MAANDAG 7 MEI 2018. Het Stadionplein in Amsterdam gaat een nieuwe naam krijgen: Johan Cruijffplein. Dat heeft het gemeentebestuur bekendgemaakt. Niet iedereen is daar blij mee. Maar de gemeente zegt dat ”alles juridisch in orde is” verlopen. Wat zijn de juridische regels voor de naamgeving van straten en pleinen? Uit de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en het (daarop gebaseerde) Besluit basisregistraties adressen en gebouwen volgt dat de gemeenteraad beslist over de namen van straten en pleinen. Uit de Gemeentewet volgt dat de gemeenteraad die bevoegdheid mag overdragen aan het college van burgemeester en wethouders. De gemeente Amsterdam heeft dat gedaan in de Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011. Daarin is de beslissing over de naamgeving en naamswijziging overgedragen aan B&W. Daarin is ook vastgelegd dat B&W voor elke beslissing advies moet vragen aan de (Amsterdamse) Commissie naamgeving openbare ruimten, en dat B&W in beginsel conform dit advies beslissen. Het advies wordt schriftelijk gegeven.
Artikel 6 Wet basisregistraties adressen en gebouwen luidt (gedeeltelijk): De gemeenteraad stelt de openbare ruimten vast.
Artikel 3 Besluit basisregistraties adressen en gebouwen luidt (gedeeltelijk): De beslissing omtrent de vaststelling van een openbare ruimte bevat in ieder geval:
a. de officiële schrijfwijze van de naam van de openbare ruimte;
b. de vermelding van de woonplaats waarbinnen de openbare ruimte is gelegen.
Artikel 156 Gemeentewet luidt: De raad kan aan het college en aan een door hem ingestelde bestuurscommissie bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.
Artikel 4 Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Het college stelt de openbare ruimten vast, kent namen daaraan toe en kent nummeraanduidingen toe aan de op het grondgebied van de gemeente gelegen verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen. Lid 2. Voordat het college een naam toekent aan een openbare ruimte als bedoeld in het eerste lid, onder b, vraagt het advies aan de Commissie naamgeving openbare ruimten. Het college besluit conform dit advies, tenzij er zwaarwichtige redenen zijn dat niet te doen. Lid 3. De Commissie naamgeving openbare ruimten adviseert schriftelijk na ontvangst van het verzoek van het college. Lid 4. Onder vaststellen, indelen en toekennen, als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.