Waterschapsverkiezingen belangrijker geworden

VRIJDAG 17 FEBRUARI 2023 Over een maand zijn er weer  verkiezingen. Dit keer voor de provincies en de waterschappen. De waterschapsverkiezingen zijn (nog) belangrijker geworden door veranderingen in de samenstelling van het waterschapsbestuur. Wat is veranderd?

ALGEMEEN BESTUUR Het algemeen bestuur van een waterschap kan nu nog bestaan uit vier categorieën vertegenwoordigers: vertegenwoordigers van de ingezetenen, van de bedrijven, van de eigenaren van landbouwgronden en van de eigenaren van natuurterreinen. Het zijn trouwens niet alleen de eigenaren van de landbouwgronden en natuurterreinen die in het algemeen bestuur zijn vertegenwoordigd, maar ook andere bezitters en wie een beperkt hebben. Het algemeen bestuur kan slechts uit deze categorieën vertegenwoordigers bestaan.     

INGEZETENEN Vertegenwoordigers van de ingezetenen worden gekozen door de mensen die in het gebied van het waterschap wonen. Zij worden dus rechtstreeks gekozen. Iedereen die daar woont, is ingezetene. (Vrijwel) iedere meerderjarige ingezetene mag zijn stem uitbrengen. Net als bij Tweede Kamerverkiezingen of gemeenteraadsverkiezingen brengt hij een stem uit door in een stemlokaal op een stembiljet een hokje rood te maken en het biljet vervolgens onder toeziend oog van een lid van het stembureau in een stembus te deponeren. Waterschapsverkiezingen worden elke vier jaar gehouden. 15 maart is de eerstvolgende.

GEBORGDE ZETELS Bij de waterschapsverkiezingen worden alleen de vertegenwoordigers van de ingezetenen gekozen. De waterschapsverkiezingen gaan dus niet over het kiezen van de vertegenwoordigers van de bedrijven, de landbouwgronden en de natuurterreinen. De vertegenwoordigers van die laatste drie categorieën worden ‘gekozen’ door belangenorganisaties. Daarom worden de zetels die deze vertegenwoordigers in het algemeen bestuur bezetten ‘geborgde zetels’ genoemd. De vertegenwoordigers van de bedrijven zijn steeds gekozen door de Kamer van Koophandel. 

MEERDERHEID Ons land telt 21 waterschappen. Elk waterschap heeft een (eigen) algemeen bestuur. Volgens de Waterschapswet moet het aantal bestuursleden tussen 18 en 30 liggen. Elke vertegenwoordiger bezet één zetel. Het aantal zetels voor ingezetenen moet minimaal 10 zijn en maximaal 23; het aantal geborgde zetels  moet 7, 8 of 9 zijn. Verder moet het aantal zetels voor ingezetenen altijd hoger zijn dan het aantal geborgde zetels. In het algemeen bestuur worden besluiten genomen met meerderheid van stemmen; elke vertegenwoordiger heeft één stem. De vertegenwoordigers van de ingezetenen zijn dus in de meerderheid.     

EXIT KvK Na de verkiezingen van 15 maart verandert de samenstelling van het algemeen bestuur. Want dat bestaat dan niet langer uit vertegenwoordigers van de bedrijven die door de Kamer van Koophandel zijn gekozen. Voor bedrijven zijn er dan dus geen geborgde zetels meer.

RUIMERE MEERDERHEID Dat algemeen bestuur zal na de verkiezingen van 15 maart nog wél bestaan uit geborgde zetels voor landbouwgronden en natuurterreinen. Maar ook voor hen gaat er iets veranderen: na de verkiezingen van 15 maart is het aantal geborgde zetels verlaagd voor hun. Dan bezetten zij namelijk nog maar vier zetels: twee voor landbouwgronden en twee voor natuurterreinen. In de praktijk neemt daardoor het aantal zetels voor vertegenwoordigers van ingezetenen toe: dat worden er minimaal 14 en maximaal 26. Dus heeft de categorie ingezetenen na 15 maart een (nog) ruimere meerderheid in het algemeen bestuur.

MODERN? In NRC van afgelopen dinsdag juicht professor Herman Havekes deze ‘moderne’ ontwikkeling toe. Niet iedereen is echter even positief over deze ontwikkeling. Waterschappen zijn anders dan gemeenten en provincies. Daarom horen geborgde zetels misschien bij waterschappen. Misschien zou de modernisering beter kunnen worden gezocht in een transparantere manier waarop de belangenorganisaties de vertegenwoordigers kiezen (zie hierover ook mijn eerder blogs uit 2019: Voor wie zijn de geborgde zetels in de waterschapsbesturen? en geborgde zetels bij de waterschappen). Maar over één ding lijkt iedereen het wél eens: waterschapsverkiezingen zijn (nog) belangrijker geworden.   

MINDERHEID De vertegenwoordigers van de ingezetenen hebben trouwens niet altijd een meerderheid gehad in het algemeen bestuur. Pas sinds vijftien jaar is dat het geval. Pas in 2007 is dat namelijk in de Waterschapswet opgenomen. Vóór 2007 kon het zo zijn dat zij slechts een (kleine) minderheid hadden in het algemeen bestuur. De provincie waarin het waterschap lag bepaalde hoeveel of hoe weinig zetels de categorie vertegenwoordigers van de ingezetenen kregen.

NIHIL Er zijn zelfs tijden geweest dat de ingezetenen geen enkele vertegenwoordiger in het algemeen bestuur hadden. Dat was tot vijftien jaar dáárvoor het geval, in de jaren vóór 1992. Weliswaar hadden sinds eind jaren zestig ‘huishoudelijke vervuilers’ vertegenwoordigers, maar daaronder werd slechts een deel van de (meerderjarige) ingezetenen begrepen.

(Mr. Leon)

Volgend blog: vrijdag 17 maart

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *