Heeft ex-staatssecretaris Folkert Idsinga weer recht op een Kamerzetel?

VRIJDAG 22 NOVEMBER 2024 Folkert Idsinga wil weer Kamerlid worden voor politieke partij NSC (Nieuw Sociaal Contract). Hij was na de laatste Tweede Kamerverkiezingen al eerder enkele maanden Kamerlid voor die partij, maar toen hij staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst werd, moest hij zijn Kamerzetel opzeggen. Idsinga heeft echter zijn staatssecretariaat per 1 november opgezegd omdat de Tweede Kamer wilde dat hij zijn aandelenportefeuille van 6 miljoen euro tot in detail bekend maakte. De fractie van NSC is momenteel niet compleet. Er zijn vacatures. Idsinga wil graag weer Kamerlid worden. Kan hij een nieuw Kamerlidmaatschap opeisen?

DRIE VACATURES De fractie van NSC heeft momenteel drie vacatures. Afgelopen week hebben namelijk Rosanne Hertzberger en Femke Zeedijk-Raeven hun zetel in de Tweede Kamer opgezegd. Zij hebben dat gedaan naar aanleiding van vermeend racisme binnen het kabinet-Schoof. Een week eerder had Tjebbe van Oostenbruggen zijn Kamerzetel opgezegd, maar hij deed dat om Idsinga op te kunnen volgen als staatssecretaris. Een Kamerlid kan namelijk niet ook minister of staatssecretaris zijn, zie artikel X1 van de Kieswet en 57 van de Grondwet.

AANBOD (1) Een vacante zetel gaat volgens de Kieswet naar een andere kandidaat op de kandidatenlijst. Die kandidaat krijgt de zetel aangeboden. Uiteraard is nodig dat de kandidaat dat aanbod aanvaardt, zie hierover artikel W2. Aan welke kandidaat wordt de zetel volgens de Kieswet aangeboden? De eerste kandidaat aan wie de zetel wordt aangeboden is de kandidaat die het hoogste op de kandidatenlijst staat, zie hierover artikel W1. Er is trouwens iets bijzonders aan de hand met de artikelen van de Kieswet: ze beginnen allemaal met een letter van het alfabet!

GEEN AANBOD Uiteraard kan volgens de Kieswet geen Kamerzetel worden aangeboden aan kandidaten die al een Kamerzetel hebben, zie hierover artikel W2.

ONHERROEPELIJK In de Kieswet staat dat geen Kamerzetel kan worden aangeboden aan kandidaten die in de tussentijd zijn overleden, zie artikel W2. Dat lijkt me een overbodige bepaling. Ook aan de kandidaat door wiens opzegging de vacature is ontstaan wordt geen aanbod gedaan, zie hierover artikel W2 Kieswet. Opzegging van het Kamerlidmaatschap is dan ook onherroepelijk, zie artikel X2 Kieswet. Hertzberger en Zeedijk-Raeven kunnen dus niet terugkomen op hun ontslagname.

AANBOD (2) Als een kandidaat het aanbod aanvaardt, wordt zij/hij/hen Kamerlid. Nou ja, er zijn nog enkele formaliteiten te gaan, zie hierover verder artikel W2 (maar die blijven hier verder onbesproken). Als een kandidaat niet aanvaardt, moet volgens de Kieswet hetzelfde aanbod worden gedaan aan de kandidaat die na hem/haar/hen het hoogste op de kandidatenlijst staat, zie artikel W1

LIJSTVOLGORDE (1) De volgorde op de kandidatenlijst is dus belangrijk voor de vraag aan wie de vacature als eerste wordt aangeboden. Die volgorde wordt in de eerste plaats bepaald door de politieke partij zelf. De volgorde op de kandidatenlijst van de NSC wordt dus in de eerste plaats bepaald door de NSC zelf. Dat gebeurt dus niet pas bij het ontstaan van de vacature. Het gebeurt al veel eerder: enige tijd vóór de verkiezingen, namelijk bij de inlevering van de kandidatenlijst bij de Kiesraad.  

LIJSTVOLGORDE (2) De volgorde op de kandidatenlijst wordt echter niet alleen door de politieke partij bepaald. De Kiesraad kan die volgorde namelijk veranderen. Dat kan zowel vóór de verkiezingen gebeuren (blijft hier verder onbesproken) als na de verkiezingen, zie artikelen W1, A1 en E16 van de Kieswet.

LIJSTVOLGORDE bij NSC Na de verkiezingen verandert de Kiesraad de volgorde op een kandidatenlijst door de kandidaten die genoeg voorkeurstemmen hebben gekregen bovenaan de lijst te plaatsen, zie hierover artikelen W1, P19 en P15 van de Kieswet. Genoeg voorkeurstemmen: dat wil zeggen minstens 25% van de kiesdeler. De kiesdeler bedroeg bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen (in 2023) ongeveer 69.500 stemmen; genoeg voorkeurstemmen was dus minstens ongeveer 15.000 stemmen. Bij NSC hebben alleen de lijsttrekker (Pieter Omtzigt) en de nummer 2 (Nicolien van Vroonhoven) genoeg stemmen gekregen. Bij NSC heeft de Kiesraad de volgorde op de kandidatenlijst dus niet veranderd na de verkiezingen. 

VOORKEURSTEMMEN Op andere NSC-kandidaten zijn volgens het proces-verbaal dat de Kiesraad van de Tweede Kamerverkiezingen heeft opgemaakt weliswaar voorkeurstemmen uitgebracht maar minder dan 15.000. Alleen de nummers 3 (Judith Uitermark) en 7 (Aant Jelle Soepboer) komen boven de 10.000 uit. Het is echter volgens de Kieswet irrelevant hoeveel voorkeurstemmen een kandidaat in 2023 heeft gekregen, zolang dat er minder zijn dan zo’n 15.000.  Daardoor is het heel wel mogelijk dat kandidaat (A) die veel meer voorkeurstemmen heeft dan kandidaat (B) toch pas na kandidaat (B) een vacante Kamerzetel moet/mag worden aangeboden. Bij NSC zijn er momenteel drie vacante Kamerzetels. Praktisch gesproken zijn de nummers 13, 25 en 26 de eerste drie kandidaten aan wie volgens de Kieswet een aanbod moet worden gedaan. Nummer 13 is ex-staatssecretaris Folkert Idsinga. Nummer 26 is ex-staatssecretaris Nora Achahbar. Nummer 25 is Willem Koops. Achahbar was de staatssecretaris Toeslagen en Douane die vorige week opstapte vanwege ‘polariserende omgangsvormen’ binnen het kabinet-Schoof. Als een van hen het aanbod weigert, komt volgens de Kieswet nummer 27 aan de beurt. Als ook nummer 27 weigert, komt nummer 28 aan de beurt, enzovoorts. De nummers 1 tot en met 24 zijn momenteel Kamerlid of bewindspersoon in het kabinet-Schoof (behalve dan nummer 13).

LEX DURA Volgens het proces-verbaal van de Kiesraad heeft Idsinga 504 voorkeurstemmen gekregen, Koops 213 en Achahbar 1373. Er zijn twee kandidaten die (veel) lager op de lijst staan dan Idsinga en Koops maar die veel meer voorkeurstemmen hebben gekregen. Dat zijn Bart-Jan Heine op nummer 33 (meer dan 830) en Margreet de Leeuw-Jongejans op nummer 35 (meer dan 1000). Alle kandidaten vóór hen op de lijst hebben echter meer recht op een Kamerzetel dan Heine en De Leeuw-Jongejans. Zo werkt de Kieswet nou eenmaal. Lex dura sed lex. Maar ook: er zijn volgens mij heel goede redenen om de politieke partij heel veel invloed te geven op de lijstvolgorde.

CONCLUSIE Folkert Idsinga staat in zijn recht als hij een vacante Kamerzetel opeist.  

BRONNEN Behalve bovenstaande artikelen uit Grondwet en Kieswet zijn geraadpleegd Wikipedia (Folkert Idsinga; Nora Achahbar; Lijst van Tweede Kamerleden voor NSC), proces-verbaal van de Kiesraad van de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 en NRC o.a. die van woensdag 20 november.

Mr. Leon

Volgend blog op vrijdag 6 december.

