Nieuwjaarsdag en Kerstmis in het staatsrecht

Maandag 1 januari 2018. Vandaag is het maandag, maar ook Nieuwjaarsdag. Vorige week maandag en dinsdag was het Eerste en Tweede Kerstdag. Nieuwjaarsdag en Eerste en Tweede Kerstdag zijn algemeen erkende feestdagen. Welke dagen algemeen erkende feestdagen zijn, is in de wet aangewezen. De wet waarin dat is gebeurd is de Algemene termijnenwet. Andere algemeen erkende feestdagen zijn Goede Vrijdag, Tweede Paasdag en Tweede Pinksterdag, Hemelvaartsdag, Koningsdag en 5 mei. Een algemeen erkende feestdag is van invloed op wettelijke termijnen. Voor een algemeen erkende feestdag geldt hetzelfde als voor een zondag of zaterdag: de wettelijke termijn die volgens berekening op zo’n dag afloopt, loopt pas op de eerstvolgende werkdag af. Wie een woning koopt, krijgt drie dagen bedenktijd. Dat is zo geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Wie dus op dinsdag 19 december de koopakte voor zijn nieuwe woning tekende, mocht de koop tot en met vrijdag 22 december ongedaan maken. Wie dat echter een dag later deed, mocht de koop tot en met woensdag 27 december ongedaan maken. Voor een algemeen erkende feestdag geldt niet automatisch dat het een verplichte vrije dag is. Dat is afhankelijk van de arbeidsvoorwaarden en kan per werknemer verschillen.

Artikel 3 lid 1 en 2 van de Algemene termijnenwet luidt: Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze wet zijn: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei. Voor de toepassing van deze wet wordt de Goede Vrijdag met de in het vorige lid genoemde dagen gelijkgesteld.

Artikel 1 lid 1 van deze wet luidt: Een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

Artikel 2 lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek (boek 7) luidt (gedeeltelijk): De koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak wordt, indien de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, schriftelijk aangegaan. De tussen partijen opgemaakte akte of een afschrift daarvan moet aan de koper ter hand worden gesteld, desverlangd tegen afgifte aan de verkoper van een gedateerd ontvangstbewijs. Gedurende drie dagen na deze terhandstelling heeft de koper het recht de koop te ontbinden.

Maire en adjoints au maire in de Franse gemeenteraad

Woensdag 13 december 2017. Een van de eerste dingen die de nieuwe gemeenteraad doet, is het kiezen van de nieuwe burgemeester (maire) en wethouders (adjoints au maire) (1). Burgemeester en wethouders moeten raadslid zijn en zij blijven dit ook (2). Alleen raadsleden met de Franse nationaliteit komen in aanmerking (3). Anders dan in Frankrijk is het in Nederland de regering die de burgemeester benoemt; wel volgt de regering in beginsel de aanbeveling van de gemeenteraad (5). Net als in Frankrijk is het in Nederland de gemeenteraad die de wethouders benoemt (6). Burgemeester en wethouders hoeven geen raadslid te zijn en mogen het niet blijven (7). De burgemeester moet Nederlander zijn (8). Een wethouder niet (9).

Winner takes it all In beginsel is voor de keuze van de raad een een absolute meerderheid nodig. Na twee stemrondes voldoet echter de relatieve meerderheid (10). Voor wat betreft de burgemeester stemmen de raadsleden op personen. De persoon die de meeste stemmen heeft, wordt burgemeester. Voor wat betreft de wethouders stemmen de raadsleden op lijsten. Op een lijst staan verschillende personen. De lijst die de meeste stemmen heeft, levert de wethouders. Alle personen die op die lijst staan, worden wethouder. Alle personen die op een van de andere lijsten staan, worden geen wethouder (11). In de praktijk wordt burgemeester de lijsttrekker van de lijst die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen van de burger heeft gekregen. Ook alle nieuwe wethouders stonden op deze lijst. Die lijst is bij de raadsverkiezingen beloond met de prime majoritaire Prime majoritaire en het weren van kleine partijen bij gemeenteraadsverkiezingen en heeft dus altijd de absolute meerderheid in de gemeenteraad (zie mijn blog van 30 november 2017). Kortom: the winner takes it all. De lijst bestaat in de praktijk meestal uit kandidaten van verschillende politieke partijen, zodat er toch verschillende politieke partijen zijn vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De burgemeester kan een of meer andere raadsleden taken en bevoegdheden van een wethouder geven (12). Sommige wethouders zijn dus door de raad gekozen; anderen door de burgemeester.

Besançon In de Oost-Franse gemeente Besançon heeft bij de gemeenteraadsverkiezingen de lijst met linkse partijen gewonnen (Prime majoritaire en het weren van kleine partijen bij gemeenteraadsverkiezingen). Deze lijst was een alliantie van de sociaal-democratische PS, de communistische PCF en de groene EELV. Lijsttrekker Jean-Louis Fosseret is burgemeester geworden. Alle 16 (!) wethouders die de raad heeft gekozen, stonden op zijn lijst. Fosseret heeft daarnaast 24 (!) andere raadsleden tot feitelijk wethouder gemaakt. Daardoor zijn nu 41 kandidaten op de winnende lijst bij de raadsverkiezingen burgemeester of wethouder geworden. Burgemeester en sommige wethouders zijn in de tussentijd overigens van politieke partij geswitcht en lid geworden van een partij die niet aan de raadsverkiezingen heeft meegedaan, namelijk Macron’s LREM.

Grotere politieke houdbaarheid wethouders Burgemeester en wethouders worden gekozen voor de hele termijn van de gemeenteraad (13), voor zes jaar dus. De gemeenteraad kan hen niet tussentijds ontslaan. Alleen de regering kan een wethouder of burgemeester ontslaan (14). Ook in Nederland kan alleen de regering een burgemeester ontslaan, maar de aanbeveling van de gemeenteraad telt daarbij wel zwaar mee (15). Echter, in Nederland kan de gemeenteraad een wethouder tussentijds zonder meer ontslaan in wie hij geen vertrouwen meer heeft (16). Dat gebeurt ook en daardoor is de politieke houdbaarheid van wethouders in Nederland kleiner dan in Frankrijk.

Burgemeester is veel meer de baas De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad (17), net als in Nederland (18). En net als in Nederland (20), heeft de burgemeester diverse bevoegdheden op het gebied van de openbare orde (19). Anders dan in Nederland, is het echter de burgemeester die alle bevoegdheden heeft voor het dagelijks bestuur van de gemeente. Alle uitvoerende macht rust op grond van de wet bij hem. Een wethouder heeft alleen maar bevoegdheden en taken indien en voor zover hij die van de burgemeester heeft gekregen. De burgemeester blijft ook dan verantwoordelijk en de wethouder is hiërarchisch ondergeschikt aan hem. Hij kan de wethouder de bevoegdheden weer afnemen (21). Niet voor niets heten de wethouders in Frankrijk dan ook toegevoegden aan de burgemeester. Hoe anders is dat in Nederland geregeld. Andere bevoegdheden voor het dagelijks bestuur dan op het gebied van de openbare orde rusten bij burgemeester en wethouders gezamenlijk (22). Burgemeester en wethouders zijn gezamenlijk, als college, verantwoordelijk. Zij kunnen een of meer van hen machtigen tot uitoefening van hun bevoegdheden (23). In de praktijk gebeurt dat ook: wethouders en soms ook burgemeester hebben in de praktijk een eigen portefeuille. Die wethouder oefent dan bevoegdheden uit namens en onder verantwoordelijkheid van het hele college (24). Het college kan hem daarbij aanwijzingen geven (25).

Noten

1:artikel L2121-7 Code général des collectivités territoriales, afgekort tot CGCT

2:artikel 2122-1 CGCT

3:artikel LO 2122-4-1 CGCT

5:artikel 61 Gemeentewet

6:artikel 35 Gemeentewet

7:artikel 68 en 36b Gemeentewet

8:artikel 63 Gemeentewet

9:artikel 36a juncto 10 Gemeentewet

10:artikel L2122-7 en L2122-7-2 CGCT

11:artikel L2122-7-2 CGCT

12:artikel 2122-18 CGCT

13:artikel L2122-10 CGCT

14:artikel L2122-16CGCT

15:artikel 61b Gemeentewet

16:artikel 49 Gemeentewet

17:artikel 2121-14

18:artikel 9 Gemeentewet. CGCT

19:artikel 2221-1 e.v. CGCT)

20:artikel 172 e.v. Gemeentewet

21:artikel L2122-18 CGCT

22:artikel 160 Gemeentewet

23:artikel 168 lid 1 Gemeentewet

24:artikel 168 lid 2 Gemeentewet

25:artikel 168 lid 3 Gemeentewet

Het Onze Vader

Dinsdag 19  december 2017. Miljoenen mensen in Nederland bidden wel eens het Onze Vader, in de kerk, in de privésfeer of in het openbaar. Sommigen wel meerdere keren op een dag. Zij belijden daarmee hun godsdienst. Ze hebben daartoe het volste recht. De Grondwet verleent hen namelijk dit recht met onder andere het grondrecht van de vrijheid van godsdienst. Het Onze Vader is een officieel gebed van de rooms-katholieke kerk; de woorden liggen vast. Paus Franciscus heeft in een interview gezegd dat in sommige vertalingen (waaronder de Nederlandse) enkele woorden uit het Onze Vader onduidelijk zijn en tot misverstand onder de gelovigen kunnen leiden. Hij roept de bisschoppen uit die landen op tot een wijziging van de vertaling te komen. In de rooms-katholieke kerk is het blijkbaar zo geregeld dat de vertaling van het Onze Vader een bisschoppelijke aangelegenheid is. De interne regeling van een godsdienst maakt deel uit van het grondrecht van de vrijheid van godsdienst.  Die godsdienstvrijheid wordt niet alleen in de Grondwet maar ook in verdragen beschermd, zoals het (Europees) Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, afgekort tot EVRM.

Artikel 6 lid 1 Grondwet (gedeeltelijk) luidt: Ieder heeft het recht zijn godsdienst, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden.

Artikel 9 lid 1 EVRM (gedeeltelijk) luidt: Een ieder heeft recht op vrijheid van godsdienst; dit recht omvat de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé zijn godsdienst te belijden in erediensten, in onderricht, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften.

Recente ontwikkelingen bij Franse politieke partijen

Vrijdag 22 december 2017. Welke ontwikkelingen hebben zich in de afgelopen maanden bij politieke partijen in Frankrijk voorgedaan? De lijst is niet volledig! Tussen haakjes staan hun afkortingen.

Les Républicains (LR) Na interne verkiezingen heeft deze partij heeft begin december een nieuwe partijvoorzitter gekozen: Laurent Wauquiez, de meest rechtse kandidaat. Hij won de verkiezingen al in de eerste ronde met ¾ van de stemmen. Wauquiez wordt politiek geïnspireerd door (oud-president van Frankrijk) Nicolas Sarkozy. Voor de twee andere kandidaten vormden respectievelijk François Fillon en Alain Juppé de politieke inspiratiebron. Oppositiepartij.

Agir – La Droite constructive (Agir) Dit is een nieuwe partij. Zij is begin december opgericht door parlementariërs die in de Assemblée nationale (een deel van) de groepering Les Constructifs vormen. Ze zijn Kamerleden in de Assemblée nationale die voor Les Républicains zijn gekozen en die in juli uit de LR fractie zijn gestapt, omdat zij zich constructief wilden opstellen tegenover de regering.

La république en marche (LREM of LRM) Deze partij van Emmanuel Macron heeft eind november een délégué général gekozen: Christophe Castaner. Dat is een soort van partijvoorzitter. Hoewel op democratische wijze gekozen, heeft Macron hem al in een vroeg stadium als zijn (gewenste) opvolger aangewezen. Coalitiepartij.

Mouvement démocrate (MoDem) Het partijvoorzitterschap van oprichter François Bayrou is onlangs verlengd. Coalitiepartij.

Parti socialiste (PS) In april 2018 wordt de nieuwe partijvoorzitter gekozen (premier secrétaire). Er zijn nog geen officiële kandidaten, maar het ziet er naar uit dat er een groot aantal kandidaten zal komen. Op dit moment is de functie vacant; Jean-Christophe Cambadélis heeft in juni ontslag genomen in verband met de nederlaag bij de verkiezingen voor de Assemblée nationale. Oppositie in Assemblée nationale; neutraal in Sénat.

Génération-s le mouvement Deze beweging is afgelopen zomer opgericht door Benoît Hamon, de presidentskandidaat van de parti socialiste in mei, onder de naam Mouvement du 1er Juillet (afgekort tot M1717). Begin december is het als politieke partij opgericht onder de nieuwe naam.

Mouvement radical Deze beweging is opgericht in december, maar vormt eigenlijk het begin van de fusie tussen de rechtse Parti radical valoisien en de linkse Parti radical de gauche. Beide vormden tot 1972 al één partij (Parti radical geheten) maar hebben zich toen gesplitst. Daarna heeft Parti radical valoisien zich bij (de voorlopers van) Les Républicains aangesloten en Parti radical de gauche bij de Parti socialiste. De oorspronkelijke Parti radical is opgericht in 1901, een oude partij dus; de Parti radical valoisien is daarvan officieel de opvolger. Het woord radicaal in de namen van de partijen heeft niets met radicaal-links of radicaal-rechts te maken. Neutraal, terwijl de Parti radical de gauche zelfs coalitiepartij is.

Nieuwe verordening precariobelasting Zuid-Holland

Vrijdag 22 december 2017. Provinciale staten van Zuid-Holland hebben afgelopen woensdag 20 december hun maandelijkse vergadering gehouden. Op de agenda stond onder andere het voorstel voor de Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2018, bij agendapunt 3 onderdeel e. Het voorstel is om de huidige verordening hier en daar gewijzigd vast te stellen en te laten gelden vanaf 1 januari.

Precariobelasting is een belasting die de provincie heft voor het hebben van voorwerpen die zich op, onder of boven provinciale grond bevinden (1), zoals een ligplaats voor een boot op het water, een standplaats voor een bloemenkiosk op het trottoir, een reclamebord boven de straat of een ondergrondse leiding (2).

Wie er besluit. Provinciale staten zijn degenen die mogen besluiten over het voorstel (3). Gedeputeerde staten hebben het voorstel gemaakt, omdat zij de beslissingen van provinciale staten moeten voorbereiden (4). Portefeuillehouder is gedeputeerde Jeannette Baljeu (VVD).

Zonder beraadslaging of stemming. Het voorstel stond op de agenda onder de hamerstukken en dus hebben provinciale staten er niet over beraadslaagd. Er is ook niet gestemd over het voorstel, omdat er geen stemming gevraagd is. In dat geval stelt de voorzitter – dat is de commissaris (5) – dat het voorstel is aangenomen (6), zoals ook afgelopen woensdag gebeurde. Eén fractie heeft een stemverklaring afgelegd: de fractie van de PVV zegt daarin dat zij tegen het voorstel is, omdat zij tegenstander is van (elke) provinciale precariobelasting. De provincie is niet verplicht om precariobelasting te heffen. Alle andere fracties steunen het voorstel echter.

Pas gelding na bekendmaking. De Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2018 is een verordening die is bedoeld om voor burgers te gelden, zoals ondernemers. Dus heeft de verordening externe werking en is het een algemeen verbindend voorschrift. Een algemeen verbindend voorschrift van de provincie kan pas gaan gelden nadat het is bekendgemaakt in het Provinciaal Blad (7); dit blad is ook digitaal te lezen. De commissaris en de griffier moeten alle stukken ondertekenen die van provinciale staten uitgaan (8), inclusief het stuk waarmee het besluit van provinciale staten wordt ingeschreven in het Provinciaal Blad. In de verordening staat dat zij gaat gelden vanaf 1 januari 2018 (9). Inschrijving in het provinciaal blad zal dus moeten gebeuren tussen 21 december (dag na vaststelling) en 1 januari.

