De nieuwe dierenwet

VRIJDAG 11 JUNI 2021 Eind vorige week was er in krant en op televisie veel aandacht voor een nieuwe dierenwet die vorige week officieel is bekendgemaakt. Deze nieuwe wet zou het (mogen) houden van vogels, konijnen, cavia’s, honden, katten en vele andere dieren als gezelschapsdieren gaan beperken. Wat is er aan de hand?

WET DIEREN Wat een nieuwe dierenwet wordt genoemd, is officieel een wijziging van de Wet dieren. Deze wet bestaat al tien jaar.

MISDRIJF Al jaren bepaalt de Wet dieren dat het verboden is bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen, tenminste als dat gebeurt zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is. Zo staat het in de wet. Dat zijn nogal vage termen: het is niet zo dat van elke handeling die men t.o.v. een dier pleegt meteen duidelijk of daarmee dit verbod wordt geschonden. Al langere tijd is het daarom voor sommige handelingen verduidelijkt in wetgeving, bijvoorbeeld voor het schoppen van een dier, het vervoer van een koe met overvolle uiers en het gebruiken van een hond als trekkracht. Die handelingen zijn uitdrukkelijk verboden. Wie bij een dier zonder redelijk doel pijn of letsel veroorzaakt enzovoorts, maakt zich schuldig aan dierenmishandeling op grond van de Wet dieren. Dat is een misdrijf waarvoor de rechter een gevangenisstraf tot drie jaar kan opleggen.

HUISVESTING De nieuwe dierenwet wil o.a. meer duidelijkheid verschaffen over wat ‘geen redelijk doel’ is om bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel zijn gezondheid of welzijn te benadelen. Die duidelijkheid wordt verschaft doordat er een bepaling aan wordt toegevoegd. Deze bepaling houdt in dat een bepaalde wijze van huisvesting of een bepaald systeem van houderij nooit een redelijk doel kan zijn om bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel zijn gezondheid of welzijn te benadelen. De eisen die een bepaalde wijze van huisvesting of een bepaald systeem van houderij stellen kunnen nooit een redelijk doel zijn.

AMENDEMENT Dat deel van de nieuwe dierenwet is het gevolg van een amendement. Een amendement is een wijziging van een wetsvoorstel. Het is een grondwettelijke bevoegdheid van de Tweede Kamer om een wetsvoorstel van de regering te wijzigen. Elk van de 150 Kamerleden mag een amendement voorstellen. De meerderheid van de Kamer besluit of het wetsvoorstel geamendeerd wordt. Een Kamerlid van de Partij voor de Dieren heeft het amendement voor verduidelijking van wat een redelijk doel is voorgesteld. Dat was begin vorige maand. De Kamer heeft het amendement aangenomen en vrijwel de hele Kamer stemde vóór het geamendeerde wetsvoorstel. Tijdens het debat merkt de minister op dat het amendement zo is geformuleerd dat het niet alleen op veeteelt van toepassing zal zijn, maar ook op gezelschapsdieren.

ONTRADEN De regering kan een amendement niet tegenhouden. Wél heeft de minister het amendement voor verduidelijking van wat een redelijk doel is ‘ontraden’, omdat het heel algemeen geformuleerd is, tot heel veel discussie zal leiden en praktisch niet uitvoerbaar is. Volgens de minister verschaft het amendement dus niet meer duidelijkheid over wat een ‘redelijk doel’ is. De regering kan een wetsvoorstel intrekken, zolang het nog niet door beide Kamers is aangenomen, maar dat is hier niet gebeurd.

TOELICHTING Een voorstel tot een amendement gaat meestal gepaard met een schriftelijke toelichting waarin de indiener het voorgestelde amendement motiveert en uitlegt. In de toelichting van het amendement voor verduidelijking van wat een redelijk doel is staat dat gehouden dieren niet ernstig zouden mogen worden beperkt in hun natuurlijk gedrag. Voorbeelden van dieren die volgens de toelichting door het houden ernstig in hun natuurlijk gedrag worden beperkt zijn eenden in een eendenhouderij die geen toegang hebben tot zwemwater, konijnen in een konijnenhouderij die in kooien worden gehouden waar ze niet in kunnen graven, biggen in een stal waarvan de staartjes worden gecoupeerd (om staartbijten te voorkomen), kalfjes en geitjes in een stal die worden onthoornd (om verwonding van ander staldier te voorkomen) en hanen waarvan een teen wordt verwijderd (om verwonding van de hen te voorkomen).