De kandidatenlijst van Pieter Omtzigt

VRIJDAG 8 SEPTEMBER 2023 Pieter Omtzigt gaat meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen van eind november. Op de website van zijn partij Nieuw Sociaal Contract (NSC) staat dat ze niet meteen de grootste wil worden. Ze wil geleidelijk groeien. Maar volgens een opiniepeiling van I&O Research van eind augustus zou ze meteen de grootste worden. Hoe kan de partij dit op een verantwoorde manier voorkomen? In massamedia worden twee opties genoemd: een korte kandidatenlijst en niet overal meedoen. Waartoe leiden deze opties?  

KIESKRING Wat als de partij niet overal in Nederland zou meedoen met de Tweede Kamerverkiezingen? Dat is geoorloofd: ons land bestaat namelijk uit zogenaamde kieskringen. Een partij kan ervoor kiezen om slechts in 1 of enkele mee te doen, zie artikel H 2 Kieswet. Er zijn 20 kieskringen, zie artikel E 1. In massamedia wordt genoemd dat Nieuw Sociaal Contract er bijvoorbeeld voor zou kunnen kiezen om niet mee te doen in de kieskringen van de Randstad ligt.

RANDSTAD In beginsel brengt een kiezer in haar woonplaats haar stem uit. Kiezers kunnen hun stem alleen uitbrengen op partijen die meedoen in de kieskring waartoe hun woonplaats behoort, zie artikel J 2. De partij die in één of meer kieskringen niet meedoet, kan daar dus geen stemmen krijgen. Wie niet meedoet in de kieskringen van de Randstad, kan daar dus geen stemmen krijgen terwijl in die kieskringen heel veel (misschien zelfs de meeste) kiezers wonen. Enerzijds zou het voor een nieuwe partij die niet meteen de grootste wil worden verstandig kunnen zijn om niet overal mee te doen. Anderzijds kan de verkiezingsuitslag veel lager uitvallen dan de peilingen aangeven en kunnen peilingen heel erg veranderen, en dan is elke stem welkom.  

KORTE KANDIDATENLIJST Wat als Nieuw Sociaal Contract (NSC) met een korte kandidatenlijst zou meedoen? Een partij mag daar voor kiezen, bijvoorbeeld voor een lijst met slechts 15 of 21 kandidaten. De (Kies)wet eist namelijk geen minimumaantal kandidaten. Er geldt wél een wettelijk maximumaantal kandidaten; dat is afhankelijk van de omstandigheden 50 of 80, zie artikel H 6.

LIJSTUITPUTTING Stel dat Omtzigts NSC ervoor kiest om slechts 21 kandidaten op haar lijst te plaatsen. Volgens de peiling van eind augustus – op de website van de NOS wordt die besproken – zou NSC zoveel stemmen krijgen dat het 31 Kamerzetels kan opleveren. Maar met slechts 21 kandidaten kan de partij van Omtzigt natuurlijk hooguit 21 Kamerzetels verkrijgen. In zo’n geval spreekt de Kiesraad van lijstuitputting.

OVERTOLLIGE ZETELS NSC zou dan 10 zetels ‘over’ hebben (31-21). In navolging van de Kiesraad noem ik die 10 zetels de ‘overtollige zetels’ van NSC. Wat gebeurt er met deze 10 overtollige zetels? Het zou niet betekenen dat er straks (slechts) 140 Kamerleden zijn! Nee, die 10 overtollige zetels gaan naar de andere partijen die meedoen aan de Tweede Kamerverkiezing, zie artikel P 13 (lid 2). Hoe worden ze over die andere partijen verdeeld?

RESTZETELS De verdeling over die andere partijen gaat op dezelfde manier als de verdeling van de zogenaamde restzetels, zie artikel P 10. Wat restzetels zijn, zal ik hier niet bespreken. Restzetels zijn er in de praktijk bij elke Tweede Kamerverkiezing. Zo waren er bij de laatste verkiezing in 2021 11 restzetels. Daarentegen zijn overtollige zetels tot nu toe niet of nauwelijks voorgekomen: partijen hebben (bijna) altijd meer kandidaten gehad dan ze Kamerzetels verkregen. Hoe worden restzetels en dus ook overtollige zetels verdeeld?

