DONDERDAG 8 OKTOBER 2020 Deze week was er veel ophef over de kerkdiensten in de Overijsselse gemeente Staphorst. Daar waren in een kerk met 2300 zitplaatsen 550 kerkgangers toegelaten. Aan welke aantallen kerkgangers moeten kerken zich in coronatijden houden?
KERKDIENST In dit blog zijn kerkdiensten samenkomsten in een kerkgebouw van mensen die in gemeenschap met anderen hun godsdienst belijden. Een kerkdienst is uitoefening van de godsdienstvrijheid. In de Grondwet wordt deze vrijheid beschermd in artikel 6. Voor zover hier relevant staat daarin dat ieder het recht heeft om in een gebouw zijn godsdienst in gemeenschap met anderen vrij te belijden. De Grondwet beschermt ook de uitoefening van de godsdienstvrijheid buiten gebouwen, maar die bescherming gaat iets minder ver; hij wordt in dit blog niet verder besproken.
NOODVERORDENING Vanwege de corona crisis hebben de voorzitters van de veiligheidsregio’s noodverordeningen vastgesteld. Dat gebeurt al sinds maart, en sindsdien zijn die noodverordeningen diverse keren (ingrijpend) gewijzigd. Er zijn in Nederland 25 veiligheidsregio’s. Elke veiligheidsregio stelt haar eigen noodverordening vast, maar in de praktijk zijn ze inhoudelijk allemaal zo goed als gelijk. Het Veiligheidsberaad, een bestuurlijk overleg van de 25 voorzitters, heeft een model noodverordening opgesteld; die is in elke veiligheidsregio praktisch een op een overgenomen. Bijvoorbeeld in de Veiligheidsregio IJsselland, waar Staphorst onder valt.
GEBOUW In de noodverordeningen staat sinds vorige week dinsdag onder andere (weer) een regeling over samenkomsten van personen die in gemeenschap met anderen hun godsdienst belijden in een gebouw, zoals een moskee, kerk, synagoge of boeddhistische tempel. Gemakshalve spreek ik alleen over kerken. Maar wat voor de kerken geldt, geldt ook voor de andere gebedshuizen. Een gebouw wordt in de noodverordening trouwens ruim opgevat. Zo zijn ook een tent en een schip gebouwen.
CAFÉ Voor bijvoorbeeld cafés, restaurants, theaters en bioscopen staat in de noodverordening een vast maximum van 30 bezoekers. Dat aantal geldt per zelfstandige ruimte in het gebouw. Voor het hele gebouw kan er dus een hoger maximumaantal gelden.
KERK De noodverordening kent geen vast maximum voor het aantal kerkgangers in een kerkdienst. Ook voor uitvaarten en het religieuze deel van de huwelijksplechtigheid is dat er niet. Dat is er evenmin voor allerlei samenkomsten die geen religieuze bijeenkomst of plechtigheid zijn. Zoals markten, demonstraties, vergaderingen, sportbeoefening, treinen en hotels.
SCHOUWBURG Ook voor sommige schouwburgen geldt het vaste maximumaantal van 30 bezoekers niet, maar dat geldt alleen dan niet als de veiligheidsregio een maximumaantal bezoekers bepaalt dat daarin dan wél tegelijk mag worden toegelaten. In Veiligheidsregio IJsselland is dat o.a. gebeurd voor de schouwburg in Deventer en een schouwburg in Zwolle; voor beide is het nieuwe maximumaantal bepaald op 250 bezoekers per voorstelling. Verder zijn ook kantoren en werkplaatsen uitgezonderd van het vaste maximumaantal van 30, voor zover dat noodzakelijk is voor de continuering van hun dagelijkse activiteiten; in dat geval geldt landelijk een vast maximumaantal van 100 personen, per zelfstandige ruimte.