Noten

1:artikel 222c Provinciewet

2:Tarieventabel bij Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2018

3:artikel 220 Provinciewet

4:artikel 158 Provinciewet

5:artikel 9 Provinciewet

6:artikel 39 Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland

7:artikel 136 Provinciewet

8:artikel 32a Provinciewet

9:artikel 17 Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2018

Beledigingen in een gemeenteraad

Maandag 18 december 2017. De politieke partijen Denk en Leefbaar Rotterdam doen allebei mee aan de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Vertegenwoordigers van beide partijen discussieerden afgelopen zondag met elkaar in een televisieprogramma. Het ging er verbaal af en toe hard aan toe. Het is aannemelijk dat het er in de vergaderingen van de nieuwe gemeenteraad nog harder aan toe zal gaan. Men zou daarin bijvoorbeeld beledigende of ongepaste termen kunnen gebruiken; belediging is een misdrijf uit het Wetboek van Strafrecht. Kan het strafbaar zijn wat gemeenteraadsleden en wethouders in zo’n vergadering zeggen? Nee, want in de Gemeentewet is uitgesloten dat raadsleden en wethouders kunnen worden vervolgd voor wat zij in de raadsvergadering hebben gezegd. Wel mag de voorzitter van de Rotterdamse raadsvergadering een raadslid of wethouder die beledigende of ongepaste uitdrukkingen gebruikt tot de orde roepen en zo nodig het woord ontnemen. Dat is geregeld in het reglement van orde van de gemeenteraad.

Artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht luidt: Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

Artikel 22 van de Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): De leden van het gemeentebestuur en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergadering van de raad hebben gezegd of aan de raad schriftelijk hebben overgelegd. 

Artikel 39 lid 1 en 2 van het Reglement van Orde voor vergaderingen van de raad (2016) van Rotterdam luidt (gedeeltelijk): Indien een spreker zich beledigende of ongepaste uitdrukkingen veroorlooft of op welke wijze dan ook de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Wanneer een spreker voortgaat met het bezigen van beledigende of ongepaste uitdrukkingen, het storen van de orde of het afwijken van het onderwerp in beraadslaging, ontneemt de voorzitter hem het woord. In de vergadering waarin dit plaats heeft mag het lid van wie het woord is ontnomen, aan de beraadslagingen over het onderwerp in behandeling niet meer deelnemen

Drechtraad

Donderdag 14 december 2017. Dordrecht en vijf kleine buurgemeenten werken op een aantal terreinen met elkaar samen als Drechtsteden. De juridische vorm voor deze vrijwillige samenwerking is de gemeenschappelijke regeling. De Wet gemeenschappelijke regelingen regelt de gemeenschappelijke regelingen die niet alleen daar maar overal in Nederland bestaan. Een gemeenschappelijke regeling heeft onder andere een algemeen bestuur. Dat bestaat uit gemeenteraadsleden. Elke gemeenteraad moet volgens deze wet uit zijn midden enkele afgevaardigden kiezen. Het algemeen bestuur in Drechtsteden heet Drechtraad. Alle fracties in de zes gemeenteraden hebben één fractielid afgevaardigd naar de Drechtraad. Ik neem aan dat de gemeenteraden die keuzes vervolgens hebben bekrachtigd. Bij het nemen van een besluit in de Drechtraad is het niet zo dat elke afgevaardigde één stem heeft. De ene afgevaardigde heeft meer stemmen dan de andere (”meervoudig stemrecht”). Het aantal stemmen dat een afgevaardigde heeft, wordt bepaald door het aantal stemmen dat zijn fractie bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen heeft gekregen. De stem van de afgevaardigde van de grootste fractie in de gemeenteraad van Dordrecht telt dus veel zwaarder dan van de afgevaardigde van de kleinste fractie in de gemeenteraad van Papendrecht. De stem van de afgevaardigde van de lokale partij Beter voor Dordt (14 zetels in de gemeenteraad van Dordrecht) telt dus veel zwaarder dan die van de afgevaardigde van GroenLinks in Papendrecht (1 zetel in de gemeenteraad van Papendrecht). Is dit wel in overeenstemming met de wet, zie de laatste alinea hieronder?