NIET ELKE PARTIJ Ten eerste is het zo dat bij die verdeling niet elke partij mag meedoen: partijen op wie te weinig stemmen zijn uitgebracht voor één Kamerzetel doen niet mee bij deze verdeling, zie artikel P 7. Alleen partijen die dus minstens één keer de kiesdeler hebben gehaald mogen meedoen. Bij de laatste verkiezingen in 2021 is dat bijna de helft van alle partijen niet gelukt. Ten tweede is het zo dat onder de partijen die wél de kiesdeler hebben gehaald  restzetels en overtollige zetels gaan naar de partijen met ‘het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel’, zie artikel P 7.

GROTE PARTIJEN Volgens Wikipedia pakt deze verdeling meestal in het voordeel uit van de grotere partijen. Hoe meer stemmen op een partij zijn uitgebracht, des te groter die partij is. Ik ga er hier van uit dat volgens Wikipedia grotere partijen ook een grotere kans hebben om de 10 overtollige zetels van Omtzigts Nieuw Sociaal Contract te verkrijgen. Volgens de peiling van eind augustus zijn de drie grootste partijen na NSC GroenLinks-PvdA, VVD en PVV. Zij zouden dus de grootste kans maken op de 10 overtollige zetels van NSC. Dat zijn echter niet de partijen waarvan het stemgedrag het dichtste bij Pieter Omtzigt ligt! Dit blijkt tenminste uit een krantenartikel in NRC van 18 augustus waarin Omtzigts stemgedrag in de Tweede Kamer sinds 2021 is geanalyseerd en vergeleken met dat van andere partijen. Volgens deze analyse komt zijn stemgedrag het meest overeen met dat van BoerBurgerBeweging (BBB) en SGP, omdat hij het vaakst stemde zoals die partijen doen. Zou NSC niet liever zien dat de overtollige zetels naar deze twee partijen gaan in plaats van naar bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA, omdat die partijen politiek dichterbij NSC staan?

POLITIEK DICHTBIJ? Enerzijds zou je kunnen beweren dat de partijen die het vaakst overeenkomend stemgedrag hebben politiek het dichtste bij elkaar staan. Zo beschouwd staan BBB en SGP inderdaad het dichtste bij NSC, en zou NSC waarschijnlijk het liefst zien dat haar overtollige zetels naar deze twee partijen gaan. Anderzijds zou je ook kunnen beweren dat als voor de politieke nabijheid van een andere partij wordt afgegaan op het stemgedrag daarin ook moet worden meegenomen waarover overeenkomend of verschillend is gestemd. Zo kan er met partij A overeenkomend zijn gestemd over wetsvoorstel 1 en met partij B over wetsvoorstellen 2, 3, 4 en 5. Dan is het aantal overeenkomende stemmen met B vier zo groot als met A. Toch kan partij A politiek dichterbij staan dan partij B, omdat inhoud en strekking van wetsvoorstel 1 daarover veel meer zegt dan de andere wetsvoorstellen. Zo beschouwd is het nog maar de vraag of NSC waarschijnlijk het liefst zou zien dat haar overtollige zetels naar BBB en SGP gaan in plaats van naar (bijvoorbeeld) GroenLinks-PvdA.

LIJSTVERBINDING Helaas voor NSC kan een partij geen enkele invloed uitoefenen naar welke partijen haar overtollige Kamerzetels gaan. Dat was vroeger anders! Tot en met de voorlaatste Tweede Kamerverkiezingen (die van 2017) kon een partij daarop namelijk wel invloed uitoefenen. Ze kon dat doen door een lijstverbinding aan te gaan. Een partij kon met een of meer andere partijen een lijstverbinding aangaan. Op het stembiljet van de kiezer stond of een partij dat had gedaan, zodat hij bij het uitbrengen van zijn stem daarmee rekening kon houden.

LIJSTENCOMBINATIE Gevolg van zo’n lijstverbinding was namelijk dat alle overtollige Kamerzetels van een partij gaan naar de andere partijen van de lijstverbinding, zie artikel P 11 zoals dat nog in 2017 gold. Alle andere partijen – groot of klein – grepen er dus naast. Volgens Wikipedia gingen ChristenUnie en SGP geregeld zo’n lijstverbinding met elkaar aan. De laatste lijstverbindingen werden bij de verkiezingen van 2012 aangegaan. In dat jaar was er ook een lijstverbinding op links, namelijk tussen PvdA, SP en GroenLinks. Een lijstverbinding heet ook wel lijstencombinatie.