EU-VERORDENING Het amendement is een wijziging van het wetsvoorstel dat de regering heeft ingediend. Het wetsvoorstel van de regering was slechts bedoeld om ‘technische’ wijzigingen aan te brengen in de Wet dieren. Die wijzigingen zijn nodig in verband met de uitvoering van een verordening van de Europese Unie, die sinds april geldt. Een EU-verordening is eigenlijk een wet, maar dan van de EU. Zo’n verordening kan niet zonder medewerking van het Europees Parlement tot stand komen. De technische wijzigingen die de regering in de Wet dieren heeft aangebracht zijn nodig voor een goede uitvoering van deze verordening, dat is de Europese diergezondheidsverordening.

DIERENZIEKTEN De Europese diergezondheidsverordening gaat over dierziekten, en wel over dierziekten die overdraagbaar zijn op andere dieren of op mensen. Er staan (uitsluitend) regels in die besmettelijke dierziekten willen voorkomen of bestrijden. De verordening gaat dus niet over dierenwelzijn, al staat er wel in dat bij het uitvoeren van de regels uit de verordening rekening moet worden gehouden met het dierenwelzijn.

ONTOELAATBAAR? Het wetsvoorstel van de regering gaat dan ook alleen over het voorkomen en bestrijden van dierziekten. Het amendement ter verduidelijking van wat een redelijk doel is gaat over dierenwelzijn. Is zo’n amendement dan wel toelaatbaar? Volgens het Reglement van Orde van de Tweede Kamer moet een rechtstreeks verband bestaan tussen de materie die het amendement regelt en de materie die het wetsvoorstel regelt. Is dat hier het geval? Heel belangrijk is die vraag echter niet, want in het reglement staat ook dat een amendement wordt geacht toelaatbaar te zijn zolang de (meerderheid van de) Tweede Kamer het niet ontoelaatbaar heeft verklaard. Zo’n verklaring is uitgebleven

STAATSBLAD De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel van de regering inclusief het amendement aangenomen op 11 mei. Vrijwel elke fractie heeft vóór gestemd. Twee weken later heeft de Eerste Kamer het (geamendeerde) wetsvoorstel aangenomen. Als hamerstuk. De Eerste Kamer mag een wetsvoorstel niet amenderen. De wijziging van de Wet dieren is een week later – op 2 juni – in het Staatsblad gepubliceerd.

INWERKINGTREDING Nu is het niet zo dat een wet geldt zodra het wetsvoorstel door beide Kamers is aangenomen. Eerst is nog bekrachtiging nodig. Dat gebeurt door een handtekening van de Koning en van een of meer bewindslieden. De wijziging van de Wet dieren is ondertekend door de ministers van Justitie en van Landbouw. Daarna moest de wet nog officieel worden bekendgemaakt; dat gebeurt altijd in het Staatsblad. De wijziging van de Wet dieren is op 2 juni in het Staatsblad gepubliceerd. Ten slotte moet nog officieel de dag worden bepaald waarop de wet in werking treedt. Pas dan geldt de wet. Voor de inwerkingtreding van de wijziging van de Wet dieren is nog geen officiële datum bepaald.

EVALUATIE WET Zoals gezegd vond de minister tijdens het Kamerdebat in mei dat het amendement geen duidelijkheid verschaft over wat een redelijk doel is. Maar gisteren bleek tijdens een Kamerdebat over de ‘evaluatie Wet dieren’ dat een deel van de Tweede Kamer het met de minister eens was. VVD, CDA, BBB en Groep Van Haga hebben daarom een motie ingediend om op basis van wetenschappelijk onderzoek vast te stellen wat wordt verstaan onder het natuurlijk gedrag van een gehouden en daarmee gedomesticeerd (landbouw)huisdier, en of het vertonen van natuurlijk gedrag altijd bijdraagt aan een beter welzijn van een gehouden en daarmee gedomesticeerd (landbouw)huisdier. Volgende week wordt erover gestemd. De minister heeft de motie ontraden, omdat een juridische analyse al in voorbereiding is.

GEZELSCHAPSDIEREN? Tijdens dat debat van gisteren werd over één ding wel meer duidelijkheid verschaft: de richtinggevende Kameruitspraak dat gezelschapsdieren niet onder het amendement vallen, dat heeft de minister tenminste gehoord. Dat wil zeggen: dat een bepaalde wijze van huisvesting of een bepaald systeem van houderij nooit een redelijk doel kan zijn om bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel zijn gezondheid of welzijn te benadelen niet van toepassing is op gezelschapsdieren, maar alleen op veeteelt. Minister Schouten zal er ‘voor zorgen dat we op dat punt (..) duidelijkheid kunnen gaan creëren’. Wat de minister hiermee precies bedoelt, is niet helemaal duidelijk, want uiteindelijk is het in Nederland zo dat het aan de rechter is om een wet uit te leggen.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 18 juni

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *