DINSDAG
26 MAART 2019 Vorige week woensdag waren de verkiezingen voor de
hoogheemraadschappen of te wel waterschappen, waaraan – in beginsel
– elke meerderjarige burger die hier te lande woont mocht meedoen.
De officiële uitslagen zijn er sinds afgelopen maandag. Bij die
verkiezingen zijn de leden van de algemene besturen gekozen. Maar
niet álle leden hiervan zijn woensdag gekozen. In elk algemeen
bestuur worden enkele leden namelijk niet gekozen door de burger maar
benoemd door organisaties. Hun zetels zijn de zogenaamde geborgde
zetels. Die benoemingen hebben in de afgelopen weken plaatsgevonden
en worden in de loop van deze week bekendgemaakt. Welke organisaties
zijn dit in het Zuid-Hollandse Delfland, het grotendeels Gelderse
Rivierenland en het Zuid-Hollandse en Noord-Hollandse Rijnland?
9
of 8 van de 30 De provincie bepaalt hoeveel geborgde zetels een
waterschap heeft, en moet zich daarbij houden aan een wettelijk
minimum- en maximumaantal. In Delfland en Rijnland heeft de provincie
het aantal geborgde zetels bepaald op negen, dat is negen van de in
totaal dertig zetels in het algemeen bestuur. Dat is trouwens het
wettelijk maximumaantal. In Rivierenland zijn er van die dertig
zetels acht geborgd. Voor de overige 21 respectievelijk 22 zetels
zijn vorige week woensdag verkiezingen gehouden.
LTO-Noord
Tot op zekere hoogte bepaalt de provincie tevens wélke organisaties
die benoemingen mogen doen. Tot op zekere hoogte, want het mag alleen
een organisatie zijn die een bepaalde categorie van belanghebbenden
vertegenwoordigt. In de wet staan drie categorieën . Alleen voor
deze belanghebbenden mogen benoemingen worden gedaan. Het is trouwens
niet alleen mogen maar ook moeten. Eén daarvan wordt gevormd door de
eigenaren, bezitters en beperkt gerechtigden van
een ongebouwde onroerende zaak, die geen natuurterrein is.
Uiteraard moet die onroerende zaak in het waterschapsgebied zijn
gelegen. Voorbeeld van beperkt gerechtigden zijn de pachters;
huurders zijn dat niet en zijn evenmin bezitters. In Delfland en
Rijnland mag voor deze categorie alleen de Land- en
Tuinbouworganisatie Noord, LTO-Noord, benoemingen doen. In Rijnland
eist de provincie dat deze organisatie bij zijn benoeming rekening
houdt met de verschillende bedrijfssectoren in het waterschapsgebied.
In Rivierenland mag zowel LTO-Noord als de Zuidelijke
Land- en Tuinbouw Organisatie, ZLTO,
benoemingen doen. Ook in veel
andere waterschappen zijn deze twee organisaties de enige die
benoemingen mogen doen. Maar dat is niet overal zo. Een uitzondering
is bijvoorbeeld het Groningse waterschap Hunze en Aa’s. Hier moet
LTO-Noord één benoeming in overeenstemming met BoerenNatuur
doen.
Natuur De tweede categorie belanghebbenden bestaat uit personen die eigenaar, bezitter of beperkt gerechtigde van een natuurterrein zijn. En natuurterreinen zijn hier bijvoorbeeld bossen en open wateren met een zekere omvang. Welke organisatie(s) mogen hiervoor benoemingen doen? Dat is in alle drie waterschappen één en dezelfde organisatie, namelijk de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren. En dit is bij veel meer – zo niet alle – waterschappen het geval. Dat is niet zo vreemd, want bij de vorige waterschapsverkiezingen in 2015 bestond er nog de wettelijke regeling dat deze vereniging de enige was die benoemingen mocht doen, tenminste als de provincie geen andere organisatie voor een waterschap had aangewezen.
Kamer van Koophandel De derde en laatste categorie belanghebbenden bestaat uit het bedrijfsleven, dat wil zeggen alle personen die in het waterschapsgebied eigenaar, bezitter, beperkt gerechtigde óf huurder zijn van bedrijfsruimte. Voor deze belanghebbenden mag en moet alleen de Kamer van Koophandel benoemingen doen; dat staat zo in de wet. Er is één KvK voor het hele land. Die ene KvK is wel onderverdeeld in meerdere regio’s, en elke regio heeft een eigen raad. De raad die actief is in het waterschapsgebied mag en moet aan de KvK een voordracht doen voor een benoeming. Als een waterschapsgebied in verschillende regio’s ligt, dan is de provincie weer aan zet. Ze mag en moet dan bepalen hoe de verschillende raden tot een voordracht komen. Rijnland bestaat net als Rivierenland uit verschillende regio’s. Voor Rijnland heeft de provincie bepaald dat deze regionale raden met een gezamenlijke voordracht komen, en dat bij die voordracht rekening gehouden wordt met hoe het bedrijfsleven over de verschillende regio’s is verdeeld. Voor Rivierenland heeft de provincie bepaald dat één regionale raad een zelfstandige voordracht doet en dat de andere regionale raden een gezamenlijke voordracht doen voor de andere zetel.
4/9,
4/8, 3/8, 1/8, 1/9 Tot op zekere hoogte bepaalt de provincie niet
alleen welke organisaties benoemingen mogen doen, maar ook hoeveel
benoemingen elk van hen mag doen. Ook hier tot op zekere hoogte, want
bij de verdeling van de zetels over de drie categorieën moet volgens
de wet rekening worden gehouden met hun belang bij het functioneren
van het waterschap. In Delfland en Rijnland zijn er zoals gezegd in
totaal negen geborgde zetels, in Rivierenland acht. Hoe zijn deze
zetels verdeeld in de drie waterschappen? De land- en
tuinbouworganisaties gaan in alle drie over de benoeming op vier
zetels. Van het totaal is dat in Rivierenland 4/8 en in Rijnland en
Delfland 4/9. De Vereniging
van Bos- en Natuurterreineigenaren gaat in alle drie de waterschappen
over de benoeming op één zetel, dat is respectievelijk 1/8 en 1/9
van het totaal. De Kamer van Koophandel gaat in Rivierenland over de
benoeming op drie zetels en in Rijnland en Delfland over vier zetels,
dat is 3/8 respectievelijk 4/9 van het totaal.
BRONNEN:
Artikel
C 4 van de Kieswet luidt: De leden van provinciale staten, de
algemene besturen, onderscheidenlijk gemeenteraden worden gekozen
voor vier jaren. Zij treden tegelijk af met ingang van de donderdag
in de periode van 23 tot en met 29 maart.
Artikel
13 van de Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Het totaal aantal
vertegenwoordigers van de in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c
en d, bedoelde categorieën bedraagt ten minste zeven en ten hoogste
negen, met dien verstande dat het totaal aantal ten hoogste acht is,
indien het algemeen bestuur uit achttien leden bestaat. Voor de
bepaling van het aantal vertegenwoordigers van elk van de in artikel
12 bedoelde categorieën wordt in aanmerking genomen de aard en de
omvang van het belang of de belangen die de categorie heeft bij de
uitoefening van de taken van het waterschap.
Artikel 14 luidt
(gedeeltelijk): Lid 1. De vertegenwoordigers van de categorieën van
belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b en
c, worden benoemd door de daartoe bij reglement aangewezen
organisaties. Indien voor een categorie meer dan één organisatie
wordt aangewezen wordt bij reglement bepaald op welke wijze de
aangewezen organisaties tot een benoeming komen. Lid 2. De
vertegenwoordigers van de categorie van belanghebbenden, bedoeld in
artikel 12, tweede lid, onderdeel d, worden benoemd door de Kamer van
Koophandel op voordracht van de regionale raad van de regio van de
Kamer van Koophandel (..), die gelegen is in het gebied van het
desbetreffende waterschap. Indien binnen het gebied van een
waterschap meer dan één regio gelegen is, wordt bij reglement
bepaald op welke wijze de betrokken regionale raden tot een
voordracht komen. (…)
Artikel 12 luidt: Lid 1.
Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van
categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van
het waterschap. Lid 2. In het algemeen bestuur zijn de volgende
categorieën van belanghebbenden vertegenwoordigd: a. de ingezetenen;
b. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot
hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen
als bedoeld in artikel 116, onder c; c. degenen die krachtens
eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen
als bedoeld in artikel 116, onder c; d. degenen die krachtens
eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde
onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.
Artikel
116 luidt (gedeeltelijk): Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de
daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: c.
natuurterreinen: ongebouwde onroerende zaken waarvan de inrichting en
het beheer geheel of nagenoeg geheel en duurzaam zijn afgestemd op
het behoud of de ontwikkeling van natuur. Onder natuurterreinen
worden mede verstaan bossen en open wateren met een oppervlakte van
ten minste één hectare.