BBB Stel dat een lijstverbinding bij Tweede Kamerverkiezingen nog steeds mogelijk zou zijn, dan kon Omtzigts NSC dus vóór de verkiezingen bepalen naar welke partijen haar overtollige Kamerzetels zouden gaan, en naar welke andere partijen niet.

PvdA/GL Terug naar de realiteit van nu. Zonder lijstverbinding – want dat is nu de realiteit – kan NSC dat niet zelf bepalen en gaan de Kamerzetels naar de partijen met het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel. Zoals gezegd leidt deze wettelijke regel ertoe dat grotere partijen een (veel) grotere kans maken op overtollige Kamerzetels. Groot worden volgens de peilingen van eind augustus GroenLinks-PvdA, VVD en PVV (op enige afstand gevolgd door BBB).  

LIJSTENGROEP Stel dat NSC inderdaad besluit om slechts 21 kandidaten op haar kandidatenlijst te plaatsen. Dan hoeft dat trouwens nog niet per se te betekenen dat de partij ‘slechts’ 21 Kamerzetels kan verkrijgen. Dat hoeft namelijk niet het geval te zijn als in de ene kieskring andere kandidaten op de lijst staan dan in de andere kieskring. Zoals gezegd is Nederland verdeeld in 20 kieskringen. Stel dat NSC ervoor zou kiezen om in elke kieskring een lijst te hebben met 10 kandidaten die overal dezelfde zijn (met Omtzigt op 1) en met daarnaast 11 andere kandidaten die per kieskring verschillen (dat zijn dan bijvoorbeeld kandidaten uit de regio). Dan zou de partij toch voor 31 kandidaten (of zelfs meer) een Kamerzetel kunnen verkrijgen. In de Kieswet worden zulke kandidatenlijsten lijstengroep genoemd, zie artikel H 11.

NSC Tot zover enkele opties en hun (rechts)gevolgen. De keuze is natuurlijk aan Nieuw Sociaal Contract zelf. Die keuze is nog niet bekend. Dat gebeurt volgens de website over enkele weken.

Mr. Leon

Volgend blog: op of voor vrijdag 6 oktober

Stembiljet voor de provincie

DONDERDAG 16 MAART 2023 Gisteren konden we o.a. stemmen voor de provincie. Op het stembiljet stonden de partijen en de kandidaten. Om te stemmen hoefden we alleen maar het rondje rood te maken voor onze favoriete kandidaat. Meer lezen was niet nodig. Maar wat staat er eigenlijk allemaal nog meer op een stembiljet?

NUMMER PARTIJ Zowel de kandidaten als de partijen op het stembiljet zijn genummerd. Elke partij heeft een ander nummer. Het staat boven de partijnaam. Dit nummer is niet willekeurig gekozen. Nummer 1 is voor de partij die bij de vorige provinciale verkiezingen de meeste stemmen heeft gekregen. Die vorige verkiezingen waren in 2019. Nummer 2 is voor de partij die toen de op een na meeste stemmen heeft gekregen. En zo voort. In Zuid-Holland heeft Forum voor Democratie nummer 1, want die partij is in 2019 met elf zetels de grootste geworden in deze provincie.

NUMMER BLIJFT Onbelangrijk is dat de fractie in de afgelopen vier jaar zo is gekrompen dat ze niet langer de meeste zetels heeft, doordat fractieleden uit de fractie zijn gestapt en zelfstandig of in een andere fractie zijn verder gegaan. Het nummer van een partij kan per provincie verschillen. Partijen die bij de vorige verkiezingen geen enkele zetel in die provincie hebben gehaald, krijgen de laatste nummers.  

