Donderdag 8 februari 2018. De hoofdstembureaus/centrale stembureaus in alle gemeenten vergaderen morgenmiddag vanaf 4 uur over de geldigheid van de ingediende kandidatenlijsten; de vergaderingen zijn openbaar. Zo staat het in de Kieswet. Niet elk verzuim leidt tot een ongeldige lijst: het ontbreken van de handtekening van een kandidaat (dat hij instemt met zijn kandidaatstelling) leidt er weliswaar toe dat deze kandidaat wordt geschrapt van de lijst, maar niet tot ongeldigheid van de hele lijst. In de vergadering van morgenmiddag worden de lijsten ook genummerd, met 1, 2, 3 enzovoorts. Dat nummer komt ingevolge het Kiesbesluit terug op de lijst die we allemaal in de komende weken thuis gaan ontvangen en waarop alle kandidatenlijsten staan in de gemeente. U ziet het nummer ook vaak staan op verkiezingsposters. Dat is volgens mij geen wettelijke plicht. Nummer 1 kan echter een wervende kracht uitoefenen op een deel van het electoraat, zoals nummer 16 het tegenovergestelde effect kan hebben. De eerste nummers zijn ingevolge de Kieswet voor de lijsten die bij de vorige verkiezingen raadszetels hebben gekregen in de gemeente. Nummer 1 wordt de lijst waarop toen het meest is gestemd. Nummer 2 wordt de lijst waarop toen het op een na meest is gestemd. Enzovoorts. Daarna worden de lijsten genummerd die bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen geen zetel hebben gekregen, bijvoorbeeld omdat ze toen niet hebben meegedaan. Het lot beslist welk nummer zij krijgen. Elke kiesgerechtigde kan de beslissing over de geldigheid van een kandidatenlijst aanvechten bij de raad van state; de termijn daarvoor is wel erg kort, namelijk vier dagen. Op die dagen liggen de onderzochte kandidatenlijsten voor iedereen ter inzage. Zowel de ongeldigheid als de geldigheid van een kandidatenlijst kan worden aangevochten. Ik weet niet of ook het nummer op een geldige lijst kan worden aangevochten.
Artikel I 4 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Op de laatste dag van de termijn beslist het centraal stembureau in een openbare zitting die om zestien uur aanvangt, over de geldigheid van de lijsten en over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten, en maakt deze beslissingen op de zitting bekend.
Artikel I 6 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Het centraal stembureau schrapt van de lijst voor een kieskring de naam van de kandidaat van wie niet uit de overgelegde verklaring blijkt dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst.
Artikel I 8 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Tegen een beschikking als bedoeld in artikel I 4 kan beroep worden ingesteld door een belanghebbende en iedere kiezer. De termijn de termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt vier dagen.
Artikel I 12 Kieswet luidt: Het centraal stembureau nummert in de zitting, bedoeld in artikel I 4, de kandidatenlijsten die hij geldig heeft verklaard en maakt deze beslissing op de zitting bekend.
Artikel J 1 Kiesbesluit luidt (gedeeltelijk): De burgemeester bezorgt de kandidatenlijsten aan het adres van de kiezers. Op de lijsten, zoals deze ter kennis van de kiezers worden gebracht, worden vermeld de nummers van de lijsten. De lijsten worden gedrukt in de volgorde van de toegekende nummers.
Artikel I 14 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Eerst worden genummerd de lijsten van politieke groeperingen wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatst gehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend orgaan een of meer zetels zijn toegekend. Aan deze lijsten worden de nummers 1 en volgende toegekend in de volgorde van de bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten uitgebrachte aantallen stemmen, met dien verstande dat aan de lijst van de groepering met het hoogste aantal stemmen het nummer 1 wordt toegekend. Bij gelijkheid van het aantal beslist het lot. Vervolgens worden, met de nummers volgende op het laatste toegekende nummer, genummerd de overige lijsten. (Zodanig dat ) beslist het lot.
Artikel I 7 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Tegen een beschikking als bedoeld in artikel I 4 kan beroep worden ingesteld door een belanghebbende en iedere kiezer. (En) bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift vier dagen.
Artikel I 3 Kieswet luidt: Onmiddellijk nadat de lijsten door het centraal stembureau zijn onderzocht, worden deze en, indien vereist, de verklaringen van ondersteuning, voor een ieder ter inzage gelegd bij het centraal stembureau