Gouverneur van Limburg is opgestapt

VRIJDAG 4 JUNI 2021 In de provincie Limburg is de commissaris van de Koning anderhalve maand geleden opgestapt, omdat de provinciale volksvertegenwoordiging een motie van wantrouwen tegen hem (en overige leden van het dagelijks bestuur) had aangekondigd. Is een commissaris juridisch verplicht om op te stappen als tegen hem een motie van wantrouwen wordt aangenomen?

CdK Elke provincie heeft een commissaris van de Koning, vaak afgekort tot CdK (commissaris des Konings). In Limburg wordt hij ook wel gouverneur genoemd. Een CdK is voorzitter van Provinciale Staten, de volksvertegenwoordiging van de provincie. Hij of zij is ook voorzitter van Gedeputeerde Staten, het dagelijks bestuur van de provincie. Een CdK heeft naast deze voorzitterstaken nog allerlei andere bestuurstaken, zoals het bevorderen van de bestuurlijke integriteit van de provincie.

VERANTWOORDEN Een CdK moet over die taakuitvoering verantwoording afleggen aan Provinciale Staten. Volgens de Limburgse Staten was gouverneur Theo Bovens tekort geschoten in zijn taak om de bestuurlijke integriteit van de provincie te bevorderen. Daarom was de motie van wantrouwen aangekondigd.

KONINKLIJK BESLUIT Een CdK is (juridisch) niet verplicht om op te stappen als Provinciale Staten een motie van wantrouwen aannemen. Want alleen de regering kan een CdK ontslaan; dat volgt uit de Provinciewet. Het ontslag van een CdK is – net als zijn benoeming – namelijk een koninklijk besluit: het is ondertekend door de Koning en de minister van Binnenlandse Zaken. De ministerraad moet er in hebben toegestemd; dat volgt uit het Reglement van de ministerraad.

PROVINCIALE STATEN Nu is het ook weer niet zo dat de regering hierbij geen enkele rekening hoeft te houden met wat Provinciale Staten willen. Integendeel: in beginsel moet de regering een CdK ontslaan als (een meerderheid van) Provinciale Staten aanbeveelt om de CdK te ontslaan vanwege een verstoorde verhouding.

AANBEVELING Voorafgaand aan die aanbeveling moeten Provinciale Staten een aantal stappen zetten. Provinciale Staten hoeven trouwens niet alle Statenleden te zijn, een meerderheid voldoet. Zo moeten Provinciale Staten hebben verklaard dat sprake is van een ‘verstoorde verhouding’. Als een motie van wantrouwen wordt aangenomen, dan zal sprake zijn van een verstoorde verhouding. Daarna moeten Provinciale Staten een aanbeveling tot ontslag aannemen. Dat laatste mag niet in dezelfde vergadering gebeuren als waarin zij hebben verklaard dat sprake is van een verstoorde verhouding. Tussen die vergaderingen moet namelijk een afkoelingsperiode van enkele weken tot enkele maanden liggen. Bovendien moet bij de oproeping voor die laatste vergadering het aanbevelingsvoorstel worden vermeld. Voordat de aanbeveling daadwerkelijk naar de minister mag worden gestuurd, moeten Provinciale Staten ook nog met die minister overleggen over de aanleiding van de verstoorde verhouding.

IN LIMBURG is het nooit zover gekomen. De regering heeft geen koninklijk ontslagbesluit genomen, noch hebben de Limburgse Staten de minister een aanbeveling tot ontslag gestuurd, noch een aanbeveling tot ontslag aangenomen en zelfs niet verklaard dat sprake is van een verstoorde verhouding of een motie van wantrouwen aangenomen. Bovens was juridisch dus niet verplicht om als gouverneur op te stappen.

DECONSTITUTIONALISERING Was het in Limburg wél zover gekomen, dan had de regering – zoals gezegd – in beginsel tot het ontslag van de gouverneur moeten besluiten. In beginsel, want de ministerraad had nog kunnen beslissen dat daarvan wegens ‘zwaarwegende gronden’ moet worden afgezien. Zo staat het sinds begin deze eeuw in de Provinciewet. Maar die wettelijke regeling zou wel eens kunnen gaan veranderen. Sinds twee jaar eist de Grondwet namelijk niet meer dat een CdK per koninklijk besluit wordt benoemd. Tot die tijd moest in de Provinciewet staan dat een CdK per koninklijk besluit wordt benoemd, want een wet mag niet strijdig zijn met de Grondwet. Maar sinds twee jaar laat de Grondwet toe dat in de Provinciewet komt te staan dat een CdK wordt benoemd door Provinciale Staten of rechtstreeks door de burgers. In de Provinciewet staat vandaag echter nog hetzelfde als twee jaar geleden, maar dankzij de deconstitutionalisering van twee jaar geleden zouden regering, Tweede Kamer en Eerste Kamer over kunnen gaan tot wijziging van de Provinciewet, bijvoorbeeld zo dat voortaan Provinciale Staten de CdK benoemen. Weliswaar betreft dit de benoeming, maar het ligt voor de hand dat dan ook meteen de ontslagregeling wordt gewijzigd, zo dat voortaan Provinciale Staten de CdK mogen ontslaan. De regering zou er dan niet meer over gaan. En een CdK zou na zo’n wetswijziging wél juridisch verplicht zijn om op te stappen na het aannemen van een motie van wantrouwen.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 11 juni

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *