DONDERDAG 11 JUNI 2020 In de eerste vier maanden van dit jaar is in ons land ruim 2 miljoen keer te hard gereden, is ruim 66 duizend keer door rood licht gereden en is 44 duizend keer tijdens het rijden gebeld met de telefoon in de hand (handheld bellen). Dat zijn dan de geconstateerde overtredingen en waarvan zo’n anderhalve maand in coronatijd. Hebben al die overtreders daarmee een strafblad gekregen?
STRAFRECHT Wat in een strafblad komt te staan, is geregeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en in de regelingen die daarop gebaseerd zijn. Iemand kan alleen een strafblad krijgen, als op hem strafrecht of strafvordering wordt toegepast.
RVV Het verbod om harder te rijden dan de maximumsnelheid, om door rood licht te rijden en om tijdens het rijden handheld te bellen staan in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Die wet wordt meestal afgekort tot RVV. Bellen is hier niet alleen telefoneren, maar ook bezig zijn met tablet of mediaspeler. De maximumsnelheid en het handheld bellen staan in het hoofdstuk over verkeersregels; het rijden door rood licht in het hoofdstuk over verkeerstekens.
WVW 1994 Wie die verboden overtreedt, pleegt strafbare feiten. Het maakt niet uit of daardoor schade is ontstaan, zoals bij een botsing het geval is. In de Wegenverkeerswet 1994 staat dat de maximale straf waartoe de rechter iemand kan veroordelen die te hard rijdt, door rood licht rijdt of al rijdend handheld belt een gevangenisstraf is van twee jaar of een geldboete van ruim 20.000 euro. Als de rechter een overtreder daarvoor zou veroordelen, krijgt die persoon een strafblad. Ook al zou het maar een geldboete van enkele honderden euro’s zijn.
WET MULDER Maar bij dit soort overtredingen komt het niet tot een rechterlijke veroordeling. In een andere wet is namelijk bepaald dat dit soort ‘’lichte’’ verkeersovertredingen met een administratieve sanctie worden afgedaan. Dat is bepaald in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Die administratieve sanctie komt in de plaats van de straf die de rechter volgens de Wegenverkeerswet 1994 kan opleggen. De sanctie is een verkeersboete van hooguit enkele honderden euro’s. In de RVV staat het precieze boetebedrag. Kortom: bij lange na geen 20.000 euro en geen gevangenisstraf. Bovendien: geen strafblad, want het opleggen van een administratieve sanctie betekent geen toepassing van strafrecht of strafvordering.
FLITSEN Wie legt de verkeersboete op? Dat kan een politieambtenaar zijn, maar meestal gaat dat geautomatiseerd: het begint met een foto door een flitspaal en het eindigt met een brief van het Centraal Justitieel Incassobureau aan de overtreder waarin staat dat en waarom hij een boete van x euro moet betalen.
BEROEP Wie het niet eens is met de opgelegde verkeersboete – hoe laag een boete ook is, niemand wil er een betalen die zijns inziens onterecht is – kan beroep aantekenen. Eerst bij het Openbaar Ministerie en van daaruit bij de kantonrechter. Wie met zijn beroep bakzeil haalt bij de kantonrechter, zal de boete toch echt moeten betalen. Deze rechtszaak is echter geen toepassing van strafrecht of strafvordering.
TENZIJ .. Wie niet alleen te hard rijdt maar zelfs veel te hard, krijgt weer wél een strafblad. Zonder dat er een rechter aan te pas komt. Wie veel te hard heeft gereden, krijgt namelijk een zogenaamde strafbeschikking. Een strafbeschikking betekent wél toepassing van strafrecht of strafvordering. Trouwens, net als de gewone verkeersboete wordt de strafbeschikking per brief van het Centraal Justitieel Incassobureau toegestuurd.
(Mr. Leon)