Artikel 1 van het Besluit
van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 februari 2015,
nr. IENM/BSK-2015/31599, houdende aanwijzing van de Vereniging van
Bos- en Natuurterreineigenaren als benoemende organisatie van
waterschapsbestuurders luidt: Onze Minister van Infrastructuur en
Milieu wijst de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren aan als
organisatie die de vertegenwoordigers van de categorieën van
belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel c, van
de Waterschapswet, benoemt. Deze aanwijzing geldt ten aanzien van elk
waterschap. Artikel 2 luidt: De aanwijzing vervalt ten aanzien van
een waterschap indien bij reglement voor het betreffende waterschap
een organisatie wordt aangewezen in de zin van artikel 14, eerste
lid, eerste volzin, van de Waterschapswet. Artikel 3 luidt: Dit
besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt
met ingang van 1 januari 2018.
Artikel 7 van het
(Groninger) reglement voor waterschap Hunze en Aa’s luidt (Benoeming
vertegenwoordigers geborgde zetels): Lid 1. Voor de categorie
bedrijven worden door de de Kamer van Koophandel twee
vertegenwoordiger benoemd. Lid 2. Voor de categorie ongebouwd worden
door LTO-Noord vier vertegenwoordigers benoemd, waarvan één
vertegenwoordiger in overeenstemming met BoerenNatuur. Lid 3. Voor de
categorie natuurterreinen wordt door de Vereniging van Bos- en
Natuurterreineigenaren een vertegenwoordiger benoemd.
Artikel 9 van het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Rijnland luidt: Lid 1. Het algemeen bestuur bestaat uit dertig leden. Van deze leden vertegenwoordigen: a. eenentwintig leden de categorie ingezetenen, als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel a, van de Waterschapswet; b. Het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt benoemd door de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren. b. vier leden de categorie ongebouwd als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel b, van de Waterschapswet; c. één lid de categorie natuurterreinen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel c, van de Waterschapswet; d. vier leden de categorie bedrijven als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Waterschapswet. Lid 2. a. De leden bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden benoemd door de Land- en Tuinbouworganisatie Noord, met dien verstande dat bij de benoeming acht word geslagen op een adequate vertegenwoordiging van de verschillende bedrijfssectoren binnen de land en tuinbouw in het gebied. b. De leden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden benoemd door de Kamer van Koophandel op gezamenlijke voordracht van de regionale raad van de Regio Zuidwest en de Regio Noordwest, genoemd in het Besluit vaststelling regio’s. Bij de benoeming wordt zorg gedragen voor een adequate vertegenwoordiging van de categorie bedrijven in het gebied van zowel de Regio Zuidwest als de Regio Noordwest, voor zover gelegen binnen het gebied van het hoogheemraadschap.
Artikel 9 van het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland luidt: Lid 1. Het algemeen bestuur bestaat uit 30 leden. Van deze leden vertegenwoordigen: a. eenentwintig leden de categorie ingezetenen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter a van de Waterschapswet; b. Het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, worden benoemd door de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren. c. vier leden de categorie ongebouwd als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter b van de Waterschapswet; d. één lid de categorie natuurterreinen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter c van de Waterschapswet; e. vier leden de categorie bedrijven als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter d van de Waterschapswet. Lid 2. a. De leden bedoeld in het eerste lid, onder b worden benoemd door de Land- en Tuinbouworganisatie Noord. b. De leden bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden benoemd door de Kamer van Koophandel op voordracht van de regionale raad van de Regio Zuidwest, genoemd in het Besluit vaststelling regio’s.
Artikel 6 van het Besluit
van Provinciale Staten van de provincie Gelderland houdende regels
omtrent Waterschap Rivierenland luidt: Het
algemeen bestuur bestaat uit dertig leden. Hiervan vertegenwoordigen:
a. tweeëntwintig leden de categorie ingezetenen; b. vier leden de
categorie ongebouwd; c. één lid de categorie natuurterreinen; d.
drie leden de categorie bedrijven.
Artikel 7 (Benoeming
vertegenwoordigers geborgde zetels) hiervan luidt: Lid 1. Voor de
categorie bedrijven worden drie vertegenwoordigers benoemd door de
Kamer van Koophandel, waarvan twee vertegenwoordigers op voordracht
van de regionale raad van de Regio Oost en één vertegenwoordiger op
voordracht van de regionale raad van de Regio Zuidwest namens de
Regio’s Zuidwest, Zuid en Noordwest. De betreffende regio’s zijn
aangeduid in het Besluit vaststelling regio’s (Stcrt. 2014, 1215).
Lid 2. Voor de categorie ongebouwd worden door de Land- en Tuinbouw
Organisatie Noord twee vertegenwoordigers en de Zuidelijke Land- en
Tuinbouw Organisatie twee vertegenwoordigers benoemd. Lid 3. Voor de
categorie natuurterreinen wordt door de Vereniging van Bos- en
Natuurterreineigenaren één vertegenwoordiger benoemd.