PLACERING EN RESERVERING Dat er voor kerken geen maximumaantal van 30 kerkgangers geldt, betekent niet dat voor hen geen bijzondere voorschriften gelden. Zo moeten alle kerkgangers een vaste zitplaats krijgen (placering). Placering is niet nodig voor bijvoorbeeld kantoren. Als er meer dan 100 kerkgangers zijn, moet er bovendien gereserveerd worden en gevraagd naar ziekteverschijnselen van COVID19 (de gezondheidsverificatie). Op een markt en bij een demonstratie is ongeacht het aantal aanwezigen reservering noch gezondheidsverificatie nodig.
ANDERHALVE METER Ook al zijn de kerken uitgezonderd van het maximumaantal van 30 personen, dat betekent nog niet dat alle zit- en staanplaatsen bezet mogen worden. Zo moeten kerken – uiteraard – zorgen voor anderhalve meter afstand tussen de kerkgangers (de bekende uitzonderingen daargelaten). In Staphorst leidde dat afgelopen zondag tot een allesbehalve volle kerk.
AFSPRAAK Afgelopen maandag heeft de minister van Justitie en Veiligheid gesproken met vertegenwoordigers van kerken, synagogen, moskees en (boeddhistische) tempels in Nederland. Dat heeft geresulteerd in afspraken, zoals dat men bij alle samenkomsten het aantal personen zoveel mogelijk zal beperken tot 30. Dus ook bij kerkdiensten. Volgens de minister is deze afspraak niet juridisch afdwingbaar.
BEPERKING GRONDRECHT? Noodverordeningen zijn wél juridisch afdwingbaar. Tenminste voor zover ze niet in strijd zijn met hoger recht. Grondrechten in de Grondwet zijn van hoger recht. Stel dat de afspraak van afgelopen maandag zou worden opgenomen in een noodverordening, is hij dan wél juridisch afdwingbaar? Niet volgens de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van regering en parlement. Dat leid ik af uit een oordeel dat de raad in mei van dit jaar gaf. De raad oordeelde toen dat het grondrecht van de godsdienstvrijheid wordt beperkt als de overheid een maximumaantal van 30 kerkgangers per kerkdienst voorschrijft. Dat grondrecht staat in artikel 6 van de Grondwet. Daarin staat zoals gezegd dat ieder het recht heeft om in een gebouw zijn godsdienst in gemeenschap met anderen vrij te belijden. Alleen als het om een acute situatie gaat en om een korte periode, zou er volgens de raad bij een redelijke uitleg van dit grondrecht misschien geen sprake zijn van zo’n beperking. Van zo’n situatie of periode lijkt me nu – na ruim een half jaar corona maatregelen – geen sprake meer te zijn.
GEOORLOOFDE BEPERKING? Weliswaar is het grondrecht hoger recht dan de noodverordening, maar niet elke beperking van een grondrecht levert ook strijd op met dat grondrecht. Alleen bij strijdigheid kan een beperking niet juridisch afdwingbaar zijn. Een beperking kan geoorloofd zijn. Dan is er geen strijdigheid. Welke beperkingen geoorloofd zijn en welke dat niet zijn, volgt uit het grondrecht zelf. In het grondrecht van artikel 6 Grondwet staat hierover voor zover relevant: (In een gebouw) heeft ieder het recht zijn godsdienst in gemeenschap met anderen vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Uit het laatste woord – ‘’wet’’ – volgt dat dit grondrecht alleen in een parlementaire wet kan worden beperkt. Dat is een wet die door Tweede én Eerste Kamer is aangenomen, en vervolgens door de regering is ondertekend. Het wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 gaat een parlementaire wet worden, maar het is nu nog maar een voorstel dat bij de Tweede Kamer ligt. Een noodverordening van de voorzitter van een veiligheidsregio is beslist geen parlementaire wet. In een noodverordening mag dus het grondrecht van artikel 6 niet worden beperkt. Als dat toch gebeurt, is de noodverordening in zoverre niet juridisch afdwingbaar.
(Mr. Leon)