Vrijdag 16 februari 2018. Op 7 februari is er een algemene (staten)commissie gehouden over de Krimpenerwaard. Het is de streek tussen Hollandse IJssel en Lek; het omvat plaatsen als Schoonhoven, Lekkerkerk en Krimpen aan den IJssel. Onderwerp van bespreking was een integraal gebiedsprogramma voor de Krimpenerwaard, waarin waterveiligheid, bodemdaling, economie, landbouw, natuur, mobiliteit, wonen en voorzieningen en energietransitie worden meegenomen.
Nieuwe commissie Vanwege dit integrale karakter van het onderwerp gebeurde de commissiebespreking niet in een van de vier bestaande commissies, zoals de commissies Duurzame Ontwikkeling of Ruimte en Leefomgeving. In plaats daarvan werd het besproken in de algemene commissie. Dat is een nieuwe commissie: ze is speciaal ingesteld om over dit onderwerp te vergaderen; ze is bij wijze van proef ingesteld (1).
Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland. Ingevolge dit reglement van orde wordt aan het begin van elke statenperiode beslist over de instelling en de vakgebieden van de commissies (2). De huidige statenperiode loopt al sinds maart 2015, dus bijna drie jaar nu, en duurt nog een jaar, namelijk tot maart 2019: dan zijn er weer provinciale verkiezingen. Het begin van de statenperiode is dus al lang geweest. Instelling van een nieuwe commissie lijkt daardoor in strijd met het reglement van orde. Toch hoeft dit in de praktijk geen probleem te zijn, want van dit reglement mag altijd worden afgeweken, op voorwaarde dat geen enkel Statenlid zich daartegen verzet (3). Ik neem aan dat aan deze voorwaarde is voldaan.
Provinciewet Een praktisch probleem is wel het volgende. De beslissing tot instelling van de algemene commissie is genomen door de Agendacommissie (4). Ingevolge het reglement van orde is het echter niet de Agendacommissie maar provinciale staten die mogen beslissen over de instelling van commissies (5). De afwijkingsmogelijkheid van het reglement (6) biedt hier geen soelaas, omdat ook de Provinciewet eist dat commissies door provinciale staten worden ingesteld (7). De Provinciewet verzet zich overigens niet tegen adviezen van de Agendacommissie aan provinciale staten over de instelling van nieuwe commissies (8).
Agendacommissie De Agendacommissie bestaat naast de commissaris van de koning uit de vier commissievoorzitters en de voorzitter van de commissie voor onderzoek van de rekening (9). Niet elk statenlid is er lid van en zelfs niet elke fractie of groep (10) is vertegenwoordigd: de vijf commissievoorzitters zijn van VVD, CDA, PvdA, D66 en PVV. De Agendacommissie omvat dus niet elk statenlid en kan evenmin als een vertegenwoordiging van alle statenleden worden gezien. Er is dus een goede reden om de beslissing over de instelling van nieuwe commissies niet aan de Agendacommissie over te laten.
Experiment De algemene commissie is bij wijze van proef ingesteld. Er is dus sprake van een experiment. Maakt dat nog verschil? Alleen als er een wettelijke grondslag is om te mogen afwijken van de Provinciewet, bijvoorbeeld in een Experimentenwet of zo. Voor zover ik kan nagaan, bestaat geen zo’n wet.
Praktische oplossing De instelling van de algemene commissie als hamerstuk agenderen voor de vergadering van provinciale staten.
NOTEN
1: zie hierover de toelichting op de agenda van de algemene commissie van 7 februari
2: artikel 63 lid 1 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (hieronder afgekort tot RvO
3: artikel 117 RvO
4: dat blijkt uit toelichting op de agenda van de algemene commissie. Zie voor Agendacommissie in het algemeen ook mijn blog De agenda van provinciale staten van Zuid-Holland
5: artikel 63 lid 1 RvO
6: artikel 117 RvO
7: artikel 80 Provinciewet
8: die mogelijkheid biedt artikelen 103 en 104 RvO
9: artikel 103 lid 1 RvO
10: zie voor verschil tussen groep en fractie mijn blog Commissies