NUMMER KANDIDAAT  Ook de kandidaten van een partij hebben een nummer. De hoogste kandidaat op de lijst – de lijsttrekker – heeft nummer 1. De eerstvolgende op de lijst heeft nummer 2, enzovoorts. Het nummer is belangrijk, want hoe hoger een kandidaat op de lijst staat, des te groter zijn kans op een zetel. Het is de politieke partij die bepaalt welk nummer een kandidaat heeft. Het nummer is niet afhankelijk van hoeveel stemmen een kandidaat bij de vorige verkiezingen heeft gekregen: de partij mag de kandidaat die destijds de meeste stemmen heeft gekregen ergens onderaan de lijst plaatsen. Wij kiezers kunnen de lijstvolgorde echter doorbreken door te stemmen op lager geplaatste kandidaten. Maar het is niet zo dat de kandidaat met de meeste stemmen altijd een zetel krijgt. Voor het doorbreken van de lijstvolgorde is namelijk een minimumaantal voorkeurstemmen nodig, de zogenaamde voorkeurdrempel. Meestal zijn er maar weinig kandidaten die over die drempel gaan.

TOT WEL VIJFTIG Partijen mogen maximaal vijftig kandidaten op hun lijst plaatsen. Bij een aantal partijen is er dan ook een kandidaat met nummer 50. Minder kandidaten mag natuurlijk ook. Er geldt geen minimumaantal.

ZELFS NOG MEER Partijen die bij de vorige verkiezingen zestien of meer zetels hebben gekregen, mogen meer kandidaten op hun lijst plaatsen. Maximaal tachtig. Geen enkele partij heeft dat vier jaar geleden bereikt.

ONCE UPON A TIME De laatste keer dat dit een partij lukte was in 2007, zestien jaar geleden. Het is na gisteren moeilijk voor te stellen, maar dat was volgens Wikipedia het CDA dat zowel in Limburg als in Noord-Brabant achttien zetels haalde. Dat was trouwens geen toevalligheid, want bij de verkiezingen daarvoór (2003) haalde het CDA zelfs in acht provincies zestien zetels of meer. In Noord-Brabant werden toen dertig zetels gescoord! Het CDA was dat jaar trouwens niet de enige partij die boven de vijftien zetels uitkwam. Ook VVD en PvdA haalden in dat jaar in twee respectievelijk zes provincies zestien zetels of meer! Het ziet ernaar dat gisteren BoerBurgerBeweging (BBB) de grens van zestien zetels heeft bereikt, en dat zelfs in meer dan één provincie.    

KIESKRING Per kieskring kan het aantal kandidaten van een partij verschillen. Per kieskring kan een partij ook andere kandidaten hebben. Per kieskring kan het stembiljet er dus anders uitzien. Maar wat is eigenlijk een kieskring? Alleen de grotere provincies hebben meerdere kieskringen. In zo’n provincie worden de kiezers verdeeld over meer dan twee kieskringen. Het hangt van zijn woonplaats af bij welke kieskring een kiezer thuishoort. Zuid-Holland heeft vier kieskringen. Ook Gelderland, Noord-Holland, Noord-Brabant en Limburg hebben er twee of meer. Alle andere provincies hebben er elk maar één. In bijvoorbeeld Groningen, Flevoland en Zeeland vormt de hele provincie dus één kieskring. Daarom ziet het stembiljet er in zo’n provincie overal hetzelfde uit.

NIET  MEEDOEN Politieke partijen hoeven niet in elke kieskring mee te doen. Waar zij niet meedoen, kunnen de kiezers echter niet op hun stemmen, en wordt de kans op een zetel in provinciale staten dus een stuk kleiner. Partijen moeten voor elke provincie waar ze mee willen doen aan een aantal eisen voldoen, zoals de betaling van een waarborgsom. Sommige eisen gelden per kieskring.

HANDTEKENINGEN Zo hebben partijen die bij de vorige verkiezingen geen enkele zetel hebben gehaald ondersteuningshandtekeningen van kiezers nodig. Per kieskring minstens dertig. Anders mag ze in die kieskring niet meedoen. Sommige partijen is dat bij de verkiezingen van gisteren niet gelukt: de Drentse Ouderenpartij (DOP) in Drenthe, Hart voor Vrijheid in Noord-Brabant en Limburg en Jezus Leeft in Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland en Flevoland.

KIESWET Alle bovenstaande regels zijn terug te vinden in de Kieswet.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 14 april of een dag eerder