Artikel 1 lid 1 Wet gemeenschappelijke regelingen luidt (gedeeltelijk): De raden van twee of meer gemeenten kunnen een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten.

Artikel 12 lid 1 luidt: Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.

Artikel 13 lid 1 luidt (gedeeltelijk): Het algemeen bestuur bestaat uit leden die per deelnemende gemeente door de raad uit zijn midden worden aangewezen.

Artikel 13 lid 4 luidt (gedeeltelijk): De regeling kan inhouden, dat de aantallen leden, die door de raden van de deelnemende gemeenten worden aangewezen, onderling verschillen en dat leden, aangewezen door de raden van bepaalde deelnemende gemeenten, meervoudig stemrecht hebben.

De agenda van provinciale staten van Zuid-Holland

Vrijdag 15 december 2017. Woensdag 20 december vergadert provinciale staten van Zuid-Holland. De Statenleden hebben twee weken eerder een uitnodiging ontvangen van de commissaris van de Koning. Daarbij zaten ook de agenda en vergaderstukken; vanaf dat moment kan iedereen ze inzien (1), bijvoorbeeld op de website van de provincie (2).

Conceptagenda De agenda is hier de conceptagenda. Hij wordt pas definitief aan het begin van de vergadering. Dan wordt de agenda namelijk vastgesteld door provinciale staten; meestal is dat bij agendapunt 1, de regeling van werkzaamheden (3).

Agendacommissie De conceptagenda wordt opgesteld door de Agendacommissie (4). Daarin hebben zitting de commissaris, de vier commissievoorzitters en de voorzitter van de Commissie voor Onderzoek van de Rekening. Voorzitter is de commissaris. De griffier maakt er ook deel van uit, maar als er gestemd wordt, mag hij niet meestemmen (5). Bij een stemming beslist de meerderheid van de aanwezigen; bij het staken der stemmen beslist de commissaris (6). De vergaderingen zijn in beginsel openbaar (7). Er wordt ook een verslag van gemaakt dat iedereen op de website van de provincie zou kunnen inzien (8), maar ik heb er nog geen kunnen vinden.

Toevoegen van agendapunten. Elk Statenlid kan voorstellen een agendapunt toe te voegen aan de conceptagenda (9). Hij moet zijn voorstel wel toelichten (10). Voor de vergadering van 20 december stellen statenleden van GroenLinks en 50PLUS voor om de (ontwerp) Nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2018-2021 toe te voegen aan de agenda. Provinciale staten zullen beslissen of het agendapunt daadwerkelijk wordt toegevoegd; die beslissing nemen ze bij agendapunt 1.

Bespreekstukken en hamerstukken. De Agendacommissie maakt niet alleen een concept van de agendapunten maar ook of bij een agendapunt sprake is van bespreekstuk of hamerstuk (11). Bij een bespreekstuk nemen provinciale staten pas een besluit na beraadslagingen. Bij een hamerstuk nemen zij een een besluit zonder beraadslagingen. De bespreekstukken staan bij agendapunt 2; de hamerstukken bij agendapunt 3.

Noten

1:artikel 19 Provinciewet

2:artikel 11 Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (afgekort: RvO)

3:artikel 12 RvO

4:artikel 104 RvO

5:artikel 103 RvO

6:artikel 112 RvO

7:artikel 109 RvO

8:artikel 113 RvO

9:artikel 143a Provinciewet

10:artikel 13 RvO

11:artikel 104 RvO.

Leraren en stakingsrecht

Dinsdag 12 december 2017. De leraren in het basisonderwijs staken vandaag voor meer salaris en minder werkdruk. Hun leerlingen hebben daardoor een extra dagje vrij. Helaas voor hen wordt sneeuwpret vandaag een stuk moeilijker dan gisteren. Terug naar de leraren. Werknemers mogen in Nederland staken. Het stakingsrecht is onder andere vastgelegd in het Europees Sociaal Handvest, afgekort tot ESH. Dat is een verdrag waaraan Nederland als lid van de Raad van Europa is gebonden. Andere leden van de Raad van Europa zijn de landen van de Europese Unie en verder bijvoorbeeld Rusland, Oekraïne, Turkije en Zwitserland. Het ESH is een verdrag. Het is dus geen Nederlandse wet. Toch past de rechtbank in Nederland het stakingsrecht uit het ESH zonder meer toe op zaken die aan haar worden voorgelegd. De rechtbank doet daarmee niet anders dan wat de Grondwet van haar eist in zo’n zaak.

Artikel 6 Europees Sociaal Handvest deel II luidt (gedeeltelijk):  Ten einde de onbelemmerde uitoefening van het recht op collectief onderhandelen te waarborgen erkennen de Overeenkomstsluitende Partijen het recht van werknemers en werkgevers op collectief optreden in gevallen van belangengeschillen, met inbegrip van het stakingsrecht, behoudens verplichtingen uit hoofde van reeds eerder gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.

Artikel 93 Grondwet luidt: Bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, die naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden, hebben verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt.

Hoge Raad 30 mei 1986 (Spoorwegstaking), rechtsoverweging 3.2 luidt (gedeeltelijk): Een en ander wettigt de bepaling van artikel 6 lid 4 ESH aan te merken als een bepaling die naar haar inhoud een ieder kan verbinden in de zin van artikel 93 Grondwet.

Staatsrecht en de sneeuw

Maandag 11 december 2017. Gisteren, vandaag en wellicht ook morgen valt er sneeuw. Sneeuw die blijft liggen en zorgt voor sneeuwpret, maar ook valpartijen, files en treinen die niet rijden. Tot 2007 stond in de meeste algemene plaatselijke verordeningen dat burgers de stoep voor hun woning sneeuwvrij moesten houden. Een algemene plaatselijke verordening (afgekort tot APV) is een regeling die de gemeenteraad heeft vastgesteld en die gaat over onderwerpen die volgens die gemeenteraad in het belang van de gemeente geregeld moeten worden. Wat in een APV  is geregeld, verschilt dus per gemeente.  Ik heb nog maar een enkele APV gevonden waarin sneeuwruimen is geregeld: die van de gemeente Tilburg. Wie zich er niet aan houdt, kan een boete krijgen of zelfs in hechtenis worden gesteld. De Gemeentewet en de Grondwet geven gemeenteraden de bevoegdheid om een APV te maken.

Artikel 21 algemene plaatselijke verordening Tilburg luidt: De hoofdbewoner of hoofdgebruiker, en bij gebreke van deze, de eigenaar van een binnen de bebouwde kom gelegen gebouw of grondstuk – een erf daaronder begrepen – is verplicht de sneeuw en het ijs weg te ruimen van het openbaar voetpad, gelegen langs het bij hem in gebruik zijnde of aan hem toebehorende gebouw of grondstuk, binnen twee dagen nadat die sneeuw en/of dat ijs zich op het voetpad bevinden, alsmede dat weggedeelte op voldoende en doelmatige wijze bestrooid te hebben en te houden met een middel, dat geschikt is voor een doelmatige bestrijding van gladheid.

Artikel 137 algemene plaatselijke verordening Tilburg luidt (gedeeltelijk): Overtreding van het bij deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 149 Gemeentewet luidt: De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. 

Artikel 124 lid 1 Grondwet luidt (gedeeltelijk): Voor gemeenten wordt de bevoegdheid tot regeling inzake hun huishouding aan hun besturen overgelaten.