisch zijn. In de juridische literatuur wordt echter verwezen naar een oordeel van de Raad van State uit 1975 waarin staat dat novelles staatsrechtelijk geoorloofd zijn, als ze slechts af en toe worden ingediend.
PARTIJBONZEN De novelle die de regering voor de aangepaste Mediawet heeft ingediend, houdt in dat het amendement Aartsen/Van der Molen zal worden geschrapt uit het door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel. Daardoor zal het oorspronkelijke regeringsvoorstel weer in ere worden hersteld. Met die novelle is inmiddels door de Tweede Kamer ingestemd. Dat gebeurde unaniem. De Eerste Kamer moet zich er nog over buigen. De Eerste Kamer moet zich nu buigen over twee voorstellen: het wetsvoorstel voor een aangepaste Mediawet (inclusief het amendement Aartsen/Van der Molen) én de novelle die dit amendement weer schrapt uit dit wetsvoorstel. Zodra de Eerste Kamer met beide heeft ingestemd, komt de aangepaste Mediawet 2008 tot stand. Dat wil zeggen: exclusief het amendement Aartsen/Van der Molen. Partijbonzen kunnen dan opgelucht adem halen.
UNANIEM Novelle en amendement Aartsen/Van der Molen regelen het tegenovergestelde: óf een landelijke bestuurder van een politieke partij mag bestuurder of commissaris van een omroeporganisatie worden (novelle) of hij mag dat niet (amendement). Dat dezelfde Tweede Kamer beide heeft aangenomen, is niet zo vreemd. Anders zou een novelle nooit succesvol die Kamer kunnen passeren. Beetje vreemd is wél de unanimiteit waarmee de Tweede Kamer met beide akkoord is gegaan.
(Mr. Leon)